Tweede Hamei*.
De volkeren der Aarde.
Gemengde Berichten.
Plaatselijke Berichten.
Boekaankondiging-.
herziening, hel kiezerspersoneel word uitge
breid, kregen de ontevredenen gelegenheid,
aan het woord en te komen te protesteeren
in den Raad legen het nemen van geld
uit de gemeentekas voor kerkelijke doel
einden. Rn zoo kwam er van radicale
zijde al spoedig een voorstel ter tafel,
om geen geld meer voor een nieuwen
kerkdijken hoogleeraar (noodig geworden
na het vertrek van Prof. Gunning naar
Leiden) te geven, en toen dit geen bij
val vond, kwam er een ander voorstel
in behandeling, n.l om aan de llooge
Regeering te voorzoeken, dat de Over-
heids-universiteiten mochten worden vrij
gesteld van de verplichting om oen Theolo
gisch vaculteit in stand te honden. Deze
actie lokte heftige reactie uit van den kant
der moderne en synodale theologen, niet
Mr. Levy in bond. L)e llooge Regeering
heeft nog niet beslist, en inmiddels open
baren zich de geesten, en acht Dr. K. liet
nuttig, dat ook de mannen der vrije univer
siteit zich heidei omtrent dit punt verklaren
Donderdag had dhr. Domela Nieuwenhuis
bij zijne interpellatie over de ongeregeld
heden te Enschedé, o. a. gezegd, dat hij
en de minister Jhr. de Savornin Lohman
elkaar niet veel te verwijten hadden, daar
ook Z. Exc. dikwijls tot de onruststokers
is gerekend geworden.
Toen nu Vrijdag de zitting was ge
opend, stond de minister De Savornin
Lohman omringd van al de ministers
op, vroeg het woord aan den voorzitter
voor een persoonlijk feit en sprak daarop
ongeveer de volgende rede uit
Mijnheer de Voorzitter
Ik heb mij de vrijheid veroorloofd
het woord te vragen naar aanleiding van
de zinsnede, waarmede de geachte afge
vaardigde van Schoterland zijne rede van
gisteren besloot, welke zinsnede ik niet
goed heb kunnen hooren en ook aan de
Ministertafel niet is verstaan.
Toen ik nu zag, dat in de pers van
die zinsnede nota was genomen, heb ik
aan den heer Domela Nieuwenhuis ge
vraagd, welke woorden hij had gebezigd;
waarop die afgevaardigde mij schriftelijk
heeft verklaard te hebben gezegd, dat de
minister De Savornin Lohman ook wel
eens oproermaker is genoemd en dat ik
en hij elkaar dus niets te verwijten had
den en dat, zoo ik daarin een persoon
lijk feit wil zien, ik dat zelf moet weten.
Nu acht ik het noodig, zeer noodig zelfs,
op die aantijging te antwoorden. Ware
zij persoonlijk alleen door den heer Do
mela Nieuwenhuis geschiedik zou er
niet op antwoordenmaar wat die spre
ker heeft gezegd, wijst op eene aantijging,
welke mij sinds jaren in politieke en ker
kelijke couranten is ten laste gelegd.
Steeds heb ik daarop gezwegen, maar
nu ook de aanvoerder der democratisch-
socialistische partij in de Kamer dat woord
heelt gebruikt, zou het, onweersproken
blijvende, door tal van menschen als een
fait acquit kunnen worden aangemerkt,
alsof ik ooit een rustverstoorder ware ge
weest.
„Ik wensch te constateeren, mijnheer de
Voorzitterten aanhoore van de gansche
natie, dat ik mij nimmer of nooit heb
schuldig gemaakt aan rustverstoring, noch
in openbare noch in private betrekking.
Als christen heb ik steeds het beginsel
gehuldigd, dat verzet tegen wettig gezag
streng moet worden afgekeurd, en tot
mijne vrienden heb ik mij steeds in dien
zin beslist uitgesproken.
„Mocht dergelijke aantijging thans we
derom tegen mij worden geuit, dan hoop
ik, dat het in zulk een vorm zal geschieden,
dat het voor den rechter zal kunnen ge
bracht worden.
