voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Eerste Blad. ET Vrijdag 13 December 1889. Vierde Jaargang N°. 198. Sicvo liitionaiv tyV&dikiad IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Dit nummer Destaat uit twee Bladen. In 't Land des vijands. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te «enden aan den Uitgever. Re noodzakelijkheid van bet christelijk onderwijs. Voor Hinderen. Re liberale pas-lij en de schoolwel. i - ping van BR [JH' n elsdijk. |en. Te- rochure 3r W. gang kkee. 2,ua 1,15 uur de stoom- ur, ea van iboot.) 5,30 uur. 6,30 L,30 uur. dienst.) Woensd Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever SOJEtlRLKRIJH. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur II. (Slot.) Waarom moeten de kinderen, ook door middel van de school, tot Jezus gebracht worden Meent gij dat dit moet geschieden omdat de kinderen zoo klein, zoo lief, zoo goed, zoo aantrekkelijk zijn? En het kind van de Kananeesche vrouw dan, waarvoor de moeder genezing kwam vragen Werd zij niet eerst een oogenblik afgewezen Of is het omdat de kinderen zoo naïef, zoo onnoozel, zoo onschuldig zijn Gods Woord kent geen onschuldige kinderen. Zij zijn met hun ouders gevallen en aan dood en verderf onderworpen; zij dragen de kiemen der on reinheid rijkelijk in zich. Of is het om hetgeen die kinderen voor de maatschappij worden kunnen Maar im mers Jezus kwam niet als philantroop op aarde. Neen, de reden wordt er bijgevoegd „derzulken is het Koninkrijk Gods." Als burgers van Gods Koninkrijk, als bondelin gen, hebben de kinderen van christe'ijke ou ders recht op een christelijkeschool. Zij heb ben ook de verantwoordelijkheid te dragen, zij zijn ook aansprakelijk voor hun leven on der het licht des Evangelies, daarom moe ten zij ook de rechten des Verhondsgenieten en met de schatten des Koninkrijks nauw keurig bekend gemaakt worden. En nu is Jezus het middelpunt van dat Ko ninkrijk. In Hem als Middelaar is alles ver borgen wat het menschdom voorrijn tijdelijk en eeuwig leven behoeft. Alle beloften Gods zijn in Idem ja en in Hem amen, Gode tot heerlijkheid. De volheid der Godheid woont een verhaal uit het leven van keizer frederik III. Het wakker blijven van den jongen soldaat had juist maar tot deze woorden geduurd, toen was het daarmede ten einde. De pen ontviel zijne hand, zijn hoofd zonk diep op de borst neder en niet lang daarna had de sluimering hem overmand. Zoo mocht reeds een mooi poosje verstreken zijn, toen eensklaps de deur zachtjes geopend werd, en een hoog, statig man in generaalsuniform binnentrad. Uit zijn edel, door een langen volbaard omgeven ge laat spraken mildheid en goedheid des harten. Vol deelneming bleven didelij; zijne oogen op den slapenden soldaat rusten. Behoedzaam na- derhij komend, nam hij het voor hem liggende beschreven blad en nieuwsgierig begon hij daarin te lezen. Hoe verder hij daarmede kwam, omspeelde een des te liefdevoller trek zijn ge laat en in zijne oogen begon het vochtig te schemeren. Toen hij aan het slot gekomen was, waarin gezegd werd, dat de kroonprins in Hem lichamelijk. Derhalve, omdat de kinderen van christen-ouders als burgers van het hemelsch Koninkrijk de voorrechten van dat Koninkrijk moeten genieten, heb ben zij ook recht op Jezus; en wee hun, die den kinderen daarbij in den weg gaan staan. In Gods Koninkrijk en in Jezus Christus ligt de oplossing van al de raadselen des levens, Hem zijn zij bekend, Hij kan ze ontsluiten (Openb. 