De Openbare School.
Uit ons Parlement.
B u i t e ii 1 a ii cl.
Gemengd Nieuws.
Plaatselijke Berichten.
Het is wel jammer, dat wij het nog telkens
herhalen moeten, dat de openbare school met haar
zoogenaamd neutraal karakter voor onze kinderen
niet deugt.
Zoolang er evenwel ouders zijn, die voor zich
zelve op eene zuivere verkondiging van Gods Woord
gesteld zijn en zeggen, dat zij ons Oranjehuis
liefhebben vooral en bovenal om die machtige
Helden, die God Almachtig ons uit dat huis be
schikte ter redding uit Spaausche, Fransche en
Bngelsche dwinglandij, ter redding onzer vrijheid
om Gods Woord in onze huizen te mogen lezen
en op den kansel te hooren verkondigen en nog-
tans en desniettegenstaande hunne kinderen aan de
Openbare School toevertrouwen, zoolang zijn wij
verplicht op hetzelfde aanbeeld te blijven slaan en
te blijven roepenOuders, de Openbare School
deugt voor uwe kinderen niet!
In die school komen onze Oranjevorsten niet
tot hun recht.
Op zijn hoogst mogen de onderwijzers den
kinderen vertellen, dat bijv. de Zwijger en een Prins
Willem III verdedigers en handhavers waren van
de burgerlijke vrijheden en de vrijheid van 't ge
weten, maar dat zij den Bijbel minden als een
kostelijk kleinood, den Christus liefhadden als
hunne Heer en Heiland en dat daarin «eigenlijk
hunne kracht school, ziet, dat moeten de onder
wijzers der Openbare School stilletjes voor zich
houden; het beeld onzer Prinsen, dat zij der jeugd
toonen mogen, moet onzuiver zijn, zoo wil het de
Jood, zoo wil het de liberaal.
De Vereenigde zittingen der beide Kamers be-
hooren weder tot het verleden. Acht van die
zittingen zijn binnen den tijd van een paar maan
den gehouden, alle om de bekende droeve rede
nen: de ziekte en den dood des Konings.
De laatste vereen, zittingen werden Maandag 8
Dec. gehouden, ter beëediging van H. M. de Ko
ningin-Regentes eu van den Raad van Voogdij
over H. M. de Koningin. Dezelfde formaliteiten
werden daarbij in acht genomen als bij de vorige
beëediging, zoodat het onnoodig is daar nogmaals
op terug te komen. H. M. de Koningin-Regentes
in zwaren rouw gekleed, legde eerst den eed af
als Regentes, en daarna als Voogdes. Deze laatste
luidt aldus: //Ik zweer trouw aan de Koningin;
ik zweer al de plichten, welke de voogdij mij op
legt, heilig te vervullen, en er mij bijzonder op
te zullen toeleggen om de Koningin gehechtheid
aan de Grondwet liefde voor haar volk in te
boezemen.
Wij verwachten van onze Koningin Emma nog
meer. Bovenal boezeme zij haar dochtertje liefde
tot God in, opdat zij, evenals hare vrome voor
zate Louise Henriëtte, Princes van Oranje eens
moge zeggen:
//Jezus is mijn toeverlaat 1"
Dinsdag 9 Dec. vergaderde de Tweede Kamer,
om zoo spoedig mogelijk de begrootingswetten
voor 1891 te behandelen. Ruim 11 dagen te
laat werd er aan begonnenen nu zou men den
ken De heeren zullen zich haastenom de schade
in te halen. Och neensommige Roomsche afge
vaardigden hadden volstrekt geen haast (misschien
wel om die gehate legerwet van de baan te schui
ven) en onder de liberale afgevaardigden waren
er ook velen, die zich vooral niet wilden over
werken, wellicht om in Juni bij de verkiezingen
het uit te bazuinendat de rechterzijde nog niets
gedaan heeft. Misschien ook wel om de behan
deling der stedenwet maar zoolang tegen te houden
tot het te laat is voor de komende verkiezingen.
Toch begon men de Ned.-Indische begrooting
te behandelen. Met groote krachtsinspanning be
hoeft Indië geen al te groote lastpost voor ons
land te worden.
