Christelijk Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden, Abonnementen worden dagelijks aangenomen. ER, Vrijdag 31 Mei 1889. Vierde Jaargang N°. 170. IN HOC SIGN O VINCES W. BOEKHOVEN. souoirlsrijk. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan «ten Uitgever. Een vriendelijk versoek lichte politiek. FEUILLETON. HET ZWARTE GALEISCHIP Re uitslag' «Ier verkiezingen van 14 Mei. r Bedden n Kinder- evloehten Veeren, 389. isdag post, franco. VAL 101, 3RDITGAJJG Overflakkee. pril 1889. nam. 3,15 uur. 4,30 LIU nam. 5.30 uur 6»— GrIERS, uur. ug mat de atoom» i,30 uur, eu vuu aderboot.) dam. liddags 5,uur 6,uur 6,30 iddags 2,— uur. 3,~ Mei. bootdienst.) rnis. u. 5 uur. Diu a* Dinsdag voorm 3RDIENST. dam. rgens 4,30 ure. ddag 1,45 *>45 ASNYMPH April. amiddag 5,30 u. 5,30 t en nni. 6,m. 6,— J,3ö en 6 uur later. 1,30 en 6 ure. f uur later. lam, Yoorm. 8,— tsluis gesehieden iweslui8, eu zijn goederen. sebooten). Mei. TERDAM Tm. 12,00 u. Tm. 12.00 u. um. 2,00 u. vm. 12.00 u. vm. 12,00 u. nm. 2,00 u. vm. 12,00 u. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur aan onze geachte abonnés huiten Flakkeeoin het verschuldigde abonnement, le kwartaal vierde jaargang, ons, na aftrek der kosten, (zijnde dus 45 Cent) per postwissel over te zenden, daar we anders zoo vrij zullen zijn om met 10 Cent verhoogmg voor porto, dus 6» Cent, daarover te disponeeren. Niet twijfelende of aan ons billijk verzoek zal gaarne worden voldaan. De Administratie. Treurig is het, dat men in ons land moet onderscheiden tusschen echte en onechte, we zenlijke en onwezenlijke politiek. En toch kunnen wij daar helaas niet buiten. Echte politiek is natuurlijk die politiek, welke zonder vooroordeel of partijzucht het welzijn van alle staatsburgers op het oog heeft welke niemand in ziju geloof of gewetensovertuiging hinden wilwelke de feiten en toestanden neemt zooals zij in waarheid zijn die ze zonder over drijving en eenzijdigheid in een ordelijk, logisch verband beschouwt, eu voor de wettige gevolg trekkingen van dit verband niet terugdeinst, ook al zijn zij hem nu juist niet bijzonder naai den ziu. Onechte of onwezenlijke politiek daarentegen is het volhardend streven om slechts voordeel, recht en vrijheid voor ééne partij te zoeken niet te letten op hetgeen de andere partijen beweren en beoogen hun woorden te verdraaien; hen te beschuldigen van dingen waaraan zij zich niet misgaan, of hun zonder klemmend bewijs iets toe te dichten, dat zij zeiven zeggen vol strekt niet te bedoelen. Voor de goede verstandhouding onzer land- genooten is het jammer genoeg, maar het mag niet ontkend, de liberalisten hebben jaren lang zulk een onechte politiek tegenover de antire volutionairen gedreven. Aan kritiek van die zijde door E.-^. GLYPHOS. 12 De liefelijke herinneringen aan zijne kindsheid wareu hij hem niet zoo spoedig uit hoofd en hart weggewischt, als zijn vader wel gemeend had. Wat de Heere, de God der liefde, ver- eenigd heeft, vermag geen schepsel, ook geen drang van noodlottige omstandigheden te schei den. Nog altijd waren Jan en Myga verloofden. Geene macht op aarde zoude beu vaneenrukken, dit hadden zij elkander meer dan eens plechtig bezworenwat evenwel van hunue verloving zou worden, dit wist geen van beiden te zeugen, zoo lang vader Michiel leefde. Nu was Michiel van Bergen sinds veertien dagen dood en begraven maar Jan was al sedert maanden verdwenen. Behoorde hij nog tot de levenden Had hij zijn graf in de gjlven ge vonden Hadden de Spanjaarden hem