Cint-i-Hevolutionai
Vrijdag 5 Februari 1891.
Vijlde Jaargang No, 257
IN HOC SIGN O VINCES
T. BOEKHOVEN.
33 ©riclit.
FEUILLETON.
Wentel uwen weg op den Heere.
IIEKVAT.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag-.
Abonienieatsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. p.
Afzonderlijke nommers 5 Cent.
UITGEVER:
SOMMELSDIJK.
Advei tentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent
Advertcntiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend.
Advertentie» worden hij den Uitgever ingewacht tot Woensdagavond
Alle sluitlint voor tie Bledactie bestemdAdvertentie» en verdere Administratie, J'rauro toe te senden aan den Uitgever
Door het steeds toenemend aantal lezers
is het ons mogelijk geworden, om ons blad
met het begin van den zesden jaargang, niet
alleen aanmerkelijk te vergrooten, maar ook
tweemaal per week Dinsdag en Vrijdagte
doen verschijnen.
Verschillende rubrieken, die nu wegens
plaatsgebrek moesten achterwege blijven, of
slechts gedeeltelijk konden geplaatst worden,
zullen dan worden opgenomen of vollediger
kunnen zijn.
Dat door velen deze onze uitbreiding zal
worden toegejuicht en gesteund, betwijfelen
wij niet.
Er zullen er echter ook zijn, die onzen
„Bode" liever, evenals nu, eenmaal per week
zouden willen ontvangen. Welnu dat kan,
als zij het ons slechts even gelieven te be
richten, dan wordt het hun voortdurend alleen
des Vrijdags toegezonden, en ofschoon flink
vergroot, toch voor denzelfden prijs, nl.
50 cent per «lrie maanden.
Zij echter, die niets berichten, zullen aan
gemerkt worden als met de uitbreiding meê
te willen gaan, tegen voldoening van het
dubbele van den bovengenoemden abonne
mentsprijs.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat
deze onze poging tot uitbreiding van ons
werk ten zeerste behoefte heeft aan de be
scherming en medewerking onzer politieke
geestverwantenmaar wij vleien ons, dat
allen onder.hen, die den politieken dampkring
tusschen Maas en Schelde kennen, en weten
hoeveel daar nog voor de antirevolutionaire
partij te winnen is, ons die medewerking niet
zullen onthouden.
Velen onzer politieke vrienden zeggen, dat
zij dit of dat liberaal blad moeten lezen voor
hun handelsbelangen, voor officiëele beurs-
of marktnoteeringen, enz. Maar indien ieder,
die aldus redeneert, zich op ons blad abon
neerde, dan werden ook ivij in staat gesteld,
en zoude ook onze finaneiëele draagkracht
toelaten, tal van znlke officiëele noteeringen
op te nemen.
Dat dan ieder, die het wel meent met
onze beginselen, ie handen eens aan den
ploeg moge slaan.
Gedurende de vier eerste weken in het
kwartaal, dat met 1 Maart e k. aanvangt,
zullen wij het Dinsdagsnummer gratis zenden
aan al onze lezers.
Duidelijkheidshalve herhalen wij, dat ieder,
DOOR
JOH. VERHAGE JR.
1)
Toen in een dorp van het Westfaalsche gebergte
een boer gestorven was, zat na de begrafenis de
weduwe in de kleine hutgeheel eenzaamen
toch was zij niet eenzaamwant negen kinderen
zaten rondom haar, van het jongste af, dat op
haren schoot sliep, tot het oudste, dat aau het
spinnen wiel zat, een iegelijk op zijne plaats, zoo
die het Dinsdag.mummer er voortaan bij wil
lezen, ons niets behoeft te schrijven.
Alleen zij, die met inet dc uitbreiding mede
gaan, en enkel het Vr/jdagsimmmcr wenschen,
worden beleefd verzocht, dit even te melden.
Abonnementen worden steeds aangenomen
bij den uitgever
T. BOEKHOVEN.
Het moge aan schrijver dezes, den vroe-
geren redacteur van de „Maas- en Sehelde-
bode," nu hij voornemens is, weldra weder
meê te arbeiden in de redactie van dit blad
vergund zijn den lezer eenigszms rekenschap
van zijn terugkeer te gevcu.
Toen wij in de maand September des vo-
rigen jaars de redactie van „de Zaaier' aan
vaardden hebben wij in nr. 1 van dat orgaan
uitvoerig toegelichtom welke redenen en met
welk doel wij zulks meenden te mogen doen.
Het geschiedde met de gedachte, dat de
„Maas- en Scheldebode" door bijkomstige
omstandigheden spoedig zou ophouden te
verschijnenen met de hoop en verwachting
dat „de Zaaier" dan overal als plaatsver
vanger zoude optredenen vatbaarheid voor
een langer en mogelijk krachtiger leven
zou toonen.
