lil mmmi siiiiMi iHHi i'i^r'W. ver de i iede- omen. ering. - f 60,-, Woensdag 1 Juli 1891. Zesde Jaargang No. 293. Antirevolutionair Orgaan f 1 gulden INHOCSIGNO VINCES m r enheid aande orde EN f 13,- Inst Stoomboot. ll T. BOEKHOVEN. Alle stukken voor (le Redactie bestemd. Advertentiën en verdere Administratie f ranco toe te eenden aan den Uitgever. FEUILLETON. De Goudzoeker. UenvaiTin# van kerke lijke en Staatszaken. .V*. -a ^v^^J3Liolu3uq^ 5$n. - t"ii TADHU1S. ild met 50 pond f 22,50 4,25 5,25. 70 4,-. 1,50 2,50 sn 40,—. ER Ide en Oyerflakkee. |g rm. 5,30 nra. 2,30 u 6,45,9,45 nm. 3,45 u 9,11,15 5.00 I 11,15 5,30 iansluiting met di# van Hcllevgotsluis en 9 on zijn: iter. LH Alt^JIS. Dinsdag vm. 5.u. hderdag 6,u. Katerdag 6,30 Dinsdag nm. 2, J dagen 3, |n 30 Juli. delharnis. i uur nm. 5 uur. UITGANG, I Rotterdam, dagvoorm. 5 uur. 2,50 uur. («asnywph. |27 Maart 1891. Rotterdam. 3,ijiOen 4,40 u. -♦ 1,10 en 4,40 u. ■tterdara. 1,30 en 5,u. ~u> n. 1.30 en 5,uur Jellevoetsluis. 13,en 5,u. f half uur later. Brielle. 1,30 3,,en 5,uur. lialf uur later. Pet 'sRykö veerboot op lerdieust. Isdag vm. 5,15; Zater- Jnm. 2,30; Woensdag, |0 nra. 5,30; Zaterdag 8, nm. 3. kndag en Dinsdag vm f Vrijdag (langs Oud- _(ag, en Zaterdag nm. 2 |Septeraber) op werk les Zondags vm. 83,0 f Maandag en Dinsdag Ij-Beierland) nra. 2uur |i van elke maand zal ■Hand naar Rotterdam lerdag en Vrijdag. vm. 5,45, van Oud- ierlbiid, Zuidland e* Jjljx -*1 -IJ TrJl - A Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post f 1. Het Zaterdagsnummer alleen 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: sow w f IJ Bi Advertentiën van 1 5 rogels 50 Cent elke regel meer 10 cent en3/, maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en k/3 maal. Dienstaanvrageu on Dienstaanbiedingen 50 Cent por plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur. UT "VVj herinneren aan de door ons ge maakte bepalingen dat ieder, die een Knecht of Dienstbode zoekt, of iodor Dienstbare die een betrekking zoekt, dat zij bun wensch voor slechts 50 centen in dit blad kunnen plaatsen. Nu de „Maas- en Scheldebode" steeds in meerdere handen komt en tweemaal per week verschjnt en verspreid wordt door het géheele landter lezing ligt in de voornaamste Koffiehuizen der Zuid- Hollandscké eilanden, op alle stoombooten n heide kajuitenis dit blad uitmuntend geschikt voor advertentiën. Geliooi'lc II ii w e- IM k-, Ovprljiile n en andere familie li e r i o li ten,' Ad vertentiën omtrent, e e ff li il e - ring r n en I» jj e e n k o in - sten. f e li n n i* of t e k w p na il ll i e ll e ll van allerlei zaken, |in li 1 i e k e veilingen en v erkttopinge n. kortom voor allerlei advertentiën is de „Maas- en Scheldebode door hare uitbreiding het geschikste en goedkoopste orgaan. Drie malen ter plaatsing opgegeven, wordt slechts twee maal in rekening ge bracht. Alle Boekhandelaars en Brieven gaarders alsmede Heeren Agenten van dit blad nemen iederen werkdag abon nementen en advertentiën aan. i. Ik ben zeer ziek geweestik ben nog niet beter, en mjn dokter beeft me ge zegd, dat ik nog maar eenige maanden kon leven. Zware koortBen hebben mj in dit vreemde land geteisterd. Ik ben zwak, zeer zwak Ik woon bier in Melbourne, in Austra lië, doch heb een allerellendigste woning. Het is zomer, en de hitte is verstikkend. Als ik de lucht van mjn Vaderland eens kon inademen, geloof ik, (lat zulks mj oneindig veel goed zou doen. Het is mjn eenige hoop op behoud van mjn ziek lichaam, zegt de dokter. De vol gende week hoop ik al op reis te zjn. Ik kan bier onmogel jk bl jven. Ik moet naar huis; of ik het bereiken zal weet ik niet. Ik