best om ondanks allen tcgenstanp
de natie vooruit te lielpen door het
betrachten van rechtsgelijkheid en
vrijheid van beweging voor alle par
tijen en standen?
„Verzoeningsgezind" en „hervor
mingsgezind", ja, die twee denk
beelden behooren bij elkaar. Want
zonder lust tot vrede en verzoening,
zonder opredde verdraagzaamheid
komt men niet tot veel hervorming.
Waarom is er eindelijk na het
optreden van een antiliberaal Kabi
net een begin van liervorming op
schoolgebied gezien Omdat het ont
werp een verzoeningsgezinden geest
ademde, en omdat -- hetzij
tot hun eere gezegd, ook een aan
tal liberale hoeren aan cle totstand
brenging van do „pacificatie" of
het vredesverdrag medehielpen. Maar
hadden allo liberaleu in '89 de
voorgedragen schoolwet verworpen,
dan zou de sehoolquaestie nog even
brandend zijn als voorheen.
Daarom is het zoo te bejamme
ren, dat de liberalen over het al
gemeen weer zoo spoedig van het
betere pad zijn afgeweken, en heil
hebben gezocht in het bezwaren en
belemmeren van deze Regeering.
De waarlijk verzoeningsgezinde
praat niet slechts over verzoening,
maar toont zijn goeden wil door da
den. En de waarljjk hervormings
gezinde gaat uit van den feitelijk
bestaanden toestand.
Opzichtens het thans regeerend
Ministerie brengen de liberalen deze
regelen echter niet in praktijk.
Zij willen de onschuldigen treffen
en de schuldigen ongemoeid laten.
Als de liberale partij inderdaad
„hervormingsgezind" ware, dan moest
zij vragen, en de heer De Kanter
met haarhoe ruimen wij de strui
kelblokken op, die deze Regeering
het voortwerken belet? Hoe komen
wij aan een andere Eerste Kamer?
Hoe krijgen wij op dit punt zoo
spoedig mogelijk de Grondwet ver
beterd
Doch dat wil men niet. Geen an
dere Eerste, maar weer een andere
(overwegend liberale) Tweede Kamer
is haar verlangen.
En om die te krijgen, moet er
een zeldzaam bekwaam en onpartij
dig Ministerie op zijde gedrongen
worden.
Zoo stelt men het partijvoordeel
hoven het algemeen belang.
En dan toch over verzoening en
hervorming druk uit te weiden, als
ware het daarom te doen, zeg zelf,
lezer, is die kost niet onhartelijk
en „ilauw?".
i'io» „balans."
De Nieuwe Rotterdamsche Courant
heeft zich onledig gehouden met het
opmaken van de balans voor de
antirevolutionaire partij of voor de
rechterzijde, zoo men wil.
Men behoeft niet te vragen, waar
die balans' op uitloopt. Natuurlijk
zijn alle posten op die balans zóó
geplaatst, dat zij een schijn van recht
geven voor de bewering, dat het
Ministerie, door de rechterzijde ge
vormd, erg tegenviel, dat het te
weinig vooruitkwam, en dat men
er ook voor de toekomst bijna niets
goeds meer van verwachten kan.
De voorziene en niet voorziene
tegenspoeden, waarmede dit Kabinet
te worstelen had, verzwijgt zij maar
al wat zij noemen of fantaseeren
kan als „gelukkige omstandigheden"
voor deze Regeering, dat brengt
zij bij.
De verdeeldheid onder de libe-
rdlen noemt zij slechts een kleinig
heid, een verdeeldheid, „die in el
ke niet versteende partij voorkomt!"
Maar de verschillen tusschen de
antirevolutionairen en de Roomschen
voert zij tot hemelhooge bergen op
deze zijn bepaald («overkomelijk,
en beletten alle politieke actie in
haar oog
Toch is zij nog wel zoo goed oin
niet de schuld aan de heeren Mi
nisters persoonlijk te geven. Maar dat
er niet meer uitgevoerd werd, ligt
„aan het ontbreken van
hetgeen tot regeeren onmisbaar is,
aan staatkundige beginselen."
In dit zeggen bereikt haar „bcp-
lans" het toppunt van overmoed
en onwaarheid.