bij het enteren van zijn schip wellicht gevangen geuomen en meedoogenloos opgehangen? Wie kon op zulke vragen, die haar hart bestormden, ant woord geven Wat zou de arme, verlatene Myga in de woeste wereld beginnen, als Jan dood was Intusschen was het al zeer laat geworden, maar Myga zag er tegen op zich ter ruste te begeven. Slapen kon zij toch niet, door bezorgd heid en beklemming des harten, wat zou zij hebben zij zich niet gestoord. Met spotprenten en hooge bedreigiugen hebben zij hen achter uit zoeken te zetten. Het karakter barer leiders hebben zij aanhoudend verdacht zoeken te ma ken, en daarmede de geheele antirev. partij in een vergeten hoek zoeken te dringen. Zij hebben ons voor „clericalen" uitgemaakt, ofschoon hun duizendmaal is voorgehouden, dat wij voor geen enkele kerk bevoorrechting boven andere kerken vragen en het overheidsgezag aan geen enkele kerkelijke belijdenis willen binden. Zij gewagen nog maar steeds van een „monsterver bond" met de roomschen, ofschoon wij alleen als vrije staatsburgers met hen saamwerken in die onderdeelen der politiek, waarin zij dezelfde inzichten hebben als wij. Precies hetzelfde wat wij met eiken landgenoot willen doen, hetzij hij roomsch of liberaal, of radicaal, of zelfs socialist heet. Zij (de liberalen) wijten ons opkomen voor de antirevolutionaire beginselen aan persoonlijke voorliefde voor Dr. Kuyper, waarmede de begin selstrijd ontweken wordt. De geestverwanten van de heeren Six en Al- berda van Ekenstein (gelijk zich die heeren in de Eerste Kamerzitting van 25 Januari jl. uitlieten) beweren nog maar altijd, dat de poli tiek en het schoolwezen niets met het geloof der burgers uitstaande hebben, niettegenstaande de diepgevestigde en telkens duidelijk omschre ven overtuiging vau een groot deel onzer natie. Zij gaan eenvoudig huu eigen pad. Voor tegen spraak zijn zij doof. Zie, dat is geen wezenlijke politiek, dat is eenvoudig dwingen en heorscheu dat wordt in het oog va» vele andersdenkenden zelfs sarren en tarten. De meerderheid onzes volks heeft er dan ook in Maart '88 en Mei '89 krachtig tegen geprotesteerd zij was die overdreven par tijdigheid hartelijk moede, en ze ziet nu uit naar rechtvaardiger regeeringsmaatregelen. Wij vertrouwen, dat deze niet zullen uitblij ven. Het ligt geenszins in de bedoeling onzer partij om de liberalen verdrukken, en al zouden de roomschen het willen, zij kunnen het eenvou- dus te bed doen Het werd langzamerhand on aangenaam koud en kil in haar vertrekje, maar de arme weeze scheen de koude niet te bemerken, zij legde geene nieuwe brandstof op den kleinen haard. Eindelijk zette zij haar spinnewiel ter zijde, bedekte het gelaat met de handeu eu liet het hoofd op de borst zinken. Zoo zat zij in diep biddend gepeins verzonken, tot zij na een geruimen tijd van haren stoel oprees, om hare slaapplaats op te zoeken. Nog eens keek zij naar de grendels der deur, om te zien of deze wel goed gesloten was toen zij op eens luisterde, met ingehouden adem luisterde. „Myga werd er buiten gefluisterd. De arme weeze s'dderde over het geheele lichaam. „O mijn God „Myga werd er nog eens door het sleu telgat gefluisterd. „Met een zachten gil schoof het jonge meisje de grendels weg en draaide den sleutel in het slot om. De deur vloog opon en een jonkman in officiersuniform met een Spaansche sjerp om ving in het naastvolgende oogenblik het schoone meisje in zijne armen op. „Myga, o Myga!" „O Jan, lieve, beste Jan „Heete kussen vervingen in de eerstvolgende minuten