voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsdie Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES MÈmi te Sommeliil SMIT» het woord IQUET geperst is. W. BOEKHOVEN. SOMMEUSBIJIi. Alle stukken voor de Bedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Een belangrijk gemeente- raadsbcsluit. De Unie „Een School met den Bijbel". Droevige volharding-, (i) feden voor weinig geld, leerenkleeding, doet [terug met een maatpak dagen ontvangt u een v U-Costuum, lietzij ge- irt-model, naar keuze op st van postwissel groot meo overal heen. Demi" [zeer lage prijzen en alle wordt ingestaan. \dermakenj en Confectie Inijpe bij Heerenveen. voor namaak. Inboot: Vooruitgang Idereede en Overflakkee. langen 24 Febr. lis \xa. 6,00 nm. 1,uur sluis 7,15, 2,15 lamis vm. 9,15 nm. 3,uur 11,uur iU1 (nm. 3.30 l'OST en PASSAGIERS, larnis voorm. 9,15 uur. Itsluis 10, J vaart in aansluiting met de stoom- lluis ten 8,30, en 3,40 uur, en van |ur. IMERS ZIJN: PESTÏR. STOOMBOOT. otterdam, (Raderboot.) nis op Rotterdam. lag en Dinsdag voorm. 5,uur. dagen 6,80 nam. 2, uur. I ZONDAGS en 27 Maart, Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. "uitgever Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur IfSCIIROEÏSTOOMBOOTDIENST.) op Middelharnis. voorm. 8 nam. 6 uur. 9,30 8,— ■dag nam. 1 Jag vin. 4,30 S lerb.) WINTERDIENST September 1889. ■mei op Rotterdam. Ig en Dinsdag 's morgens 4,30 ure. Zaterdag a 6,30 Lg en Dinsdag, Donderdag en Zater- 1b namiddag r 1,45 TEN en MAASNYMPH Jevangen 24 Febr. laar ROTTERDAM. 11 vm. 5,10, 8,3011,40 en nam 3,40 u. (,25, 8,30, 11,40 3,40 BIRDAM loormidikg 5,30 nm. 12,—" en 4,— u. 6,45 12,— n 4,— r KLLE V iETSLUIS. Bnamidqtg 12,45, 1,30 en 5, u. liiedam area een half uur lateï. Trielle. I_ ure, nm. 1,30 en 5,^ ure. ■chiedam circa een half uur later. Tevoetslui naar Rotterdam, voorm. 8,30 Iterdara aaar Hellevoetsluis geschieden ■en en ojerladen teNieuwesluis, eu zijn Iers en \erzendiug van goederen. derbhot) Winterdienst. Rotterdam: -n. 6, Dnsdag 5,45, Zaterd. 7,20 uur. Inn. 6,45 LD, urn. 2,30Dinsdag 6,30, I Dondeitiag en Vrijdag vm. 7,30,2.30. Zonlag nm. 3, ■Maandg en Dinsdag vm. 5,30Woensd- Tag 5,41 uur. lm Roterdam J Dinsdg en Zaterdag nm. 2. ■dag en Dinsdag, vm 8, nm. 12,30 en lij dag n Zaterdag vm. 8, nm. 2 Zon LMaadag en Dinsdag nm. 1,30, Woom- C) nm. I ldrecht: Donderdag en Vrijdag vm. 545, van Oud-Beierland vm. 7« lud en 'oorndijk nm. 1. en ZEELAND. (Raderb.) op Rtterdam. Maart. Van ROTTERDAM Zaterdag 15 vm. 1.30 u. Zondag 16 vm. 11.00 u. Maandag 17 vm. 11.30 u. Dinsdag 18 vm. 11.30 u. Woensdag 19 vm. 11.00 u. Donderdag 20 vm, 11.00 u. Vrijdag 21 m. 11.00 u. Op 26 Febr. jl. nam de gemeenteraad van Amsterdam met 17 legen 16 stemmen het voorstel van Mr. lleineken aan, om een adres te richten aan Z. M. den Koning, houdende verzoek om een wijziging in overweging te willen nemen van de wet op het llooger On derwijs, ten einde de theologische faculteit als verplichte faculteit op te heffen. Om de beleekenis van dit besluit te ver staan, moet men weten, dat Amsterdam zich verbonden heeft om twee kerkelijke hoog leeraren uit de gemeentekas te bezoldigen, teneinde de theologische faculteit aan de slads-academie practisch bruikbaar te ma ken voor de opleiding van predikanten in de Ned. lierv. Kerk. Dij de behandeling der wet op het llooger Onderwijs in 1876 heeft men met de theo logische faculteit vreemd omgesprongen- De wet eischt nl. deze faculteit aan elke openbare hoogeschool, dus ook aan do Am- sterdamsche; maar niel volledig; de godge leerdheid behoeft daar alleen als godsdienst- ivetenschap onderwezen te wordende stel lige en practische theologie vielen er dus buiten. Bij gevolg wordt er door de theologische faculteit niet did onderwijs in zijn vollen omvang verstrekt, waaraan de toekomstige leeraars van eenig kerkgenootschap behoefte hebben en toch zijn het in den regel alleen de toekomstige predikanten, welke zich bij deze faculteit willen laten inschrijven. