Week blad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Vrijdag 5 Juli 1889. Vierde Jaargang N°. 175. IN HOC SIGNO VINCES W. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Het eeuwfeest der fransclie revolutie. FEUILLETON. HET ZWAKTE GALEISCHIP E. A-GLYPHOS. Professorale liberalistische ontboezemingen. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever SORitlUUSMJIi. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur Reedsjsinds geruiinen tijd was de Fransche Republiek bezig straten en pleinen, vooral in de hoofdstad, te versieren met de stand beelden van de zoogenaamde helden der Revolutie, ook van de zoodanige, wier han den druipen van het bloed dat zij hebben doen vergieten. De Parijsche tentoonstelling van dit jaar zal tevens strekken tot meer dere opluistering var. het feest ter herinne ring aan de gebeurtenissen van 1789, 1791 en 1793, toen Danton, Marat, Saint-Justen anderen op hun wijze bezig waren om den roem en het welzijn van Frankrijk en van alle volkeren te bevorderen. Evenwel is de blijdschap en opgetogen heid, ook onder de eigen geestverwanten niet onverdeeld. Er mengen zich leelijke wanklanken in de aangeheven feestzangen. Zeer wetenschappelijke mannen als Taine en Schérer doen met hun geschriften afbreuk aan de heerschende geestdrift. Taine is geen „clericaal", maar vrijdenker en een geschiedvorscher van den eersten rangdoch de Revolutie van 1889 neemt hij volstrekt niet in bescherming En wat zegt Schérer er van, die als ge schiedschrijver, letterkundige wijsgeer en daarbij als journalist in Frankrijk bekend is? Schérer was van geboorte Protestant, maar is allengs tot volslagen rationalisme en ongeloof gezonken. Hij is tevens republi kein en is werkzaam aan het republikeinsche blad Le Temps, waarin hij bij het begin dezes jaars onder den titel „Op een eeuw af stand" onder meer schreef, dat de Revolutie als zoodanig geheel „mislukt" is. „Het is treurig om te zeggen", zoo vervolgt hij, „maar reeds op den eersten revolutiedag werd bloed vergoten; bloed bezoedelde den eersten triomf. Dit was echter nog niet on herstelbaar zoolang het alleen stroomde bij oproeren, waarbij het moorden aan niemand persoonlijk kon geweten worden. Maar '17 In de kajuit spreidde men een leger voor den ongelukkigen kapitein. De scheepsdokter kwam, om de wonde van den bewusteloozen Antonio te onderzoeken en daarover bedenkelijk het hoofd te schudden. Myga zat in een hoekje der kajuit nederge- hurkt, zonder dat zich een sterveling om haar bekommerde. Aan den grooten mast bond men den stuurman van het zwarte galeischip, en met schamper satanisch hoongelach jubelden de meedoogenlooze vijanden om hun ongelukkig slachtoffer henen. Eerst laat in den nacht bedaarde het rumoer in de stad, nadat men den brand in het "huis achter den havenmuur gebluscht had. Reeds vroeger was alles stil geworden aan boord van het galjoen. Bewegingloos lag Antonio op zijn leger bewegingloos zat Leone bij hem, bewe gingloos was de arme Myga in het donkerste, meest verwijderde hoekje der kajuit weggedoken. toen eenmaal het moorden in koelen bloede plaats had en op rekening der Revolutie moest gesteld worden, werd de zaak geheel anders. De revolutionairen begrepen, dat hun dit niet vergeven kon worden, en de bevoordeelde standen zagen tegenover zich misdadigers, met wie verzoening onmogelijk was, die men behoorde te straffen en uit te roeien. „Tegen de wandaden van het Schrikbe wind ontstond reactie.... Maar ook de Dicta tuur gaf geen oplossing. Alles moest dus van voren af opnieuw begonnen worden. Men weet wat sedert gebeurde: een reeks van nieuwe revolutiën en van nieuwe reactiën, twee Keizerlijke Regeeringen, twee monar chieën, twee republieken; wij hebben thans de derde. En nu een eeuw sedert de bijeen roeping van de Etats-Gén éraux is voor bijgegaan, zijn wij zóó ver gekomen, dat wij onszelven moeten afvragen wat wij met zooveeldadenvanruw geweld en ten koste van zóóveel lij den gewonnen hebben „Als ik beweer, dat de Revolutie mislukt is, dan wil dit zooals men lichtelijk be grijpt niet zeggen, dat zij geen enkel blij vend resultaat heeft nagelaten. Het staat vast, dat zij de politieke en maatschappelijke gelijkheid heeft