11 UI PMlIMIllS
Woensdiii* 27 Mei 1801.
Zesde Jaargang No. 383.
Anlit
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
T. BOEKHOVEN.
FEUILLETON.
Het Geheimzinnige Huis.
i i
bacW N. xuarii
Nftcaè Tj ei X£Z$ vice/.
Deze Courant verschijnt eiken Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs per drie maanden franco por post f' 1.—
Het Zaterdagsnummor alleen 50 Cent.
Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever:
NO.WtMMSLSMJ Si.
Advortentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en maal
Boekaankondiging 5 Cent per regel en ''/3 maal.
Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Gent per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar dc plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentien worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur.
AA .tü&aau Vilt-flBEASüSrx
Alle üiüklieii voor tie SliMlacUe Sieslcawl. Atfrorionlii'ii es» verdere AtlssssBiisSs-atic franco Soe le Keistlere au a den B. il gever.
...Kees floiiiv feoslje."
Toen de lieer Mr. P. Tli. de Kan-
ter van Haarlem onlangs in een wijk
vergadering van Burgerplicht te Am
sterdam optrad om over „do gedrags
lijn der liberalen" te spreken, begon
hij volgens het verslag in de X. Bot-
krdamsche, niet to zeggen, dat hij
liet een gewaagd bestaan achtte om
in dezen tijd van vele en velerlei
soorten redevoeringen, met een een
voudig' woord naai' Amsterdam to
komen, te meer daar de vrees niet
ongegrond is, „dat zulk een woord
door hen, die gepeperd en kost gewoon
zijn, al bij voorbaat een flauw kostje
zal genoemd worden."
Het was dus alsof de spreker er
zelf wel eenig besef van had, dat
hij geen, we zeggen nu niet „gepc-
perden" kost (want in peper zit
juist niet de beste en blijvende kracht)
maar geen voedsammopivekkendim
hachtigen kost aan zijn hoorders
kon aanbiedep.
Niet van wege zijn gebrek aan
talent om de dingen uiteen te zetten;
maar neen, de onbekwaamheid lag
aan zijn ouderirerp.
Uitweidende over „de gedragslijn
der liberalen" moest de heer de lv.
wel „een flauw kostje" opdissehen.
Niet enkel zij, die van veel peper
houden, maar ook dezulken die op
12 Hoofdstuk IX.
WAAR WAS ITIJ?
Toen zij weder bij hem kwam, w..s
hij nog wakker. Zijn lichaam en armen
varen omzwachteld, en hij kon die niet
bewegen, maar zijn hoofd draaide ruste
loos op zijn kussen oin.
„Nog niet in slaap zeide de zachte
em van de verpleegster," kan ik iets
lor u doen
„Zeg mij ben ik stervende fluis
terde hij.
„V ij hopen van neen," was haar ant
woord. „Denkt gij dan, dat ik beter zal
worden
„Dat kan ik niet zeggen," zeide zij
haastig; „God alleen weet dit."
Ilij loosde een zucht, en draaide zijn
oofd om. Even daarna zag zij zijne lip
pen bewegen, hoewel zijne oog-en geslo-
eti waren. Zij dacht, dat hij om iets
roeg, en boog zich over hem heen om
te luisteren. Maar hij herhaalde slechts dc
voorden, die hem altijd daar voor den
geest kwamen In dezen nacht zal men
uve ziel van u afeische..."
„O Robert,'! zeide haar zachte stem
„indien gij bevreesd zijt om te sterven,
donk er dan aan dat de Zaligmaker Zijn
degelijk, pittig voedsel gesteld zijn,
zullen aldus hebben moeten oor-
deelen.
liet is niet andeis, maar lmt meeste
%dat er tegenwoordig over cle politiek
te berde gebracht wordt, is „flauwe
kost".
De houding der liberalen geeft
daartoe onvermijdelijk aanleiding.
Toen de liberalen vele jaren lang
in lelde Kamera de meerderheid
hadden, en dus alles konden tot stand
brengen wat zij wilden, toen gebeurde
er bijna niets.
De twistappel van hot onderwijs
bleef in den Hollandschen tuin lig
gen; de zilveren koord tusschen Kerk
en Staat bleef onaangeroerd; de ar
beidswetgeving bleef ontbreken; de
belastingen bleven den minderen man
zwaar drukken; het kiesrecht bleef
binnen enge grenzen beperkt; kort
om, alles wachtte op een hervormde
hand, maar die baud deed zich ner
gens gevoelen; er was geen leven,
geen actie in de politiek
Maar nu er sedert een drietal
jaren een Regeering aan het roer is,
die in een andere richting koers wil
zetten, en wil doorzetten; nu schij
nen de liberalen op eens voor alle
onderdeelen van den politicken ar
beid hart en ambitie gekregen te
hebben.
armen uitgestrekt houdt om u te ontvan
gen. Hij heeft al reeds zoo lang naai-u ge
wacht."
„Het is te laat," kermde hij te laat!
