KAZERNEN. Uit de pers. Volkeren der aarde. Gemengd Nieuws. de jongelieden toespreken, die onder de wa penen moeten komen, is het licht te veron derstellen dat de Roomschen in ons land ook van het kazerneleven het ergste vreezen voor hun geloof. En dat zij voor de conse quentie van den persoonlijken dienstplicht bevreesd zijn, is ook heel wel mogelijk. Zij weten even goed als wij, dat de geestelijk heid bij radicalen en socialisten op weinig voorkeur te rekenen heeft. Maar wij, antirevolutionairen, zijn er toch ook nog. En de Roomschen weten toch wel, dat wij geene priesters en monniken sol daatje willen laten spelen, evenmin als wij er vóór zijn, dat aanstaande predikanten met den ransel op den rug moeten loopen. Van de antirevolutionairen hebben de Roomschen dus in zake hunne geestelijkheid niets te vreezen, en wat de verbetering van het kazerneleven betreft, daar zijn wij min stens even beslist vóór als zij. Dit weten de Roomschen, en toch hebben zij Minister Bergansius en met hem de heele regeering te kennen gegeven, dat zij het behoud der idaatsvervanging als voorwaarde blijven stel en voor de eenheid der rechterzijde. Dat gaat te ver. Zelfs zijn er nog een aantal hunner geloofsgenootenwien dat drijven hindert, o. a. Dr. Schaepman. Deze is ook niet vóór den persoonlijken dienst plicht, maar hij ziet ter wereld niet in waarom zoovele leden zijner Kerk daarover zulk eene drukte maken. Hij redeneert heel kalm en zegtplaten wij zier. of er ook mogelijkheid is van een vergelijk. De regee ring is toch geen schrikbewind, die met alle geweld haar zin doordrijven zal, als een groot deel des volks daar tegenover staat. Het is toch tijds genoeg om het zwaard te trekken, als de nood aan den man is." "Wij hopen nog altijd, dat het wijs beleid van Dr. Schaepman eenige kalmte in de Roomsche gemoederen brengen zal. Toch gelooven wij, dat het met de invoering van den persoonlijken dienstplicht hachelijk staat. En dat is jammer. Het is onze vaste over tuiging, dat die invoering ons volk ten goede zou komen. Met dit al heeft de verdeeldheid in de gelederen der rechterzijde reeds eene breuke veroorzaakt, die zeer moeielijk zal worden geheeld. Het is eene averechtsche opvatting van Staatsbeleid, als zonder groote noodza kelijkheid de hartstochten worden gaande gemaakt. Wie zal ze bezweren? De Heere regeert. Hij is de Machtige om, ondanks alles, te verhinderen, dat het liberalisme zegeviert en de pas verworvene buit ons ontvalt. Alle mogendheden van Europa hebben een leger. En hoe bedroevend het ook is, wij moeten zelfs in het einde der hoogverlichte 19de eeuw het feit constateerendat de volkeren elkander aanzien met den open mond van het kanon naar elkaar gericht. Nog altoos is het zwaard gescherpt en heeft een glinster, opdat het eene slachting slachte. En wij mogen ons al gelukkig achten, dat wij in een tijd leven, dat de vorsten van Europa er niet over schijnen te denken, hunne legioenen tegen elkan der in te jagen. Toch zou het onverstandig zijnindien ons volk op heel Europa eene uitzondering wilde maken en zijn leger afdanken. Er zijn er, die zeggen „och als de Pruis komt, doen wij toch niets. Wat wil ons legertje tegen de Duitsche legerdrommen? Wij hangen toch maar af van de genade der groote mogendheden. De tonnen gouds voor vestingen, forten en leger besteedkonden heel wat beter gebruikt worden." Met dit zeggen gaan wij volstrekt niet mee. Onze historie leertdat een tclein leger wonderen vermag in den strijd tegen geduchte vijanden, mits de Heere der heirseharen met ons strijdt. Maar daar komt het dan ook op aan. En daarom blijft ons vermaan, dat in de kazernen, waar in onze soldaten verkeeren in den gevaarlijksten tijd huns levens, met de eere en de ordonnantiën des Heeren gerekend worde. Het spijt ons, dat Mi nister Bergansius bij de behandeling der oorlogs- begrooting wat luchtig heenstapte over de beden kingen tegen het kazerneleven ingebracht. Wel is er reeds het een en ander verbeterd, maar de toonde levenstoon in de kazernenis nog niet zooals het behoort. Daarom