V rijdag 27 Februari 1801. Vijfde, Jaargang Xo, 200 Clnti-oÏÏ. c voh t l'h nah QCcoMnab IN HOC SIGN O VINCE S T. BOEKHOVEN. sommelsdijk. e r i c h L 50 cent per drie maanden. T. Boekhoven. GEMATIGDHEID. Het Gebed der Liberalen. A Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden .<0 Cent, franco p p. Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGEVER: Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worde i hij den Uitgever ingewacht tot Woensdagavond Alte stulclten voor de BSedoelie bestemd, .8 dverten lira en verdere AdministratieJ'raneo toe te xenden aan den Vit //ever. Door liet steeds toenemend aantal lezers is het ons mogelijk geworden, om ons blad met het begin van den zesden jaargang, niet alleen aanmerkelijk te vergrootenmaar ook tweemaal per week Dinsdag en Vrijdag) te doen verschijnen. Verschillende rubrieken die nu wegens plaatsgebrek moesten achterwege blijven of slechts gedeeltelijk konden geplaatst worden, zullen dan worden opgenomen of vollediger kunnen zijn. Dat door velen deze onze uitbreiding zal worden toegejuicht en gesteund, betwijfelen wij niet. Er zullen er echter ook zijn, die onzen „Bode" liever evenals nuéénmaal per week zouden willen ontvangen. Welnu, dat kan, als zij het uiis slechts even gelieven te be richten, dan wordt het hun voortdurend alleen des Vrijdags toegezonden, en ofschoon flink vergroottoch voor denzelfden prijs nl. Zij echter, die niets berichten, zullen aan gemerkt worden als met de uitbreiding meê te willen gaan, tegen voldoening van liet dubbele van den bovengenoemden abonne mentsprijs. Het zal wel geen betoog behoeven dat deze onze poging tot uitbreiding van ons •werk ten zeerste behoefte heeft aan de be scherming en medewerking onzer politieke geestverwanten; maar wij vleien onsdat allen onder hen, die den politieken dampkring tusschen Maas en Schelde kennen, en weten hoeveel daar nog voor de antirevolutionaire partij te winnen is, ons die medewerking niet zullen onthouden. Vele onzer politieke vrienden zeggen, dat zij dit of dat liberaal blad moeten lezen voor hun handelsbelangen, voor officiëele beurs- of ruarktnoteeringei), enz. Maar indien ieder, die aldus redeneert, zich op ons blad abon neerde, dan werden ook tvij in staat gesteld, en zoude ook onze financiëele draagkracht toelaten, tal van zulke officiëele notecringen op te nemen. Dat dan ieder, die het wel meent met onze beginselende handen eens aan den ploeg moge slaan. Gedurende de vier eerste weken in het kwartaal, dat met 1 Maart e.k. aanvangt, zullen wij het Dinsdagsnummer gratis zenden aan al onze lezers. Duidelijkheidshalve herhalen wij, dat ieder, die het Dinsdagsnummer er voortaan bij wil lezen, ons niets behoeft te schrijven. Alleen zij, die niet met de uitbreiding inede gaan, en enkel het Vrjdaqsnamvx&v wenschen, worden beleefd verzocht, dit even te melden. Abonnementen worden steeds aangenomen bij den Uitgever Een vorig maal gaven wij te kennen, dat het in de verste verte ons doel of ons verlangen niet is om tegen personen te agee- renmaar dat wij met waardeering van den tegenstander, slechts voor beginselen wenschen te ijveren. Komt nu iemand ons smaden of lasteren, natuurlijkdan constateeren wij zulk een droevig feit niet leedwezen en wijzen zoo mogelijk aan, dat het werkelijk laster is, dien men ons nageeft, want „een goede naam is beter dan goede olie," en „een oor blazer scheidt den voornaamsten vriend maar na dit gedaan te hebbengaan wij gaarne kalm omes weegs, denkende aan het j woord van den wijzen prediker, door Gods I Geest zelf ingegeven: „Zijt. niet haastig in uwen geest om te toornenwant de toorn rust in den boezem der dwazen." Ons blad mag geen twistblad zijnof, om eens een klankspeling van een vijand te gebruikenlangs de Maas mag met onze medehulp niet gesmaaden langs de Schelde niet gescholden wordenen zijdie door een hatelijke toespelling op onzen naam ons her inneren aan den plicht 0111 gematigd, waar en waardig te blijven in geheel ons doen, bewijzen ons, zij het ook tegen hun bedoe ling, heusch geen ondienstmaar veeleer