Joh. R.00DZANT El
L. BEIJERINCK,
R. K. SCHELLING,
A. JONGEJAN
J. VOS
Met toekwamen spoed.
Uit de Pers.
toe volkeren der Aarde.
Gemengde Berichten.
Want, let hier wel op, om eenigen indruk te
maken, moeten zij hiervoor wel zeer veel drukte
maken. Immers ons volk is beter overtuigd.
Het schept adem onder dit Kabinet. Het ziet
zijn belangen met teedere en aanhoudende zorg
behartigen. Op elk onderdeel van het politiek
terrein is de overheid ijverig in de weer. De
gewichtigste vraagstukken worden ter oplossing
voorbereid.
Door nu echter zeiven het Ministerie de han
den te binden in de Eerste Kamer en tevens
te roepen, dat het niet genoeg uitvoert, willen
de liberalen hun mes van weerskanten laten
snijden, en met opzijdedringing v»n andere par
tijen (die te zamen de meerderheid in het land
vormen) zeiven weer aan het bewind trachten
te komen.
En dat, niettegenstaande de nieuwe kiezers
het vorige jaar duidelijk hebben verkaard, dat
zij van geen liberaal bestuur meer gediend zijn.
Met dwang, met kunstmiddelen, met tegen
houding van het grondwettig recht-der kiezers
(namelijk door de ontbinding der Prov. Staten
tegen te werken) willen de liberalisten behouden
hetgeen waarop zij thans geen aanspraak meer
mogen laten gelden. Onder voorgeven van slechts
op de „provinciale belangen" te letten, willen
zij door middel van liberale Prov. Staten een
oud-liberale Eerste Kamer behouden.
Kiezers, waakt daartegen.
Kiezers van Flakkce, kiest als één man
den Heer
Landbouwer te Dirkslaud.
Kiezers van het kiesdistrict Briellc, kiest
eenparig de Heereu
te Brielle.
te Hekelingen.
Kiezers van het Kiesdistrict Oud-Bciei-laud,
kiest zonder fout de Heeren
van Oud-Beierland, en
van Nu mansdorp.
Laat niemand die slechts eenigszins kan stem
men, thuis blijven. Zij er ook aansporing bij
vrienden, geburen en bekenden.
Weet het wel, het gaat om het behoud van
ons voortreffelijk, volijverig Ministerie en om
de doorvoering van ons grondwettig kiesrecht.
Zj er veel arbeid, maar ook veel gebed, en
God zelf zegene de aangewende middelen.
Van al de ellende vóór de verkiezing voor
speld kwam niets.
Onder het niet denkend deel der natie kon
de Koning mannen vinden die hen als ministers
konden dienen.
Het hout voor de brandstapels moest nog
groeien; de tractementen van staats-onderwijzers,
en predikanten worden nog geregeld uitbetaald.
Het nieuwe ministerie trad op, sprak weinig,
deed 't valt niet te ontkennen niet zoo
heel veel, maar wat het deed deed het goed,
en het bleek dat deze Ministers langzaam mis
schien, maar zeker stellig den goeden weg be
wandelen. Duidelijk bleek, en blijkt nog dat deze
mannen het Woord gelooven
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar zonde
is een schandvlek der natie.
Alle zaken te bespreken gaat niet aan, is ook
het doel niet van deze regelen.
De afgevaardigde van Amsterdam Mr. de
Beaufort verklaarde van dit ministerie dat het
't eerste parlementaire kabinet was, na het mi
nisterie Kappeyne (1878) en als wij dan deze
parlementaire kabinetten met elkander vergelij
ken, is de keuze niet moeilijk.
Het Ministerie Kappeyne voerde een schoolwet
in, niettegenstaande driemaal honderdduizend
protestanten (maar geloovigeu) daartegen pro
testeerden. Het ministerie Mackay wil een school
wet invoeren maar gaat van de overtuiging uit,
en wil dit ook in toepassing brengen, dat daarin
ook de 250,000 kiezers dienen gehoord te wor
den, althans, zoo dit noodig blijkt.
Wat is het gevalO kiezers vergeet het niet
bij de aanstaande stemming voor de Provinciale
Staten. Wanneer de eerlang in te dienen school
wet, door de Tweede Kamer is aangenomen,
moet ze ook door de Eerste Kamer worden goed
gekeurd.
Tot het saamstellen van de Tweede Kamer,
hebben 350,000 kiezers medegewerktde Eerste
Kamer echter werd gekozen door de Provinciale
Staten en deze Staten werden gekozen door
100,000 kiezers, de 250,000 aan wien in 1888
het stemrecht werden toevertrouwd, zijn voor
de Provinciale Staten, en dus ook voor de Eerste
Kamer niet gehoord.
Eerlang zal een nieuwe schoolwet worden
ingediend. Wat zal de Eerste Kamer doen
De Eerste Kamer bestaat voor het rneeren-
deel uit dezelfde mannen die de schoolwet van
1878 aannamen, die de wijziging van ait. 191
(oud) der Grondwet hebben verworpen. Aanne
men is niet mogelijk, denk aan de wijsheid van
Jhr. Alberda van Ekenstein „ouder hetgeen
niemand ontberen kan mag niets gemengd wor
den dat niet allen dienen kan". Ouderwijs kan
niemand ontberen, er zijn godloochenaars, die
zijn van de godsdienst niet gediend, dus gods
dienstig onderwijs deugt niet, het kan wel wor
den bestreden, maar may ;.oo:t worden gesteund,
ook al is dit door het recht te handhaven.
Het Ministerie wil (en terecht) ook in de Eerste
Kamer, de kiezers hooren, wel althans zoo dit
noodig mocht bijken.
