WIÉ IDS aïMSLMSDÜ Avonds m MASTEIG-T, over Zaterdag 30 Mei 1891. Zesde JaarManM No. 284. Antirevolutionair Orgaan ÜL HTiimmg e prijzen 11e voor- en ge ren, Be- liatenés, Patent- voerings, verteens, Kokken, en halt en Prin- tipoiistot- iisters en wis Drils. sildebon- apoimen Ruw Ka- Blauw 11a zij lts, .ekleurde Flanel- z. DOEDEECHT. ^MACHINES. tachines. IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON. T. BOEKHOVEN. AMc stukken voor <le Itcdactie bestemd, Adverteiiliën en verdere Admiiiixtrnlie i'rusie» loe Ie zenden aan den 1 ilgever. Ken libtise (aak. DE STIEFDOCHTER Veel veranderd. Volkeren der Aarde. ELEN) >REN, met medewerking Zierikzee, A. II. AMORY i te Maastricht, Mart. J. rstemmige Mannenkoren uen 25 ct. per stel. ei ti men 40 ct. kanden of te ontbieden. te ARNHEM. .Ai Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag. a Abonnementsprijs per drie maanden franco per post f 1. I liet Zaterdagsnummer alleen 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar. i Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: SO Wil EÊjSMJ Bi Advorteutiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en 3/2 maal Boekaankondiging 5 Cent per regel en 4/3 maal. Dienstaauvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. Grooto letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur. De liberalen zijn in den laatsten tijd met man en macht aan hot .1 sverk om, in zooverre dat moyelijk si s, hun partij te zuiveren van de v ,'ele vlekken, die haar hij het licht hier parlementaire van 1848 '88 •i ivorden getoond. Om dit doel, dit onmogelijk doel e bereiken, willen zij zich met ze- ;ere handigheden redden, en als lat niet meer gaat, dan zoeken zij ich met tegenheschuldigingen er al c maken (alsof men schuld met cliuld kan uitwisscken). I Verbeeld u, hoe men liet in dit leidooi aan-legt. Alles, wat er van '48 '88 tot tand gebracht werd 't is niet ooveelmaar welke partij zou er in GO jaren niet wat goeds leveren? - en dat maar eenigszins voor op- n ijzeling vatbaar is, willen zij aan merkt zien als te zijn verricht ',oor cle liberalen. I Maar nu zou men toch zeggen, dat aan de eer van een taak ook zorg en de aansprakelijkheid ver- louden is, en dat derhalve de libe- alen dan ook de schuld dragen van e fouten en tekortkomingen, in het- flfde tijdvak begaan. Komt ge echter aan deze zijde au de schilderij toe, dan willen HENS. 'illijJcste prijzen. Soiled e garantie. DORDRECHT en e 1 d b e r o e m d e hOsiy voor ÏBtPARATBëX. I' (Slot.) Uw vader is nog in leven," zeide de ►pzichter. Het is inderdaad Gods hand, ie hem tot nog toe bewaard heeft, en hopen en bidden, dat Hij ons verder moge bijstaan. En zich jtot de werklieden keerende tprak hij. „Laat ons van uit de mijn n de nabijheid een gang 'graven tot aan tie put. Dadelijk aan het werkEn een paar van de bekwaamste gravers maakten zich gereed onmiddelijk daar- te beginnen, terwijl een ieder est doen, wat hij kon om door mede- S-inlp dat werk te bevorderen. De opzichter bleef boven en sprak de vrouw moed in. Het zal wel een paar dagen duren, touwtje, sprak hij, eer wij uw man be- ïikt hebben, maar geheel onmogelijk ■het toch niet, Als wij maar gedaan konden krijgen item wat versterking te doen, toekomen! „Laat ons het eens beproeven met een mandje! Maar wij weten niet of deze opening wel tot den bodem of tot de plaats, waar uw man zieb bevindt, toe reikt. En toch, ik zou het wel den ken, omdat wij bet geluid van zijn stem hooren. Lag hij bedolven, dan zou hij geen geluid geven kunnen. Was de vele liberalen weer ontkennendat hun partij zoo lang de teugels in handen heeft gehad Het Kamerlid, de heer Mees, wil de de 40 jaren, dat de liberalen aan het roer waren, tot 18 herleid zien. In Onze eilanden staat nu weer te lezen, dat zij slechts 15 jaren regeerden. Wie weet, mis schien wil men ons straks nog wel vertellen, dat zij eigenlijk nooit de teugels in handen hadden! Verwerpt de Eerste Kamer be langrijke wetten, dan pocht men op haar macht en invloed. Maar als de antirev. partij daar óók op wijst, en tevens op het feit dat de liberalen vroeger niet met dat struikelblok te tobben hadden, houden zij zich doof. Zoo wringt men zich iti allerlei bochten om maar zelf de mooie man te zijn en zijn tegenstander als nie tig en onbekwaam te stelleu. Of dat echter bij onze kiezers gelukken zal Er zijn Roomschen, die zich, wat betreft de samenwerking met de an tirevolutionairen, sedert '88 vrij wel gelijk gebleven