„Als Minister des Konings mag ik mij
dergelijke beschuldiging niet laten aanleu
nen. Het is toch geen onschuldige zaak
om een Minister des Konings ten laste te
leggenaansporing tot rustverstoring. Zoo
dra ik deze plaats zal hebben verlaten,
zal ik mij weder niet storen aan welke
grove aantijgingen van dien aard ook. Als
privaat persoon is het mij steeds onver
schillig geweest, hoe tegenstanders over
mij spraken. Doch thans zal ik het bren
gen voor de rechtbank, niet om mij te
wreken, maar om het uit te maken, dat
men tegen 's Konings Minister lastert.
„Ik dank u, mijnheer de voorzitter
voor de gelegenheid, die gij mij gaaft om
dit in] de openbare vergadering van de
Tweede Kamer uit te spreken."
Het zal niet vreemd zijn voor onze le
zers, als wij zeggen, dat na het uitspreken
van die woorden eene doodèlijke stilte
heerschte in de Kamer.
Alweer een land, waar de Liberalen aan den
dijk gezet worden.
De lang verwachte en vele malen voorspelde
ministériëcle crisis in Spanje is eindelijk uitge
broken. Een Reuter-telegram uit Madrid meldt,
dat de heer Sagasta en zijne ambtgenooten
hun ontslag hebben ingediend, en dat door de
koningin-regentes is aangenomen.
Voor de rust in het land is het zeer ge-
wenscht, dat er spoedig eene vaste hand aan het
bestuur komt want op verschillende plaatsen
gaat het er rumoerig toe.
Omtrent de cholera doen allerlei berichten
de ronde. Hoeveel er van waar is, kan moeilijk
uitgemaakt, daar men zoo lang mo»elijk het
voorkomen van gevallen geheim tracht te hou
den. Zoo worden de berichten, dat in het zuiden
van Frankrijk, en ook in Oostenrijk, gevallen
van cholera voorgekomen zijn, tegengesproken.
Reuter seint uit ParijsTe Londen loopt
het gerucht, dat de cholera met hevigheid te
Valencia is uitgebroken. Er moet in deze stad
een wezenlijke paniek heerschen eene geheele
straat moet besmet zjjn en de bewoners wonen
in barakken op het land om de verbreiding
der cholera tegen te gaan. In 't geheel zouden
31 districten van Spanje door de ziekte zijn
aangetast.
In hoeverre dit bericht overdreven is, valt
moeielijk uit te maken, waar is het dat voort
durend nieuwe ziektegevallen voorkomen.
Volgens bericht van G dezer uit Valencia,
is het aantal choleragevallen weer vermeerderd,
Te Gandia stierven 3 en te Rolóva (waar er 11
werden aangetast) eveneens 3 personen. Ook in
andere plaatsen kwamen enkele gevallen voor.
Het officieele cholera-bulletin zegt, dat op
Zaterdag 29 gevallen voorkwamen met 18 doo-
den Volgens latere berichten kwamen in de
Valencia 21 gevallen voor en is ook te Mad
rid een geval van choleraïsche diarreaea waar
genomen.
Moderne dwaasheden.
Uit Lowell in Amerika komt het bericht, dat
Charles Stowell, een luchtschipper, en Lottie
Anderson, zijn bruid, zich in een luchtballon
hebben doen trouwen in tegenwoordigheid van
10,000 personen. Toen de knoop gelegd was
stapten de „geestelijke," de bruidsjonkers en
strooimeisjes uit het schuitje, de bruidegom
gaf' het teeken los te laten en het luchtschip
verhief zich met het jonge paar, dat werkelijk
in de wolken was. Het is nog niet bekend
waar en wanneer de ballon is nedergekomen.
Een Fransche boer verkocht aan een an
der jouge varkens toen hij den verkoop sloot,
zeide hij, dat hij in centimes moest worden
betaald. De ander dacht, dat dit slechts een
grap was en beloofde het te zullen doen. Toen
hij nu onlangs de door hem verschuldigde 115
frs. wilde betalen in frs., weigerde de boer dat
geld aan te nemen en stoud er op 11,500 cen
times te ontvangen. De zaak lcwaui voor den
vrederechter en deze besliste ten gunste van
den verkooper.
