voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. De kleine Duif. Vrijdag 15 Augustus 1890. Vijfdë Jaargang N°. 233. &nU-3lzvo{wttonaiz IN HOC SIGNO VINCES T. BOEKHOVEN. FtU ILL ETON. SOMMEL8DIJH. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Uit de Pers. «I i4 Af L*liïfcJJ*" Jbii .0 0& Svit 'iv*'ï i lA bt u*v li» 4t.ll Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bjj den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur DE SCHOUWBURG EN DE STAAT. Van al wat in het openbaar geschiedt draagt do overheid de verantwoordelijkheid. De overheid reikt patenten d. i. ver gunningen tot publiek bedrijf uit en zonder hare goedkeuring en toestemming kan niets in het openhaar plaats hebben of vertoond worden. Zonder hare toelating eene openbare vertooning uit te voeren, stelt iemand schuldig aan de wel. Vandjar dat de overheid dan ook verant woordelijk is voor wat in het openbaar geschiedt. En vandaar ook, dal zij bij gemeentewet waakt tegen vertooninyen met de openbare zedelijkheid strijdig. Stipte nakoming dezer wet is in hot belang der overheid zelve Zij toch houdt zich staande door gezag. En niets is er dat meer alle tucht en orde vijandig is en er op uil is, het gezag te ondermijnen dan onzedelijkheid. Op grond van dit gezag mag er dan ook allerminst aan getwijfeld, dat de overheid uit welbegrepen eigen- en staatsbelang de gemeentewet en ook het artikel van de zedelijkheid en orde strikt handhaven zal. liet eenige dus, waarover geschil zoude kunnen ontstaan en waaraan getornd konde worden is de maatstaf, waarnaar de overheid beoordeelt of iets zedelijk of onzedelijk, orde lijk of onluchtig moet worden genoemd. Over den keursteen, dien men hiertoe aan legt, rijst verschil van gevoelen. Dat er tweeërlei keursteen is, dat de over- r Plotseling knalde een schot door het woud. De flesch sprong iq. duizend splinters en de handen en kleederen van den Gouverneur wer den door den wegspattenden wjjn besproeid. Verschrikt sprongen alten. op. Bienville, de Gouverneur, was doodsbleek geworden. Alice was van schrik bjjna neergevallen. Met op elkander genepen lippen beschouwde de Gouverneur den hals van de flesch, die de verschrikte dienaar nog in dezelfde houding in de hand hield. Op een kleinen afstand bevond zich een rots achtig uitstek. Daar zag men een klein kruit- wolkje achter van daan omhoog stijgen. Daar was dus het verraderlijke schot gelost. Een deel der soldaten wilden zich ijlings naar die plaats begeven, doch de Gouverneur hield zs terug. „Halt 1" riep hjj. „Laat niemand zich ver roeren. Brengt dadelijk uw buksen in orde en zlejLf? verdediging gereed is 1" Hjj zelf sprong te paard, verbood Alice hem te volgen, en sprong door Chepar be geleid op de rots toe. Hij bemerkte hier echter met het minste spoor van onraad. Ook de schild wachten hadden niemand gezien. Hjj beval hun eene verdubbelde waakzaamheid en keerde naar heid een anderen maatstaf aanneemt dan ons volk in zijn breede kern hieraan valt niet te twijfelen. Dit is onmiskenbaar een zeker feit. Dit blijkt voldongen hieruit, dat de over heid openbare verlooningen toelaat, die elk ernstig man ergeren; die der eerzame vrouw den blos der verontwaardiging op de wangen jagen en die liet grootere en betere deel on- zes volk verfoeit en verafschuwt. Met smart en weemoed denken wij aan hen, die met een bedenkelijk aesttlisch ge voel trachten te vergoelijken de publieke ge meenheden en banaliteiten, die èn vóo'r èn in de kermistenten en schouwburgen, zoo door taal en gebaar, als door kleeding worden op- Repalen we ons alleen tot het tooneel. Volgens onwraakbare getuigenis van mannen die het wel weten kunnen, slaat het llollandsche tooneel al op een bijzonder laag peil. Het spelen op het tooneel, liet verschijnen op de planken staat te onzent niet als eer zaam bedrijf bekend. En in de schatting van het publiek is iemand, die als