zou invoering van den persoonlijken dienstplicht zoo wensckelijk zijn, omdat het gansche volk belang zou hebben bij het leven in de kazernen. Nu heet het: och, 't zijn maar soldaten, m. a. w. zoons van arme lui of uit den kleinen burgerstand 1 Dan zou aller oog over de kazernen gaan. Mannen van invloed zouden in 't geding komen, en dat kan geen kwaad om van de hooge regeering iets gedaan te krijgen. In de „Standaard" komt eene critiek voor op een stuk in de „Gids" van Prof. Buys. Daaruit nemen we het volgende over „We nemen er acte van, dat Prof. Buys na alles wel gewikt en gewogen te hebbentot de conclusie komtle dat de niet-lib. partijen zeer wel tot regeeren in staat bleken2e dat het te genwoordig Kabinet uit mannen bestaat die wat geschiktheid voor hun ambt betreftvoor de lib. heeren niet behoeven onder te doen3e dat met name De Savornin Lohman het van menigen li beralen voorganger won; 4e dat de werkzaamheid van dit Kabinet in weerwil van alle dynastieke oponthoud, en het obstructionisme, waarmede het soms te worstelen had (iets wat Buys verzwijgd) vrij wel opweegt tegen den arbeid van vorige Kabinettenen 5e dat legerontwerp, waar thans de strijd over loopt, ook al eischt het nog veels zins verbetering, toch een zegen voor het vader land kan worden." Deze lofspraak op de anti-rev. en hunne leiders, at komstig van een liberaal van het zuiverste water, kan in de aanstaande verkiezingsdagen goede diensten bewijzen, om onze partij van de blaam te zuiveren, die haar door de liberalen zal worden aangewreven. Een lastige wet. Men weet, dat de heer Mr. Kappeyne van de Coppello, thans lid der Eerste Kamer en vroeger Minister van Binnenlandsche zaken, de vader is van de fale schoolwet van 1878. Welnudeze liberale staatsman heeft dezer dagen nog zijn oordeel gezegd over de herziening van zijn onderwijswet door den minister Mackay. Natuurlijk luidt dit antwoordt niet gunstig. Maar opmerkelijk is hetgeen hij aan het slot van zijn artikel zegt „In mijn jeugd," zegt de heer Kappeyne verwachtte men van de neutrale school verhooging en loutering van den godsdienstzin. Voortaan kan men de neutraliteit niet meer verdedigen dan als het beste middel ter bestrijding van het voor den vooruitgang hinderlijk geloof Van deze verklaring nemen wij nota. Hier toch wordt gezegd, en dit nog wel door een lid der Eerste Kamer, vroeger Minister des Konings lo. Dat het geloof en hier toch is bedoeld het geloof aan de Gods openbaring in Jezus Christus hinderlijk is 2o. Dat dit geloof hinderlijk is voor den voor uitgang, natuurlijk in liberale richting En 3o. dat de neutrale school het beste mid del is ter bestrijding van dat voor den vooruit gang zoo hinderlijk geloof. Nu welen wij het! Onwillekeurig komt ons voor de aandacht wat het „Nieuws v. d. Dag" zich eenige jaren geleden ontvallen lietDe staatsschool moet dienst doen om de heerschappij der kerkelijke leerstellingen af te breken. Hintzpeter, keizer Wilhelm's oude leermeester, is tot voorzitter van de commissie benoemddie de besluiten van de Berlijnsche schoolconferentie zal uitwerken. Reeds bij de aanstaande Paasch- examens zal op de gymnasia het Latijnsche opstel wegvallen. De keizer houdt verbazend veel van Latijn en Grieksch, maar nog meer van jongelui, die huune eigene moeders taal goed spreken en flink op de hoogte zijn van 's lands historielet teren en wetenschappenWilhelm weet het wel. Het komt ons voor, dat deze vorst in vele zaken een flink inzicht heeft. Er gaat een gerucht, dat Oostenrijk van plan is om Salonika, de tweede havenstad van Turkije te bezetten, 't Is voor den Sultan te hopen, dat het gerucht ongegrond iswant het Turksche rijk heeft in de laatste jaren toch al menig brokje aan andere vorsten moeten afstaan. Het heette eerst, dat het met de werkstaking der Schotsche spoorwegbeambten zoo'n vaart niet loopen zou, maar dat komt heel anders uit. Ze houden vol. Beeds hebben er hevige botsingen plaats gehad tussehen werkstakers eenerzijds en polite en huzaren anderzijds. Het ergste is, dat John Burns, de