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, stelde het Rijk nu gelden beschikbaar, waarvoor de Synode der Nederl. tiervKerk een paar extra-hoogleeraren aan elke aca demie konde benoemen, die dan het meer practisch onderricht aan de toekomstige pre dikanten zouden geven. En de gemeenteraad van Amsterdam, die gaarne zijn academie behield, en derhalve ook de theologische faculteit, om feitelijk te kunnen bestaan, moest aanvullen, nam de verplichting op zich, voor dit doel twee kerkelijke hoogleeraren te salariëeren. Toen nu onlangs weer zulk een kerkelijk hoogleeraar op stadskosten door de Hervg Synode zou benoemd worden, wegens het vertrek van Prof Gunning naar Leiden, kwam opnieuw de vraag ter sprake of het wel billijk is, dal de burgers van alle ge zindheden medebelalen aan een onderwijs, dat inderdaad alleen strekt om het Herv. Kerkgenootschap te steunen. Niemand kan ontkennen, dat hierin een zijdige bevoorrechting van ééne kerk of één genootschap boven de andere schuilt, en eenige gemeenteraadsleden vroegen dan ook afschaffing van dit aanvullend kerkelijk on derwijs. Men scheen echter in te zien, dat zonder deze aanvulling de theologische faculteit volstrekt geen doel meer had, en liet daarom het voorstel vallen, bewerende dat men zoo wel moest handelen om de universiteit vol ledig te behouden. Immers, de wet op het llooger Onderwijs vordert de theologische faculteit, en deze faculteit, zal ze een prac tisch doel hebben, moet kerkelijk worden aangevuld. Er bleef dus maar één radicaal middel om verder te komen, over, t w. dat men pogin gen in bet werk ging stellen, de universiteit te kunnen behouden zonder de theologische faculteit. Met dit verzoek heeft men zich dan ook tot de Hooge Regeering gewend. Wij heb ben ons over dit besluit wel eenigermate verwonderd Er blijkt uit, dat de hetere rechtsbegrippen veld winnen, en de bevan genheid met persoonlijke vooroordeeien niet zoo sterk meer is als voorheen. Een tiental jaren geleden ware een der gelijk gemeenteraadsbesluit in Amsterdam schier ondenkbaar. Intusschen zou op deze wijze de wet op het hooger onderwijs wel eens onder den hamer kunnen komen, en in verband hiermede is het van groot gewicht dat de portefeuille van Binnenlandsche Zaken lluins in handen is van den heer De Savornin Lobman, den consequenten strij der voor vrijheid van onderwijs op al zijne trappen. De heer Mackay liet hi j de regeling van het lager onderwijs doorschemeren, dat men van hem geen wijziging van de wet ten op het middelbaar en het hooger on derwijs te wachten had maar de heer Lohman is door niets gebonden; of het moest zijn, dat hij daaromtrent een bin dende afspraak gemaakt had hij het aan vaarden van zijn Ministersambl. Wij ver onderstellen evenwel niet, dat hij beloofd zal hebben, de quaestiën van het middel baar en het hooger onderwijs tc laten rusten want bij de staalsbegrooting van dit jaar heeft hij nog nadrukkelijk gewe zen op do rechtsongelijkheid lusschen de openbare en de vrije universiteitenen ook de werkprogrammen van de antirevo lutionairen en de roomschen gewagen van herziening der wetten het roomscbe pro gram meer rechtstreeks en het antirevo lutionaire noemt wel niet de wetswijziging, maar vraagt toch «inkrimping van de rijks inrichtingen voor middelbaar onderwijs", en «bezuiniging op de uitgaven der drie Rijksuniversiteiten". liet zou dan ook stellig in den geest der antiliberalen zijn, indien het verzoek van Amsterdam's gemeenteraad werd in gewilligd. Doch niet uitsluitend in den geest der antiliberalen, of in hun voordeelneen in het belang van recht en billijkheid. Nu eenmaal de Stadskerk op het einde der voorgaande eeuw is afgeschaft, behoort de Staat ook alle kerken of kerkgenootschap pen te behandelen op voet van gelijkheid. En de stedelijke overheid te Amsterdam is daartoe insgelijks gehouden. Maar als het Rijk en de stad Amsterdam het llooger Onderwijs zoodanig inrichten, dat alleen de leden der Ilerv. Kerk er wat aan hebben, en de andere burgers de oplei ding hunner kerkelijke ambtsdragers geheel uit eigen beurs moeten bekostigen, dan is de scheiding van kerk en slaat een ijdele leuze, en wordt er onrecht gepleegd. Nu zeggen wijniet, dut een universiteit bestaan kan of bestaan moet zonder theolo gische faculteit. Volstrekt niet. Veeleer dient toegestemd, dat de godgeleerdheid de ziel en het middelpunt is van alle wetenschap, en dat de richting van alle wetenschap in nauw verband staat met de gangbare begrippen omtrent God en Zijn Woord. Maar als de Overheid het openbaar lloo ger Onderwijs niet zóó kan inrichten, dat alle richtingen er wat aan hebben, dan moet zij zich onttrekken, en laten de belangheb benden zeiven zorgen. De