voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Vrijdag 11 October 1889. Vierde Jaargang SM0. 189. (Qinïi-SicvoU/iiionaiz^ tyVeóMiad IN HOC SIGNO VINCES^. W. BOEKHOVEN. SOIUtlKLSDIJIi. Alle stukken voor tie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan tien Uitgever. Het sclioolwetsontwerp. FEUILLETON. Verwarring1 van kerkelijke en politieke zaken. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgeveb Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur Met groote belangstelling zullen onze le zers de aanneming van het ontwerp-Mackay tot wijziging van de schoolwet hebben ver nomen. Met 71 tegen 27 stemmen, dus met bijna drie vierde deel van de Tweede Kamer ging zij er door. Dat op het laatst zooveel liberalen mede voor gestemd hebben, is middelijk te danken aan het verstandig beleid en de groote in schikkelijkheid van Minister Mackay en voorts van de geheele rechterzijde. Met be houd van de hoofdbeginselen der wet, heeft de minister op verschillende punten veran deringen in zijn ontwerp gebracht, die bijna alle in het voordeel often minste ten genoe- ge van de liberale partij waren. De Minister scheen tot allen eerlijken prijs te willen ver mijden, dat de beraadslaging over zijn ont werp op een partijstemming zou uitloopen. Hij beweerde niet slechts den vrede op school gebied te zoeken, maar hij toonde zich ook verzoeningsgezind, en de geheele rechter zijde met hem. Ook hierin werd een vrede lievende stemming getoond, dat de leden der rechterzijde, hoe hevig ook geprikkeld door een herhaling van vroeger reeds zoo vaak weerlegde verwijten, toch het stilzwij gen bewaarden, en zich alleen bepaalden tot de aanhangige quaestiën zeiven. Ongetwij feld zijn door deze waardige houding dan ook wel eenige liberalen voor de wet gewon nen. En het is nu ook zoo goed als zeker, dat de Eerste Kamer haar mede aanneemt. Immers, zij kan nu volstrekt niet gezegd Op oen schoonen Woensdagochtend, ging eens een professor in de natuurkunde een wandeling naar het gebergte maken, om daar tevens eenige zeldzame planten, steenen enz. te zoeken. Juist op zijn weg ontmoette hij een eenvou dige boer, doch gekleed op zijn Zondags en met een kerkboek onder den arm. Dat boek trok de aandacht van den geleerde. Spoedig maakte hij een praatje en vraagde den landman of hij naar de kerk ging, maar, liet hij er op volgen, het is heden toch geen Zondag? Met een vriendelijken lach antwoordde het boertje, dat hij naar een zendingsfeest ging. In plaats van dankbaar te zijn voor 't ge geven antwoord, zeide de professor, met een ironischen lach, dat hij zijn geld wel beter uit kon geven dan voor zulke dwaasheid. Dwaasheid, mijnheer, sprak het eenvoudig mannetje met nadruk, dwaasheid Zeker man, laat de heidenen hun eigen goden en behoud zelf voor mij part de uwen, sprak de natuurkundige, dat komt toch op hetzelfde neer. Mijnheer en de man had moeite om niet in toorn ontstoken te worden, mijnheer, is dat hetzelfde, of iemand een steen of boom aanbidt, of wel den God, die hemel en aarde gemaakt heeft? Is dat hetzelfde, ot hij zijn medeuienschen besteelt, doodslaat en opeet, of dat hij ter eere Gods en ter liefde van zijn naasten leeft. Ja, nog eeD vraag, is dat hetzelfde of iemand in den hemel of in de hel komt Ach, dwaasheid goede man, louter domheid, worden, daardoor partij te kiezen tegen de linkerzijde der Tweede Kamer. Gelijk wij zeiden, kwam de Minister den liberalen zooveel mogelijk in het gevlei, b v. door de gymnastiek onder de verplichte leervakken op te nemen; door het woord billijk met betrekking tot het op de openbare school te heffen schoolgeld te schrappen, en er van te maken een tegemoetkoming van minstens 20 cent per maand; ook door tebe- palen, dat de Rijksbijdragen voor de bijzon dere scholen door haar besturen moeten worden aangevraagd bij Gedeputeerde Sta ten. Maar niettemin zijn de hoofdbeginselen der wet behouden gebleven, en heeft onze partij als vrucht van haar jarenlange worste ling toch dit verkregen: ie dat het bijzonder onderwijs nu met