Dezer dagen is de balling van Jersey,
generaal Boulanger, bijna bij ongeluk in Frank
rijk gekomen. Een vriend op een stoomschip
uitgeleide doende, begaf hij zich met dezen in
de kajuit en bemerkte al pratende, niet dat het
vaartuig vertrok. Gelukkig voor hem liet de
kapitein zich bewegen om terug te keeren en
hem weer aan wal te zetten, zoodat hij met
den schrik vrijkwam.
Stanley zal, gelijk thans is vastgesteld,
den 12den dezer met miss Tennant trouwen. Het
huwelijk wordt in de Westmiuster-abdij vol
trokken door den bisschop van ltipson, bijgestaan
door den deken der abdij, den deken Farrar en
andere geestelijken. De koning der Belgen wordt
vertegenwoordigd door graaf De Troch. De
heeren Parke, Jephson, Nelson, Stairs en Bonuey
Stanley's reisgeuooten in Afrika, vergezellen den
bruidegom. De bruid heeft aan de leerlingen
van verscheidene armenscholen eene uitnoodiging
gezonden om de plechtigheid bij te wonen Twee
pages in wit satijn, kostuum Karei I, zullen het
paar met bloemen bestrooien.
Te Reezkeve, in Hongarije is een man,
die van diefstal beschuldigd was en niet wilde
bekennen, op een aan de pijnbank der midden
eeuwen herinnerende manier behandeld. De
rechter liet hem aan de beenen ophangen eu
wreed mishandelen. Daarna werd hij G maanden
gevangen gehouden en gedurende dien tijd nog
herhaaldelijk mishandeld, totdat het geval een
vertegenwoordiger der regeering, die een inspec
tiereis deed, ter oore kwam. Deze stelde een
onderzoek in, en nu bleek het, dat de man wer
kelijk ouschuldig was aan heb hem ten liste
gelegde misdrijf.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
werd op straat te Rotterdam een agent van
politie aangesproken door een heer en eene dame,
met verzoek hun een nachtverblijf aan te wijzen.
De agent, die zijn wijk niet kon verlaten, verwees
hen naar de Pauwensteeg, waar men hen op
het bureau wel zou helpen. Toen zij daar hun
ne namen opgaven, meende de dienstdoende in
specteur die wel meer gehoord te hebben, en
bij onderzoek bleek, dat zij door de politie te
Amsterdam gesignaleerd waren. Dadelijk werd
hun nu nachtverblijf in het bureau verstrekt,
en daarbij nog eene vrije reis naar Amsterdam.
Zaterdagavond werden eeue vrouw in de
Kipstraat een zeventig gulden en een gouden
armband ontrold.
Twee militairen, die Donderdag middag
in een sneltrein tusschen Amsterdam en Haar
lem vechtende waren, werden aan het station
halfweg uit den trein verwijderd en aan de
politie aldaar overgeleverd. Een der passagiers
had, door van den noodrem gebruik te maken,
den trein doen stilhouden.
Zaterdagmiddag teu 1 ure sloeg de blik
sem in eene boerenwoning, toebehoorende aan
C. Oudenaerde, in den Stormpolder (gem.
Krimpen a/d IJsel), waardoor een gedeelte dei-
schuur met hooi afbrandde; zoomede werd ook
een 8-jarig jongentje binnenshuis door den blik
sem geraakt, en bleef terstond dood. Ook zijn
eenige hooihoopen in den Polder in brand ge
slagen.
Te Zevenbergen woedde een buitengewoon
zwaar onwfeder. Er vielen hagelsteenen zoo
groot als knikkers. Aan den oogst is groote
schade toegebracht.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft te Leeuwarden een ernstig ongeluk plaats
gehad. De schipper van een bij de Sneederkade
liggend met klei geladen praamschip, werd
terwijl hij met zijne vrouw en zes kinderen in,
het vooronder te slapen lag, omstreeks 1 uur
in den nacht door zijne tengevolge van het
stormweder ontwaakte vrouw gewekt, daar zij
meende, dat er gevaar voor het scheepje was.