zijn. Maar andere roomschen slaan te dien opzichte thans een geheel ande ren' toon aan. opening maar wat grooter dan zou den we kannen beproeven iemand aan een touw naar beneden te latenMaar neen! dat is nu onmogelijk en wie zou, al kan bet ook, zijn levou op die manier durven wagen Terwijl de opzichter aldus sprak, had de kleine Grace aandachtig toegeluisterd. „Ach Mijnheer, laat ons spoedig een mandje halen en dat neerlatensprak zij. „Mijn vrouw beeft sterken bouillon in huis, Ik zal dadelijk beengaan en ook een mandje medebrengen." Binnen een half uur kwam de opzich ter terug met een mandje, waarin een een flesch wijn, wat brood een kan bouillon en een brandende lantaarn. Aan een sterk touw werd het mandje naar beneden gelaten. Al lager en lager zakte het weg, totdat de opzichter ein delijk voelde, dat bet mandje op den bo dem stuitte en ruste. Hij riep den naam van Hendrik luidkeels en moedigde hem aan door de opening goedsmoeds to zijn, want dat zijn vrienden tot zijne verlos sing aan 't werk waren, en noodigde hem uit wat voedsel te nemen. Hoe ongeduldig wachtte men daar aan de opening om onmiddelijk gewaar te worden, dat hun hoop niet ijdel was. Wel een kwartier hield de opzichter bet touw vast, doch gevoelde geen beweging daaraan. Eindelijk haalde hij het op, onder de groote ongerustheid, want de In '88 was de „Maasbode"' ge durig druk bezig met te hetoogen, dat de verwantschap des geloofs de roomsehen moest dringen om samen te werken met de antirevolutionai ren. Ook toonde dat blad zich zeer ingenomen met het antiliberaal Ka binet. Dat er twee uitnemende room- sche Ministers in dat Kabinet zitten, achtte het een mooie vooruitgang. En kom er thans eens om. Nu vindt men niets dan lange redenon in de „Maas-bode," die zijn onte vredenheid met lint Ministerie moe ten blootleggen. Nu schijnt de re dactie niets vuriger te begecren dan dat de samenwerking met de anti revolutionairen zoo spoedig mogelijk ophoudt. Tegenover zulk een ijdele, onge motiveerde wisselzuclit houdt echter hei Centrum flink voet bij stuk. Het herinnert „de Maas-bode" aan zijn heter verleden, en doet uitkomen, dat het samenwerken van allen, die het gezag uit hooger bron dan uit de menschelijke rede afleiden, thans om de zelfde oorzaak als vroeger zoo uitdrukkelijk werd betoogd, nog steeds hoogst noodzakelijk is. liet Centrum verwacht dan ook niet an ders, of de oude samenwerking zal voortgezet worden. Moge het zoo geschieden. De veranderingen, waartoe de „Maas- zwaarte was dezelfde gebleken. Helaas! liet mandje was nog onaangeroerd, de de lantaarn brandde nog. Niets gaf te kennen, dat de ongelukkige er aan was geweest. De arme vrouw barstte opnieuw in tranen uit. „O Mijnbeer! bet beeft hem niet be reikt, en zoo moet hij dan van hon ger sterven?" „Als er maar een man kongovonden worden, die bereid was zijn leven te wagen en in den put wilde doordrin gen Maar wat zeg ik, de opening is te nauw," sprak de opzichter „er is maar ruimte voor een kleinen knaap en dat nog op zij n best Daar straalden de oogen van Grace boteekeiiisvol. „Mijnbeer" sprak zij „er is ruimte genoeg voor mij. Ik zal naar beneden gaan!" Haar moeder sloot haar snikkend in de armen. „O neen 1 lievelingwanneer gij ook eens een ongeluk kreegt, dan zou mijn hart brekenO Ileerehelp mij. Wat zal ik doen, wat moet ik beginnen!" „Laat mij begaan, moeder! God de Heere zal mij bewaren. Ik ben in 't geheel niet bang. Kom, laat mij gaan, ik kan vader toeh zoo niet laten terven." „Als bet meisje gaan wil, laten wij ze dau niet tegenhouden, juffrouw" zeide de opzichter. „Wij zullen ze met dit bode" dringt, heeft geen zedelijken oorsprong, en kan enkel op schade voor de roomsche partij uitloopen. Kil oiii S*arJcnienl. Veel bijzonders is lieden niet te mel den. De behandeling dor legerwet in de Tweede Kamer wordt voorloopig niet voortgezet. Met hot einde dezer week gaat de Kamer op reces, d. w. z. ze neemt vacantie. Voor hoelang is ons nog niet bekenddat moet nog uitgemaakt wor den. Het is niet zeker of de Kamer nog vóór September zal bijeenkomen om de de legerwet verder te behandelen, dan wel of dit pas na de opening der Nieu we Kamer in September zal gescuieden. Men weet, dat de Kamer van do aan staande verkiezingen tot den derden Dins dag in September in een vreemden toe stand verkeert. Dan is reeds een nieuwe Staten-Gen. gekozen, er zijn hoogst •waar schijnlijk leden uitgevallen en nieuwe leden gekozen, en toch blijft de oude Si.