Zaterdag 13 Juni 1891.
Antirevolutionair
Zesde Jaargang No. 288.
Orgaan
e
Sli
StKIE illll
IN HOC SIGNO VINCES
.ra
T. BOEKHOVEN.
Alle stukken voor <le Redactie bestemd. Advertentiën en verdere Administratie Franco toe te Kenden aan den Uitgever.
Schier overal verdeeld
heid.
ProFanie.
Grondwetsherziening".
Bw
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco per post f 1.
Het Zaterdagsnummer alleen 50 Cent.
Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en maal
lloekaaukondiging 5 Cent per regel en k/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur.
Er wordt sedert lange jaren onder
alle parijen vaak geklaagd, dat de
politieke arbeid zoo weinig vordert.
Maar lioe kan het anders, als men
let op de overal bestaande verdeeld
heid.
De één klaagt over den te gebrek-
kigen tijd of te langzamen gang van
het werk te goedertrouw, de ander
met nevenbedoelingende één met
behoorlijke onderscheiding tusschen
schuldigen en onschuldigen, de ander
met een redelooze miswoedigheid of
enkel met partijzieke gevoelens doch
het slot van de rekening is, dat de
gang van zaken als zoodanig en in
't geheel beschouwd aan slechts wei
nigen ten volle behaagt.
De oorzaak ligt voor de handEen
huis dat aldoor tegen zichzelf ver
deeld is, wordt niet gebouwd. Zoo
is het ook in het staatsleven. Als er
maar wat meer ware verdraagzaam
heid geoefend werd, en het landsbe
lang stond bij ieder meer op den voor
grond, o wat zou alles anders toegaan.
Terecht vergeleek Ds. Gispen den
aanhoudenden twist tusschen de ver
schillende. politieke en kerkelijke par
tijen onlangs bij het ongenoegen van
een gezelschap jongens, die gezame-
lijk een vlieger willen oplaten, op een
oogenblik, dat er te weinig wind of
de wind ongunstig is. De een beweert,
dat de staart te zwaar, de ander, dat
hij te licht is de een loopt niet ge
noeg uit, de ander viert niet genoeg
maar de hoofdzaak is, dat er geen
wind is. *-
Overgebracht op politiek gebied,
wilde Ds. G. hiermede natuurlijk
zeggen, dat er bij al het redeneeren
over verbetering van den staatkun
digen toestand één onmisbare zaak
ontbreekten dat is de eensgezind
heid, of liever de echte verdraagzaam
heid. Ieder wil de wijsste zijn en zijn
eigen pad bewandelen. Volgzaamheid
juist een kenmerk van den waarlijk
verstandige, wordt door de meesten
voor een oneer gerekend. Niet alleen
is er verdeeldheid tusschen de twee
hoofdpartijen, maar ook de aanhan
gers van die partijen onderling kun
nen het lang niet altijd met elkaar
vinden.
Het meest eenstemmig zijn zeer ze
ker de antirevolutionairen, ofschoon
er ook bij hen wel terdege kleurscha-
keering is. Deze meerdere eenstem
migheid vloeit natuurlijk voort uit hun
vaste grond beginselen, uit hun le-
vensaard en uit hun degelijke orga
nisatie.
Maar bij de twee /wo/V/partijen in
den lande de roomschen en de libera
len, is de onderlinge verwarring en
oneenigheid zóó erg, dat zij de treu
rigste gevolgen na zich kan sleepen.
De fractie Schaepman wil vooruit
zij wilrekening houden met de eischen
des tijds en practisch, met wezelijk
politiek beleid te werk te gaan. Maar
helaas, een ander deel van de room
schen werpt alle politiek (dien naam
waard) overboord, en wil alle be
moeiing niet de staatsaangelegenhcden
afhankelijk en in dienst stollen van
kerkelijke partijberekeningen.
En de liberalen zijn insgelijks ho
peloos verdeeld. Niet sedert vandaag
of gisteren, maar sedert vele jaren.
Daarom konden zij in hun tijd zoo
bitter weinig uitrichten. En daardoor
is het zoo vermetel, dat zij nu telkens
zooveel afgeven op de verdeeldheid
der rechterzijde. Alsof het zelfde en-
vel aanhun kant niet even erg of nog
veel erger bestond.