droom er alle nachten van en door verlangen kr jg ik koortsachtige aandoening. Het is onverdragelijk voor mj, bier te midden van vreemden en onverschilligen te blijven leven, ter- wjl ik aan de andere zjde van den oceaan, vriendelijke vergevingsgezinde harten kan aantreffen. Arme, arme Grace! Ik zal u mjn geschiedenis eens trach ten te beschrijven een goudzoe kersgeschiedenis. Het zal m j goed doen, om mij te verlossen van mijn eentonige gedachten van de onbescheidenheid van mijn hospes die, wetende, dat ik een goudzoeker ben geweest, altjd in mjn kamer rond gluurt, alsof hij meende groote schatten te zullen ontdekken. Het goud echter, dat ik bij mj heb, is niet veel. Als ik hier stierf, zal het Eén van dc hoofdoorzaken van de verliezen, die de antiliberalen bij de stembus van Oen 23 Juni leden, zit hierin, dat ons volk niet diep en ernstig genoeg nadenkt over onze staatkundige belangen, en zich maar al te druk maakt met vele bijzaken. Aldus betoogden wij in een vorig artikel. Doch daar moeten wij nog iets bijvoegen. "Want een andere hoofd oorzaak van onzen wij hopen en vertrouwen slechts tijde/ijken te ruggang is de gedurig weer opko mende vermenging van kerkelijke en politieke zaken. Leefde onze natie nu dieper in de politiek, dan zouden de kerkelijke belangen baar niet zoo sterk belieer- scben. Dat ziet men wel aan onze antirevolutionaire Kamerleden. Of schoon deze heeren deels tot de Ne- derl. Herv. Kerk belmoren, ander deels zich bij de Clir. Gercf. Kerk voegden, en nog weer voor een ander deel met de kerkelijke reformatie van 1886 medegingen, schikken zij zich toch vrij gemakkelijk in één zelfde politiek partijverband te zamen nauwelijks genoeg zjn om mj eene eer- ljke begrafenis te verschaffen, en het goud dat ik al naar mjn vrouw vooruit heb gezonden, hoop ik, zal haar in vei ligheid ter hand komen, en alsdan wel licht een kleine ondersteuning in baai- weduwstaat zju. Ik was vjf jaar getrouwd. Ik had drie kinderen, en ik was landbouwer van mjn bedrijf. Reeds vroeg had ik een begeerte in mij, om rijk te worden. Ach! had ik maar gelet op de waarschuwing der schrift„Wie rijk willen worden, vallen in een strik!" Ik hield van luidruchtige gezelschappen Naast r.»ij woonde een jonge man, van een vrooljk karakter. Hij was bijna even oud als ik zelf en weldra gingen wj bijna alle avonden uit en ik ver waarloosde ïhjn zaken en mjn huisge zin niet denkende aan het woord: „Hj die met wijzen wandelt zal wijs worden, maar een metgezel der dwazen zal ver gaan." En zulk een metgezel was ik. Mijn arme vrouw Grace bemerkte niet spoedig, hoe ik onveranderd was, want ik droeg zorg het zorgvuldig te verbergen, en toen zj er iets van ge waar werd, vermaande zj mj niet onver standig. Integendeel, zj trachtte mij weder door liefde te winnenalleen had zj een grooten tegenzin in mjn vriend Wilfred en wilde niet, dat ik met hem dagelijks omging. Ik stond haar met drift tegen en wilde niet gekommandeferd worden met wieu ik mocht omgaan of niet, zeide ik. De arme Craco hield zich verder stil en liet inj begaan. Eens op een avond kwam ik, ver van nuchter, thuis. Ik was den geheclen avond met Wilfred in gezelschap geweest en ik had met hem op het welslagen, zjner plan- Bij oog-enblikkcn mogen het met een enkel lid, zooals b.v. met den heer Iiuber, anders schijnen, als het er op aankomt, kiest toch ook bij telkens weer met beslistheid voor het antirevolutionair program. Doch niet alzoo onder bot volk onder de kiezers. Daar staat de kerk voorop. Ja waarlijk, wij moeten bet her balen, de kerk staat voorop, en dat niet alleen bij antirevolutionaire kie zers, maar in bet algemeen bij