De man begaf zich naar boven, met het doel
de praam naar de overzijde te duwen, waar
men meer beveiligd tegen den wind zou zijn.
Terwijl hij hiermede bezig was en zijne vrouw
met twee kinderen mede boven was gekomen,
zonk het vaartuig eensklaps in de diepte. Op
het angst geschrei waren inmiddels twee in de
buurt liggende schippers te hulp gekomen,
doch zij mochten er slechts in slagen, den va
der, een jongen en meisje te redden en zagen
de moeder met twee der kinderen, waaronder
een zuigeling van 10 maanden, op eens ver
dwijnen. Alle verdere middelen tot redding ble
ven door het stormweder vruchteloos. Twee
andere kinderen, die in het schip gebleven wa
ren verdronken mede, waarschijnlijk nog sla
pende. In den loop van den dag werd het schip
bovengebracht, liet lijkje van een der verdron
ken kinderen dreef des namiddags bij het dorp
Huizum aan.
In Groningen begint de aardappelziekte in
de vroege soorten zich reeds te vertoonen.
Een fatsoenlijk gekleede 30 a 35-jarige
venter in manufacturen, wist zich in eene woning
in de Korte Dijkstraat te Rotterdam in te drin
gen en eene 73-jarige vrouw, die alleen thuis
was, een stuk linnen voor 7 te verkoopen.
Toen de vrouw hem uit eeu zakje waarin 86,
aanwezig was, wilde betalen, rukte hij haar dit
uit de hand en liep weg, de rol linnen achter
latende
Eenige dagen geleden had de werkman
Rademaker in Je Ned. Katoenspinnerij te Hen
gelo het ongeluk met zijne linkerhand tusschen
een machine te geraken. De hand zwol op en
Dinsdag moesten drie vingers worden geampu
teerd. Niettegenstaande dat, is de twintig-jari
ge bezweken.
De vrouw van een werkman in de Hout
manstraat te Amsterdam, vermiste, toen zij bij
een winkelier kwam om boodschappen, haar
knipje met 6. De schrik over dit verlies greep
haar zoodanig aan, dat zij eenige oogenblikken
later op straat den geest gaf. Later vond! men
het vermiste met het geld in hare woning
terug.
Een meisje te Elburg is de vorige week
op treurige wijze om het leven gekomen.
Terwijl zij in een stuk land lag te slapen,
werd zij door eene slang gebeten, zoodat men het
noodig oordeelde, haar te doen opnemen in het
stadsziekenhuis te Kampen, waar zij Zaterdag
reeds aan de gevolgen is overleden.
Soiuinclsdijk. De bessenplukkerij is hier
circa afgeloopen.
In tegenstelling met andere jaren worden dit
jaar voor de zwarte enorm hooge prijzen besteed.
Thans is de prijs 25 cent per kilo, zoodat
enkele menschen van de arbeidende klasse, die
van dat goedje ruim voorzien zijn, daardoor
een goed jaar maken.
OoUgeuaplnat. L.l. Zaterdag had het jong
ste kindje van J. v. G. alhier het ongeluk te
gen eene kar te vallen, waardoor het den arm
brak.
Dirksland. Met het rooien van aardappelen
is in de tuinen een begin gemaakt, waarover
reden tot tevredenheid is. Daar men dezen zo
mer als 't ware nog geen warmte gehad heeft,
mogen wij wel met verwondering onze
oogeu over de velden laten gaan. Wel is zoo
hier en daar een stukje vlas, dat te wenschen
overlaat, doch de erwten en boonen staan goed
te velde, de suikerpeeën eu de aardappelen (hoe
wel van de laatste er nog al gemist worden)
groeien goed, de ajuin staat redelijk, wat de
tarwe en gerst betreft, deze staan middelmatig.
