4 a M Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES w®s)ia ais mmml&kii sa ssdwsi shui FEUILLETON. Het Geheimzinnige Huis. 1 T. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Stedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan den Uitgever, De „Stedenwet ver worpen." j 7,i' 1 0 ,dj\* ,25y ,50 ,50 .75 Deze Courant Terseliijnt eiken Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs per drie maanden franco per post f 1. liet Zaterdagsnummer alleen 50 Cent. Voor Amerika bij vooruitbetaling f 5,50 per jaar. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: SO.fSMELHitMJii. Advertentiën van 1 5 regels 50 Cent elke regel meer 10 cent en i/2 maal. Boekaankondiging 5 Cent por regel en '*/3 maal. Dienstaanvragen en Dienstaanbiedingen 50 Cent per plaatsing. I Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag en Vrijdagmiddag 12 uur. >,25»! 1,50 ',50 ),50 7,50 dan erflak.ii §,30 u. nu. 3,45 u. 5.00 5,30 not die van en 9 cn OT. 6,30 am. 2, 8 am. rg-eiiBijSOu. ,30 uur. erdag 1.45 u nph. D&V Oen 4,40 u. en 4,40 u. u. n 3,-- uur. uis. u. later. eu 5,uur. dater. o veerboot op Op 10 April jl nam de Eerste Ka mer een beslissing van niet geringe Ipolitieke beteekenis. Met 32 tegen 14 stemmen ver wierp zij de wetsvoordracbt, strok- fkoiule tot splitsing der groote steden (Amsterdam, Rotterdam, 's Hage, U- 1 trecht en Groningen) in enkelvoudige kiesdistricten. Alleen de roomsche afgevaartlig- len 6 van N. Brabant, 1 van Gel- lerland, 1 van Utrecht en 3 van Limburg) en de conservatieve afge- Ivaardigde (van Gelderland) stemden jmet de antirev. heeren Melvill van [Lynden (afgev. van Utrecht) en van 'Lvnden van Hemmen (Geld.) voor .het ontwerp; doch de liberalen stem- iden tegen zoo bard ze maar konden, d. w. z. met alle stemmen, waar over zij te beschikken hadden. Opzettelijk hebben wij met de bespreking van deze zaak gewacht, t totdat wij bet officiëele Kamerverslag gelezen hadden. En waarlijk, wij wenschten wel, na de gehouden debatten te hebben 1 onderzocht, dat al onze lezers eens kennis konden nemen van hetgeen er over flit ontwerp is te berde ge bracht. Zij zouden dan, naar wij k,vastelijk veronderstellen, overtuigd worden, aan de eene zijde hoeveel bezwaren men tegen een zeker wets ontwerp opsprokkelen kan, als men het '<jr sé W'ïl verwerpen, en .ao; andere zijde van de groo te u,,./waamheden en de beminnens- waardige, eigenschappen van onzen tegenwoordigen Minister van Binnen- landsche Zaken. De heer De Savornin Lohman 5,15;^5ator- 17 SópVnbor W oeJadug, 30; ZatVdkr n. 3. Dinsdag \uï (langs Oud- .tordagnm. 2 >er) op work- ondag8 vin. 8. g en Dinsdag- ld) h:a. 2 uur- te maand zak lar Rotterdam; n Yrjjdag. |45, van Oud- Zuidland ea 6) Hoofdstuk. Y. De SCHIJK-YOGEL. Als zij hem dit den vorigen avond ge- f. vraagd had, zou hij het haar bijna zeker geweigerd hebben; maar het droe vige nieuws, dat hij ontvangen had en de herinnering aan zijns moeders stem, en aan zijns moeders woorden, hadden hem mt den slaap gehouden, en hij was door zÜne gedachten, die gedurende de stille uren van den nacht hem voorgekomen raren, zoo verzacht en] getroffen, dat, pn Grada het nog eens vroeg en met hir armen om zijn hals, nog eenszeido: mag gaan, niet waar vader?" hij ten fttwoord gaf, „wel zeker Gfrada: gij kunt pi, als gij wilt." 10 dank u vader, lieve goede vader!" hs zij. „Moeder geef als het u belieft schoenen; het is tijd, dat wij klaar nen." LM aar is het" vroeg hij. „Hebt gever ^oopen?" „Ja het ia een lange weg" i zijne vrouw; „recht uit naar het fsteinde der stad." „Hoe heet de straat vroeg hij?" stond hier voor