de woorden der beide verloofden. Daarna zonk Jan Norris, zooals het scheen, geheel uit geput op den eersten den besten stoel neder eu nu eerst bemerkte Myga de wanorde van de kleeding baars beminden, zag, dat hij zijn hoofd deksel verloren had en zijne wang door eene lichte kwetsuur bloedde. „Om 'slieeren wil, wat is er weder gebeurd, dig niel zonder onze medehulp. Onze hoop op betere rechtsbetrachting is ook niet ongegrond. Aanvankelijk zagen wij reeds zeer onpartijdige daden. Men' denke slechts aan de benoeming van den be§r Pijnacker Hordijk tot Gouv.-Ge neraal van Indië. Ook vau de voorslagen op schoolgebied kan niemand met recht beweren, dat zij het gevoelen der liberalen verkrachten. Slechts gelijkheid voor alle partijen wordt be oogd. Gaat onze Regeering op dit pad voort dan zal de politiek steeds meer belangstelling wekken bij ons volk, en zulks omdat het een wezenlijke politiek en geen «c/tiynpolitiek is. In een pittig artikel, getiteld „Moraal van dees' historie" rekent de Standaard voor, hoe schier ongelooflijk weinig kiezers het politieke spel hebben bedorven. Als men let op het groote overwicht, dat de liberalen nog iu de Provinciale Staten hebben, en dan verneemt, dat de antiliberalen slechts 17 zetels gewonnen en drie verspeeld hebben, dan zou men geneigd zijn te denken, dat zij zeer, zeer verre van de overwinning zijn ge bleven. En toch, als over de geheele provincie Zuid- Holland van de 55,478 kiezers slechts 425 anders hadden gestemd, zoo rekent de Standaard uit dan ware de mogelijkheid geboren geweest om de Eerste Kamer om te zetten. Maar een weinig stemmen te kort is in dit geval veel, ja alles te kort. Eu bet kan nu nog zelfs wel zóó loopen, dat Zuid-Holland en Zeelaud in 1892 ook nog niet beslist omgaan. In Fries land en Overijsel is er ten minste voor dat jaal- meer kans. Neemt men hierbij nu nog in aan merking, dat de periodieke verkiezing van 1895 voor de omzetting der Staten in Zuid-Holland geen of weinig winst belooft, omdat dan meest onze eigen leden aftreden, dan zou het nog best daarop uit kunnen loopen, dat eerst in 1S98 de Jan Ik beef o, gij hebt u weder doldriftig in gevaar gestort o, Jan, Jan, ondeugende Jan „Waarlijk, er had maar een haar aan gescheeld, of zij hadden mij ditmaal beet gehad, Myga Maar, beef zoo niet, liefste, slechts bijna hadden zij mij gepakt. Voorwaar, als een hond zou ik aan de galg gebommeld hebben, als bet niet zoo goed ware afgeloopen„O Jan eu gij wilt mij beminnen Gij wilt mij verlossen uit deze stad? Barmhartige God! Jan. gij zult te gronde gaan en ik eveneens. Mijn vader is ook al dood, goedertieren Hemelheer, wat zal er van mij worden Wie zal mij beschermen, wie zal mij helpen „Gij hebt gelijk, ja, helaasgij hebt gelijk, beklagenswaardige beminde Ach, uw vader is nu ook dood en ik ben niet hier geweest, om u te vertroosten in uwen kommer. Ik moest voor Duinkerken kruisen, om de kapers in den grond te boren het is hard, Myga, en toch kon ik niet anders, heden avond ook niet. Ieder moet zijn leven veil hebben voor bet lieve va derland o Myga, Myga, houd niet op mij lief te hebben, al beu ik ook een slechte be schermer voor u. Arme vader Michiel „Laat mijn overleden vader rusten, Jan. Hij is in volkomen eenswillendkeid met God en juichend in zijn Heere en Heiland ingesluimerd. Het sterven was hem gewin, hij rust nu zacht en in vrede, hij behoeft voor niemand meer te vreezen. Meu moet de ontslapenen wel benijden iu dezen bloedigeu, verschrikkelijken tijd „O Myga, spreek