IHelissnnt, 9 Juli. De Herijk der Maten
en Gewichten in deze gemeente zal plaats heb
ben op Zaterdag den 19 Juli aanstaande,
des voormiddags van 8 tot 11 ure in het ge
meentehuis
Bij. beschikking van den heer Commissaris
des Konings in deze Provincie van den 4 Juli
1.1. zijn voor de gemeenten Ouddorp, Goedereede,
Stellendam, Melissant, Dirksland en Herkingen
tot en met 31 Dec. 1891 opgeheven de bescher
mende bepalingen van art. 1 der wet van 25
Mei 1880 (Staatsblad no. 89) tot bescherming
van diersoorten, nuttig voor landbouw en hout
teelt voor zooveel de onder no. 9 en 10 van art. 2
van het Koninklijk besluit van 25 Augustus
1880 (Staatsblad no. 164) genoemde vogels,
nl. de huis-, ring-, boom-, berg- of veldmus-
schen betreft en is derhalve het vangen, dooden,
enz. dezer vogels tot en met den 31 Dee. 1891
geoorloofd op in eigendom bezeten of gehuurde
gronden, die met veldvruchten zijn bezaaid of
bepoot.
O.ocdercede. Volgens aangeplakte kennis
geving ligt de rekening der gemeente over het
afgeloopen jaar gedurende 14 dagen ter Secre
tarie ter inzage.
In de laatste dagen worden hier verscheidene
varkens geslacht, die door de bekende ziekte
werden aangetast.
Oaddorp. Beroepen bij de Ned. Herv. gem.
alhier, Ds. L. Okken te Spijk, Classis Appingadam.
ZoldliMid. Er hebben zich hier eenige ge
vallen van diptheritus en mazelen voorgedaan,
gelukkig nog met geen doodelijken afloop.
Tegen 1 Augustus a.s. komt alhier de be
trekking als brievengaarder vacant. Sollicitan
ten naar die betrekking worden opgeroepen
door den postdirecteur te Hellevoetsluis.
Ziende op het natte weder der laatste dagen
zijn bij eenen landbouwer alhier, van een
klein stukje aardappelland c.a. 500 roeden
groot, door een jongen geduriglijk de slakken
gevangen, welke de aardappelen beschadigden
hij heeft in een paar weken tijds c.a. 10000 ge
vangen. Op céu morgen werden er in een
paar uren tijds er alleen ruim 2000 vernietigd.
Oud-Beierland. Een zwaar on weder ont
lastte zich jl. Zaterdag boven deze gemeente.
Te Mijns-Heerenland en Westmaas vielen er
hagelsteenen als knikkers, het vlas heeft daar
door zeer veel geleden. Op sommige plaatsen
zijn de aardappelen tot op den stengel afgeha
geld, en korenaren van den stengel gebroken.
Aan de Middensluis werd een paard gedood
en ook hier aan den Achterweg een telegraaf
paal getroffen.
Klaaswaal, 5 Juli. Heden middag ontlastte
zich hier een hevig onweder vergezeld van
zwaren regen en hagel. Vlas en aardappelen,
zaad en paardeboonen hebben veel schade ge
leden. Bij A. Essenboom en J. v. Vliet vielen
stukken ijs ter grootte van een duivenei, twee
uren na de bui kon men den hagel nog met
de schop opscheppen.
Dordrecht, 9 Juli. Zondag 1.1. had al
hier in de Westerkerk de plechtige bevestiging
plaats van den predikant der Ned. Geref. kerk
(doleerende). Des morgeus werd de heer K.
Fernhout, tot de gemeente overgekomen van
Zwartsluis, bevestigd door Ds. Sikkel van 's Hage
's Avonds deed Ds. F. zijn intreepreek onder
eene groote schare volks. Ook werden er twee
deputatiëu opgemerkt van de kerkeraden der
Chr. Geref. kerk te dezer plaatse afdeeling
Kromhout en Lindengracht. Wij wenschen den
nieuwen leeraar Gods zegen toe op zijne werk.
C. H. Spurgeon. De Psalraea Davids, raet ophelderende
aanteekeningen van verschillende beroemde godge
leerden. Uit het Engelsch vertaald door Elizabeth
Freijstadt. 5e deel, van Psalm 119 tot 150. Tweede
druk. Amsterdam, H. M. Breraer.