een kostelijken dienst; zij geven ons oen wenk, dien wij gaarne ter harte nemen. Er is een groot onderscheid tusschen be ginselvastheid en partijzucht. Wie boven alles de waarheid tracht te dienenkan niet aan een partij ontkomen; want' onwillekeurig dringen zijn beginselen hem om zich bij die partij te voegen, in wier belijdenis hij de waarheid liet zuiverst ziet blinken. Dit geldt ook op politiek gebied. Wij beweren vol strekt niet, dat alle politieke inzichten en opvattingen en handelingen van andere par tijen dan de onze verkeerd of nadeelig zijn. Wij zeggen evenmindat de inzichten en gedragingen van onze partij altijd onberispe lijk en verdedigbaar zijn. Maar wel houden wij voldat de kiemen of beginselen van onze partij het best vertrouwbaar zijn; en de meeste levenskracht bezittenzoodat het veld- wiimen van die beginselen hoop en uitzicht geeft op meerder volksgeluk. Gerechtigheid toch verhoogt een volk maar de zonde daartegenover is een schandvlek der natiën. Indien het nu waar is, dat men om een geduchten vijand (in dit gevalde zonde) in zijn kracht en werking moet kennen om hem met vrucht te bestrijdenop elk gebied; en indien het tevens onwedersprekelijk is, dat de antirevolutionaire partijvoorgelicht door Gods Woord, het karakter der zonde het diepst en het ernstigst opvat; terwijl daartegenover andere partijen haar veel lich ter achtenen er op politiek gebied veel te weinig mede rekenenomdat zij als politieke partij van de uitspraken der H. Schrift niets of niet genoeg weten willen; dan volgt reeds hieruit, dat wij in het belang van geheel onze natie, hartelijke aanhangers van de antirevolutieonaire politiek moeten zijn, en willen zijndewijl slechts herstel en ver meerdering van onze nationale welvaart door ons wordt beoogd. Verstandelijke verlichting alleenhoe noo- dig en hoe gewenscht ook, brengt op zich zelf geen geluk aan. Kennis is kracht. Maar elke kracht behoeft, om wat goeds uit te werken een bestuurder. Niet uit het hoofd, maar uit liet hart zijn de uitgangen des levens. En daarom, wie ons volk niet on gelukkig willen makenmoeten weten wat er in dat hart omgaaten ook aan dat hart zijn eisch geven; of zoo zij zeiven daaraan niet rechtstreeks kunnen medewerken, dan ten minste hendie zulks wel kunnenalle mogelijke vrijheid laten. De antirevolutionaire partij wil het staats bestuur dien kant uitstiu-endaarom heeft zij onze volle symphathie. Zij beoogt vrijheid van alle partijenniet voor zichzelve alleen. Soms wordt aan de antirevolutioaniren ver weten, dat hun geestelijke voorvaderen beliebt. waren met de zucht otn andersdenkenden te on derdrukken. Wij spreken dat niet tegen. Doch wat hiervan ook moge zijn, onze antirevolu tionaire partij is wars van alle geloofsver volging en volgt in dit opzicht geen verkeerd voorbeeld van sommige vaderen na. Zij wil ook geen matte herhaling van oude toestan den. De 10e eeuw stelt andere eischen dan de 1 lie en 17e eeuw. Met de lessen der his torie wenschen wij onze winst te doenmaar die historie zelve behoeft niet gerepeteerd te worden. De gereformeerde staatskerk van de 17e eeuw is voor onzen tijd onmogelijk ge worden omdat de groote massa van ons volk niet meer gereformeerd is. Neen, wij hebben thans een gemengde natie. Daarom wil onze partij in het geheel geen officiëele of staatskerk; dus ook geen officiële kerk, die speciaal naar het hart der liberalen is. Zij wil gelijk recht, ook tot het instituëeren en instand houden van kerkenvoor alle partijen. Zulk een standpunt is eerst echt liberaal in den goeden zin van liet woord Wat nu de personen betreft, die zich bij de verschillende staatspartijen scharen, hier mede moet men altijd voorzichtig zijn; want bij elke partij zijn onkundigen, blinde vol gelingen, onkundigen vrienden en zelfs trouweloozen. Wie nu partij^eZ- of zuchtig is, wil deze waarschuwing niet hooren, en stelt zich aan alsof het opsteken van de partij vlag vol doende ware oin zeer veel ongerechtigheid te dekken. Doch niet alzoo, mijn lezer. De partij vlag mag gansch geen kwaad dekken. Althans niet