bekende leider der sociaal-demo craten te Londen, er zich mee is gaan bemoeien. Deze is te Dundee gekomenen heeft de dokwer kers aangeraden ook het werk te staken, wat zij vermoedelijk doen zullen. Een aantal fabrikanten, wier inrichtingen stil staan beginnen te klagen over de spoorwegbesturenwat natuurlijk koren op den molen der werkstakers is. Te Lissabon is op een werkliedencougres, waar 200 afgevaardigden uit alle vakken tegenwoordig warenmet algemeene stemmen besloten den eersten Mei niet te werken en aan te honden op een werkdag van 8 uur Ergens in Italië hebben de socialisten op 't oogenblik ook al congres, waar ze eveneens over 1 Mei handelen zullen. Voorts congres te Birmingham van vertegenwoordigers van een 150000 mijnwerkers. Op dit congres werd sympathie betuigd aan de Schotsche werkstakers en hun geldelijke steun toegezegd. Verwarring genoegEvenwelwij wetende Heere regeert De Roodhuiden in Noord-Amerika zijn nog ver van rustig. In Missouri is de militie onder de wapens geroepenen in Kansas zal het ook ge schieden. Het zon hep! wt, wense.helijker zijn, als blanke zendelingen, die den Heere Jezus lief hebben, dien armen Indianen den weg des lieils mochten wijzen, dan dat nu de kanonnen der blanke soldaten hen als gras zullen wegmaaien, want dat is toch liet einde, als de Roodhuiden niet rechtsomkeert maken. Wat de oorspronkelijke Indiaansche bevolking in de Vereenigde Staten betreft diene het volgendeLangzamerhand werden de Indianen door de kolonisten verdrongen; hun land werd huu bf met geweld ontnomenbf door koop bf door minnelijke, schikking van hen ver worven. Iu nieuweren tijd heeft de regeering bun ten deele woonplaatsen gegeven in het zoogenaamde Indianen-gebiedwaar ze onder opzicht van regee- ringsambtenaren staan en zich aan landbouw en veeteelt wijden. De vroegere uitzuiging door die a«enten heeft voor een meer billijk bestuur plaats gemaakt, de beschaving wint veld, en wellicht is de. tijd niet ver meer verwijderddat die meer beschaafde stammen het eigenaardig Indiaansch karakter geheel zullen verloren hebben. De Aioe- rikaansche schrijver Herbert Welsh meent evenwel dat de regeering der Vereenigde Staten nog wel wat meer in het belang der Indianen had kunnen werkzaam zijn, waardoor de bloedige gevechten, die thans aan de orde van den dag zijnmisschien voorkomen waren geworden. In Midden-Amerika is bet ook niet pluis. Pas is er eenige betering in den ziektetoestand in Gua- tamale, waar ongeveer 20000 menschen aan de pokken gestorven zijn, of er gaan geruchten, dat er in dat land eene revolutie uitgebroken is. Van revolutie schijnen de liberalen in Tessino ook nog al te houden. Wij waren al blij, dat in dat Zwitsersche kanton de barometer op gestadig scheen te staan, en nu, hij wijst werke lijk weer op veranderlijk. De grondwet moet in Tessino herzien en een raad gekozen worden, welke die herziening moet voorbereiden. De wijze, waarop die raad gekozen moet wordenis door de Bondsregeering (de uitvoerende macht in Zwitser land, vastgesteld. Nu beweren de liberalen in Tessino, dat het olericale bewind aldaar de kiezerslijsten naar eigen goedvinden heeft opgestelden daarom zijn zij te Bern aan het klagen gegaan Wat dat nu zal uit werken, kunnen wij misschien eene volgende maal vertellen. Na de kamervacantie komt in Italië de begroo ting aan de orde. Het tekort moet maar eventjes 40 millioen bedragen. En dat in een land waar de maatschappelijke toestand alles behalve roos kleurig is. De Italiaansche minister van oorlog is irg uit zijn humeur. Hij moet zorgen voor een uitmuntend leger en wordt schraal bij kas ge houden. Buitenland. Ook te Weenen openbaart zich een wantrouwen legen het geneesmiddel van Koch, een natuurlijk gevolg van de overdreven verwachtingen waarte gen velen en Koch zelf in de eerste plaats van den beginne af gewaarschuwd hebben. De patiënten van Prof Nothnagel, die van Prof. Virchow's beschouwingen over Koch's mid del gehoord en gelezen hadden, hebben geweigerd zich verder daarmee te laten inspuiten. Zij zijn er niet meer