voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Vrijdag 9 Mei 1890.
Vijfde Jaargang N°. 219.
£lnti-3lzvoliUionaizs
tyVe&k&tad
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
SORftlEEiSRIJK.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever.
Overbodig.
FEUILLETON.
Rabbi Gurland.
Uit. «Ie Pers.
„Veldwijk."
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 eent.
Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur
In de Delftsclie Opmerker komt een artikel
voor van den heer W. F. Tak te Schiedam,
waarin hij op onomstootelijke wijze, met mede-
deeling van de artikelen, advertentiën, mani
festen enz. van de anti-revolutionaire partij
aantoont, dat in Mei 1888 de heer Domela
zijn zetel in de Tweede Kamer te danken had
aan den directen steun der (tot voor wei
nige dagen rechtstreeks met de anti-revo
lutionairen in verband staande) kiesvereeni-
ging „de Drie gemeenten", aan het lid van
het Centraal Comité der anti-revolutionairen
W. Diemer, Christelijk Gereformeerd predikant
te Dokkum en aan de indirecte hulp van de
Standaard.
Onzes inziens heeft die heer Tak (mis
schien wel een lid der firma Schellevis-
Tak, commissionairs in liberale redevoe
ringen) eenen vrij overbodigen arbeid ge
daan. De liberalen, als geloovende aan
het monsterverbond van Kuyper-Schaep-
man-Domela Nieuwenhuis behoeven daar
van niet meer overtuigd te worden de
anti-revolutionairen worden door ditover
tuigend bewijs" toch niet overtuigd, dat
hunne politieke beschouwing niet de goede
is en of ook al enkele anti-revolutionairen
D. N. hebben gestemd legt bij hen ook
niet veel gewicht in de schaal.
Heldt of D. N„ het is hun vrij wel
hetzelfde. Dit hebben de anti-rev. ten
minste nog met D. N. voor, dat deze
de fouten der liberalen niet onder stoelen
en banken steekt, maar zijne nog niet
zoover gevorderde gelooisgenooten op
eene duchtige wijze de waarheid durft
zeggen. Heldt had dit ten minste
nooit gedaan.
(Slot.)
De menschen begonneu al spoedig op te
merken, dat de Rabbi en de predikant zoo druk
bij elkander kwamen, en waren benieuwd te
weten, wat hiervan de oorzaak mocht zijn. De
Joden meenden reeds, dat spoedig een Chris
ten tot hunne gemeente zoude worden toege
daan doch de Christenen baden, dat de Heere
zulks verhoeden mocht.
Op zekeren dag kwam een Protestant in den
winkel van een Jood, juist toen de Rabbi over
de straat voorbij kwam. De winkelier hem zien
de, zeide tot zijn cliënt'. „Uw dominé zal bin
nenkort een jood zijn, onze Rabbi gaat hem
iederen dag onderwijs geven. Als hij tot ons
overkomt, is hij spoedig Rabbi. Voor znlk een
bekwaam man als hij is zijn bij ons goede
vooiuitzichten." De protestant ging dadelijk,
zonder hierop iets te zeggen, naar den pre
dikant, tot wiens gemeente hij behoorde, en
vroeg of 't waar was, wat die jood hem verteld
had. De leeraar hielp hem uit den droom en
verzekerde, dat hij zijn Zaligmaker nimmer
dacht te loochenen, maar dat de Rabbi vo
Christus gewonnen was.
Het bleek den joden dan ook spoedig, dat
hunne verwachting juist het tegendeel was.
Eenigen uit de voornaamste der joden, vroegen
Gurland eens, of hij den predikant trachtte te
De Haagsche correspondent van de N. Gr. Ct.
schrijft
De geruchten over de vermoedelijke be
noeming van den president onzer rechtbank,
mr. Weve, tot lid van den Hoogen Raad en
daarna van onzen burgemeester, den heer
Roest, tot president der rechtbank houden
aan. Toch bestaat daarvoor geen aanneme
lijke grond, want de Hooge Raad
heeft zijne aanbeveling nog niet opgemaakt
dit zal Maandag, naar ik hoor, geschieden
en 't is volkomen onzeker en zelfs onwaar
schijnlijk, dat de heer Weve daarop zal voor
komen. Nu behoeft dit wel-is-waar voor de
rechterzijde der Tweede Kamer geen beletsel
te zijn, om hem toch bovenaan op denomi
natie te zetten en voor den Minister van
Justitie evenmin om hem ter benoeming aan
Z. M. den Koning voor te dragen doch eene.
zoodanige handeling zou in strijd met alle wan-
ties en ik meen ook zonder précédent zijn. Maar
tegenwoordig is alles mogelijk als het partij
belang het vordert.