Een deel der liberalen is bijna ver
steend conservatief. Een ander deel
wil wel het een en ander hervormen
maar op doctrinaire wijze naar theore
tische stelsels zonder behoorlijk reke
ning te houden met de practijk, met
ons volkskarakter en met onze lands-
historie. Wederom een ander deel,
de radicalen, willen wel metforschen
greep hervormen, doch hun ontbreekt
hot aan leiding tact, evenals) de volks
partij en den sociaal-democraten. De
radikale heer Treub heeft aangaande
de politieke eischen van het oogen
blik weer andere inzichten dan de
heer Mulder en deheeren Gerritsen
en Calisch denken en weer anders
over.
Alleen komen alle radicalen hierin
overeen, dat zij de meer voorzichtig
en „gematigd", de meer conservatief -
liberalen beschouwen als een zeer
achterlijke, werkelooze, afgeleefde en
versleten partij.
En alle schakeeringen der libe
rale partij komen hierin te zamen,
dat zij allen een afkeer hebben van
het christelijk element in de politiek,
en den heer Kappeyne gelijk geven
als hij een christelijk Minister als den
heer Lohman toeroept„verknoei
met uwe Bijbelsche spreuken ons
staatsrecht niet."
Maar overigens is er overal ver
schil, overal verdeeldheid. Bij het
afbreken voegt men zich soms in
grooten getale bijeen, maar als er
gebouwd moet worden, dan zijn de
staatkundige adviseurs in alle rich
tingen verstrooi^.. Nauwelijks is er
een wetsvoordracht van eenig aan
belang ingediend, of ieder toetst ze
aan zijn eigen stokpaardjes, cn van alle
kanten schiet men toe, om öf de ge-
üeele voordracht te verdringen, óf
haar het aanzien van een kaalge-
plukten vogel te geven. Als er geen
bepaalde wetsontwerpen aan de orde
zijn, en men zich tot eigen particu
liere, zwevende voorstellen kan be
palen, ja dan schijnt er somtijds veel
overeenkomst van gevoelens onder de
liberalen te zijn. Doch als men over
afgeronde en uitgewerkte voorstellen
heeft te beslissen, dan heeft ieder
zijn aanmerkingen, en is meestal het
einde, dat er weinig of niets tot stand
komt. Niet alleen de partij fracties,
maar ook de personen, welke daar
toe behooren, zijn en blijven omtrent
de onderdeden van de politiek ver
deeld.
Wij herhalen het, dit komt bij
geen enkele partij zoo sterk uit als
bij de liberalen. Wol spreken deze
veel over verzoening, toenaderen, enz.
maar het blijft bij pratende Ver
deeldheid wordt er niet minder om.
In zulk een toestand is het on
mogelijk om in betrekkelijk korten
tijd eens flink wat af te doen. En
inmiddels nemem de zorgen en lasten
onder de burgerij toe, en vinden de
socialisten een vruchtbaren akker
voor het zaad dat zij uitstrooien.
De grond oorzaak van al dat ge
haspel en geharrewar ligt aan hot
verzaken van den waren godsdiemst.
Wat wijsheid zouden zij hebben,
die Gods Woord verwerpen bij hun
werk God verstrikt hen in hun ei
gen gedachten, zoodat zij als in een
doolhof omwandelen. God maakt hun
vermeende wijsheid tot dwaasheid.
En zien wij op de ticeede oorzaak
dan ligt de voornaamste fout in on
ze Grondwet. Waarlijk, onze staatsin
stellingen zijn niet wat zij wezen
moeten.
Dat er een Grondwet bestaat, die
de staatsrechtelijke bevoegheden om
schrijft en de rechten der overheid
tegenover de volksvrijheden beperkt
is uitnemend. Hierin ligt een recht
matige waarborg tegen het uitbotten
zondige neigingen en het toegeven
aan dwaalbegrippen, waarvan ook een
Regeering niet vrij is.
Maar dat een volksvertegenwoor
diging zoodanig is ingericht, dat het
eene deel stelselmatig het werk van
het andere deel kan tegenhouden of
vernietigen, en de Regeering het
doorwerken kan beletten neen dat
is een gansch verkeerde inrichting.
Daarmede heeft de volksvertegen
woordiging veel te veel overwicht
op den gang van het landbestuur.
Toch is hier te lande de toestand aldus.
Als de natie zich uitgesproken heeft
bij de stembus en er reeds in ver
band met die uitspraak een antili
beraal Ministerie op dat die over
eenkomstig wcnscht te regeeren, dan
staat er een Eerste Kamer gereed
om dat werk tegen te houden en om
de Regeering te dwingen de teugels
te voeren, niet naar eigen inzicht
maar in overeenstemming met den
toestand der natie in lang vervlogen
jaren toen er andere partijen en an
dere gevoelens in den boezem der
natie de overhand hadden.