opzettelijk. En allerminst trouweloosheid. Want, of men het politiek vindt of niet wij voor ons hebben honderdmaal liever te doen met een eerlijken royalen tegenstander, die meent wat hij zegt of schrijft, dan met een oneerlijk man, die zich aan ons als partij genoot opdringt. Er is een onschuldige onkunde. Hiermede moet geduld geoefend. Er is een verschoon bare onvoorzichtigheid. Hierover mag geen partijgenoot, neen niemand hard gevallen. Docli wie opzettelijk kwaad doet, verdient bestraffing, en wie zich in het openbaar ver grijpt, moet ook in het openbaar berispt worden, hetzij hij als een „partijgenoot" te boek staatof dat hij tot een tegenpartij behoort, dit verhelpt aan de zaak niets Ook als partijman behoort ieder er naar te streven 0111 steeds zoo onpartijdig moge lijk te zijn. Het is niet altijd gemakkelijk, dit erkennen wijmaar liet is in het belang van waarheid en rechthet is in het belang van een duurzamen landsvredeen daarom moet er met volharding op aangedrongen worden. Er is geen heerlijker ideaal voor onze partij dan dat zij aan alle landgenooten ge lijke rechten en vrijheden wil gunnen dat zij niemand om zijn geloof of ongeloof ach teruit wil zetten maar ook niemand om zijn partij leuzen onrechtvaardig of onverdiend wil voorspreken, of kwaad vergoelijken. Een echte antirevolutionair gaat recht door zee. Zóó leeft hij ook het gemak kelijkst voor zichzelf en voor anderen. Wie deze levensbeschouwing niet huldigt, wie van de tegenpartij geen goed en van de aanhangers der eigen partij geen kwaad wil hooren; maar er naar streeft om de aanhangers van een andere partij persoon lijk op zijde en in een hoek te dringen die behoort eigenlijk niet bij de antirevolu tionaire partij thuis. Wij verachten het pogen van alle drij vers en dringers, hetzij zij groen gekleurd zijn of roodhetzij zij ««^-revolutionair heeten of revolutionair. Want zulk een gedrag is in elk geval verkeerd en in strijd met onze beginselen. Onder redactie van Mr. A. Kerdijk, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalverschijnt hier te lande het „Sociaal Weekblad Zooals de naam duidelijk genoeg te kennen geeft, dient dit blad ter behartiging van de belangen der maatschappij. Nu hecht het volk, dat God vreest, zeer veel waarde aan het gebed. In het gebed belijdt het zijne diepe afhankelijkheid, maar bekent tevens de almacht van Hem, die de nooden der maat schappij volkomen peilt en heelen kan. Wij, antirevolutionairen, zouden het dan ook eene begeerlijke zaak achten, indien onze jeugdige koningin reeds vroeg door hare doorluchtige moeder als een middel in 's Heeren hand ge leerd werd te bidden en hare eigene behoeft n en die haars volks neder te leggen voor den Troon der Genade. De beste vorsten uit het Oranjehuis schaamden zich den Naam des Heeren niet en riepen Dien geduriglijk aan. Wij weten niet of in onze jeugdige koningin de vreeze Gods woont, ook niet of de koningin moeder den Koning der koningen als haren Hei land eerthoewel wij het van ganscher harte hopen en bidden van God. Maar wat doet nu een inzender in het boven genoemde weekblad Hij verplaatst ons op een' avondstond in een der vertrekken van hetkonink- ijk paleis. De dag is rumoerig geweest. De jonge koningin is het middenpunt geweest van een schitterend feest; muziek en zang, loftuitingen en vleitaal, dat alles heeft haar omringd en haar kinderlijk hoofdje me.t allerlei wondere gedachten van aardsche grootheid vervuld. En daar staat zij nu aan den schoot harer moeder. Teederlijk ziet deze haar kind aan, en beweegt haar tot het gebed. En terwijl daar bui ten aan het prachtig firmament de gouden ster ren schitteren als vonken op een blauwen kleed, buigt de jonge kouinginue het hoofdje en bidt tot Raad eens tot wien lezer In uw hart zeidet gij misschien tot God. Maar zóó wilde de liberale schrijver van het sociaal weekblad het niet. NVêr- lands koningin mag wel bidden, maar niet tot den levenden God, niet bidden tot den Almachtige, Wiens aangezicht een M. A. De lluijter bit:

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 1