Juist, mijnheer de correspondent, alles
is tegenwoordig mogelijk, als het par
tijbelang het vordertBij de liberalen
namelijk. Die durven zelfs het stoute stuk
begaan om eenen Minister van Koloniën
tot aftreden te noodzaken, alleen om zijn
vrijmoedig belijden van den Christus. En
waarom Omdat het partijbelang bij de
liberalen eischt, dat de naam van Chris
tus zoo weinig mogelijk op politiek ge
bied gehoord worde. Deze afstemming
van de begrooting streed ook tegen alle
usanties en was ook zonder précédent, maar
dat mocht, nietwaar, omdat de liberalen
het de^en. Als het partijbelang het
vordert, zijn eensklaps alle liberalen vóór
eenige belastingwetten, terwijl zij ereenige
weken vroeger nog hevig tegen ageerden.
Omdat het partijbelang het vorderde, wa
ren alle liberalen in de Provinciale Staten
tegen eene herziening van de Provinciale
Kiestabel en al wat liberaal heette, ver
zette zich tegen de splitsing der groote
steden in enkelvoudige kiesdistricten
Hoe is het mogelijk, mijnheer de cor
respondent, dat gij als een liberaal, nog
dig-ft schelden op de anti-liberalen over
een gefisigeerd gebrek, waaraan gij zelf
in hooge mate mank gaatMen moet
maar brutaal wezen (Ingez.J
In Montreux, ven-e van zijn vaderland, maar
nabij zijn God, is zaeht en kalm in den Heere
ontslapen een van Neerlands voortreffelijkste
mannen Dr. Mr. v. d. Bergh.
Als een tengere, schier doorschijnende gestalte,
een zwak gestel, wandelde hij een wijle op
aarde, totdat de teedere levensdraad die hem
aan het stof bond, brak.
Het stoffelijk overschot van hem is deze
week in Montreux ter aarde besteld.
Bladen van allerlei kleur en richting heb
ben een woord van waardeering voor dezen
ontslapene.
Ook het „Dagbl. v. Z.-Holl." en het „Vad",
wijden eenige woorden van waardeering en
hulde aan de nagedachtenis van dezen voor-
treffelijken doode.
Het liberale „Vaderland" laat zich volgen
der wijze uit
»Met leedwezen ontvangen wij het bericht,
der onze vroegere stadsgenoot, Dr. Mr. W.
van den Bergh, beroepen hoogleeraar aan de
Vrije Universiteit, op nog slechts f O-jarigen
leeftijd te Montreux is overleden. De anti-re
volutionaire partij verliest in hem een harer
edelste en invloedrijkste vertegenwoordigers,
al trad hij dan ook in de actieve politiek min
der op den voorgrond dan in 't kerkelijk en
maatschappelijk leven. Hij was een man van
groot talent van warme overtuiging en van
bekeeren en verzochten hem derhalve dit lie
ver na te laten, daar het toch een vruchteloos
pogen zoude zijn.
„Dat doel heb ik ook niet", verklaarde de
Rabbi openlijk en vrijmoedig „maar ik denk
zelf een volgeling van den Messias Jezus Christus
te worden." Hierop onstaken zij in hevige
woede, en begonnen Christus en zijnen gods
dienst te lasteren, en naar hnnne wijze uit den
Bijbel te bewijzen, dat Hij een bedrieger, en
niet de ware Messias was. De Rabbi wees op
een aantal verzen en profetiëu, die duidelijk
van Jezus spreken, doch nu beweerde men als
uit één mond„Gij hebt een valsehen Bijbel
wat gij ons voorleest staat niet in onzen Bijbel"
en herhaaldelijk was hunne tegenwerping niet
anders dan„Gij hebt een valsehen Bijbel."
maar de Rabbi antwoordde heel bedaard „Broe
ders, vergelijkt mijnen Bijbel met den uwen,
en overtuigt uzelven, dat hij niet valseh is." In
derdaad, de joden konden geen letter verschil
vinden, doch hielden zich nu vast aan de bewe-
rj11 g dat de inhoud der Schritten niet was ge
lijk die door de Christenen, en thans ook door
Gurland werd voortgesteld.
Zij verhardden zich tegen de waarheid en
toen zij den Rabbi met hun allen niet van
zijne overtuiging konden afbrengen, verlieten
zij hem met smaad en beschimping.
In overleg met Ds. Fait in werd bepaald,
dat op den eerstvolgenden Paaschzondag, aan
Gurland en zijne vrouw den heiligen doop zou
de worden bediend. Intusschen bezocht de lee
raar hem menigmaal, en bij zekere gelegen
heid hunne woonkamer onverwacht binnentre
dende, vond hij het echtpaar naast elkander
geknield de Rabbi dankte God met zulk een
vurigen ernst voor de genade, dat zij tot de
kennis van Jezus Christus waren gebracht, dat
den leeraar tranen van dankbaarheid over de
wangen biggelden.