zoo uiet. Het is wel treurig, dat uw vader stierf maar nu behoort gij mij ook geheel toe, nu kunt gij met mij naar Am- Eerste Kamer om te krijgen was. Het is reeds mogelijk in 1892, maar anders zal het 1898 worden. De wanverhouding tusschen de beide takken van volksvertegenwoordiging zal dus nog tal van jaren, zeker tot 1S92, maar misschien tot 1898 voortduren. Een feit, dat het Ministerie altijd zwak doet staan én dus oorzaak is of kan worden van groote vertraging in den po- litieken arbeid. Evenwel mag deze tegenspoed geen reden zijn om te vertragen in onzen arbeid. Integendeel, met te meer ijver moet de strijd voortgezet, ons goed recht verdedigd en toegelicht worden, en op Gods tijd zullen wij zeker overwinnen. VerdeeUilieïnl omler «le liberalen. De liberalen, die in den laatsten tijd steeds den mond vol hebben over het „monsterverbond" van de antirevolutionairen met de roomschen (een „verbond" dat enkel in hun verbeelding be staat)die beweren, dat deze twee partijenon- mogelijk sauien kunnen werken, omdat zij het op zoo weinig punten eens zijn zij toouen tel kens, dat zij zeiven het alles behalve eens zijn. Dit kwam onlangs weer treffend uit te Amster dam in een vergadering van Burgerplichtalwaar geoordeeld werd over de aan te nemen houding bij de behandeling van het wetsontwerp tot wij ziging der schoolwet, llet was een bonte men geling van voorslagen en adviezen. De een wilde aan de „clericalen" niets, een tweede iets, een derde veel, eeu vierde schier alles toegeven, wat volgens het ontwerp-Mackay verlangd wordt. Ook in de Kamers zullen wij straks dezelfde verdeeldheid opmerken, en zullen de liberalen zich wellicht in twee groepeu splitsen, die men de verzoenlijke en de onverzoenlijke zou kunneu noemen. Want ja, er zijn liberalen, die ook plaats en recht aan de gevoelens der niet-liberalen wil len gunnen. Maar daartegenover zijn er andere, die de anti-liberalen maar voortdureud willen sterdam gaan, nu kluister u niets meer aau dit arme Antwerpen. Myga, troost u, wij zullen nog heerlijke dagen beieven, lieve beminde mijns harten. Nog een korte tijd ea dan haal ik u af pas op, misschien met een prachtigen bruiloftsstoet, waarover zieb geene koningin zou behoeven te schamen. Misschien worden de klokken geluid, de trommen geroerd, misschien viert men met kanongebulder het zalige uur, dat ik u uit Antwerpen kom halen. Pas maar eens op, of het niet waar wordt, wat ik u hier in 't diepste vertrouwen mededeel." „Och, welke hersenschimmen zijn dat weder, wilde, lieve Jan Norris. Zeg mij, hoe zou dat kunnen gebeuren, dat gij mij zoo plechtig wildet afhalen Neen, zeg het mij maar niet, want het is toch alles dwaasheidvertel mij liever, welk gevaar gij zoo even ontsnapt zijt. Op één nachtelijk droombeeld meer of minder komt het mij nu niet meer aan, daarvoor zorgt gij wel, dolkoene Jan." „Niet zoo dolkoen, als gij wel denkt, liefste, glimlachte de jongeling. „De kapitein van het zwarte galeischip zou zich anders wel in acht nemen, hoofd en hart, armen en beenen van Jan Norris zoo te gebruiken, als hij doet. Ik ben wegens eene groote zaak bier in de stad wij willen eene daad ondernemen, waarvan de Antwerpensche kiudereu na honderd jaren nog zullen ziugeu. Om daaromtrent de noodige inlichtingen te verkrijgen, zit ik in dit vreemde plunje, in deze Duitsche flodderbroek in plaats van in de Zeeuwsche schippersbroek. Luister goed toe, lieve Myga. Wordt vervolgd.) 'li L lij -

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 1