het eerst in de Eerste Kamer met een wetsontwerp, waar van bij wist, dat bet aan de meer derheid van dat hooge College niet behaagde en niet kon behagen, om dat de liberale partij, als het aange nomen werd, de kans zou beloopen, dat zij in de groote steden enkele zetels zou moeten afstaan. De heer L. stond bier tegenover door en door kundige, geslepen rechtskundigen, zooals de bh. Mr. Kappyne van de Copello, Mr. Yening Meinesz en Mr. Six. Maar geen oogenblik verloor hij zijn moed of zijn kalmte, en op den meest waardigen toon, met een bewijskracht, die zelfs aan zijn felste tegenstander bewondering moet heb ben afgedwongen, zett'e bij de aan gevoerde argumenten één voor één ter zijde, en stelde bij de redelijk heid en gepastheid en aanneembaar heid van zijn wetsvoordracht in het helderste licht. Doch niets mocht baten. Men scheen nu eenmaal een vast besluit genomen te hebben, dat de steden- wet moest en zoude vallen. Nu, zij is dan ook gevallen. Sommigen van hen, die meeleven in de politiek, hebben van den be ginne aan deze partijdaad van de Eerste Kamer wel verwacht en voor speld. Doch anderen hoopten nog altijd, dat de liberale boeren zich aan dezo wet wel niet zouden willen laten kennen. Helaas, zij die dit laatste veron derstelden, hebben le goede gedach ten van de Eerste Kamer gehad. Tevens kan men nu eens duidelijk uit de stukken zien, hoe weinig een anti-liberale Redering met zulk een omheen huizen zijn gebouwd." „Grosvenor Square?" herhaalde hij. „Ik wil" Maar hij voleindigde zijn vonnis niet, hij stak zijn pijp aan en ging naar beneden, Grada en haar moe der achterlatende om zich voor hunne wandeling gereed te maken. Maandag en Donderdag waren inder daad heldere dagen in Grada's leven. Ada Meredith had weinig gedacht, toen zij met een bevend hart tractaten begon te verspreiden rondom haar nieuwe woon plaats, welke vreugde zij brengen zou in een klein droevig menschenhart. In de kerk, waarhij zij hoorde, was zij zeer getroifen geworden onder de preek. Zij had haar zondigheid leeren inzien en Christus als haar Zaligmaker aangeno men, en nu was zij begeerig iets te doen om Hem haar liefde te bewijzen. Het werk was spoedig gevonden. Het bestond in het verspreiden van tractaten iedere veertien dagen in een zeer arme straat in het oosteinde der stad. Toch had zij er, voor de eerste maal heengaan de, erg tegen op gezien.. Meor dan eens was zij teruggekeerd; maar zij had om kracht gebeden, en haar flauwhartigheid overwonnen, en had voor de zaak baars Meesters de poging gewaagd. Sinds dien eersten dag was haar district een bron van genoegen en belangstelling voor haar, in plaats van een bron van angst en ver driet. Yooral had zij genoten bij de be- dp np Elpj.pp I v Kamer vorderen kan, en hoezeer bet to betreuren valt dat onze Grond wet, niet betrekking' tot de samen stelling der Eerste Kamer, in '87 niet beter is herzien. Wat men dan tegen de „stedenwet" inbracht, zullen* onzo lezers vragen. Oen, schier uitsluitend gezochte bezwaren. Zoo bracht de heer Vening Mei nesz met een beroep op den oud- Minister Heemskerk. Weer bet oude, afgezaagde argument te berde, dat het zoo bedenkelijk zou zijn om „het organisch geheel der gemeente te verbreken", dewijl in de grootere gemeenten, evenals in do kleine „bij verschil van richting nochtans eenheid vau belang van gedachten- loop van waarneming" bestaat. En de heer Kappéyne verwees naar de woordc van Thorbecke, die het aanbe veling voor groote kiesdistricten vond, dat zij „bestanddeelon van verschil lende soort van Samenwerking zou den nopen en verplichten." De heer Melvil van