alle partijen; ook bij de roomscben, en vooral niet het minst bij de liberalen. Niet alsof de liberalen als purlij gedacht, veel hart zouden hebben voor eenige wezenlijke kerk. Volstrekt niet. Hoe kan dat bij een partij die in de politiek te werk wil gaan alsof er geen God bestond. Maar zie, daar is een soort kerk- vorm, een schijnkerkelijke organisa tie, die bevorderlijk is aan bun po- tiliek streven, en daarom nemen zij deze organisatieonder den naam 1 van Kerk in bun dienst. Als zoo- danig hebben zij veel op met „de kerk." Een eigenlijke kerk bestaat na tuurlijk hierin, dat een aantal land- nen eenige glazen geledigd. „Gj zult niet veel last van Wilfred meer hebben," zeide ik tot mjn vrouw „want hj gaat het land uit." „Zoo, wezenlijk antwoordde z j. „G j zult zeker wel bij daarom wezen." „Dat zeg ik niet, Mark," hernam zj zachtmoedig. „Laat ons daar niet over twisten. En waar gaat h j heen „Naar Australië, waar hj goud gaat zoeken en van waar hj ongetwjfeld bin nen korten tijd schatrijk terug komt. O kon ik met hem mede gaan, dan was ik van alles, wat mj hier verveelt, af." Crace zag mj nadrukkeljkaan en zuch- te. Een week later kwam Wilfred bij mj om afscheid van mj te nemen. In den loop van ons gesprek verzocht hj mj, tenminste naar Londen medetegaan, om zjn schip eens te zion, waarmode lij ver trekken zou en daar ik inderdaad in Lon den zjn moest, om eenig vee te verkoopen dacht ik dat kam- ik zeer gevoegelijk doen, en beloofde ik het hem ook. Zoo verlieten wij den volgenden dag gezamenlijk ons dorp. Ik herinner mj nog zeer goed, dat mijn lieve vrouw aan de deur stond met de kleine op haar arm en onze kleine Crace liep m j achterna, ter wijl zj mj naschreide, „ik heb nog geen kus gehad, vader Ik wandelde met mjn vriend stevig door, mjn vee was al vooruit met een jongen. Op de markt te Londen ontving ik er ongeveer 000 gulden voor, en maak te mj gereed den avond eens gonoegeljk door te brengen. Ja, zoo „genoegeljk" bracht ik dien met mijn vriend on eeuig ander gezelschap door, dat ik den volgenden dag met een verwilderd hoofd mjn vriend volgde naar zjn schip, vast besloten Om, daar mijn genooten, in onderscheiding van andere menscben, oen zekere belijde nis des geloofs bezitten, en die binnen de grenzen hunner genieen schap handhaven. Op zulk een kerk en zij alleen is dien naam waard hebben de liberalen over het alge meen veel tegen. Maar daarentegen streelt hun wel bet bestaan van een. zekere gods dienstige vereeniging, waartoe lieden van verschillend geloof en ook een groote menigte ongeloovigen gere kend worden. Aan zulk een „kerk'' doen zij handreiking. Haar willen zij belpeu en van haar gaarne hulp ontvangen. Geen wonder. Zulk een „kerk" dient de liberale politiek, en wij zullen u zeggen, lezer, in welken zin. De liberale partij heeft vooral sedort dc dagen van Thorbecke ge toond, dat zij geon eerbied beeft voor anderer gewetensbezwaren, maar lie den van verschillend geloof wil be handelen alsof zij hetzelfde geloof hadden. Beweegt zich nu naast en onder zulk een partij een godsdienstig Ge nootschap, dat eveneens er zich op geld bijna op was, maar mede te gaan. Ik had geen erg, dat een zeer groot deel van mjn geld in den zak van mjn vriend Wilfred terecht was gekomen, an ders zou ik mj niet zoo zeer ovor zjn bereidwilligheid om voor mj te betalen, hebben verwonderd. Ik zal alle drangrede nen niet vertellen die hj gebruikte om m j overhalen welke visioenen van rijk dom en vermaak hij mj voorspiegelde, met de zekere belofte, dat wj zeer spoe dig weder naar ons vaderland, Engeland, en wel schatrjk zjnde, konden terugkee- ren. En wat mijn vrouw