Een der Christenen had vernomen, dat in
eene geheime vergadering van woedende joden
gezegd was, dat, als de Rabbi gedoopt werd,
men hem van kant zoude maken. Faltin ver
nam dit en vroeg aan Gurland of hij bescher
ming der politie verlangdemaar deze ant
woordde: „Mijn schuld is bij God, die de op
rechten van harte behoudt."
Paaschzondag was daar. De geheele stad
vreesde voor hetgeen geschieden zou. De kerk
was zoo vol als nooit te voren, en ook vele
joden waren tegenwoordig. De predikatie werd
met de grootste aandacht aangehoord daarna
had de doopsbediening plaats onder de adem-
looze stilte der menigte. Na afloop kniel
den allen neder, en Gurland dankte God over
luid in 't midden der gemeente, voor de
genade aan hem en zijne gade bewezen en
smeekte met ontroerde stemDat de God
van Israël de armen Zijner ontferming over
velen van zijn volk mocht uitstrekken." Dit
gebed maakte grooten indruk op de hoorders,
en het meerendeel was tot tranen toe bewo
gen. Drie Joodsche vrouwen waren zoo aan
gedaan, dat zij op de vrouw van den Rabbi
toesnelden, haar om den hals vielen, en uit
riepen „Gij zijt waarlijk eene gezegende vrouw."
Ongedeerd kwam het begenadigde echtpaar
in zijne woning terug. God heeft ons groote
verterenden ijver. Reeds in zijn studententijd,
toen hij in de rechten en in de theologie stu
deerde en in beide faculteiten den doctorstitel
verwierf, liet hij geen gelegenheid voorbijgaan,
om voor de hem dierbare beginselen? die met
zijn geheele zijn waren saauigeweven, te ge
tuigen en op te treden, maar tegelijk ver
wierf hij zich, door zijn innemendheid, huma
niteit en verdraagzaamheid, in alle kringen,
zonder onderscheid, achting en sympathie. Op
een man als hij zou elke partij trotsch mogen zijn"
En het conservatieve Haagsche orgaan schrijft
o. a.
»Do ontslapene behoorde tot de edelsten en
talentvolsten. Opgegroeid in deze stad, gaf hij
reeds in zijn jongelingsjaren blijk van grooten
aanleg en reinen zin. Door de beminnelijkheid
van zijn sympathiek karakter verwierf hij in
elke omgeving, waarin hij geplaatst werd, veler
genegenheid.
„Door de groote en schitterende gaven hem
geschonken, kon hij op tweeërlei gebied, dat
der godgeleerdheid en der rechtswetenschap
uitblinken. Met grooten lof doctoreerde hij te
Leiden, waar hij onder zijn medestudenten, on
danks zijn toen reeds met. talent verdedigde
strenge richting, in hoog aanzien stond, in
twee vakken. „Met hem daalt een der rijkst-
begaafde landgenooten ten grave.
„Zijne nagedachtenis zal verre buiten zijn
kerkelijken kring in eere worden gehouden als
die van een streng Calvinist, die velen bijna
bewogen zou hebben zich op dat standpunt te
stellen." (Het Koorden.)
Een woord aan allen, die spoedig kunnen
helpen.
Door de goedheid Gods kunnen wij mede-
deelen, dat Veldwijk" voortdurend gezegend
wordt en ten zegen is.
Het administratie-gebouw c. a. nadert zijn
voltooiing.
genade bewezen" zeide Gurland tot den predi
kant „maar de gedachte doet mij smart aan,
dat er onder mijn volk zoovelen zijn, die niets
van die genade willen weten. Ik wil onder
mijne broederen arbeiden en hen tot de ken
nis van den Zaligmaker trachten te brengen."
De leeraar schreef naar het Genootschap
tot verspreiding van het Evangelie onder de
Joden, te Berlijn, met verzoek oin aan Gur
land de gelegenheid te geven, verder onder
wijs te ontvangen, welk verzoek dadelijk werd
ingewilligd. Wel trachtten eenige joden hem
tot afval van het Christendom te bewegen, en
boden hem daartoe eene groote som gelds,
alsmede eereposten aan, maar Gurland wees
het alles beslist van de hand, en vertrok naar
Berlijn.
De Heere was hem op zijn reize bescher
mend nabij. In spijt van de dreigingen zijner
vijanden, kwam hij veilig in Pruisen's hoofd
stad aan, bereidde zich daar tol het ambt van
Evangelie-dienaar voor, keerde als geordend
predikant naar zijn vaderland terug, trad in
het pvotestantsehe district Kischinew als Evan
gelie-verkondiger op, en arbeidde met grooten
ijver voor zijnen meester onder zijne broede
ren, de Joden, in die stad.
Zijn Naam moet Eeuwig eer ontvangen 1
Och daalde ,t heil uit Zion spoedig neer
Voor Israël, als God zijn volk uit lijden
En banden redt, zal Jacob zich verblijden,
En Israël al juichend geven d' eer
Aan zijnen Heer.