In deze verwachting zijn wij echter eens
deels, nl. wat „de Zaaier" betreft, zeer te
leurgesteld geworden. Wat daarentegen „de
Maas- en Scheldebode" aanbelangt, met dit
blad is het, na de moeielijkheiddie in
Augustus jl. voor een oogenblik verbonden
was aan het voortzetten der uitgaveveel
gunstiger afgeloopen dan wijop grond van
ons aangebrachtemaar later overdreven ge
bleken berichten, vreesden.
„De Maas- en Scheldebode" bleef en
thans constateeren wij dit feit met een ge
voel van voldoening en dankbaarheid het
meest gewilde lokaal orgaanen de kring
van zijn lezers werd in den laatsten tijd
na het optreden van een nieuwen uitgever
en een nieuwen redacteur, zelfs dermate uitge
breid dat het plan is opgevat om met 1
Maart a.s., bij den aanvang van den zesden
jaargang, het blad tweemaal te doen ver
schijnen. Een plan, dat natuurlijk niet ten
uitvoer gelegd kan worden zonder vermeer
dering van redactioneelen arbeiden dat dan
ook den uitgever aanleiding gaf om, toen
hij gewaar werd, dat de redacteur van „de
als altijd slechts ééne plaats was ledig, aan het
einde van de tafel, waar de overledene altijd gezeten
had. En daarom was de weduwe eenzaam Doch
zij was toch niet eenzaamwant Hij was bij haar,
die zijn volk bezocht en verlost en een hoorn des
heils onder ons heeft opgericht. Hij troostte haar
en sprak van weduwentranen die wel van de wan
gen vloeien, maar roepen tot God, die ze telt;
en van het rechte vaderhart over alles wat kind
genaamd wordt in hemel en op aarde. En door
het stille vertrek klonken toonen als deze„Wen
tel uwen weg op den Heere en vertrouw op Hem
Hij zal het weimaken."
Weldra was het psalmboek opengeslagen en
moeder en kinderen verhieven in het gezang hunne
stem tot Hem, die het zuchten der bekommerden
hoort. Het 3e vers van psalm 12 zongen moeder en
kinderen
Zaaier" zich aan dat blad onttrokken had,
hem uit te noodigen, voortaan weer door
middel van hetzelfde blad als weleer te ar
beiden in het belang van de verbreiding der
antirevolutionaire beginselen op Flakkee en
omstreken. En zulks thans in vriendschappelijk
overleg met en nevens den sedert November
1890 opgetreden nieuwen redacteur.
Wij hadden volle vrijmoedigheid om deze
uitnoodiging te aanvaarden, en stellen ons
voor, met 1 Maart e. k. onzen geregelden
medearbeid in „de Maas- en Scheldebode"
weer een aanvang te doen nemen.
Volle vrijmoedigheid zeggen wij, en waarom?
Vooreerst, omdat „de Zaaier", wat finan
cieel beheer aangaat, op zijn zachtst uitge
drukt, het er niet beter afbracht dan zijn
voorganger. (1) Hierdoor, en ook vooral
door het met cere blijven voortbestaan van
„de Maas- en Scheldebode" (die een nieuwen
uitgever en een een nieuwen redacteur kreeg),
was voor schrijver dezes al zeer spoedig de
reden van zijn overgang tot een nieuw blad
vervallen, daar het hem geenszins te doen
was om het voorwerp zijnet- vroegere zorgen,
anders dan in geval van besliste noodzakelijk
heid, op zijde te streven.
Daarbij kwam, dat op de drukkerij waar
de uitgave van „de Zaaier" gedurende vier
maanden plaats had, de zaken niet geregeld
toegingen. Zóó ongeregeld zelfs, dat er bij
herhaling artikelen als redactie-stukken in dat
blad verschenendie, zooals sommigen wel
doorzagen, de redacteur niet eens vóóraf
gezien had. En dat waren dan nog wel stukken
waarin personen betrokken waren en die hiel
en daar sensatie konden verwekten. Met name
in den verkiezingsstrijd te Oud-Beierland (in
Nov. jl.) is er in en met „de Zaaier'
geageerd op een wijze, die ons zeer onge
past voorkwam.
Verbeeld u lezer, hoever het eigenmachtig
handelen ging. De redactie van het in die
dagen verschenen extra-„verkiezingsnummer",
waarin stukken geplaatst stonden, zoo het
heette ten voordeele van onzen candidaat,
maar die wegens vorm en inhoud door den
(l) «Mfiar het hooddoel, waarvoor „de Mans-en Scheldebode
eenmaal is opgericht, inag. meenen wij, niet langer lijden onder
en opgeofierd worden aau de geldzorgen an ecu enkel persoon"
Aldus schreven wij in no. 1 van „dc Zaaier", in de hoop, dat
de geldelijke aangelegenheden van dit blad met meer consciëntiens
overleg bestuurd zouden worden. Onze lezers weten echter reeds,
hoe die illusie in rook opging. Wij zouden hieromtrent heel
wat meer kunnen aanvoeren, doch bepalen o^s thans alleen tot
de omschrijving van hetgeen het nubliek zag en opmerkte.