5.) In Zijn persoon en Zijn werk vindt men den sleutel tot alle geheimenissen van het leven. Het zou dus onverantwoorde lijk dwaas zijn om de kinderenhetlevenspad op te sturen zonder dat zij eerst in de gele genheid gebracht zijn om van Jezus teleeren hoe zij het leven hebben te beschouwen. Neen, het is niet genoeg, dat de kinderen slechts een enkel uur van den dag een gods- dienstigen indruk krijgen. In het maatschap pelijk leven begrijpt men heel goed, dat het een of ander vak niet geleerd wordt, of het moet aanhoudend beoefend worden, en hoe vroeger de leerlingen er bij komen, des te beter. En dan zoudt gij willen, dat de dienst van God er zoo maar terloops ingebracht werd? Dat zij verre. Ofschoon de opvoeders hun kinderen niet kunnen bekeeren, moeten zij alles aanwenden wat zij kunnen, om ze met Christus bekend te maken, aan Hem te gewennen, en naarmate dit streven gelukt, zullen de kinderen ook een goed figuur ma ken in de maatschappij. In Jezus ligt ook de vertroosting die de kinderen in den strijd des levens behoeven. Wat een oorzaak tot droefheid en geklag is er niet in deze wereld. Maar in Jezus ligt bal sem voor elke wonde, Hij sterkt degenen die Hem zoeken, in leven en sterven beide. Laat de kinderen dan tot Hem komen en als middel daartoe steeds meer met het Woord des Heeren bekend worden. Zegt niet ouders, wij kunnen onze kinderen in huis wel genoeg opvoeden. Aan zeer en kelen moge dat mogelijk zijn, de meesten kunnen het niet. De moeders hebben het veelal overdruk met hun huishouding, en de vaders met hun broodwinning. Welk een van Pruisen zeker reeds den slaap des recht vaardigen sliep, omringde een zacht, hartelijk glimlachen zijnen mond. Toen nam hij, een snel besluit volgend, de op de tafel liggende pen op en schreef terstond den onvoltooiden brief ver der af. Toen hij daarmede gereed was, haalde lip zijne portefeuille uit den zak, nam daaruit een bankbiljet van honderd daalders, hetwelk hij iu den brief legde. Nadat hij dezen te zamenge- vouwen en in een couvert gestoken had, ver wijderde hij zich weder stil en onbemerkt, ter wijl de jonge soldaat rustig doorsliep. Eindelijk ontwaakte deze plotseling, en haas tig opspringend, fluisterde hij verschrokken „Gode zij dank, dat niemand het gemerkt heeft, anders kon het een mooi boeltje worden Het briefschrijven is ook juist geen geëigend middel om den slaap te verdrijven." Da ir valt zijn blik op den brief, die nu zorgvuldig toegevouwen op de tafel lag ter wijl hij zich toch meende te herinneren, on der het schrijven ingesluimerd te zijn. Daarna meende hij echter, dat hij dit vergeten had en dat hij met den brief toch reeds klaar geko men was. Haastig greep hij naar het couvert en dit openend zeide hij „Nu, dat ware wat i moois geweest, ik had haast vergeten, den troostende gedachte dan, als gij weet dat gij christelijke helpers in het werk der opvoe ding hebt, die de kinderen pogen te brengen bij den levenden Leidsman van zondaren, den Gids die nimmer begeeft of verlaat! Maar ook anderzijds, wat een wroeging moet het baren aan de ouders, die hnn kin deren verhinderen om onder de hoede van dezen veiligen Gids te komen. Welk een zelfverwijt, als zij middelijk de oorzaak zijn, dat hun kinderen, ofschoonjkinderen des Ko ninkrijks, nochtans buitengeworpen worden. Inderdaad, het christelijk onderwijs is een ernstig belang, want het belooft een veel voudige vrucht. Staan wij nog een oogenblik bij deze vruchten stil. In de eerste plaats rust op een chr. opvoe ding de goedkeuring van Jezus, en hoeveel is het christenhart daaraan niet gelegen. Ook al zouden de kinderen zich later van Gods Woord afwenden en de paden der ijdelheid kiezen, dan genieten de ouders die hun roe ping betracht hebben nog de goedkeuring Gods in hun geweten; zij staan vrij voor Hem, als zij eerlijk zeggen kunnen, dat zij, hoewel met veel gebrek en zonde, met hun kinderen den weg bewandeld hebben, dien God in Zijn Woord voorschreef. Doch dit niet alleen. Jezus zal de kinderen zegenen, zoo zij in waarheid tot Hem ge bracht worden. Hij heeft daar een welgeval len in. Geen wonder, dat schilders gepoogd hebben het zegenen van Jezus voor de kin deren op het doek te brengen, want er ligt een wereld van schoonheid in. Ook beroem de menschen hadden soms veel met kinde ren op. Luther b. v. was een minnaar van kinderen. Ook een Karei de Groote betoon de zich hun vriend. Maar zij konden hun geen zegen geven. Dat vermag Jezus alleen. Als Hij ze zegent, hebben zij genoeg. Dan leeren zij hun kennis op de rechte wijze ge bruiken, en de eeuwigheid zal openbaren voor hoeveel kinderen een chr. opvoeding