Lijnden ech ter weersprak dit aldus „Dat ar gument (dat men de gemeenten uiteen zou scheuren, haar organisch verband zou verbreken) maakt den indruk van gezocht te zijn, want zij die het bezigen,!hebben verklaard, dat zij er niet tegen zouden opzien, do groote steden te splitsen voor gemeenteraads-verkiezingen, en dat zij de noodzakelijkheid inzagen, daartoe te moeten overgaan. Als dat nu kan geschieden zonder het organisch verband te verscheuren, dan zie ik niet in waarom dat ver band wel verscheurd zou worden waar het verkiezingen geldt voor de Staten-Generaal. over haar gesproken. Toen had ook Ada's moeder verlangd het kleine meisje te zien, en weldra was er een plan gevormd, door middel, waarvan Grada niet alleen twee lessen iedere week ontving, maar eveneens twee goede maaltijden had, die zij even groot scheen noodig te hebben. „Juffrouw Ada," zeide Grada dien dag, toen de tijd voor hun Bijbolles kwam „Ik zong gisteren avond voor mijn vader; hij kwam tehuis en ik was zoo blij; hij is zoo lang weg geweest; en ik zong voor hem ai de versjes, die ik ken." „Welke vond hij het mooist, Grada!' „Dat zeide hij niet, juffrouw Ada; hij rookte zijn pijp, en bromde even toen ik gedaan had." Ada lachte. Maar welk bevalt u het best Grada?" vroeg zij. „O ik houd het meest van'" „Christus voor mij" zeide liet kind, in de handen klappende; „het is héérlijk! Maar Juffrouw Ada.,' „Ja Grada," „Daar is een woord in dat ik niet goed begrijp. Wat beteekent eeuwig? Voor eeuwig is mijn keus gedaan." Yoor een minuut bleef Ada haar het antwoord schuldig, en zeide toen: „Grada zoudt gij gaarne kunnen vliegen?" „Gelijk een vogel, juffrouw Ada? Ja ik geloof" van graag. Ik denk dikwijls ho"e gaarne ik het eens zien zou hoe een vogefvliegt. Moeder vertelde mij er wel Een ander spreker, de heer Ver- heyen voegde hieraan toe„De Staten-Generaal vertegenwoordigen niet do gemeenten, maar het gan- sche land De splitsing is overigens niets nieuws, want hetzelfde vindt men in Engeland, dat geheel met de groote districten hoeft gebroken, zoo ook Pruisen en Italië. Indien de enkelvoudige districten daar, naar het schijnt goed werken, waarom zou dit dan ook in ons land niet kunnen plaats hebben En wat zeide de Minister Lohman! „Ik ben niet tegen de samen werking (der stedelingen), die de beer Kapéyne van de Coppello zoo wensckelijk achtnatuurlijk niet hetgeen do lieer Thorbecke sprak, zullen wij allen beamen maar ont staat die samenwerking door al de burgers in dezelfde stad te laten stemmen bij dezelfde stembus? Keen, juist bij de stembus zijn de kiezers verdeeld dc samenwerking geschiedt niet bij do stembuszij geschiedt daar waar men samenkomt om de zaken te bespreken voorafkomende politieke vrienden bij elkander maar niet do gemeenteleden niet de armen en rijken 0111 ouderling broe derlijk te overleggen hoe zij meenén dat liet gomeene best bet best zal worden behartigd. Bij de stembus komt men ook bij elkaardoch niet als vrienden, 'doch veeleer als vijanden." Een ander bezwaar van den lieer Vening Meinesz was de vrees, dat de groote steden zouden gesplitst worden in deftige, burger- en ar beidersbuurten. Zeer breed mat hij dit bezwaar uit. Er zouden, zoo be weerde hij, op die wijze vertegen zij met hun vleugels doen. Eens vond zij een doode spreeuw 011 ik betaste die, en ik opende en sloot zijn vleugels; en moe der toonde mij hoe die vleugels, zicli be wogen als de spreeuw vloog, maar ik zou het graag eens zien. Moedor zegt, dat het boven onze hoofden in de lucht zoo mooi is, en dat de vogels daarin zoo hoog opvliegen, dat men ze nauwelijks meer zien