looneclspeler, als comediant optreedt niet hoog aange schreven. De lieden, die onze schouwburgen eigen lijk bezoeken, en de loges en stalles bezetten verschijnen er dan ook niet, om wat er te genieten valt, maar alleen omdat liet tot de „bon ton" behoort, omdat het gekleed staat. Zij moeten er hunne bevalligheden en toi letten vertoonen en deze op het voordoeligst uit doen komen. De voordracht der spelers is zoo onbe holpen, gekunsteld en onwaar mogelijk. den troep terug, die door het geloste schot in de grootste beweging en spanning gekomen waren. „Weest dedaardriep hg uit, terwgl hg van het paard steeg. „Ik durf wel met ze kerheid te zeggen, dat deze kogel niet uit de buks vau eeu Indiaan is gekomen. Chepar, had ik gelijk of ongelijk toen ik den ouden jager wantrouwde Met deze woorden wendde hjj zich tot den kommandant. Ik durf honderd tegen een te ver onderstellen, dat de kogel van hem is." „Gelooft u, dat deze jager u naar het leven zou staan zeide Chepar. Bienville schudde het hoofd. „Op mjjn leven was het uiet gemunt", sprak hij. „Want als hij wilde, kon hij ook op mgn hoofd gemikt hebben. Hjj wilde mij, dat is heel duidelijk schrik aanjagen, en misschien waarschuwen niet verder te gaan. Doch dit is niet mogelgk." „Eu hoe is het met u, Alice, zijt ge al wat van den schrik bekomen?" Met deze woorden wendde hij zich tot zijne dochter en begon een vriendelijk gesprek met haar, om haar niet te ontmoedigen liet hg zich eene andere flesch wijn brengen. Hjj vulde zjjn kleinen beker en ledigde dien, doch zijne bleeke wangen en een zenuw achtige trek om den mond verraadden dat zijn schrik nog niet voorbij was. Verder hoorde men niet bijzonders uieer en na eenige uren zetten zjj hun marsch voort en weder doorschreden zjj een grooten afstand zonder eenig menschelijk wezen te bespeuren. De taal is bene.len alle criliek. De spraak is plat, ongemanierd en triviaal. Daarbij zoekt ge bij ons tevergeefs een stand van tooneelschrijvcrs. Onder hen, die zich actief met liet tooneel inlaten is te groote scliaarschte van karakter en te weinig beschaving en univcrseele ont wikkeling dan dat zij ooit hoogere kringen zouden kunnen bevredigen. En om nu de lagere volksklasse, die met de tooneelislen op één lijn slaat en waarvoor deze dan ook eigenlijk werken, op hare wijze te doen genieten, worden de licderijksle fransche stukken vertaald en uitgevoerd. De letteren en dus ook looneclslukkcn zijn de spiegel van versland en gemoed, zegt men. Aan de eischen, die deze beide stellen, moet worden voldaan. En hier hebt ge meteen den steen, waar mee de overheid toetst. Let weleerst het versland en dan het gemoed. Dit laatste wordt door hel eerste gevormd. Hel gemoed is een kind van het versland. En zoo blijft als eenige voorwaarde, dat aan de eischen van hel versland genoeg worde gedaan. En dus is de vader van hel huidige, liederlijke tooneelhet intellectua lisme, de eenzijdige vcrslandstgrannie. Met het onderwijzen hiervan wordt reeds begonnen op de lagere school. Voortgezet wordt dit op de middelbare. En voltooid op de hoogere inrichtingen van onderwijs De Staat, de overheid huldigt derhalve als hel heilzaamst voor ons volk de versland- richting, waaraan we o. a. hel ontuchtige tooneel hebben dank te weten. Het evenwicht tusschen kennis en zede- Niettegenstaand dit, liet Bienville metzjjne waak zaamheid niet af, want het kon even goed een list der Reodhuiden zijn, om hen zorgeloos te maken en hen dan eensklaps te overvallen. Door den marsch wat spoediger voort te zetten ware het mogelijk geweest het hoofddorp der Natchez nog dienzelfden dag te bereiken maar dit lag niet in het plan van den Gouverneur. Wjj willen liever op klaarlichten dag in het dorp aankomen sprak hij tot Chepar. Dan hebben wij tjjd ons een geschikte plaats te kiezen, waar wjj ons nachtleger zullen opslaan, en dat goed te bevestigen, zoodat wij des noods daar