Een weinig tijds geleden had ik tot Hem
kunnen komen, maar nu is het te laat."
„Neen, niet te laat, nooit te laat aan
deze zijde van het graf," zeide zij. „Denkt
aan 's Heeren eigen woorden „Al waren
uwe zonden als scharlaken, zij zullen vit
worden als sneeuw al waren zij rood als
karmozijn, zij zullen Worden als witte
wol."
Hoofdstuk X.
HET GEHEIMZINNIGE HUIS VAN
BINNEN.
„Vilt gij voor mij bidden vroeg
Robert Snowden aan de verpleegster, toen
zij weer langskwam.
Alles was stil in de zaal, ieder scheen
te slapen, toen zij zich over hem heen
boog en fluisterend sprak„O lieer red
hem. Wij hebben hem zeer lief gehad,
en dikwijls voor hem gebeden, maar Gij
hebt hem meer-Jicf gehad, en uwe go-
beden voor hem hebben nooit opgehouden.
O Heere hekeer hom, bekoel' hem dezen
nacht*."
Vie was het toch die daar sprak
Droomde hij, of dwaalde hij met zijn ge
dachten af? Die stem geleek op die zijner
moeder, en toch zijn moeder was dóód.
Maar zij had hem Robert genoemd hij
had er toc-n niet op gelet, of in zijn zwak-
Nu heet hetgeeft' ons, liberalen,
maar gauw weer de teugels in han
den, dan zult ge eens zien wat
wij kunnen. Wij zullen het dan wol
beter en vlugger doen.
En om aan dezen eisch „kien;"
te geven, beweren zij, dat men m
de bestaande Regeering ntet veel
meer kan verwachten, want dat zij
anders in de drie jongstvorloopon
jaren wel meer zou hervormd heb
ben.
Aangenomen nu eens voor oen
oogenbük, dat het de klacht over
de thans zittende Regeering waar
en gegrond was, welke rede ter
wereld zou er dan nog, voor do
kiezers zijn om het di'uirop aan te
sturen, dat de liberalen alleen weer
aan het bewind komen.
Immers, de liberalen hebben veel
langen tijd en gelegenheid gehad
om hun plannen door te zetten, dan
de antiliberalen. En van dien tijd
maakten zij niet het rechte gebruik.
Hoe kunnen zij dan nu verwachten
gesteld nogmaals, dat hun klacht
over de tegenwoordige Regeering
gegrond haddat do natie voor
do toekomst meer vertrouwen i.i
hen zal stellen dan in hun tegen
standers.
Maar lnin klacht is niet waar en
houdt geen steek.
beid en angst was het hom niet vreemd
voorgekomen, dat zij dit deed, maar nu
herinnerde hij liet zich, en nu zeide zij,
zij dikwijls voor hom gebeden had.
Hij opende zijn nogen, en zag haar
recht in het gelaat. Neen, zijn moeder
was het niet, dit was nog een jonge vrouw,
maar, toen hij haar aanzag, zag hij dat
hare oogen vol tranen stonden.
„Wie zijt gij?" vroeg hij.
„Ik bon Ella, uwe zuster. Ik was reeds
eenigen tijd verpleegster." zeide zij. Ik
ging naar huis om moeder op te passen,
en toen werd ik hier heen gezonden. Juist
gisteren kwam ik hier.
„Juist hij tijds om mij te verplegen,"
zeido hij o Ella. „Hij had haar in ver
scheidene jaren niet gezien, hij zou haar
niet gekend hebben, indien hij haar op
straat ontmoet had, maar <le klank van
hare stem en de herrinnering aan zijne
moeder en zijn ouderlijk huis die zij hij
hem te woog bracht, waren in zijn zwak
ke toestand te voel voor hem, en hij Barst
te uit in tranen.
Wees bedaard mijn lieve Robert,"
zeide zij zacht. „Gij zult erger worden,
ndien gij zoo doet. Vlucht mot uwe zou
den tot Jozv.s, Hij houdt Zijne armen
voor u geopend, denk aan niets anders
tot do morgen aanbreekt."
„Ik hoop het te doen, lieve Eiia,"
zeide hijo ik wil het doen."
Niét lang daarna viel hij in slaap. Het
Want zij hadden beide Kamers
tot hun wil. En de antiliberalen
hebben in de Eerste Kamer een
remloostcl, dia hun, als zij, de ma
chine niet willen laten springen,
noodzaakt om slechts zeer bedaard
voort te stoomen. Dit verschil van
omstandigheden is groot en verbiedt
schier elke vergelijking van werk-
hraeht.
En nochtans laten de liberalen
zulk een ingrijpend verschil van om
standigheden maar aldoor buiten hun
redeneering en praten precies over
de Regoeriifg, alsof haar niets be
langrijks in den weg stond.