toe over te balen. Prof. Widerhofer. hofgeneesheer en directeur van het St. Anna-Gastbuis voor kinderen, heeft zijn fleschje Kochine op zij gezet, omdat bij eene nadeelige uitwerking daarvan bij de kinderen bespeurde. In een ander gasthuis, door de Roth schilds gesticht, waar inen de uitwerking van Ko- chime elders wilde afwachten vódr die te gebrui ken, heeft men besloten, volstrekt geene inspui tingen daarmee te doen bij de longlijders. Te Piaceuza hebben dieven uit eene zware ijzeren brandkast in de sacristy der kathedraal een aantal voortreffelijke gouden en zilveren kunstwerken gestolen, naar men rekent ter waarde van meer dan 200,000 lira's. Te Sutterton, in het graafschap Lincoln, heeft men een buiteugewouen palingvangst gehad. Toen men gaten in het ijs maakte, kwamen ge- heele scholen naar de bijten om lucht te scheppen en verscheidene personen slaagden er in op deze wijze groote hoeveelheden meester te worden, meer dan volgens menscbenheugenis ter plaatse ooit het gevai was. Uit Hamburg wordt gemeld, dat de ijsbre- kers machteloos zijn tegen den geweldigen ijsgang die daar heerscht. Acht stoombooten verkeeren in gevaar van door het ijs verbrijzeld fe worden. Twee driemasters zijn reeds vernield. In politieke kringen alhier wordt verteld, dat keizer Wilhelm bij het bezoek, dit jaar door hem aan Engeland te brengen, wat waarschijnlijk reeds in liet voorjaar het geval zal zijn, op zijne reis daarheen ook het Nederlandsehe bof zal be zoeken. De gezondsheidstoestand van wijlen koning Willem III belette tot dusver deze beleefdheid des Keizers, terwijl de veranderde omstandigheden thans eene zij het ook slechts korte, ontmoeting met de Koningin-Weduwe zouden gedoogen. Prins Heinrich van Pruisen, tot dusver alleen met de marine bekend, zal zich nu op verlangen van zijn broeder, keizer Wilhelm, met de verhandelingen van staatszaken en algemeene landsaangelegenheden vertrouwd maken, voor het mogelijk geval, dat hij eens tot het waarnemen van een Regentschap geroepen kou worden. De mi nister Herrfurth zal zijn leermeester zijn. Volgens de Saale-Zeitung is er een onder zoek ingesteld naar den afzender eener kist, die op Nieuwjaarsdag uit Maagdenburg aan het adres van den Keizer te Berlijn is ontvangen en toen, wegens eene leemte in de formaliteit van afzen ding, naar Mecklenburg is teruggezonden. Daar te dier plaatse de afzender niet bekend was en men hem niet heeft kunnen opsporen, is de kist op last van de politie geopend en bleek zij ge vuld te zijn met socialistische geschriften. De Sultan van Turkije heeft het geschenk van keizer Wilhelm, bestaande in een kostbare eeresabel, beantwoord met eenige kleine Arabische paarden voor de oudste drie zonen des Keizers. Het stoomschip „Namoa" vertrok 10 Deo. van Hongkong naar Swatow met vijf salon- en 220 Chineesche dekpassagiers, de laatste meeren- deels koelies, die van de „Straits terugkwam en met hunne spaarpenningen bij zich. Op de hoogte van het eiland Pinhoi gekomen kwam plotseling van tussehen de Chineesche dekpassagiers eene bende zeeroovers te voorschijn, tussehen de 40 en 50 man sterk. Zij hadden de kleederen afgeworpen waarmede zij aan boord kwamen en vertoonden zich nu in eene soort uniform, niet ongelijk aan die der Chineesche soldaten. Zij waren allen met revolvers en sabels gewapend, en naar een zooals later bleek zorgvuldig overlegen plan, verdeelden zij zich in vier afdeelingen. Eene afdeeling begaf zich naar de salon, waar de gezagvoerder zich met de passagiers aan tafel bevondeene naar de brug, eene andere naar het verblijf der stuur lieden en machinisten en de vierde naar de ma chinekamer. Vooraf' hadden zij de scheepswapeus en ammunutie weten te bemachtigen. De tweede machinist werd door den arm geschoten, toen hij met de stuurlieden in de tweede salon aan tafel zat. Verscheidene schoten werden daar op de aanwezigen gelost en Chineesche stinkpotten naar binnen geworpen. De tweede stuurman werd ge vangen genomen en onder bedreiging van den dood, werd hij genoodzaakt de plaats aan te wijzen, waar