zonder gevaar een paar nachten kunnen doorbrengen. Op een goed en veilig nachtleger komt het mjjns inziens vooral aan, want als de Natchez iets kwaads tegen ons in den zin hebben, zullen zij dat zeker bjj voor keur des nachts in 't werk stellen." Toen de avondstond aanbrak, liet Bienville zijn volk in een bjjzonder daartoe geschikte plaats halt houden. Geen gunstiger plek kon men daar voor ooit gevonden hebben. In een ruimen hoek van het woud, alom gedekt door hooge steile rotsen, liet hg zijne soldaten het nachtleger opslaan. Aan twee kanten waren zjj door de rotsen gedéktvoor hen breidde het woud zich uit. De Gouverneur liet tot op tainelijken afstand het kreupelhout in de rondte omverhakken, om het te beletten, dat de Indianen hen ongezien konden naderen en nabijsluipen. Dat kreupel hout gebruikte hij om hier en daar groote wacht vuren aan te leggen, die alom een goed licht verspreidden. Op deze wjjze was het onmogeljjk, lijkheid is verbroken. Alleen van verstande lijke ontwikkeling weet men. Vreemd istnen van godsdienstige ontwikkeling. Religie is iets uit den ouden doos, goed voor hofjes- juffers. Uit verkondigen de moderne predikers van den kansel, in bond met den revolutio nairen Staat, die boven recht het belang stelt en voor het nut de zedelijkheid achterzet. Al wat men dan ook van die zijde van vrome termen en zoet gefemel oprakelt is niet dan publieke fopperij. Maar wanneer nu, zooals de liberalen zeg gen, wat in de Schouwburg te genieten wordt gegeven de spiegel is van verstand en gemoed wanneer de ontwikkeling van deze heide dus gelijken tred houdt met die vail het tooneelwal moeten we dan toch denken van de grootte van liet versland en de tecdër- hcid van gemond hij lien, die de meest on zinnige en vuilste stukken kunnen zien cn hooren, ja, er voor uitgaan om deze dingen te genieten Waar zijn dan de vruchten van hel opge hemelde neutrale staatsonderwijs, dat ons volk zoo duur te slaan is gekomen, dal zoo vele schatten heeft verslonden Het eêlslc wat ten looneele wordt gevoerd is geimporteerddat komt uit Albion en Al- lemagne en al wat heneden het gewone ni veau is van een fatsoenlijk menscli levert Parijs en hierin vermaken zich onze normaal denkende liberalen. Maar cilievo wat leveren zij zelvcn Werpt dan de verstandsrichting waaraan alles is ten koste gelegd, niets, in liet geheel niets af voor het llollandsche tooneel Arm land, waar de verslandsmannen de meende men, dat een vjjand onbemerkt kon naderen. Bij deu gloed der wachtvuren was de omtrek tot op verren afstand duideljjk verlicht; De sol daten legerden zich nu rondom de helder bran dende vuren en genoten behageljjk eeuc wel verdiende rust. In korten tjjd waren al deze maatregelen ge nomen. In een grooten kring lag de troep ter ruste. Groote hoopen rijs en kreupelhout waren in voorraad om het vuur den geheeleu nacht te onderhouden. Bovendien waren de schildwach ten op de voorposten uitgezet. Om zich te overtuigen dat alles naar zijne bevelen uitgevoerd was, maakte de Gouverneur vergezeld door Chepar de rondtehg beval den schildwachten de grootste opmerkzaamheid aan, en giDg toen nog ten overvloede de wacht vuren rond, om de soldaten hier en daar aan te spreken, eu tot waakzaamheid aan te sporen, opdat zij bjj het eerste alarm bij de hand zou den wezen. De slechte indruk, dien het geloste schot gemaakt bad, verdween meer en meer, en de soldaten hadden door de voortreffelijke stelling eu de getroffen maatregelen van veiligheid een behagelijk gevoel van zekerheid. „Kapitein 1" sprak de Gouverneur „wat dnnkt u, als wij dezen nacht eens overvallen werden zouden wij dan niet in staat zjjn een tiendub bele macht het hoofd te bieden Maar wat zeg ik, laat ik niet te verwaand spreken. Ik hoop dat het er niet toe komen zal en dat Gods hand ons beware moge." [Wordt veroolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1890 | | pagina 1