Ja, zelfs somde de Nieuwe Jlotter-
damxcJie hij het opmaken dor „balans"
kort geléden nog een aantal voor
deden op, zooals het pas gewijzigd
zijn van do Grondwet, enz. waarme
de zij wilde te kennen geven, dat
de gelegenheid voor hot bestaande
Kabinet om niet weer deze snelheid
te hervormen en Zijn beginselen toe
te passen, zoo bijzonder gunstig was.
Is dat nu niet „flauw"?
Kan een koetsier, hoe bekwaam
ook, hot soms helpen, dat hij met
zijn rijtuig niet genoeg vooruitkomt
of ligt h et soms aan zijn paarden; 1
als men te gelijk met man en macht
de wielen vasthoudt of den tegen
overgesteld en kant opdraait.
was een zeor rustige slaap, en duurde
verscheidene uren. Toen hij ontwaakte j
bemerkte hij, dat zijn zusier weggegaan
was, en dat eene andere veiplecgster ha
re plaats had ingenomen. Zoodra zij zag,
dat iiij ontwaakt was, bracht zij hem wat
melk, en toen zij weggegaan was, vroeg
zijn buurman in het bed naast hem, hoe
hij zich gevoelde. „Beter," zeido hij
veel heter dan van nacht."
En toen hij deze woorden sprak, vul
den zich zijne oogen met tranen, want
hij bedacht, hoe God hem nog gespaard
had, en nog geen lust gehad had in zijnon
dood, terwijl hij niet bereid, nog onbe
keerd was.
„Het is heden, bezoekdag," zeide do
man„do deuren zullen dadelijk voor de
bezoekers geopend worden, zullen er ook
nog naar u komen zien
O ja, hij geloofde zeker, dat zijn vrouw
zou komen, en Grada, zijn eigen kleine
Grada, zij zou komen, en zijn gelaat
strooien en hem troosten. Maar wisten
zij van hetgeen hem overkomen was?
Wie zou hun zeggen, waar hij was?
Daaraan had hij niet gedacht, Indien zij
het niet wisten, hoe zouden zij dan schrik
ken, wanneer zij bemerkten dat hij niet
terugkeerde. Ilij riep de verpleegster.
Weet mijn vrouw dat ik hier ben?"
„Ik kan hot u niet zeggen" zeide zij
ik kwam hier slechts voor van daag. Ik
hen anders in de vrouwenzalen.
Nog eens, is hef geene „flauwe
kost", dan achterna nog den koetsier
van gebrek aan activiteit te beschul
digen.
Evenwel schijnt de heer De Kanter
aan dit onedel bedrijf te hebben
medegedaan. Althans, volgons het
rapport zijner lezing heeft hij zich
ook al zonder genoegzame waardce-
ï'ing over de tegenwoordige Regee
ring uitgelaten, en gezegd, dat men
van haai' op de voornaamste punten
die nu aan dc oide zijn niets te
wachten heeft.
„Niels te wachten'1? Dat willen
wij wel geloovcn, als gij liberalen,
van plan zijt om met uw Eerste
Kamer alle doortasstende maatrege-
len fot hervorming tegen te houden.
Baar zit de fout; maarniet in de
heeren Ministers, en niet in het sa
menwerken (ten deole) van dc chris
telijke partijen.
I)e heer De Kanier wilde, vol
gens liet verslag, den liberalen aan
raden om te volgen „een polities
van verzoeningsgezindheid en juist
daardoor van hervormingsgezind
heid."
Dat is wel mooi gezegd, maar
getuigt liet nu van liefde tot ver
zoening en hervorming, als men
Ministers wil verjagen, die ijverig
hun best doen ja meer dan hun
„Daarna was hij tevermoeid om meer te
spreken, maar hij lag do deur to bespie
den, hopende, dat hij zijn vrouw en Grada
zou zien verschijnen. Maar hoewel de
deur menigmaal geopend word, cn de
eene bezoeker na den anderen de lijders
in de zaal kwam zien kwam er niemand
voor hom. I I ij voelde zich zeer eenzaam
en verlaten, hij zou alles gegeven heb
ben om zijn vrouw en Grada te zien
Zijn huurman ontving verscheidene
bezoeken. Zijn vrouw, en zijn dochter,
on zijn vrouw's nicht, en een van zijn
kameraden, dio-allen naar hem kwamen
zien. Zijn vriend was een zeer spraak
zaam man, die besloten scheen zijn ou
de kameraad op te beuren, door hem al
het nieuws wat er was mêe te deslen.
„Tom," zeide hij, „ik heb u een courant
meó gebracht, daar staat iets in dat waard
is gelezen te worden."
„Wat is liet Willem Zeker iels over
dc Russen Ik houd hou steeds in de
gaten, want zij v -eren altijd wat ver-
koerd uit!"
„Neen Tom. het zijn ditmaal de Rus
sen niet, liet is kor tor bij huis."
„Dan zijn het de Pénians, Willem,"
riep Tom; „ik wal dat hot over Féniaus
gaat."
„Neen, het zijn do Pénians ook niet,"
zc}de zijn vriend; het is niet zoo veraf;
het is in onze eigene stad."
(Wordt vervolgd).