Op die manier moet er wel meer-
dere verwarring en ontevredenheid
ontstaan.
Och dat men toch weer tot den
wortel der dingen doordrong en op
de hoofdzaken ging letten, in plaats
van zich in allerlei bijzaken te ver
liezen.
We wensclien de strooibiljetten,
die in de vorige week bij gelegen
heid der verkiezing door de libera
len verspreid zijn niet te herkau
wen, maar we willen onze lezers
toch op enkele zaken opmerkzaam
maken. In het eene strooibiljet heette
het: „De liberalen zyn geen vijanden
van den godsdienst .Deliberalen
hebben den godsdienst lief.. De libe
ralen eerbiedigen uive gevoelens
En ia de Zierikzeesche Nieuws
bode kon men lezen in Zeeuwschen
tongval
als je Simon eens hoorde
bidden over land en volken over de
stembusen over de liberale briefjes
die onleesbaar mochten wordenkijk,
man, mijn haar rees er van overeind
En verder
Ho, hoStoffel, wat sla je nu
toch doorzoo heb ik je nog nooit
gehoord. Ik geloofdat je den Geest
gekregen hebt; dat is zeker nog een
overschotje van het Pinksterfeestdat
met het slechte weer achterwege ge
bleven is."
Daarna
„Ik ivas in staat om den vent met
zijn oor aan den muur te spijkeren,
cn te leden bidden tot den spijker
verroest was
Ook &.on men er een lied in vin
den
„Verslaat de lui,die driesten dom,
Weer voeren ultra's grooten trom
Verslaat de leiders van 't complot,
Die biddend opzien tot „hun" God
En met een taalaan nonsens rijk,
Verguizen uicen Kerkwijk."
Wat dunkt u van zulke taal, of
laten we liever zeggen, van zulk
uitbraaksel, lezer?
Gewis, er zullen er onder u zijn,
die hun stem op den liberalen can-
didaat hebben uitgebracht, meenende
waarlijk, dat hetvóór of tegen den
Christus maar een praatje was, dat
van antirevolutionaire zijde rondge
strooid werd.
Zie u nu hier weder opnieuw be
wezen, dat deze leuze slechts de
zuivere waarheid behelst.
liet aoet ons van harte ïeed voor
land en volk, dat de antirev. can-
didaat, Mr. Fabius, in het distrikt
Zierikzee de meerderheid niet ge
kregen heeft, maar het verblijdt ons
dat men de antirevolutionaire partij
nooit en nergens kan verwijten het
verschrikkelijke wapen van den spot
met het Heilige en der profanie ge
bruikt te hebben om hare candidaten
aan te bevelen.
Een van de belangrijkste zaken in
het concept werkprogram voor de
aanstaande parlementaire periode is
het aandringen op een meer afdoende
Grondwetsherzieningin zonderheid
met het oog op de Eerste Kamer.
Hoe nu de Grondwet op dit be
langrijk punt moet gewijzigd worden
of de Eerste Kamer dadelijk dient om
gezet in een vertegenwoordiging van
belangen (handel, landbouw, scheep
vaart arbeiders, enz) dan wel, of
men voorloopig slechts de wijze van
verkiezing behoort te veranderen,
hetzij door het recht tot ontbinding
der Prov. Staten in de Grondwet te
schrijven, hetzij door de verkiezing
van de leden der Eerste Kamer te
doen plaats hebben door de zelfde
kiezers, die de leden der Tweede
Kamer kiezendit alles laat het con
cept nog onbeslist.
Daarover zullen ook wellicht de
gevoelens der antirevolutionairen uit-
eenloopen. Daarover kan laler wei-
gehandeld worden.
Maar allen zijn het hierover eens,
dat de Eerste Kamer, gelijk die
thans is samengesteld, veel eer den
gang van het werk belemmert dan
bevordert.
Om op wetgevend gebied vooruit
te komen, is het noodig, dat beide
Kamers zoowat in gelijken geest
zijn samengesteld. Dit is ook een
redelijke eisch. Immers beide Kamers
vertegenwoordigen dezelfde natie.
Maar die harmonie bestaat thans
in de verste verte niet. De antire
volutionaire partij die tusschen de 25
en 30 leden in de Tweede Kamer
heeft en daar dus grooten invloed
kan uitoefenen mist bijna allen in
vloed in de Eerste Kamer.