Yerbeeld u, een partij, die zelve
nog nimmer een deugdelijk begin
selprogram kon geven, die als het
formuleeren van programmen aan
komt, er zich gemeenlijk met enkele
vage termen als belastinghervorming
kiesrechiherziening leerplicht, enz.
van afmaakt, zulk eenc partij durft
aan een andere, die deugdelijk ge
organiseerd werd, en haar beginse
len voor vriend en vijand tè boek
stelde, nog verwijten, dat ze geen
„staatkundige kracht" kan zijn; om
dat het haar aan beginselen ont
breekt om te regeeren
Doch zoo ziet men alweer, hoe
hoogmoed en zelfverheffing verblin
den kunnen, en waartoe partijzucht
leidt.
Gebreken die men zelf in de
hoogtste mate bezit, maar niet op
merkt, die zoeld men en denkt men,
tegen alle waarheid in, te vinden
bij de tegenpartij.
Het is maar te hopen, dat men
in de handelswereld niet vaak een
voorbeeld zal nemen naar zulk een
„balans.'^
De oud-hollandeche trouw zou er
slecht bij varen.
DE AMSTERDAMSCHE GEMEENTE
RAAD en de SOCIALISTISCHE ON
DERWIJZERS.
Over het niet-benoemen van den so-
cialistiscken onderwijzer 1'. Teuuissente
Amsterdam, is in den Amsterdamschen
gemeenteraad een stormpje opgestoken.
De meeste liberalistische leden schijnen
een hunner echte geesteskinderen den
rug toegekeerd te hebbenzij vreezen
nu voor hun eigen kroost en trachten
het zich zooveel mogelijk van den hals
te schuiven. De heer Teunissen stond
bovenaan op de voordracht voor onder
wijzer, maar werd toch voorbijgegaan.
Daarover heefc de afdeeling Amster
dam van den Rond van Noderiandsche
onderwijzers zich bij den Gemeenteraad
beklaagd. In de zitting met gesloten deu
ren, waarvan geen geheimhouding was
opgelegd, waren tegen het benoemen van
den lieer Teunissen geen bezwaren aan
gevoerd, behalve dat bij sociaal-demo
eraat was. De lieer Treub meende, dat
zoo een onderwijzer dit niet Hjn mocht,
men hem moest ontslaan. Hij stelde eene
motie voor, strekkende om te verklaren
dat aan gemeenteambtenaren dezelfde
rechten moeten worden toegekend als
aan andere burgers, waarbij de wcnsch
is gevoegd dat de fout ten opzichte van
Teunissen zal worden hersteld.
De heer van Hall stelde de eenvou
dige motie voor: „De gemeenteraad, ge
zien het adres ran den Bond van Ne-
derl. onderwijzers, overwegende dat het
niet wenschelijk is, dat personen in ge
meentelijken dienst bij bevordering wor
den voorbijgegaan op grond van hunne
politieke, godsdienstige of oeconomische
overtuiging, gaat over tot de orde van
den dag."
Beide deze motion zullen in eene vol
gende raadsvergadering het onderwerp
zijn eener beraadslaging.
Tegenover deze motiën heeft de beer
Hovy de navolgende motie voorgesteld:
„De raad, kennis genomen hebbende
van liet adres van den Bond voor Ne-
derlandsche onderwijzers, afdeeling Am
sterdam, overwegende, dat bij iedere voor
dracht voor benoeming of bevordering
en niet hot minst waar zulks geldt het
geven van onderwijs de leden van den
Raad de meest volkomen vrijheid moeten
behouden, om naar hun geweten ie be-
oordeelen, of zij den (of de) voorgedrage-
ne al dan niet hun vertrouwen schenken
mogen, gaat over tot de orde van den
dag."
Deze laatste motie beschouwt de kwes-
tio van eene andere zijde, dan de mo
tiën der heeren van llall en Treub.
Het blijft toch volkomen waar, dat
een Gemeenteraad niet aan nummer één
van eene voordracht is gebonden, ja,
dat zelfs zijn plicht hem gebiedt, om
ook bij benoemingen, niet den kundig-
sten, den meest bevoorrechten, maar den
voor de Gemeente het geschikst zijnde
candidaat te kiezen. Aan de andere zij
de echter blijft hot volkomen waar dat
ieder Nederlander to.t elke landsbedie
ning benoembaar is.