het openbare gelijkelijk wordt geëerd en gesteund van rijkswege; 2e dat er overal op de openbare scholen eenig schoolgeld zal moeten gekweten wor den door de gebruikers, die het betalen kunnen. Reeds herhaaldelijk' wezen wij er op, hoe vele belijders des Heeren in ons land de ei- schen van het kerkelijk en het burgerlijk le ven dooreen haspelen. Van deze verwarring zagen wij weder een duidelijk voorbeeld, toen wij de volgende regelen uit den Wageninger" onder de oo- gen kregen. Dat weekblad van twijfelachti ge kleur schreef nli naar aanleiding van de verkiezing van een roomsch lid der Eerste wat gij en vele anderen zich van de leeraars laat voorpraten, viel de professor hem in de rede. Nu merk ik het, sprak de boer, u bent van de „nieuwe" leer. Ik ben professor en natuuronderzoeker en laat mij geen praatjee diets maken, was het antwoord. Ja, mynheer, maar het spreekwoord zegt: Hoe geleerder, hoe verkeerder. Mij dunkt, dat onze dominé en ouze schoolmeester toch wel zoo knap kunnen zijn als u. En wat leert uwen schoolmeester dan wel O zeer veel, mijnheer, zooals Gods Woord, •ekenen, schrijven, de natuur, geschiedenis, enz. De natuurkunde ook? vraagde de professor zeer belangstellend. Dat zou ik meeneude natuur is door onzen Heere God geschapen en hoe kan daar de meester van zwijgen Zoo, zoo gelooft hij dan alles wat de bijbel vertelt Ja! gelooft u die mij zegt dat ge zoo ge leerd zijt dat darr niet Goede man, denk eens na, kan zulk een wereld in zes dagen geschapen zijn Dat u ze niet maken kan, en ik niet, en geen menssh, dat weet ik ook. Zelfs geen grashalmpje in duizend jaar. Maar, mijnheer, weet u, wat God kan? Och dat begrijp je niet vriend. Wij kunnen precies uitrekenen hoeveel tijd er noodig is, om een berg met al zijn steenen en metalen te vormen en dien door vuur en water zóó te ma ken als hij nu is. Mijn vrouw legt wat meer vuur onder den pot als hij harder koken moet. Zoo heeft de Schepper slechts wat weinig zounewarmte noodig om boter te doen smelten. Maar in de vuur" spuwende bergen maakt Hij zooveel vuur, dat de steenen en metalen smeiten. Tegen de hitte van Zijn bliksemvuur is niets bestand. Eu als Kamer door de Prov. Staten van Gelderland het volgende „De nu gevallen keuze bewijst ten volle, hoe zij, die heeten het gereformeerde, dus het protestantsclie beginsel in den scherpsten vorm te zijn toegedaan, dat zij, die hun, wier christelijke overtuiging ook maar eeni- gen anderen vorm dan den liunneu aanneemt, te nauwernood den naam van christen gun nen, uit partijzucht, uit begeerte naar gezag, hun beginsel verloochenen, en gemeene zaak maken met hen, die in den diepsten grond van hun wezen en streven aan het protestan tisme, aan het waarachtige christendom vijan dig zijn". YVat een wartaal? Wie kan haar in korte woorden uit elkaar halen En toch, zoo op den klank af, door opeenstapeling van dikke woorden, krijgt menig eenvoudige een in druk alsof de Prov. Staten zich aan een groote gruweldaad hebben schuldig ge maakt. Wij weten niet wat de Prov. Staten er toe bewogen heeft om in de plaats van een con- servatief-antirevolutionair lid, hetwelk uit viel, een roomschen candidaat te verkiezen, den heer van Nispen Maar ook zonder dat wij dit weten, moe ten wij met alle kracht tegen het misleidend betoog van den Wageninger" waarschuwen. Allereerst betwisten wij, dat de gerefor meerde belijders hun medebroeders die „in anderen vorm" hun „christelijke overtui ging" uitspreken, slechts „te nauwernood den naam van christen gunnen". Dit is een zeer onware voorstelling, en zij die haar verbreiden begrijpen ofzelven niets i- Hjj spreekt„Er zij0 dan komt het. Neen, mijnheer, als uwe wijsheid dat niet beaamt, dan zou ik wel durven wedden, dat gij het niet vau mij wint, hoewel ik maar een eenvoudig boertje ben. Mij dunkt, lachte de professor, spottenderwijs, dat ik u eens bij uw woord moest houden. Wij zullen elkaar een vraag voorleggen. Kunt gij de mijne beantwoorden, zoo hebt ge van mij een daalder verdient. Weet gij die niet, dan krijg ik er