het geld en andere kostbaarheden werden geborgen. De andere bende die naar de brug was gegaan trachtte den derden stuurman, die zich daar bevond, gevangen te nemen, doch deze sprong naar beneden en bereikte de machine kamer, waar hij door de roovers werd achtervolgd, ook hij kreeg een schot door den arm. De in de machinekamer aanwezigen verborgen zich onder de ketels. De bende die de salon aanvielen mikten met hunne revolvers door de kap en vorderden dat de gezagvoerder op dek zou komen, hetgeen hij deed. Onmiddellijk ontving bij van een der zee roovers een schot door de rechter borst en wan kelde toen terug naar zijne hut, waar bij zwaar bloedende een half uur later overleed. De passa giers die in de hutten de wijk genomen hadden, werden gedwongen zich in de hut vaD den ge zagvoerder te begeven en daar te blijven waarna deze werd gesloten, terwijl vier der roovers de wacht er voor hielde». Later werd ook de eerste machinist daar opgesloten. Ook de tweede en derde machinist en de derde stuurman die zich onder de ketels verborgen hadden, moesten te voorschijn komen, waarna ook deze in de kapiteinshut ge vangen werden gehouden. Alle Europeanen waren thans daar bijeen, bewaakt door de 4 roovers die nu en dan hunne revolvers en sabels door de houten jalouziën van de hut staken. Zij plunder den nu op hun gemak het stoomschip. Van de Chineesche equipage en passagiers hadden zij Diet het minste gevaar te duchten en voor zij zich van boord begaven, wierpen zij een zak met on geveer 20.000 dollars in de machinekamer, als een geschenk aan de Chineesche stokers. Zij namen ongeveer 20.000 dollars aan waarde mede en na dat zij ongeveer 8 uren in het bezit van het stoomschip geweest waren, verlieten zij het. Er waren 40 kisten opium aan boord, waarvan niets werd gestolen. Nadat de zeeroovers het stoomschip hadden verlaten, werd besloten naar Hongkong terug te keereu. Het dek lag bezaaid met voor werpen welke de roovers eerst gestolen maar later weder weggeworpen hadden. Ook werd een der passagiers, Pedersen genaamd, vermoord op dek gevonden. Bij aankomst werden de gewonden naar het hospitaal gezonden. Er waren vele rijke Chi- neezen aan boord van San Francisco en van de Straits, die via Hongkong naar Swatow terugkeerden. De „Nieuwe IJselbode" schrijft over opiumpacht: Ziehier een overzicht van de opbrengst der opium pacht over eenige jaren over geheel Indië In 1792 f 250.000 1822 1.500.000 1825 2.000.000 1855 6.500.000 1861 11.000.000 1870 10.500.000 1877 13.000.000 1888 20.000.000 Men ziet dus, dat, ondauks alle veranderingen in bet pachtstelsel gebracht en er waren er vele, alle met het openlijk uitgesproken doel verbruik van opium tegen te gaan dit ver bruik aanhoudend is toegenomen,- en dat, niette genstaande al wat er gezegd is en al wat er be proefd werd, in die vele jaren, de toestand op dit oogenblik treuriger is dan ooit te voren. En hoedanig is de feitelijke toestand? „Hij is deze, dat ter wille der pachtsommen de inlaudsche bevolking wordt overgeleverd aan Chineezen, die alles in het werk stellen om hun debiet uit te breiden, en voor geen handelingen, hoe onzedelijk ook, terugdeinzen om opiumschui vers te kweeken en qm den inlander, die eenmaal bij hen als opiumschuiver bekend staat, dit ver gif te blijven toedienen." De boeren, te Oud-Beierland, hebben hunne aardappelputten gepeild en is daarbij gebleken, dat slechts enkele, die onder zwaar winterdek liggen, goed zijn gebleven, terwijl de overige zijn bevroren. Vrijdag namiddag had onder de gemeente Nijkerk een boerenzoon, oud 14 jaar, op vogels willende schieten, het ongeluk dat de haan van zijn geweer haakte, waardoor het schot afging en hem in de borst trof. Eenige oogenblikken daarna was hij een lijk. Door de krachtige en welwilende tusschen- komst van het loodswezen wordt met ijsjollen al lerlei proviand vaD Terschelling naar Vlieland overgebracht. De winkeliers leveren hHnne waren, l voor zooverre zulks mogelijk is, zonder eenige

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1891 | | pagina 2