voor de Zuid-Hollandsche en Zeéuwsche Eilanden. •rijzen. Vrijdag 23 Mei 1890. Vijfde Jaargang N°. 221. £1 nti-cHevoiuMonai^ ty/VeefiMad IN HOC SIGNO VINCES in rcrg f 11,40 nam 4,40u. ,2,10,4,40 r Some* W. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Twee klippen. FEUILLETON. Wentel uwen weg op den Heere. Clcricaal. Eene Inspcctenrs-lbenocming. REDDAM, [cnzclf- laat Vooruitgang Overflakkee. April. nm. 2,30 uur 3,45 nm. 5,— uur uur 1 en nm. 5.30 uur. SAGIERS, 9,—» uur. uiting met de stoom- 11,40 en 4,40 uur, |OT. (Raderboot.) tterdam. voorm. 5,uur. 6,— 6,30 nam. 2, uur. 3,00 29 Mei. OMBOOTDIENST.) elharnis. nam. 5 uur. |nam. 1 3 3 3RDIENST, 11889. ptterdam. I's morgens 4,30 ure. 6,00 namiddag 1,45 2,45 16 uur. 5,30 flAASNYMPH 1 Mei. bAM. nm. 12,en 5,u. 2,30 5,— f IS. Iddag 2, 8*, en 6,u. 3,00* an 6,00 ure. half uur later. 2,00 en 6,— ure. en 6,00 ure. |en half uur later. Rotterdam, voorm. 8,00 l^llevoetakua gesehiedea teNienwesluis, en zijn van goederen. Zondag. pomerdienst. Zaterd. 6,50 uur. 10, nm. 5,30. j 10, nm. 5.30. ig nm. 5,30. dag vm. 5,15; Woensd- erdag nm. 2. Woensdag, Donderdag, 30; Zondag vm. 8,30. nsdag nm. 1,30, Woens- K en Vrijdag 3ud-Beierland vm. i. nm. 1. iND. (Raderb.) am. Mei. ROTTERDAM 17 vm. 11.00 u. 18 vm. 11.00 19 nm. 12.00 u. 20 vm. 12.00 u. Idag 21 vm. 10.30 u. 22 vm. 11.00 u. 23 vm. 11.00 u. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever SRMREIiSOIJIi. Advertentiën van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden sleclits tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur Voor twee gevaren heeft onze partij steeds op haar hoede te zijn. Aan den eencn kant mag ze niet con servatief en aan de andere zijde niet ra dicaal worden, in een verkeerden zin. Deze klippen zal zij het best ontwijken door steeds meer de kennis barer begin selen te beoefenen en toe te passen. In de beginselen toch is onze partij zeer sterk. Zij strijdt niet om parlijsuccés, of om machtsbetoon, maar om het wel zijn van ons Vaderland. Eens, toen ons volk naar God on Zijn Woord luisterde en Oranje als een door God gestelde macht eerde, groeide en bloeide heten genoot hot de hoogach ting van andere natiënmaar sedert do revolutiegeest indrong, on de ongebonden menschelijke rede de wetten ging voor schrijven, werd het ontkracht en inner lijk verdeeld, en ging zijn schoon karak ter goeddeels verloren. Dat oude, betere karakter, naar de eischen onzes tijds, in onze natie terug te brengen, en een staatsrecht in te stel len, waarbij alle onderdrukking van an dersdenkende partijen is uitgesloten, waar bij de echte liberaliteit zegeviert, ziedaar het kostelijke doel onzer partij. Daarvoor moet echter rusteloos worden gearbeid. En nu dringt men van cotiserva- tieve zijde er op aan, om toch maar niet te veel te hervormen, en vooral niet te diep in liet bestaande in te grijpenter wijl men aan den radicalen kant weer te driftig vooruil wil, en dan te laat bemerkt, dat men in een verkeerd, revolutionair spoor is gegleden. ïusschen deze twee moet onze partij trachten door te zeilen. Als de beginselen Toen in een dorp van het Westfaalscbe ge bergte een boer gestorven was, zat na de begra fenis de weduwe in de kleine hut geheel een zaam en toch was zij niet eenzaam, want negen kindered zaten rondom haar, van het jongste af, dat op haren schoot sliep, tot het oudste, dat aan het spinnewiel zat, een iegelijk op zijn plaats, zooals altijd slechts ééue plaats was ledig aan het einde van de tafel, waar de overledene altijd gezeten had. En daarom was de weduwe eenzaam. Doch zij was toch niet eenzaam, want Hij was bij liaar, die zijn volk bezoekt en ver lost en een hooru des heils onder ons heeft op gericht. Hij troostte haar en sprak van weduwen- tranen, die wel van de wangen vloeien, maar roepen tot God, die ze telten van het rechte vaderhart over alles, wat kind genaamd wordt in hemel en op aarde. En door het stille vertrek klonken tonen als deze: „Wentel uwen weg op den Heere en vertrouw op Hem; Hij zal het maken." Weldra was het Psalmboek opengeslagen en moeder en kinderen verhieven het eischen, mag' zij het uitwendige, het bestaande niet