aanging, wat kwam het er op aan, dat ik zo voor een jaar of twee verliet zeido hj. Als ik dan schatrjk terug kwam, zou mijn vrouw zelf nog wel in haar schik wezen, dat ik door een besliste en moedige (laad in zoo'n korten tjd mjn fortuin had ge maakt. Zoo werd mjn verbeelding aangevuurd en mjn geweten gesust Ik had wol eens hooren vertellen, van een gelukkigen goudzoeker, die in eenen dag een schat van duizenden guldens aan goud had ge- vouden, en hoeveel waren or die zoo ge lukkig waren, en wat zou mj verhinderen ook mjn geluk eens te beproeven. Het kon m j toeh evengoed gebeuren Aan den anderen kant dacht ik er aan hoe onmogelijk het was, nu ik al mjn geld verloren had, naar mjn huis terug te keeren Ik durfde mjn vrouw niet onder de oogon te komen Wel kwam mj de smart voor oogen, die ik haar zoo doende als ik van plan was, aandeed, maar ik had de eerste stap gedaan op dien weg des verderfser was geen kracht in mj, die mj verhinderd op den boozeti wog terug te keeren ik trachtte mj nog diets te maken dat ik ze eigeljk in geen toelegt om de gewetensbezwaren, uit geloofsverschillen voortvloeiende, te smoren, en menscben van ver uit- eenloopende overtuigingen toch in éénzelfden „kerkdijken" band saam te houden, dan behoeft bet geen nader betoog, dat zulk een „kerk" koren aanbrengt op haar molen. Ook uit de vruchten wordt dit openbaar. Mannen als Dr Vos en Dr. Brons veld, die bet warmst geijverd heb ben voor het behoud van de ker kelijke organisatie van 1816, hebben zich ook allengs meer afgekeerd van de antirevolutionaire politiek, en zijn overgegaan naar de liberalen. De Classes van de Ned. Herv. Kerk te Amsterdam beeft zich open lijk, in liberale geest, verklaard tegen de antirevolutionaire partij. Wordt het dan uit dit alles niet ver klaarbaar, dat zelfs een liberaal als de heer Levi wien de Herv. Kerk als Kerk natuurlijk niet aangaat (daar hij van joodsche afkomst is on nooit zijn bekeering tot het chris tendom beleed), toch veel sympathie gevoelt nu en dan een lauwerkrans vlecht voor die „grootschc stichting der vaderen?" hulpeloozen toestand achterliet want onzo familie en vrienden zouden, als ze van liet geval hoorden, haar zeker voldoende ondersteunen, en een kwaadwillige ver lating was het eigenlijk niet, meende ik omdat ik. liet plan had terugtekomen, want in twee jaar was ik zeker terug,' rijk, ja zeer rjk Toen ik aldus mjn knagend geweten had gestild, ging ik nog verder en had de goddeloosheid te meeuen, dat de Voor zienigheid mjn vluchtklaarbljkeljk be gunstigde Wilfred was zeer in zjn schik toen hj zag, dat mjn besluit ten volle genomen was en dat ik geen bewijs van aarzeling meer gaf Dadelijk maakten wj de noodige toebereidselen tot de reis Nog een of twee hutten waren te bekomen hoewel het schip den volgen dag reeds vertrokken zou Wj haastten ons er nog een plaats hj te nemen, want Wilfred's plaats was reeds betaald Toen gingen wj aan wal eu kochten al wat w j noodig had den voor het doel onzer reis in zoover onze geldmiddelen dat toelieten Wilfred verliet mij geen oogenblik I Iet was alsof hj bevreesd was dat ik tot nadenken zon komen en hem nog verlaten Eindelijk was alles tot do afreis gereed De laatste uren besteedde ik tot liet schij ven van een langen brief aan mjn ver laten vrouw en kinderen en eindelijk werd het anker gelicht de zeilen werden geheschen en wj zakten den Theems af Nog een korten tjd en wj gingen zee indie zee, welke in haar bewogen en onstuimigeu staat niet ongelijk was aan mjn eigen bewogen en onrustig hart want vredo kon ik onmogelijk op deze go Idelooze daad genielen (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1