Ziedaar het resultaat, waartoe wij komen moe
ten bij het overlezen der kamerverslagen. Zooals
te begrijpen is, zijn het de //specialiteiten/' die
het hoogste woord voeren. Het is ons onmogelijk
al het merkwaardige in deze beperkte ruimte
mede te deelen. Daarom slechts enkele aanha
lingen en opmerkingen
De heer v. Houten is zoo bang voor benoemingen
in gewichtige betrekkingen door dat Kabinet, dat
hij er vrede mee hebben kan, dat geen opvolger
van dezen Gouverneur-Generaal door dit Ministerie
wordt benoemd. Van tegenovergestelde meening is
de heer Levyssohn Norman, die in den Gouv.-
Gen. ziet een goed en rechtvaardig man.
Hij is den heer Keuchenis dankbaar voor zijne
benoeming.
Deze laatste is nog altijd de steen des aanstoots
voor vele liberalen. Niet tevreden hem van zijn
hoog voetstuk als Minister te hebben gestooten,
gaan zij nog voort hem ook als Kamerlid te treffen
met hunne in alsem en gif gedoopte pijlen. Wat
zeker vele liheralisten voor den heer Keuch. ge
voelen, werd door den heer Geertseina kort en
krachtig uitgedrukt.
Oordeelt slechts:
„De geachte afgevaardigde uit Goes heeft de
gewoonte zijne redevoeringen Christelijk te begin
nen en hatelijk te eindigen."
z/Geen enkele wet, door dezen Min. v. Kol.,
maar vooral door zijn ambtsvoorganger beloofd,
is ingediend.''
»Ik eindig niet met een bijbeltekst, ook niet
met eene aanhaling uit vreemde schrijvers, maar
met een echt Hollandsche uitdrukking, volkomen
toepasselijk op den heer Keuchenius, en die is
heel veel praten, en als het er op aan komt
weinig doen."
Is dit ook hatelijk geëindigd, lezer?
Zooals te begrijpen is liep het debat hoofdza
kelijk over den treurigen geldelijken toestand van
Ned. Indië. Hoe? Indië, het rijke Indië in geld
nood! Ja, lezer, het lijkt er wel wat op, eu waar
door die toestand is ontstaan, werd door den heer
Van Dedem met een zeer begrijpelijk beeld ge-
teekend.
De vroegere Regeeringen hadden gedachtig moe
ten zijn aan den raad, dien Jozef aan den Farao
gaf. In de vette jaren hadden ze het geld moeten
besparen voor de magere jaren, die mogelijk ko
men konden. De Minister Mackay antwoordde
daar heel gevat opWij hebben wel een Jozef
gehad, maar deze gaf slechts een halven raad Hij
ried aan om de opbrengst hierheen te voeren en
te bergen, maar hij vergat er bij te voegen, dat
wanneer de slechte tijden kwamen, de voorraads-
schuren moesten worden opengezet en men het vroe
ger opgegaarde weer voor den dag moest halen.
Terwijl de inkomsten in Indië vermeerderden
werden de overschotten herwaarts gevoerd en hier
gebruikt, en toen men eindelijk in Indië geld noo-
dig was, bleek dat er niet te zijn."
Zoo is het. De liberalen maakten vroeger het
geld zoek, ondanks de waarschuwingen der onzen,
om de winst, die Indië opleverde, alleen voor dat
land te gebruiken, en nu ja, nu eindelijk de
onzen aan het bewind komen, is het schip gestrand.
Er zijn groote tekorten, weinig inkomsten, te
genspoeden door het weêr en ziekten der gewassen
en toch nemen de liberalen het dit Ministerie nog
kwalijk, als ze niet minstens tien maal zooveel in
één jaar uitvoeren, als zij in tien jaar gedaan heb
ben. Ook enkele Roomsche specialiteiten hadden
veel aan te merken op het bestuur van dezen Mi
nister en van zijn voorganger, Zou delegerwet daar
ook de reden van zijn?