sparen. Het antirevolutio naire staatsrecht is geen christelijk vernis, dal men over een revolutionair getimmerte heenstrijkt, maar een krachtig levensvocht, dal lot op de wortels van ons volksbe staan doordringt. Maar, men weet het, juist met krachtige medicijn moet men, wat de toe te dienen hoeveelheid betreft, voorzichtig zijn, en den zieke niet te veel op eens geven. Staatshervorming is gansch iets anders dan een tuchtelooze omverhaling van het bestaande, zooals de meest geavanceerde radicalen, en de socialisten beoogen. Onze partij streeft wel naar vooruitgang, maar naar een natuurlijken wasdom, en daarom heeft zij zich te wachten, èn voor het versteenend conservatisme, èn voor het ontwortelend radicalisme. Wie dit goed begrijpt, zal met dank bare waardeering van hetgeen wij reeds wonnen, gaarne blijven doorwerken voor het gezegde doel, en niet alles op eens willen hersteld zien. Als een bewijs, hoezeer de politieke en kerkelijke zaken onder de roomschen veelal nog vermengd en vereenzelvigd worden, kan dienen wat de Maasbode on langs (op 11 April jl.) schreef: „Wij (Katholieken) hebben geen absolute behoefte aan een leider, aangezien wij een scherp omschreven leer belijden, waarnaar wij onze daden kunnen richten principiè'ele ver deeldheid is bij ons onmogelijk, aangezien men ophoudt Katholiek te zijn, zoodra men ook maar in één noodzakelijk punt van de leer afwijkt, en de godsdienstige waarheden den grondslag vormen voor alle andere." Dat er een nauw verband is tusschen in het gezang hunne stem tot Hem, die het zuchten der bekommerden hoort. Het 3de vers van Psalm 42 zongen moeder en kinderen O, mijn zielwat buigt g' u neder Waartoe zijt g' in mij ontrust? Voed het oud vertrouwen weder, Zoek in 's Hoogsten lof uw lust. Want Gods goedheid zal uw druk Eens verwiss'len in geluk. Hoop op Godsla 't oog naar boven Want ik zal Zijn naam nog loven. De moeder vouwde bij het zingen de handen, terwijl tranen langs hare wangen vloeiden. Zij had behoefte om zich in den Heere haren God te versterken, want zij wist, dat zij weldra, om hare kinderen te voeden, den bedelstaf zou moeten opnemen, daar het stuk land, dat haar man bebouwde, het eigendom was van een buur man, die God noch mensch ontzag, en spoedig haar lastig zou vallen. Dit geschiedde ook. Op zekeren dag komt haar huurman b j haar, om over het stuk land te spreken, dat zijn eigendom was, doch door haar man was bemest, geploegd en bezaaid. Hij zeidedat zoolang haar man geleeld had, hij het hem tot onder houd van zijn huisgezin had laten bebouwen, maar thans moest hij het terugeischen, daar het zijn eigendom was. 's mcnschen godsdienstige of ongodsdien stige overtuiging en zijn handelingen op elk terrein des levens, dus ook ecu nauw verband tusschen de geloofsleer en de po litiek, ontkennen de antirevolutionairen volstrekt niet. Doch, let wel, lezer, hier is sprake van do organisatie der Katholieken op politiek gebied, en dan zegt de Maasbode: wij hebben geen organisatie of leider noodig, want onze kerkleer wijst het voor ieder wel uit, hoe wij le handelen hebbenmet den grondslag is het gc- heelo gebouw bepaald Hieruit kan men dus bemerken, hoe weinig politiek besef er nog hij vele roomschen isanders toch zouden zij in zien, hoe men op éénzelfden giondslag nog allerlei kan bouwen en hoe noodig het is, dat met juiste bouwkennis wordt nagegaan wat de fundamenten dragen kunnen of zonder beeldspraak dat er mannen noodig zijn, die nauwkeurig bc- studecren, welke staatsrechtelijke begin selen en politieke gedragslijnen er uit onze godsdienstleer voortvloeien. Dit is waarlijk in de vele politieke quaestiën, welke zich voordoen, niet zoo dadelijk te zeggen, tenzij men blindelings de gees telijkheid wil volgen. Meer dan één liberalistisch schrijver gaf zijne ontevredenheid te kennen over de benoeming van den heer J. C. Fabius tot inspecteur van het lager onderwijs. Ook o. a. Dr. Bronsveld in zijn kroniek. Men liet het daarbij voorkomen, alsof de vroegere betrekking van den heer Fabius aan de richtige waarneming van het In specteurschap in den weg zoude staan. Zonderling I De weduwe verschrikte zeer, toen zij