theologische faculteit zou dan ook aan alle overheidslioogescholen in 1876 voor goed afgeschaft zijn geworden de echte liberaliteit eischle dit en de Minitter Heems kerk stelde het voor indien men niet had gevreesd dat de liberale partij daardoor aan kracht en invloed zou verloren hebben. Doch evenals door middel van de lagere school, wilden vele liberalisten de openbare hoogcscholen blijven misbruiken ten bate van hun partij, ter voortplanting van de mo derne levensbeschouwing. Waarlijk, niel uit godsdienstzin, of om eenig kerkgenootschap als zoodanig te steu nen, hielden zij vast aan de theologische faculteit. Doch alleen omdat zij mecnen, dat de Ilerv. Kerk bevorderlijk is aan hun poli tieke richting. En ja, nu wil men dat alles wel bedekken met Ie zeggen, dat de theologische weten schap in de „vrije luchtmoet beoefend en door geen kerkelijk gezag of vaststaande dogma's mag beperkt worden. Maar dit zijn slechts holle klanken, want wat is „vrije" wetenschap. Zie, daarover zijn de geleerden hel juist schrikkelijk oneens. Wal voor A een belemmerende band schijnt, is voor R een heerlijk onmisbaar steunpunt. Zonder een vaste bron, zonder aanvaarding van het gezag der II Schrift kent de gerefor meerde student geen theologie. Hij kan dus onmogelijk saam sludeeren met den katho liek of met den liberalen landgenoot. Als het goed was, moesten er alzoo drie hoogescholen zijnéén voor elke hoofdrich ting in ons land; hetzi j dat particulieren die in stand hielden, óf dat de Overheid dit deed. Doch zoolang dit niet het geval is, moet de Overheid althans de theologie niel meer onderwijzen, en althans aan de studenten der bijzondere universiteiten den weg ope nen om onder de noodige waarborgen voor degelijke studie, hun wetenschappelijke gra den le gebruiken inliet maatschappelijk leven. Het elfde jaarverslag dezer Unie, dat er weer even netjes uitziet, als wij dat van het Restuur en de uitgevers gewóón zijn, be richt ons, dat er in 1889 acht christelijke scholen bijkwamen, waardoor haar getal tot 488 klom, met 80,880 leerlingen. Deze scholen vertegenwoordigen een waarde van bijna vijf millioen en kosten jaarlijks meer dan anderhalf millioen gulden. Nog 12 scholen zijn er thans in aanbouw, die ver moedelijk in 1800 nog zullen geopend worden De totale opbrengst der Auguslus-collecte beliep in 1889 de som van 91,805,137s Wel is dit c.a. f 1400 minder dan het vori ge jaar; maar de secretaris zegt terecht, dat wi j reden hebben om dankbaar te zijn, als wij letten op de velerlei moeielijkheden, waarmede de Auguslus-collecte te tobben heelt, als: de kerkelijke strijd, de in aan tocht zijnde (en vaak verkeerd begrepen) nieuwe schoolwet, achteruitgang van vele medestanders, gemis aan genoegzame mid delen, ontstentenis van oen ij verigen corres pondent enz. Opmerking in dit Jaarverslag verdient ook do korte samenvatting van wettelijke bepa lingen, waarmede de Besturen en Onderwij zers aan de „Scholen met den Bijbel", die ecne Rijksbijdrage verlangen, te rekenen hebben, (blz. 7780). Aan duidelijkheid laten deze inlichtingen niets le wenschen over. Do Augustus-coilecte zal nu voortaan wellicht op een anderen datum gehouden worden, wijl zij na de aanneming der wet- Mackay een ander karakter krijgt. Het be stuur der Unie is gemachtigd, dit punt naar bevind van zaken te regelen, en ook, om weer een algemeene vergadering saam te roepon, als het dit noodig acht. Tot ons leedwezen heeft de Roeper geweigerd om de door haar herhaaldelijk verbreide onwaarheidals zoude Dr. Kuy- per met zijn bekend druivenbeeld de af scheiding van 1834 als ontijdig hebben willen veroordeelen, te herroepen. Onze vrienden, met wie wij deze zaak bespraken, vreesden wel degelijk zulk een afloop. Doch wij voor ons zagen den hoofdredacteur van de Roeper steeds voor te fier en eerlijk aan, dan dat wij niet eenige hoop zouden gekoesterd hebben, dat hij tot ridderlijke betuiging van on gelijk zich zoude laten bewegen, omdat hem niet een tegen beschouwing werd aan geboden, maar een onbetwistbaar feit werd voorgehouden. I Wat toch was het geval? Slechts éénmaal heeft Dr. Kuyper de Kerkelijke actie van 1886 met een beeld (1) Slechts bij uitzondering, om zeer gewichtige redenen houden wij ons hier even met den kerkelijken strijd bezig

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1890 | | pagina 1