-Gen. hare macht nog tot September behouden, als wanneer eerst dan een nieuwe Kamer door of namens de Ko ningin ge pond wordt. Iloo het nu loo- pen zal, moet in hot laatst der week door de Kamer uitgemaakt worden. Men is nu bozig mot eenige wetsontwerpen van minder belang, o. a. eenige aanvul lingen en verlioogingen der begrooting over dit jaar. Het gebouw van liet Mi nisterie van Biiinenlandéche Zaken is niet meer -geschikt voor het doel en moet verbouwd worden. Dit is eene heel ge wone zaak, die ook vroeger wel eens voortkwam o. a. onder Min. Modderman. lange en sterke touw naar beneden laten, dan kan ze misschien zien waar uw man is, en of wij nog hoop kunnen hebben, lieiii levend op te halen." „Ach! dat Gods wil dan geschiede," zeide do vrouw. Het touw werd stevig om het lijf van het kiud bevestigd. De opzichter bond aan haar eene zijde een lantaarn en bel mandje met verversckingen aan baar andere zijde en liet haar in de duistere opening neder, terwijl hij tot haar zeide, dat zij maar aan het touw moest trekken als ze weer verlangde omhoog gehoseheu te worden. Spoedig bemerkte men aan liet slap hangen van bet touw, dat liet meisje op den bvlem w is terecht gekomen. En wat ontdekte zij Het licht van den lantaren scheen op den ongelukki- gen Hendrik, haar vader die daar ter neder lag, halverwege bedekt met puin. Zijn been was gebroken. Hij was niet in staat zieh los- te werken noch zich te bewegen. Toeh was hij goed bij zijn kennis, on hij slaakte een zwakke kreet nu hij zijn dochtertje daar in dat duis tere hol verschijnen zag. „Lieve vader! hier breng ik u wat eten en drinken en kom u zeggen dat ge maar moed moet houden, want uw vrienden zijn al bezig een gang te graven van de mijn uit, naar hier toe. Dan zullen ze u komen verlossen." Wie kan beschrijven, wat er in het Nu is do gebruikelijke weg van vroeger gevolgd en heeft Min. De Sav. Lobman een voor het doe! zeer geschikt gebouw aangekocht, natuurlijk onder beding dat de St.-Gen. den koop moeten goedkeu ren, en dat er in het tegenovergestelde geval eenige geldelijke vergoeding aan den verkooper zal gegeven worden. Al les zeer billijk. Do liberale pers verheug de er zich al reeds lang in, dat men nu eindolijk den Minister eens een kool kon stoven dewijl luj vooruit rekende, dat de Kamer zjju voorstel aan zou nemen. Eenige lib. kamerleden waren ook niet gesticht over hetgeen de Min. gedaan had. De heer an Delden was van mee- uing dat men hot Ministerie van liiiin. Zaken maar op niet zoo besten stand moest onder dak zien te brengen, dan kostte het ook wel minder. Wat komt het er ook eigenlijk op aan Het is toch maar oen anti-lib. regeering! Maar als er eens geld werd gevraagd voor den bouw van een 100 openbare scholen; dan hoe meer hoe liever. De beraadslaging over deze nietigheid zijn nog niet geëindigd. Eem volgend maal dus den uitslag. I)e toestand in België wordt langza merhand gunstiger. Wel is de werk staking nog niet ten einde, doch duizend bij duizenden hebben reeds bet werk hervat. Het bericht dat de Centrale sectie der Belgische Kamer de noodzakelijkheid der Grondwetsherziening erkend hcofr, werd met blijdschap vernomen in de mijndistrièten. En wel omdat die her ziening gepaard zal gaan met groote hart van den wocsten Hendrik omging op dat oogonblik. Ongetwijfeld rees de wreedaardige ruwheid voor zijn geest op, waarmee hij zijn stiefdochtertje al tijd behandeld had, en kwam het laatste onmeedoogende woord waarmee hij van haar dienzelfdrn middag was weggegaan in zijne gedachten, want hij sloot de oogen, zuchtte en koroole bit terlijk en was eerst niet in staat eenig antwoord te geven. Toen opende bij zijn oogen weder en zag met welgevallen op de kleine, ten gere gestalte van het kind, dat haar leven gewaagd had, om hom te komen redden. Ik kan mij niet bewegen, kind," zeide bij. „Mijn been of mijn heup is gebro ken." Grace begon te schreien. „O, schrei niet, Grace. Daarmee doet ge mij nog meer pijn. Wat zijt ge oen lief meisje, dat go m j komt hel pen, en ik bon zoo hard en ruw tegen ii geweest!" „Denk daar maar niet om, vader! sprak zij, en nedorbukkende, hief zij, teeder on voorzichtig, zijn hoofd op, hield de kan met bouillon aan zijn lippenbrak toen het brool en ging voort hem te laven en te voeden, totdat alles door hem gebruikt was. „Lieve vader, had ik maar eeu kus sen om uw hoofd gemakkelijker te doen rusten, totdat ze komen om u te verlos-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1