Een krachtig woord voor de Zending in Indië,
sprak de heer Keuchenius.
//Ik geloof, dat wij geen van allen het recht
hebben, elkaar te verdenken van aan de belan
gen van partij, volk of land te schaden, wanneer
wij eendrachtig samenwerken tot bevordering van
de eer van Hem, die het Hoofd is van alle over
heid van macht, en die door de Katholieken
zoowel als door de Protestanten erkend wordt
als de Zaligmaker der wereld. En omdat ik de
overtuiging heb, dat ook voor liet heil van de
volken van Ned. Indië Christus alleen, en Zijn
eer en Zijn dienst noodig zijn, daarom zal ik
niet ophouden te trachten anderen voor Hem te
winnen."
Hulde aan den man, die zoo krachtig voor
de eere Gods durft opkomen.
De Oostenrijksche regeering heeft eene veror
dening betreffende het gebruik van Koch's genees
middel uitgevaardigd. Daarin wordt verboden het
middel op zieken buiten hospitalen enz. toe te
passen, tenzij de arts nauwkeurig toezicht op zijn
patiënt kan houdenuitvoerige aauteekeningen
omtrent het verloop der behandeling worden voor
geschreven en zoo ook de verplichting voor iederen
arts, elk door hem in behandeling genomen
ziektegeval aan de overheid bekend te maken
zoo ook later den afloop.
Edison moet, volgens le Matin, een nieuwe
geneeswijze voor jicht uitgevonden hebben, be
staande in eene behandeling met stcenloogzout en
electriciteit.
Te Miilheim kwam verleden nacht omstreeks
5 uur een trein van personen- en goederenwagens
zonder locomotief in razende vaart het station bin
nenrijden. De wagens ontspoorden, vernielden het
perron en een paar telegraafpalen on bleven een
eind verder in het zand gewoeld liggen. Een per
sonenrijtuig 3e kl. en twee goederenwagens waren
geheel vernield en de andere rijtuigen beschadigd.
Een remmer, die op een der wagens zat was er
onderweg afgesprongen en bleef ongedeerd.
Het is een raadsel, hoe de wagens in beweging
gekomen zijn.
Een Noordpoolreiziger onder de honden is
dezer dagen overleden. Het was een groote Deen-
sche dog, Bobhet eigendom van den Engelsman
Stephen, die in 1881 en 1889 eene reis naar
Groenland medemaakte. Gedurende de eerste van
die expeditiën. toen het schip Evia in het ijs
vastzat, voorzag Bob de tochtgenooten van vleesch.
Hij liet zich namelijk door ijsbeeren nazetten en
lokte die vijanden door allerlei listen binnen het
berïjk van de geweren der schepelingen.
Slachtoffer van haar medelijden. De echtgenoot
van majoor Gregg, onderwijzer am de militaire
akademie te Sandhurst, doodde, naar uit Londen
gemeld wordt, jl. Zondag haar moeder, tijdens die
sliep, en pleegde daarna zelfmoord. Mevrouw
Gregg's verstandelijke vermogens waren gekrenkt
en haar man wilde haar naar een kranzinnigenge-
stichtl aten vervoeren, maar zijn schoonmoeder
was hier »terk tegen. Het medelijden met haar
dochter kosste de arme vrouw het leven. Moord
en zelfmoord werden met een mes begaan.
Dezer dagen keerden van Saiut-Douat
(Frankrijk) 's avonds twee jonggetrouwden, Montel,
.13 jaar oud, en Marie Consteix, 18 jaar oud,
naar hunne woning, in het gehucht Pounet terug,
vergezeld van vrienden en bloedverwanten.
Op eens weerklonk een schot van achter eene
haag en de bruidegom rolde dood in het zand;
een tweede schot knalde en trof de bruid, die
doodelijk gewond op het bebloede lijk baars
echtgenoots viel.