Nog eenmaal is ons het genoegen gegund om op dit meesterwerk
van den beroemden Spurgeon de aandacht onzer lezers te vestigen.
Het vijfde of laatste deel verscheen, en daarmede is deze omvang
rijke arbeid ten einde gebracht. Het Nederlaudsch publiek kan er
nu volop van genieten. Natuurlijk kan niet ieder, die lust heeft
in stichtelijke lectuur, zich zulke uitgebreide boekdeelen van 600
tl 700 bladz. aanschaffen. Daarvoor zijo zij menigeen te kostbaar.
Maar toch, als men nagaat, wat er door de christelijke vrienden
van tijd tot tijd wordt uitgegeven voor allerlei feestbedrijf, ook
door hen, die slechts over wciuig middelen te beschikken hebben
en men hoort dan van sommige plaatsen het aantal inteekenaren
of koopers van zulk een voortreffelijk boek als ,,De Psalmen
Davids," dan moet men zeggen, neen, dat kon anders. Vooreerst
dient wel te worden bedacht, dat een christen uit zulk een boek
levenslang voedsel kan trekken. De H. Geest wil zich van zulke
middelen genadiglijk bedieuen om het geloofsleven op te bouwen.
Dan dient te worden opgemerkt, dat de prijs zeer matig gesteld
is. En eindelijk, dat de uitgever de aanschaffing gemakkelijk wil
maken, door van maand tot maand enkele afleveringen toe te
zeuden.
Om eenig deukbeeld te geven van de keurige wijze van bewer
king (ook de vertaling is uitnemend geslaagd) laten wij hier iets
volgen van hetgeen de alom geëerde Schrijver aauteekende bij
Ps. 119; 105;
»U w woord is eene lamp voor mijnen voet".
irWij zjjn wandelaars door de stad dezer wereld en dikwijls zyn
o wij geroepen om uit te gaan in de duisternis. Laten wij er ons
*uooit wagen zonder het lichtgevend Woord, opdat, onze voeten er
ffniet uitglijden. Ieder rnensch behoort het Woord Gods persoonlijk,
ffpraotiscli eu dagelijks te gebruiken, opdat liy zijnen weg kunne
»zien, en kunne zien wat er op dien weg is. Als de duisternis
nederdaalt op alles wat mij omringt, dan zal het Woord des
Heeren als eene vlammende toorts mij mijn' weg ontdekken.
Daar er iu Oostersclie steden geene vaste lantaarnen waren,
»moesten de voorbijgangers eene lantaarn met zich dragen, ten
ff einde in geene open riolen te vallen of over de hoopen vuilnis te
ffstruikelen, die hunnen weg verontreinigden. Dit is een waar beeld
ffvau ons pad door deze duistere wereld. Wij zouden er den weg
niet weten en wij zouden ook niet weten, hoe te wandelen op
«dien weg, indien de Schrift als eene vlammende toorts hem ons
niet openbaarde. Eene der meest practische weldaden der Heilige
wSchrift is, dat zij ons ten gids verstrekt in de handelingen des
ffdagelijkscheu levens. Zij is ons niet gezonden om ons te verbazen
door hare schittering, maar om ons te leiden door haar onderwys.
Wel is waarhet hoofd heeft voorlichting van noodemaar er
»is nog meer behoefte aan leiding voor onze voeten, want anders
fzulleu hoofd en voeten tezamen in de gracht vallen. Zalig hij,
ffdie zich het Woord Gods toeeigent, en het practisch gebruikt tot
«zijn' trooster en raadgever, tot eeue lamp voor zijne eigene
voeten,"
Is er aan de Publieke Universiteit ten onzent plaats voor
een Faculteit der Theologie P Referaat voor de meeting,
gehouden ter gelegenheid van de tiende jaarsver^
gadering der vereeniging voor Hooger Ouderwijs op
gereformeerden grondslagdoor Dr. A. Kuyper.
Amsterdam, J. A. Wormser, 1890. Prijs 0,60.
Op de meest heldere en (het onderwerp in aanmerking genomen)