gesticht een belangrijke, maar ten slotte geheel negatieve zaak, aan gezien zij, om die te volbrengen, alleen be hoefde af te breken. De Revolutie heeft daar entegen geenszins de vrijheid gebracht, ten zij men als vrijheid zou willen betitelen korte en onstuimige perioden van woeste losban digheid, gevolgd door veel langere tijdvakken van willekeur. In zulk een getuigenis, niet van een tegen stander, maar van een man, die in beginsel mede revolutionair is, mag zeker wel een ernstige waarschuwing gezien worden. Ook al was de fransche revolutie te verklaren, te rechtvaardigen is zij nooit; en zij kon dan Men hoorde op het gelieele schip ternauwer nood iets anders dan het geruisch van den stroom, die het schip omspoelde, het gebruis van den wind in het takelwerk en de afgemeten schreden van den de wacht hebbenden matroos, die met geladen vuurroer en gloeiende lont heen en weer liep voor den gevangene aan den mast en hem geen oogenblik uit het oog verloor. Tegen twee uur in den morgen legde zich de wind geheel en al, zoodat men nu zelfs het knarsen der touwen in de takels niet meer waar nam. Doodsche stilte heerschte aan boord der Andreas Doria, eene doodsche stilte, die eensklaps door een kreet en den knal van een geweerschot deste schrikwekkender werd afge broken. De luitenant kwam uit de kajuit op het dek stormen, de matrozen sprongen uit de kooien en hangmatten, en ijlden slaapdronken naar het dek. De plaats van den gevangen watergeus aan den grooten mast was ledig. Met zijn afgeschoten vuurroer stond de schildwacht daar, verwarde blikken om zich henen werpend onder de vragen en de vervloekingen der officieren en der scheeps bemanning. „Daar, daar Over boord!" deze schorre kreet ontwrong zich eindelijk aan de zwoegende borst van den verrasten, overstelpten schildwacht. ook geen heil aanbrengen, want zij liep lijn recht tegen Gods Woord in dus moest zij wel smart op smart en teleurstelling op te- lenrstelling baren. Prof. Spruijt, de bekende liberale politicus, schreef onlangs in een voorrede bij zijn derden druk van „Antipapistische felheid of Protestant- scbe plichtsbetrachting" „De overwinningen in Maart 1888 door de ultramontanen en hunne bondgenooten bij de stembus behaald, is alleen daaraan toe te schrijven, dat de leiders hunne ware bedoe lingen zorgvuldig verborgen hielden. Ik acht mij gelukkig in de overtuiging, dat mijne brochure er iets toe bijgedragen heeft, en iets toe bijdragen zal, zulk misverstand voor het vervolg te voorkomen. Dat Nederland, de ba kermat van gewetensvrijheid en geestelijke ontwikkeling, eenmaal de meerderheid gaf aan de vijanden dier kostelijke goederen, is erg genoeg. Het mag geen tweede maal gebeuren." Ziedaar nu weder een kenmerkend staaltje van liberalistische hooghartigheid. De liberalen alleen zijn goed en verstandig genoeg om het landsbestuur te leiden. Zijn zij niet aan het be wind, dan] wordt dut verklaard uit „misverstand." Wel aardig gevonden Doch hier laat de openbare professor het niet bij. Neen, hij ontziet zich niet om de antirevo lutionaire en Katholieke voorgangers te beschul digen, dat zij het volk bedot en bedrogen hebben, door „zorgvuldig" te verzwijgen wat de eerlijk heid hun gebood te zeggen. Wat d it verzwegene is, laat de politieke-profeet en gebieder leukweg achterwege. Is dat ook, omdat hij het zelf niet kan noemen Maar dan staat het nog zooveel te leelijker om een blaam van huichelarij te werpen op tal van hoogst achtbare mannen in den lande. Toen wij dan ook een paar weken geleden betoogden, dat er in de politiek zooveel oin de zaken Aeengepraat wordt, hadden wij mede op de houding van Prof. Spruijt het oog. En dan die aanhaling van „gewetensvrijheid en geestesontwikkeling" deze is al even ka rakteristiek. De vermetele schrijver bedoelt na tuurlijk, dat deze kostelijke goederen alleen „Waar, waar, waar? En alles stormde naar den rand van het dek. „De sloep te water Snel, snel 1" weerklonk de gebiedende stem van Delia Rota. Er kwam leven op de Schelde, lichten schenen in den benevelden nachtmaar de nachten zijn in November donker. Wel vischte men een stroomaf drijvend lijk op, maar het was dat van Jan Norris niet. Langs beide oevers van den stroom