De moordenaar die, verborgen in het struikge
was op den bruidstoet wachtte, nam na zijne
dubbele misdaad de vlucht. De genoodigden, als
versteend van schrik door dit vreeselijk tooneel,
durfden zich bijna niet verroeren. Toen de perste
schrik over was, vervoerde men de twee lijken
naar het gehucht. De justitie was spoedig ter
plaatse. De vermoedens vielen op zekeren Mana-
ranche, een jongeling van 22 jaren, van hetzelfde
dorp. Hij had het meisje ten huwelijk gevraagd,
maar was afgewezen.
Den dag na den moord vond men het lijk van
Manarauche tusschen de struiken. De borst was
met een kogel doorboord en zijn geweer 1 g naast
hem. Zijn lijk was reeds geheel stijf.
In een groot woud bij Shorneff, in het
Russische gouvernement Kiew, is het bloedig over
blijfsel van een kapitein der gendarmes, behoorende
tot de geheime politie, gevonden. De ongelukkige,
die, geheel ontkleed, aan een boom gebonden en
op zulk een vreeselijke wijze verminkt, was, dat
het eenvoudig niet te beschrijven valt, ademde nog.
Op zijn borst was een papier gespijkerd, waarop
men las//Straf van een Spion. De bevrijders
van Rusland." De bedrijvers van de afschuwelijke
daad zijn niet te vinden
De uitkomst der volkstelling te Berlijn is
thans bekend. Op 1 dezer maand waren er
1,574-,485 inwoners, zoodat de bevolking sedert
de laatste volkstelling (1885) met 260,000 zielen
is vermeerdert. Dit is de grootste vermeerdering,
die ooit bereikt werd.
Berlijn overtreft thans Weenen, daar de hoofd
stad van Oostenrijk met zijne voorsteden slechts
1,103,875 inwoners telt.
Een treurige vergissing. Een weduwe te
Potsdam, mevrouw Wachterhausen, had het onge
lijk haar dochter Amalia, die om redenen van ge
zondheid te Nizza vertoefde, door den dood te
verliezen. De bedroefde vrouw schreef aan een lijk
bezorger in genoemde stad, dat hij het stoffelijk
overschot van haar kind in een fraai bewerkte kist
huiswaarts moest zenden. Toen nu de moeder Zon
dag even voor het ter aarde bestellen de kist liet
ontsluiten, ontwaarde zij tot haar niet geringe ver
bazing en nog grootere teleuistelling, dat deze
niet haar kind, maar het lichaam van een ouden
llussischen officier in uniform bevatte. Nadat zij
eenige inlichtingen had gevraagd, vernam zij per tele
graaf, dat de lijken te Nizza bij vergissing ver
wisseld waren. Het lijk van haar dochter was naar
Smolensk in Rusland gezonden, in plaats van den
officier.
Van de Russische regeering, ontving mevrouw
Wachterbausen vervolgens nog bericht, dat haar
dochter zoo pas met groote plechtigheid en mili
taire eerbewijzen begraven wes.
Voor onze oudstrijders 1
In naam van Koningin Wilhelmina heeft de
Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk,
een bewijs van bijzondere waardeering gegeven
van de diensten van Neerlands strijders in de
gedenkwaardige jaren 181315. Iederen oudstrij
der uit die jaren, gerechtigd tot het dragen van
het Zilveren Kruis, wordt jaarlijks, op zijn aan
vrage aan de Koningin, een extra bijdrage uit
's lauds schatkist van f150 verstrekt, indien al
thans de oudstrijder behoeftig is. Deze tegemoet
koming wordt vermoedelijk ook dit jaar nog uit
gekeerd en vervolgens den löden Juni van elk
jaar.
Uit het leven van Koning Willem III.
In zijn jongste werkje deelt de heer Joh. Gram
volgende treffende episode mede uit het leven van
onzen pas ontslapen Vorst
Eens, toen de Koning met groot gevolg nabij
het Loo aan het visschen was, zag hij een arm
boertje angstig naderen.
Wat moet dat boertje? vraagt Z. M. Een der
adjudanten gaat op verkenning uit en komt terug
met de treurige tijding, dat de arme man zijn
drie koeien achter elkaar verloren heeft en wan
hopend is.
Arme drommel 1 mompelt de Koning. Geef hem
voorloopig dertig gulden.
De adjudant bekende, dat hij geen dertig gul
den bij zich had.