Hetgeeu dus vroeger drong, om „de Maas- en Schuldebode" te
vcrlateu, is thans van toepassing op „de Zaaier".
O, mijn ziel! wat buigt g' u neder?
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder,
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust,
Want Gods goedheid zal uw druk
Eens verwislen in geluk.
Hoop op God; sla 't oog naar boven;
Want ik zal zijn naam nog loven.
De moeder vouwde bij het zingen de handen,
terwijl tranen langs hare wangen vloeiden. Zij
bad behoeften om zich in haren Heer en God te
sterken, want zij wisidat zij weldra, om haar
kinderen te voeden, den bedelstaf zou moeien op
nemen daar het stuk land dat haar man bebouwde,
het eigendom was van een buurmandie God
nog menseh ontzag, en deze spoedig haar lastig
zou vallen.
Dit geschiedde ook.
betrokken candidaat, den WelEd. Heer A.
Jongejan, zeiven openlijk en nadrukkelijk
moesten worden afgekeurdwerd geheel
buiten schrijver dezes om, geheel buiten zijn
wetenaan andere personen opgedragen.
Waarbij ten slotte, als om de maat te
doen overloopennog kwamdat toen de
eerste uitgever van* „de Zaaier" (die volgens
bericht in het nr. van 2 Januari jl.) „niet
meer voor het afgesproken loon wilde druk
ken en uitgeven," zich terugtrok, of zich
moest terug trekkende „administrateur"
die van achteren bleek het zeggenschap over
„de Zaaier" te hebben niet alleen een
anderen drukker opzocht, maar ook een
accoord met dien drukker sloot betreffende
het overnemen van allerlei rubriekenook
hoofdartikelen, uit „de Drie Provinciën."
En nu kon schrijver dezes nog wel voort
gaan met het „leveren van opstellen" voor
„de Zaaier," maar slechts onder de meest
bezwarende conditiën.
Feitelijk heeft schrijver dezes dus nooit in
eigenlijken of vollen zin „de Zaaier" gere
digeerd. Herhaaldelijk moest hij dingen gc-
doogendie hij met het oog op de belangen,
die hij wenschte te dienenniet bevielen
of zelfs griefden. Maar nu wilde de „admini
strateur" (die inmiddels als „directeur-uit
gever" zijn naam boven het blad had ge
plaatst), den in Sept. jl. bij de oprichting
voor redacteur aangezochten schrijver, alle
zelfstandigheid ontnemen.
Men begrijptdat ging niet. Aan schrijver
dezes werd het voortredigeeren feitelijk on
mogelijk gemaakt, en een andere eigen re
dacteur werd ook niet gezocht.
„De Zaaier" heeft alzoo tegenwoordig geen
zelfstandige redactie meer. 1 Jij na geheel het
redactioneel gedeelte wordt overgenomen uit
„de Drie Provinciënt. w. hoofdartikelen
feuilleton, buitenlandsch overzicht, kamer
verslag en gemengd nieuws. Alleen het plaat
selijk nieuws is anders.
Door deze regelinghet behoeft geen be
toog, heeft „de Zaaier" als afzonderlijk
orgaan zichzelf bijkans opgeheven. Iets
dat wij volstrekt niet zeggen om de hoofd
artikelen van „de Drie Provinciën" te de
el ineeren; maar het spreekt van zelf, dat
ieder die deze opstellen begeert te lezenzich
voortaan even goed op „de Drie Provinciën"
kan abonneeren als op „de Zaaier." Voor
copiëering van anderer geschriften was „De
Zaaier" echter niet opgericht, en evenmin
Op zekeren dag komt haar buurman bij haar,
om over het stuk land te spreken, dat zijn eigen
dom was, dcch door haar man was bemest, ge
ploegd en bezaaid. Hij zeide: dat zoolang haar
man geleefd had, hij het hem tot onderhoud van
zijn huisgezin had laten bebouwen, maar thans
moest hij het terugeischendaar het zijn eigen
dom was.
De weduwe verschrikte zeer toen zij deze taal
hoorde. Zij wist zeer goed, dat het stuk land,
voor eenige jaren als eene woesternij, door haar
man was gekochtdoch zonder bewijs. De geringe
prijs was betaald, doch zonder kwitantie ol getuigen.
Dit bracht zij hem onder het oog, doch hij wilde
hiervan niets wetenbracht de zaak voor den
rechter, en dewijl er geen bewijzen van eigendom
bij de weduwe voorhanden waren, moest zij het
proces verliezen. (Wordt vervolgt.)