deze taal hoorde. Zij wist zeer goed, dat het stuk land, voor eenige jaren als eene woestenij door haar man was gekocht, doch zonder bewijs. De geringe prijs was betaald, doch zonder kwitan tie of getuigen. Dit bracht zij hem onder het oog, doch hij wilde hiervan niets weten, bracht de zaak voor den rechter, en dewijl er geene bewijzen van eigendom bij de weduwe voor handen waren, moest zij het proces verliezen. Den avond van den dag, waarop de rechters haar veroordeeld hadden om binnen één maand haar huisje te verlaten en de kosten van het proces te betalen, zat de weduwe wederom in haar kamertje en was eenzaam, maar toch niet geheel eenzaam. Een leger van zorgen kwam have woning binnen, zonder te kloppen. Waar van zou zij nu met hare kinderen leven, nu het stukje land voor haar verloren was Van wien zou zij de kosten hekomen, die zij binnen acht dagen betalen moest en die meer daalders be liepen dan de arme weduwe penningen wist bijeen te brengen Wanneer zij binnen acht dagen niet betaald had, zou alles wat zij bezat, bij executie verkocht worden. De arme vrouw dacht met angst aan het uur, waarop de gerechtsdienaren zouden binnentreden, en zat aan haar spinnewiel. Doch zij had geen De heer Moens, wiens plaats hij gaat innemen, was modern predikant. Geeft deze betrekking zooveel meer waar borg voor geschiktheid Bezit een predi kant zooveel algemeene en opvoedkundige kennis meer dan een officier Het moet zeker nog bewezen worden. Bovendien, men weet zeer goed, dat de heer Fabius niet als officier tot het Inspec teursambt is benoemd, maar dat er tus schen zijn militaire loopbaan en den thans door hem betreden weg een afstand ligt van minstens tien jaren gaans. In die tien jaren heeft de heer Fabius zich met allerlei studie, ook met de be studeering van het lager onderwijs bezig gehouden. Maar de eigenlijke reden van ontevre denheid zit dan ook hierin, dat de heer Fabius geen liberalist is. Daarom heeft de Middclburgschc Cou- rans hem reeds vooruit verdacht zoeken te maken door te betoogen, dat zijne denkbeelden over het Staats onderwijs voor de voorstanders der openbare school niet geruststellend zijn. Met andere woorden, de heer F. zal zijne betrekking niet naar eisch waarne men hij zal als partijman optreden Zoo als de waard is, zoo denkt hij van zijn gasten. Uit dergelijke vermoedens kan men be speuren, hoe sommige liberalen hunne pu- bliek-ambtelijke taak opvatten. Het is daarom goed, dat zich ook eens liberalen van beter gehalte laten hooren. Zoo ook in dit geval. De heer Bevelander Schoo, hoofd der openbare school te Groede, heeft ten minste de houding der Middclburgschc Courant openlijk afgekeurd; hij heeft er op gewe zen, dat eene benoeming des Konings beter diende geëerbiedigd te wordendat men ook eerst de daden van den nieunwe Inspecteur moest afwachten en niet vbóitrn zijn gezag trachten te verminderen. water noodig otn de draden te bevochtigen, want hare tranen vloeiden onophoudeljk. Het was stil in het vertrek en stil daarbuiten, want de zon was reeds ondergegaan en het schemerde reeds. De weduwe, vermoeid van den arbeid des daags, sliep aan haar spinne wiel in. Nanweljks is zij ingesluimerd, of zij ziet in den droom hoe de huisklok al verder en verder wijst, het eene uur na het andere voorbjgaat en de achtste dag eindeljk aanbreekt. En nog heeft zj geen penning in huis, om de gerechts kosten te betalen. Daar treden de gerechts dienaren binnen en vertoonen het bevel tot inbeslagneming. De goederen worden uit het huis gedragen en verkocht. Maar de opbrengst is op verre na niet voldoende, om de kosten te dekken. De eenige koe, de winterprovisie, al het huisgereedschap, hare Zondagskleederen en die van hare kinderen worden verkocht, doch noch altjd zijn de kosten niet gedekt. Het huisje zelfs wordt eindeljk verkocht, en nauweljks is de opbrengst nu toereikende om het gerecht te bevredigen. Daar verlaat de weduwe met have kinderen de verkochte woning en heeft niets meer dan hare ellende en Gods beerljkheid. Haar eenige schat is haar bijbel, dien zj onder den arm. heeft.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1890 | | pagina 1