Eu nu is bet een vreemd verschijnsel,
dat waar in de vergadering met gesloten
deuren geene bezwaren tegen den heer
T. zijn gerezen, en waar alleen de op
merking is gemaakt dat hij socialist is,
dat daar een liberalistische gemeente
raad zoo iemand daarom voorbijgaat.
Toch kunnen we het ons wel begrij
pen. Reeds jaren heeft de antirev. par
tij de liberalen toegeroepenPast op,
de richting waarin ge u nn beweegt
deugt nietGe komt eindelijk uit, waar
ge niet wezen wilt! Ge zult schrikken
voor de consequentie van uw eigen be
ginsel
Te vergeefs. Men bolde door op liet
pad des ongeloofs en der revolutie, en
zie hier nu in deze quaestie de beken
tenis der lib. partij, dat ze zich vergist
heeft.
Eerst heeft ze het socialisme gekweekt,
nu tracht ze het te onderdrukken en te
verloochenen.
Erg edel kunnen we de houding dezer
Amsterdamscke heeren niet noemen. Wel
gevoelen we niets voor het socialistisch
beginsel, en zouden we de laatsten ge
weest zijn om een socialist te benoemen
voor onderwijzer, maar waar de grootste
liberale Kiesvereeniging hier te lande,
Burgerplicht te Amsterdam, onlangs een
socialist voor lid van den gemeenteraad
aanbeval, daar is heif voor liberalen niet
betamelijk zoo sterk te doen uitkomen,
dat men van zulk soort menschen niet
gediend is.
Als deze heeren weer moeten aftreden.
Zal Burgerplicht lmn vóór hunne caudi-
daat-stelling' o; k wel bepaald afvragen
„Wilt gij, liberalen, de socialisten steeds
behandelen als uw kroost, of erkent ge
ben niet voor kinderen onzer partij
In liet laatste geval zal er dan na
tuurlijk van eandidaat-stelling geen spra
ke kunnen zijn.
Moraal dezer historieElke aii«*t-/(-
beraal hij zij dan antirevolutionair,
roomsch, radicaal of sociaal-democraat wordt
zoo mogelijk voor elke lands- of gemeente-
bediening voor b ij gegaan door de liberalen.
Uit ons Parlement.
„Nu is van het wetsontwerp niet al
leen het mooie af," zeide de heer Rutg.
van Roz. „maar de kracht is er uit."
Waarom het mooie er af was vraagt ge.
Een der hoofdpunten van de wet is
beslist, die namelijk van de grootte van
contigent De regeering bad voorge
steld een leger van 13200 dienstplich
tigen, en 2500 man voor korte oefeningen
en later eene bepaling, waarbij de
grootte van bet leger toenam met den
aanwas der bevolking om eerst na eeni-
ge' jaren het bovengenoemd cijfer te
bereiken. Op dit artikel waren vier
amendementen voorgesteld, allen mot
het doel een kleiner contigent te krijgen.
Het ameinh des Heeren A. van Dedem,
luidende Jaarlijks worden bij liet leger
ingelijfd ten hoogste 12200 man ter vol
ledige oefeningen ten hoogste 1900 man
voor korte oefeningen, werd met 52 tegen
45 stemmen aangenomen, en ten slotte
werd na een schitterende verdediging
door den voorsteller, het aldus gewij
zigde art. 23 met 60 tegen 37 stem
men goedgekeurd, echter niet met alge-
heele goedkeuring der Reg. Min Ber-
gansius zeide toch„Mocht de Kamer
het amend, v. Dedem aannemen, dan
zou ik een voorstel als het mijne, als
dit eenige jaren later mocht ingediend
worden met de meeste warmte aanbe
velen of steunen, want ik heb de over
tuiging, dat men er in de toekomst toe
zal moeten komen. Ik zou mijne ver
antwoordelijkheid niet gedekt achten,
als ik door pal te staan voor de oor
spronkelijke aanvraag der Reg. liet tot
stand komen der wet in gevaar zou bren
gen."
Do beer Yan der Kaay sprak een
bezadigd woord. „Er is," zeide bij,
„hier in deze zelfde Tweede Kamer
eenmaal een voorstel tot verlaging van
den census mislukt door een verschil
over een paar gulden.
Over die beslissing heeft zich later
in den lande niemand verheugd. Laat
ons toezien dat heden niet iets derge
lijks gebeure.