werden alarmsignalen gegeven maar alle inspanning Yan alle voor Antwerpen liggende schepen was vruchteloos. Alle uitgezonden bootjes en sloepen keerden onverrichter zaak terug. Wat was er van Jan Norris geworden Was liij gelukkig ontsnapt V Had hij zijnen dood in de golven gevonden Wie was in staat dat te zeggen V Hoe spitste evenwel Myga van Bergen, die in haar schuilhoekje weder langzaam tot bezin ning gekomen was en slechts een' flauwe herin nering had van alles, wat er in weinige uren was voorgevallen, het oor, toen zij veruam, dat de kloeke geus zijne boeien verbrijzeld had en over boord gesprongen was De morgenschemering begon langzaam door te breken, maar er kwam geene nadere inlichting aangaande den ontvluchten watergeus. Op het dek der Andrea Doria stapte Leone della Rota met over de borst gekruiste armen heen en weer veilig zijn onder de bescherming der liberalen. Daarom moeten de teugels van het bewind dan ook niet voor de tweede maal aan hun handen ontglippen. Wèl weet ons volk zeer goed, dat de liberalen hun politieke tegenstanders nu lange jaren en allengs meer van allen invloed op den gang der politieke zaken hebben zoeken uit te sluiten wèl hebben zij,, om de publieke opinie te beheerschen, hun moderne sectescholen nu reeds bijkans een halve eeuw aan ons volk op gedrongen wèl hebben zij de voorstanders van het vrije onderwijs voortdurend genoodzaakt om mildelijk mede te offeren voor „neutrale" scholen, die zij zeer schadelijk achten wèl gunden de liberalen den „gescheidenen" van '34 en later niet de vrijheid om God naar hun geweten te dienen, en steunen zij nog in onze dagen zijde lings met verschillende middelen de vervolgers der „doleerenden wal houden zij aan de rijks academiën opzettelijk een theologische faculteit in stand om op kerkelijk terrein een overwegen den invloed uit te oefenen en de geesten te binden, wèl willen zij alle ouders, die de inenting voor hun kinderen gevaarlijk achten, straffen met onthouding van alle schoolonderwijs aan hun kroostwèl beoogen de liberalen een „geestesontwikkeling," die zoo eenzijdig mogelijk is, doordien zij alleen de hersenen der leerlingen willen opvullen en het hart onbewerkt laten wèl worden er dan ook tegenwoordig door mannen van allerlei richting klachten geuit over de noodlottige gevolgen van de liberalistische leer methoden, merkbaar uit de verstomping dei- vermogens van i ele jongeliedenmaar toch, ondanks al deze tastbare bewijzen van dwang en onderdrukking der andersdenkenden, wil Prof. Spruijt zichzelven en zijn geestverwanten nog steeds aangemerkt zien als meer dan eeuige an dere partij strijdende voor go wetens vrij beid en geestesontwikkeling. Men moet het toch maar durven zeggen Evenwel willen wij Prof. S. nog niet beloven, dat zijn thans reeds gegeven les voor de ver kiezingen in 1801 zal opgevolgd worden. Ook geven de provinciale verkiezingen van Mei jl. nog lang geen recht tot zulk een gebod of profetie. en mompelde in zich zeiven „Wanneer hij liet maar niet gezegd hadHij zal sterven door mijne schuld. 0 Antonio, arme Antonio Gij hebt het vooruit gezegdik kapitein op de Andreas Doria, hij een lijk ®p den bodem der zee." De luitenant stond stil, ditmaal een oogenblik in diep gepeins verzonken. „Maar Leone, is u misschien niet spoedig, misschien reeds morgen, misschien overmorgen, hetzelfde lot beschoren? Maar koiu, wie is bang voor den dood Dood is vernietiging hoog houd ik het leven Ha, daar komt de zon door den nevel, vrij adem ik weder, ook van mijne oogen wijken de bloedig sombere nevelwolken Met een glas vurigen Syracuser wil ik op den morgen drinken, laat het dan de laatste zijn, dien ik aanschouw!" De kajuitsjongen bracht hem een roemer ten boorde toe gevuld met den kostbaren drank. Leone della Rota hield hem tegen den gloeienden zonnebol, ledigde hem in éénen langen teug en wierp daarna het glas ver weg in den stroom, terwijl hij den voet vast op het dek zette en zeide „Kapitein aan boord der Andreas Doria!" en er fluisterend, nauwelijks hoorbaar bij voegde „Kapitein der Andreas Doria en Myga - de kroon der vrouwen van Vlaanderen mijn mijn!" i C Wordi vervolgd.')

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 1