kan. Maar gij weet, ik be grijp dat niet zoo goed, omdat ik niet weet wat blauwe lueht beteeken c en even min begrijp, hoe een groote vogel er ooit uit kan zien als de knop van een speld. Gij,kunt denken, welke wonderlijke denk beelden ik van alles moot hebben." „Arme kleine Grada, haar hand in die van het kind leggende. „Ik wenschte u de mijnen voor een half uur te kunnen leenen. Waar zoudt gij dan wel hot liefste willen zijn," „O, in een bloementuin," zeide zij; „dat zou ik het liefst van alles zien; zij ruiken en voelen zoo heerlijk, dat ik ze, 0 zoo gaarne ook eens Sag." „Ku Grada," zeide Ada „clenk nu nog eens aan uw doode spreeuw, en tracht u voor te stellen. „Ja, juffrouw Ada „Tracht u nu eens voor te stellen, Grada, dat wj een vogel in deze kamer hebben, en dat wij die uit het raam laten vliegen; hij moet doorvliegen, altijd door, en in een rechte 1 jn; lij mag nooit een woordigers opstreden voor bepaalde standen. „Ook dit bezwaar kan ik niet be amen zoo klonk bet fier uit 's Ministers mond. „Bij de verdeeling der districten van eene stad als Am sterdam is het bijkans onmogelijk om die zóó te doen plaats bobben, bijv. dat niet een enkel district voor namelijk uit de rijkste buurten be staat, maar bijna alle districten van Amsterdam, Rotterdam en ook van de andere plaatsen bevatten zoowel de rijke^ als do arme doelen men kan dus niet spreken van een dis trict van arbeidersbuurten of van een district van oene deftige buurt. K011 men Amsterdam verdeden in honderd districten, dan zou men van die districten kunnen krijgen, uit sluitend bestaande uit kleine burgers of uit arbeiders, maar bij zulke groote districten als nu worden voor gesteld, kan daarvan geen sprake zijn. De Regeering zou er wel de gelijk voor terugdeinzen indien liet gevaar bestond, waarop de geaelite afgevaardigde wees, maar ik ontken dat het bestaat." Wederom een ander bezwaar gold de vraag: waar moeten schippers, die geen andere woning hebben dan hun vaartuig, worden ingedeeld Hierop antwoordde de heer Mel vil van Lynden Wat nu betreft de schippers, erkPn ik dat de positie van deze lieden, wanneer men zich houdt aan den letterlijken zin van liet artikel, eenig bezwaar oplevert, maar een bezwaar, dat ook zonder aanneming van dit wetsontwerp reeds bestond. Wij lezen toch in art. 38 der kieswetDe inlevering van het stembriefje geschiedt in de gemeente Grada. „Hij mag niet alleen niet rusten, maar ook niet eten, drinken of slapen; lij mag niets doen dan vliegen." „Tij zal stervon evenals de kanarie vogel van juffrouw Patterson, dat is zeker," zeide Grada. „Ja een werkeljke vogel zou sterven Grada,' maar dit is een schijnvogel, dio uw toovertante heeft laten vliegen." „O wat aardig!" zeide Grada, ik houd zoo veel van tooversprookjes." „Wel, zeide Ada," onze schjnvogei moet vliegen totdat hij door iets gestuit wordt. „Nu, hoe lang denk gj dat hij dan vliegen moet?" „Ik weet het niet, juffrouw Ada," zeide Grada, „wat is daar?" „Daar is lucht, Grada, voor het eerste gedeelte van den weg, omstreeks dertig mijlen, en daarna is er niets dan ledige ruimte. „Dan zal onze vogel sterven juffrouw Ada." Mijn vader zeide eens, dat, indien wij in een plaats waren waar geen lucht was, wij moeten omkomen." „Ja Grada, elke' andere vogel zou da delijk sterven, Grada; maar onze sch jnvo gei kan leven zonder lucht, zonder voedsel zonder wateren wordt niet vermoe id; lij zal vliegen, totdat h j in een plaats komt, waar hj niet verder kan." „Wel juffrouw Ada, wanneerhj door die ledige ruimte heen is, waar komt lij 1

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1