Ik geloof, dat het Ned. volk zich ook
over het vallen van de legerwet later
niet zou verheugen. En wanneer ik,
na hot Ned. volk genoemd te hebben,
wat reeds ons aller belangen omvat, nog
iets van meer ondergeschikt belang mag
aanroeren, dan geloof ik dat zich daar
over ook niet zou verheugen de libe
rale partij en allerminst de antirevolu
tionaire partij."
Ziedaar, liberalen, weer een goeden
raad van één uwer woordvoeders. Neemt
hem ter harte bij de aanstaande verkie
zingen. Ge weet, zoo goed als liet gan-
sclie land, dat de bestaande wet niet
meer goed isgo weet dat de pogingen
uwer liberale Ministeries allen zijn mis
lukt: ge Weet ook, o liberalen, dat in do
tegenwoordige omstandigheden het voor
stel dezer huidige Regeering het eenige
goede is.
De anders heftigste bestrijders der
Reg. zijn er boogelijk mede ingenomen.
De lib. partij, zoo zegt één uwer man
nen, zal zich niet verbeugen over bet
vallen van de legerwet. Daarom, maakt
het der Reg. mogelijk verder te regee
ren, en behartigt de belangen van bet
Ned. volk, door den 9en Juni aanstaan
de slechts voorstanders van dit Min. te
stemmen.
Toch vreezen we het tegendeel. De
liberalen zullen de kiezers tegen deze
regeering ophitsen door bet bezigen van
allerlei drogredenen en valsclie leuzen
en daarover zullen zich dan verbeugen
allen, die niet eerder tevreden zijn, dan
wanneer de regeeringswagen meer uit
het spoor ligt.
Kiezerstracht dat te voorkomon door
de anti-rev. kandidaten overal te steu
nen. De aniirev. partij zal zich," zeide
de Heer Van der Kaay, „Het minst
verheugen over den val van de legerwet."
't Is waar. Als de legerwet valt, als
daarna het Ministerie aftreedt, of door
den uitslag der verkiezingen valt, dan
zullen we ons bedroeven niet omdat
we geen mannen onzer riehting meer
in het Ministerie hebben, maar omdat
liet land dan weder minstens 4 jaar
overgegeven zal zijn aan den willekeur
der lib., omdat dan van bet vele goede
onder deze Reg. gewrocht, weer zooveel
verloren zal gaan, o. a. ook op liet ge
bied vaq bet lager onderwijs, en omdat
onder het bestuur der liberalen dan weer
een tijdperk van niets doen zal verloopen,
onafscheidelijk verbonden aan de liope-
looze verdeeldheid der liberalen onderling.
Het mooie gaat van dit wetsontwerp
af," zeide de heer R. van Roz. Ook
voor ons lezer. De debatten voor des
kundigen zeker zeer belangrijk zijn
voor oningewijden in de geheimen van
het miiltairisme vervelend, ja dikwijls
niet zeer verstaanbaar, en daarenboven
de behandeling der legerwet duurt reeds
zoovele maanden dat al ;de belangstel
ling er voor verdwijnt. De breedspra
kigheid der Kamer heeft het dan ook
noodzakelijk gemaakt de verdere be
handeling tot een nader te bep. dag te
verdagen.
Volkeren «Ier Aarde.
Reeds al te lang verzuimden wij in
ons overzicht iets mede te deelen omtrent
de nieuwe vervolgingen, waaraan de
Joden in Rusland bloot staan. Reeds
voor eenige weken werd een besluit van
den Czaar openbaar gemaakt, waarbij
de Joden het verblijf in Moskou ver
boden werd. Slechts een korten termijn
werd huil gesteld, zoodat zij slechts ten
koste van veel verlies hunne bezittin
gen te gelde konden maken. Weldra
vertrok er geen trein uit Moskou of hij
vervoerde een groot aantal verdrevenen.
Het schijnt Rusland er om te doen
te zijn, de Joden zoolang te verdrijven,
van de eene plaats naar de andere, tot
dat zij het land verlaten hebben. Want
reeds verscheidene deelen des lands zijn
voor hun gesloten. Het is een wonder
dat de Joden buiten Rusland, die toeb
de grootste macht hebben op politiek en
financieel gebied, niet meer partij trek
ken voor hunne geloofsgenooten. Wel
zijn de onlangs mislukte of liever uit
gestelde conversie der Russische Staats
schuld toegeschreven aan het feit dat
de Rottseliilds en andere Joodsche ban
kiers hunne medewerking weigerden,
maar dat schijnt de reden niet te zijn.