natuurlijk een van u. En zoo doet ge mij ook. Ofschoon ik niet weet, of dat wel recht ge oorloofd is, zeide de boer, maar omdat ge mij uittart, wil ik het doen. Dan geef ik u een vraag uit de natuur op, en u mij een uit den Bijbel. Dat is niet meer als billijk, dan zijn de wa penen gelijk, lachte de professor, kom begin maar. Daar, mijnheerkomt een vriend van mij aan, laat die getuigen zijn, dat alles eerlijk toe gaat en hij kan de daalders vasthouden om ze den winner te geven. Dat is goed sprak de geleerde. De vriend kwam, hoorde wat er gaande was en ontving van beide 't genoemde bedrag. Nu u vraag, goede vriend hernam de pro fessor. De boer begon: ,,U wilt van het scheppings woord, „Er zij" niets weten Neen, ieder ding moet zich volgens de wetten der natuur ontwikkelen. Uit niets, komt niets. Zoo, zoo ging de boer verder voort. Een eik kan, volgens u, alleen van een eikel komen. Dus als ik een eik wil laten groeien moet ik een eikel planten Zeer juist Maar hoe komt men dan aan een eikel, vraagde de boer, als men geen eikenboom heeft waaraan van den strijd der gereformeerden, of zij lasteren. Neen, over het hart oordeelen de gereformeerden volstrekt niet. Dat doen juist omgekeerd de mei-gereformeerden. Deze maken zich druk met allerlei persona liteiten en slaan telkens een toon aan alsof alleen hun vrienden als christenen te eeren en te vertrouwen zouden zijn. Gedurig stellen zij dezen en genen, over hun bedoelingen oor deelend, als onchristelijk op de kaak. Maar de gereformeerden zijn gelukkig wijzer. Zij oordeelen niet naar hun licht dwalend ge voel, doch naar de uitgesproken belijdenis. Zoolang dus de menschen, die zij op hun le vensweg ontmoeten, den Christus belijden, en die belijdenis niet met openbare daden weerspreken, zoolang houden zij hen voor christenen, al is het ook dat zij hun be lijdenis in eqp anderen norm stellen, of wat het wezen der zaak aangaat, in sommige op zichten een andere belijdenis aankleven. Alleen, en hier lette men wel op, kunnen de gereformeerden met zulke afwijkende be lijders niet onvoorwaardelijk, niet altijd en overal in dezelfde Arkgemeenschap saamle ven. De trouwe volgelingen van Luther b. v. worden volmondig door de Calvinisten als christenen erkend. En toch zijn voor de goe de orde hun kerken gescheiden. Niet uit haat of nijd, maar voor beiderzijds welzijn. De separatie der gereformeerden van de „ethischen" vloeit uit hetzelfde beginsel voort Maar wat wil nu de Wageninger'1 Dat de heeren van de Prov. Staten, die die gegroeid is. Wat is er het eerst geweest een eikel of wel een eikelboom Dat is een vraag, die niemand beantwoorden kan. Ge zoudt even goed kunnen vragenWat is er het eerst geweest een kip of het ei, zeide de professor grimmig. Wel zeker, dat kan iemand wel weten. Geen natuur kan zich ontwikkelen, of wel naar vaste wetten gaan, eer zij gemaakt is. De bijbel en dat is een boek waar ik o zooveel van houdt, en tegelijk sloeg de boer de oogen op zijn kerkboek leert mij, dat God alles eerst heeft geschapen en toen de wijze van ontwikkeling en voortplanting bezorgd. Wat zegt gij daarvan vriend. Wie heeft gelijk? Het is zoo klaar als water, dat de professor deze vraag bekend heeft niet te kunnen oplossen. Hier hebt gij een daalder De professor, die werk had om zijn toorn te verbergen, sprak nu spottend En gij, die den bijbel zoo goed weet, zeg me, hoe heette Noaeh's vrouw Daarvan staat niets beschreven, maar ik zou ze „vrouw Noaeh" genoemd hebben, sprak de hoer. Ja dat is wel zoo, zeide de professor verbluft, maar Nu ge zelf bekent „dat is wel zoo" behoeft ge er niets meer bij te voegen, dus heb ik ook recht op den tweeden daalder. Geel dien maar hier, vriend. Als gij rekent dat ik hem verdiend heb; dan zullen wij ze allebei in de zendingsbus werpen. En zoo geschiedde het. Het behoeft nauwelijks vermeld, dat de pro fessor zich voornam, om nooit weer met een eenvoudig boertje een twistgesprek over den bijbel te voeren en ook niet over de natuur. I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 1