ten eeuwigen zegen werd. Het is waar, het komt voor, dat kinderen van geloovige ou- daalder voor mijne goede moeder er in te sluiten! Zoo gaat het, als men niet gewoon is, geld te verzenden Toen nu bij het openen van den brief het bankbiljet van honderd daalders te voorschijn kwam, stroomde hem al het bloed naar het hart en ten doode verschrokken, staarde hij af wisselend het geld en den geopenden brief aan. Hij mocht zich over het voorhoofd strij ken, zooveel hij wilde, het was werkelijkheid en geen zinsbedrog. Reeds was hij geneigd, aan spokerij te gelooven, toen hij bemerkte, dat een vreemde hand van daar af aan den brief verder geschreven had, waar hij had op gehouden. Haastig greep hij den brief en be gon ijverig te lezen. Hij was echter nog niet ver gekomen, toen hij moest ophouden, want traan op traan ontvloeide zijne oogen, zoodat hij niets meer onderscheiden kon. Toen hij zijne tranen afgedroogd had, begon ijh nogmaals te lezen „Daar ik juist nog niet slaap, zooals Uw zoon meent, dien ik toevallig zeiven onder het schrijven ingedommeld vind, zoo wil ik nu in ziine plaats den brief eindigen. Van gan- scher harte verblijdt bet mij, dat bij zulk een goed en braaf meusch is, die zijn moeder het ders beslist de wereld gaan dienen, hetzij tijdelijk of voor goed. Maar dat is gelukkig een uitzondering, die nog steeds als een bij zonderheid vermeld wordt. Regel is, dat God de kerk bouwt uit het zaad der geloovigen. Daarom kwijnt ook de kerk, naarmate het schijnsel van Gods Woord in huis en school flauwer wordt. De kinderen die tot Jezus gebracht wor den zullen gezegend zijn, niet altijd met veel aardsch goed, of hooge posten of een bloeien de gezondheid, maar bij Hem is verkrijgbaar alles wat zij noodig hebben voor tijd en eeu wigheid. Laat dus alle christenen hun roeping in deze bedenken en den bloei der chr. scholen bevorderen met hun gebed, hun woord, hun voorbeeld hun invloed, hun geld. De renten zullen niet uitblijven. Bij de behandeling der schoolwet is het zoowel in als buiten de Kamers gebleken, dat de liberalen in twee fracties te verdeelen zijneen verzoenlijke en een onverzoenlijke helft. De verzoenlijken waren zij die het inzagen dat de liberalen voor het oogenblik geen recht hebben om het staatsroer te hanteeren, en dat er wel terdege rekening moet gehou den worden met de wenschen van de niet- liberalen, ook op schoolgebied. Maar de onverzoenlijke;! hebben alles op gezocht wat zij konden om de aanneming der wet te verhinderen. „Gij tast de hoogheid van den Staat aan", riep de een. „Gij gaat buiten de Grondwet" beweerde een ander. „Gij bevordert de ge- deeldheid onder de zonen van hetzelfde Va derland" klaagde een derde. En ook waren er onder, die volstrekt niet vroegen naar ar gumenten, maar die het ontwerp-Mackay al leen afkeurden uit stoffelijk eigenbelang, uit valsche schaamte voor de vroegere dwalin gen van het liberalisme of uit partijbelang, omdat zij meenden door verwerping van de weinige bespaarde geld toezendt, dat hij zelf zoo hoognoodig gebruiken kon, en van harte is bet mij aangenaam, dat hij ook in 's vijands land zich beijvert, Uwe goede lessen op te volgen. In de plaats van den éénen daalder Uws zoons zend ik er U hiermede honderd, opdat de wenseh zijns harten in vervulling mo ge gaan. Tevens gaat van mij ook het bevel naar Berlijn, U, gedurende de afwezigheid Uws zoons, elke maand tien daalders uit mijne bij zondere kas toe te tellen, welke in geval zijns doods wat God genadig verhoeden moge U tot aan Uw levenseinde uitbetaald zul len worden. Wanneer Gij voor Uwen zoon bidt, zoo sluit ook mij mede in Uw gebed in, opdat het ook mij moge vergund zijn, na ze gevierend voleindigden veldtocht mijn Duitsche vaderland en ai mijne geliefden weder te zien. En wanneer het eindelijk vrede wordt, kom mij dan eens in Berlijn bezoeken. Het zou mij verblijden zulk eene goede, brave moeder te leeren kennen. Uw U hartelijk groetende FRIEDRICH WILHELM, kroonprins van pruisen. -i -

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 1