Trouwens, geld verdienen gaat bij hun
boven alles.
Er was sprake van dat de uitdrijving
uit Moskou veel verminderd was, doch
dit is niet zoo.
Volgens de Times is te Moskou niets
te bespeuren van verbetering wat betreft
de uitleiding der Joden. Daarentegen
wordt'uit Petersburg gemeld, dat eerst
daags een besluit wordt verwacht, waar
bij alle Joodsche werklieden uit het
gouvernement Petersburg worden ver
bannen.
In ons volgend overzicht hopen wij
nader op deze vervolgingen terug te
komen.
De Parijsche rechtbank beeft, in bet
geding tusschen generaal Boulanger en
zijn eebtgenoote, do eclitscneiding be
krachtigd.
Boulanger heeft beloofd zich te Brus
sel rustig te zullen houden en België
niet in moeilijkheden te wikkelen. Dan
slechts mag hij te Brussel blijvenzoo
bij leden van bet werkstakers-comité
ontvangt, wordt bij dadelijk het land
uitgezet.
De werkstakingen in België beginnen
zeer te verminderen. Zoodra bet geld
opraakte en er gebrek geleden wérd,
begon men de opruiers den rug toe te
keeren, en den arbeid te hervatten. De
loonen waren dan ook op de meeste
plaatsen van dien aard, dat duizende
werklieden daar jaloersch op zouden
zijn.
De sprinkhanenplaag in Algerië neemt,
naar men uit Mascare bericht, steeds
toe. De zwermen bedekken nu de ge
meenten Pendak en Cacheron over eene
uitgestrektheid van 50 KM. Zij zijn zeer
dicht, soms zitten drie of vier sprink
hanen opeen.
De inboorlingen gebruiken, evenals
Johannes de Dooper in de woestijn, de
sprinkhanen als voedsel, zoowel voor ben-
zelve als voor hunne paarden.
Onder de Transvaalsche boeren is een
zeer uitgebreide beweging ontstaan. Men
wil weer eene groote „trek" organisee-
ren naar het noorden van de Transvaal,
doch aangezien Engeland een zooge
naamde souvereiniteit over de landen
ten zuiden van de Zambesierivier ge
vestigd heeft, zullen botsingen moeielijk
uit kunnen blijven. Wel wil men dat
de trekkers zich onder Britsche bescher
ming stellen zullen, doch daar willen de
boeren natuurlijk niet aan.
De jongste proclamatie van den Brit-
sclien Hoogon Commissaris Loch, ver
biedt gelijk de Volksstem zegt. elk Afri
kaner om landstreken te occupeeren ten
noorden en noordwesten van de Z. A.
Republiek, tenzij hij zich scbikke naar
de regelen en regulatiën, welk een spe-
culeerendc Compagnie, die ergens in
Engeland baar zetel beeft, hem op den
nek wil schuiven.
Willen, zegt het blad, de kolonisten
zich aan die schaamtevolle voorwaarden
niet onderwerpen, wagen ze het met
opgeheven hoofde en onder eigen leiding
en regeeringsvorm het hun toekomende
gebied te occupeeren, welnu, zoo
roept de Britsche Ilooge Commissaris
voor Zuid-Afrika hun toe dan wacht
hun geweld, dan staat er oorlog voor de
deur 1
Volgens de laatste berichten is in de
Kaapkolonie een commissie gevormd van
zaakkundige mannen, Afrikaners, om
te trachten de zaak tot een goed einde
te brengen, het nieuwe land te verken
nen en met de trekkers uit andere sta
ten, te spreken. Een telegram uit Pre
toria zegt: De proclamatie van don
Hooge Commissaris heeft de trekkers
zeer verbaasd. Een deel van de plaatse
lijke Engelsclie pers dringt aan op een
krachtig protest van alle Afrikaners en
voorspelt een burgeroorlog als waarschijn
lijk. De plaatselijke aanvoerders van den
Trek zijn echter niet uit het veld ge
slagen, maar zien uit naar de aankomst
van het gezantschap uit de Kaapkolonie
dat zij hopen te overtuigen van de rechts
geldigheid hunner aanspraken op Ben-
jailand.