Laat hem morgen aan het paleis komen, zei de
Koning, dan kan hij bij de heeren ook wel eens
rondgaan.
Den volgenden dag kwam het boertje, ontving
dertig gulden en stak daarboven nog menigen
lijksdaalder op, dien hem de gasten schonken.
Doch toen de koning den man zijn ongeluk in
alle bijzonderheden hoorde vertellen, werd zijn
goed hart zoo getroffen, dat hij den adjudant
gelastte, den armen tobber een koe uit den stal
mede te geven. En zoo verliet de boer met een
zak vol geld en de koe aan een touw dankbaar
en gelukkig het koninklijk paleis.
Sedert een paar weken woonden een gezin te
Brokel (bestaande uit man, vrouw en acht kinderen)
tusschen vier horden. Medelijdenden hebben nu met
deze felle koude een zeiltje over de hut gespan
nen. De ougelukkigen, waarvan het jongste kind
l1/jaar oud is, zijn ingezeten en geboren Bra-
kelscken.
In den Brakelschen polder staan nog dui
zenden mudden knolrapen in den grond, die nu
alle bevroren zijn. Voor veevoeder kunnen dezelve
zelfs aiet meer dienen. De knolraap is mede een
hoofdproduct alhier.
De beste paarden 1
Paarden met breede koppen gaan door voor de
kloekste. Men heeft opgemerkt, dat de eavalerie-
paarden met breede koppen gemakkelijker worden
gedresseerd dan die met smalle koppen. Zoo heeft
ook eene Engelsche lord bij zijn jachtpaarden de
ervaring opgedaan, dat de breedst gekopten ook
de schranderste waren.
Bij een publieke veiling te Kesteren gehou
den, brachten 12 iepenboomen de som van ruim
f800 op; wel een be wij dat het iepenhout thans
zeer hoog in prijs is.
Om bevroren aardappelen goed te make
Bevroren aardappelen zet men, na ze geschil
te hebben, in kokend water op, en voegt er ee"
lepel meer zout bij dan men gewoon is. Hebben
ze een oogenblik goed gekookt, dan giete men
er het water af en zette de aardappelen opnieuw
in kokend water op, met de hoeveellheid zout,
die men er altijd bij voegt. Indien ze dan gaar
zijn, zal men aan den smaak niet bemerken, dat
de aardappelen bevroren zijn geweest.
Als een bewijs van verregaande onbeschaamd
heid kan, aldus schrijft men uit Breda, het vol
gende dienen Voor een tweetal maanden vervoegde
zich bij de bejaarde wed. G., die te Baarle-Nassau
in een alleenstaand huisje een herberg uitoefent,
een onbekend persoonwelke baar onder bedreiging
van moord al haar geld deed afgeven.
In het laatst van de vorige weekomstreeks
12 uur 's nachts, werd er aan de woning van
genoemde weduwe geklopt, met bevel open te doen
voor de maréchaussees uit Alfen. Zij zag een
maréchausséedeed open doch ontdekte in dien
persoon denzelfden man, die haar vroeger bestolen
had. Deze beval haar de kachel aan te maken
brood te snijden en daarbij een kop chocolade te
voegen. Na dit genuttigd te hebben nam hij
onder verklaring dezelfde schurk van vroeger te
zijn haar wederom eenig geld en goed af en
verwijderde zich met een //tot weerziens." [Hbl.)
Door de slapeloosheid van een der besjes in
het oude mannen- en vrouwenhuis te Monniken
dam, is een groot ongeluk voorkomen. Den vorigen
avond was er in een der benedenkamers bestuurs
vergadering geweest en is vermoedelijk een vonk
in lurf- of houthak verdwaald. Om half een in
den nacht was de concierge nog in dat lokaal ge
weest en had niets bemerkt en om 1 uur werd
het besje door den naren reuk reeds verontrust
en drong zij er op aan om den concierge te doen
roepen, die dan ook de kamer tot stikkens toe
vol rook vond, en terstond de nachtswachts met
extincteurs riep, wien het gelukte den brand te
blusschen.