€*eineiig«I ïic w s
De Veehouder Hendrik Huisman
met zijn knecht te Nieuwesehoot waren
naar Oudeschoter markt. De vrouw bleef
alleen tehuis. De knecht kwam even
eerder terug dan de boer en ging, daar
de deuren open stonden, in de woonka
mer. Bij de tafel stond een stoel en een
stoof en daarnaast lagen de kousen, waar
mee de vrouw aan het stoppen was ge
weest. De vrouw zelf was niet in de ka
mer en nadat de knecht even thuis ge
weest was, kwam ook de boer tehuis.
De knecht deelde hem mede dat de vrouw
niet in huis was en ofschoon beiden van
gevoelen waren dat zij even naar de buren
of in den onmiddelijken nabijheid wo
nenden broeder was, werd daar ook niet
verder aan gedacht. Het duurde echter
nog al eenigen tijd en men begon bij
de buren te vragen, of Jeltje, zoo heette
de vrouw van II., daar ook was. Nie
mand bad haar gezien en met behulp
der buren ging men zoeken. De toestand
laat zich niet beschrijven, toen men in
het hooivak het lijk van de ongelukkige
vrouw vermoord vond.
In allerijl werd de politie uit Oudeschoot
gehaald, die per rijtuig naar Heeren veen
ging om den officier van justitie en den
burgemeester met deze misdaad in konnis
te stellen. Uit onderzoek bleek, dat de
ongelukkige tengevolge van een slag op
het achterhoofd is overleden en dat uit bot
kabinet een landbouwboekje met p. m.
f 200 aan papiergeld is ontvreemd.
Men vermoedt, dat de vrouw tusschen
elf en één uur in de woonkamer is ver
moord en daarna door de zomerwoning
naar de schuur in bet hooivak is gebracht,
ofschoon men door het huis geen bloed
sporen enz. heeft kunnen ontdekken, het
geen doet veronderstellen dat de moord
door meer dan één persoon is gepleegd.
Omtrent den dader is niets bekend, alleen
meent men eerst één, later nog twee per
sonen opgemerkt te hebben in de omge
ving, die een eenigszins verdacht uiterlijk
hadden. De overledene was verleden jaar
Mei met H. gehuwd en was 30 jaren oud.
Omtrent deze gruwelijken moord ver
neemt men nog nader
Meende men algemeen dat der vrouw
de schedel was ingeslagen, de doctoren
Rinkes en Kijlstra, die in liet Paleis van
Justitie te Heerenveen de lijkschouwing
verrichtten, constateerden als oorzaak van
den dood verstikking door worging.
Aan het hoofd waren bovendien eenige
wonden toegebracht, doch deze waren niet
van dien aard, dat zij den dood tengevolge
hadden. Ook in de voorkamer is op den
vloer nog bloed ontdekt, terwijl bonevens
pl. m. f 200 aan bankpapier ook nog eon
som klinkende munt uit het kabinet ver
mist wordt.
Meldde een der dagbladen, dat de ver
moedelijke dader reeds naar de gevangenis
te Heerenveen was overgebracht, hiervan
is niets waar.
De man van het slachtoffer houdt zich
hoe treurig en hard het'lot hem ook
getroffen heeft kalm, terwijl hij tal
van blijken van belangstelling en deelne
ming ontvangt.
Meer en meer gelooft men, dat niet één,
maar twee personen den moord moeten
bedreven hebben, daar de verslagen vrouw
lichamelijk krachtig ontwikkeld was.
Een van Donderdag ontvangen telegram
meld
In den afgeloopen nacht zijn twee ver
dachte personen te Ileerenveen binnenge
bracht, namelijk zekere Smeding van
Leeuwarden, en Hazenberg, van Groote-
gast. Zij werden ie Lemmer gearresteerd.
Hun doel was per nachtboot naar Amster
dam te gaan.
ANSTIGE OOGENBLIKKEN.
Eenige dagen geleden werden aebt
Amerikaansche ratelslangen te Liver
pool ontscheept en gekocht dóór zekeren
lieer Manders, die ze eerst te Northam-
ton liet zien. Daar het bok, waarin de
slangen zich bevonden, niet sterk scheen
te zijn liet de heer Mandeis een nieuw
en oen zeer sterk bok maken. Daarin