H. M. «Ie Koningin-Regentes heeft aan den
burgemeester van Den Haag f 4,000 doen ter hand
stellen, ten behoeve den algemeene armen, aldaar.
Het ijs eischte Zondag ook te Doetinchem
zijn offers. Drie jongens waagden zich, zelfs tegen
de waarschuwing van den vader van twee der
drie jongens, te ver op het nog brooze ijs van
den verraderlijken Ouden IJsel, ter hoogte van
de zoogenaamde //Stokhorst", met het ongelukkig
gevolg dat alle urie er tegelijk doorzakten. In een
oogwenk werden door de naastbijzijnden touw en
ladders bij den landbouwer J. gehaald, en men
mocht na krachtige pogiDgen er in slagen, een
der jongens te redden. Helaas, de andere twee,
zijnde een 16- en 10-jarige zoon van den poelier
O., kon men, ook doordat het touw brak, niet
redden. Hnnne lijken zijn nog niet gevonden.
Maandagnamiddag omstreeks 4 uur had te
Hillegersberg op het ijs een treurig ongeluk plaats.
Twee personen reden tegen elkander in met het
gevolg, dat J. Muit, oud 28 jaar, bewusteloos
neerviel. Toen de hulp van dr. Vermeulen inge
roepen werd, was de arme man reeds een lijk.
Wegens het vergevorderde uur en
z/in de raadzaal heerschende koude", werd (vol
gens de Zutph. Ct.) gistermiddag reeds vroeg
tijdig de raadzitting te Zutfen opgeheven!
Wie geeft aan het arme Zutfen een paar mud
steenkolen present
Van H. M. de Koningin-regentes is bij den
havenmeester te Enkhuizen eene gift ingekomen
ten bate van den visscherman, J. Stavenuiter,
wiens vaartuig bij de aanvaring met de //Fries
land" verloren ging.
Gratis brood en koffie!
Men schrijft uit Den Haag, dat de Christelijke
Yolksbond heden door strooibiljetten bekend zou
maken waar en wanneer brood en koffie, voor een
ieder, die zich daartoe aanmeldt, kosteloos aldaar
verkrijgbaar zullen zijn.
Woensdag werd van de gelegenheid, door
den Christelijken Volksbond in Den Haag aange
boden, om gratis brood en koffie te verkrijgen,
gebruik gemaakt door ruim een 400-tal mannen,
vrouwen en kinderen, waaronder moeders met
zuigelingen.
Maandagmiddag had in Den Haag een tref
fend ongeval plaats, toen de grenadiers en jagers
van de gehouden oefeningen op schaatsen naar
het garnizoen terugkeerden en een overweg van
de spoorbaan passeeren moesten. Een jager, die
zich op zijn schaatsen waarschijnlijk minder vlug
bewoog dan zijn kameraden of misschien gestrui
keld iswerd door een aankomenden trein over
reden de beide voeten werden hem afgesneden
en de ongelukkige, het slachtoffer van een bevo
len dienstverrichting, gaf bijna onmiddellijk den
geest. Het misvormde lijk werd naar het militair
hospitaal overgebracht.
Sornmelsdijk, 11 Dec. Trotsch het lJs, en de
daardoor geisoleerde toestand van ons eiland, trad
toch de Heer Ds. v. Goor van Schiedam heden
in de Zondagsschool op, om een rede te houden
over het Christelijk onderwijs.
Nadat de Heer Oranje, Hoofdonderwijzer a/d
Chr. Ger. Weeshuissohool de aanwezig uitnoodigde
tot het zingen van Ps. 25 2, leidde ZEd. in
korte trekken de samensmelting, en het doel dier
samensmelting van de beide locale comite's Som.
melsdijk eu Middelharnis uit, waarna hij De Eerw
Heer v. Goor uitnoodigde tot spreken.
Nadat de geachte spreker was voorgegaan met
gebed, werd gezongen Ps. 115 5 en begon ZEerw.
naar aanleiding van Ps. 78 vers 111 te ver
klaren, dat de schoolstrijd groote blijdschap, maar
ook groote droefheid geeft.