Want stel dat de Tweede Kamer gekozen
door 350,000 kiezers de schoolwet aannam,
en de Eerste Kamer gekozen door ruim 100,000
kiezers die verwierp dan zou een Kamer-ont-
bindiug niet baten, want de 250,000 kiezers
hebben de Provinciale Staten niet gekozen en
bj eene ontbinding der Eerste Kamer, zouden
toch de Provinciale Staten voor de helft gekozen
door 100,000 kiezers en voor de andere helft
gekozen door de 350,000, maar naar de verouderde
en bespottelijke tabel, de leden voor de Eerste
Kamer moeten kiezen.
Dit staat voor het ministerie Mackay onher-
roepeljk vast, voor zulk een belangrijk onder
werp moeten alle kiezers kunnen gehoord wor
den, en daarom stelde het voor eene nieuwe
wet voor het samenstellen van de Provinciale
Staten.
Dit was nuttig, noodig, naar den eisch der
nieuwe grondwet en dus constitutioneel zuiver.
En wat deden de liberalen Op eens krjgen
zij het te druk, zoo hard werken konden ze
niet, mochten ze niet, neen het gold hier meer
dan een landsbelang, meer dan partybelang,
het gold hier provinciale belangen en daarom
moest alles zeer nauwkeurig, zeer bedaard, maar
vooral langzaam worden overwogen en dat noem
den men dan „met bekwame spoed".
In 1878 werd het plan geopend een staats
commissie te benoemen om te onderzoeken hoe
er een einde kon worden gemaakt aan den school
strijd die het land reddeloos, de kinderen rede
loos, en de onderwijzers radeloos maakt, waar
tegen 300,000 en meer inwoners protesteerden,
maar dat kon zoo lang dureu.
Nu in 1889, de Provinciale Staten moeten
gehoord worden, heeft men al den tijd, neen
dat niet, men is diep doordrongen van den ernst
en van het gewicht der zaak, men weet er is
haast bij en daarom zal men met spoed, o neen
met bekwamen spoed, de zaken behandelen, het
welk naar liberalistische vertaling beteekent
treuzelen, talmen, zeuren totdat het te laat is,
en daarom kiezers moet gij op 14 Mei kiezen
naar de oude, naar de verouderde, maar juist
voor de liberalen meest geschikte tabel, want
in Zuid-Holland ligt Rotterdam enz. en in Noord-
Holland Amsterdam, en deze steden, of beter
de kiezers die daar wonen worden door de li
beralen overstemd, en zij die daar gekozen wer
den en nog gekozen worden, zijn zeker liberaal
dat wil zeggen zullen zeker mannen naar
de Eerste Kamer afvaardigen die van eene op
lossing der schoolkwestie naar recht niet willen
weten. Istzoo.
14 Mei. Nog eenmaal onze leus.
Die leus kan niet genoeg herhaiddzij is
Vóór ons Ministerie!
De liberale Staten-Provinciaal wilden niet dat
een degelijke indeeling der Provinciën en kies
districten (al was dte naar liberaal modelvóór
de verkiezing van 14 Mei zou aangenomen worden.
De liberale Eerste Kamer, die. dreigend tegen
over het antiliberaal kabinet staat, moest behou
den blijven.
Begrijpt het, kiezers hierin ligt het gewicht
der aanstaande verkiezing.
Zij heeft geheel een politiek karakter. De
liberalen hebben het gewild, en denken nu, dat
de kiezers onnoozel genoeg zijn, om het niet te
begrijpen.
Ieder zij dus op zijn post.
Wint onze partij iu den strijd, dan gaat een
groot deel der macht van de liberalen te loor,
en worden de liberale leden, die nog zitting hou
den, overtuigd, dat de Natie achter hen, hun het
vertrouwen ontzegt.
Daardoor verliezen z j hun prestige daardoor
wordt ook zedelijk onze partij in Staten en Eerste
Kamer gesterkt.
Een antirevolutionair kabinet te eischen is on
mogelijk maar het tegenwoordig antiliberaal
Ministerie heeft getoond den goeden weg op te
willen.
Weg dus met een remtoestel! Vóór het kabinet!
(Het Noorden.)
De Tentoonstelling te Parijs is Dinsdag te
twee uur geopend door President Carnot, die
naar het veld van Mars was getrokken door
straten die feestelijk getooid waren terwijl hij
overal door de talrijke menigte toegejuicht werd.
De minister-president Tirard sprak het eerst.
Hy deed uitkomen, dat de bezorgdheid, welke
omtrent de toonstelling aanvankelijk was gekoes
terd, verdwenen was, dank zij der medewerking
van Frankrijk en het buitenland. De uitkomst
overtrof de verwachtingen, door de krachtsin
spanning van particulieren uit den vreemde, die
aan de Fransche tentoonstelling grooten luister
verleende, al hielden de buitenlandsche Regee
ringen zich officieel daarbuiten. Tirard eindigde
met een dankbetuiging aan de buitenlandsche
Regeeringen, dat zij niettemin gedaan hadden
wat zij op niet-officieele wijze konden doen, en
zeide ten slotteWij zullen de vreemdelingen
met blijdschap ontvangen en onthalen, en hun
bewijzen, d.it het republikeiusche Frankrijk even
gastvrij als edelmoedig is en den arbeid tracht
te eeren.
President Carnot begon met een verwelkoming
van de arbeiders der geheele wereld en zeide
verder „De vreemdelingen zullen hier een gast
vrije stad vinden, die zich verblijdt hen in haar
midden te ontvangen. Zij zullen zien wat er aan.
is van den laster, uit blinden hartstocht voort
gesproten". Daarna wees hij op de ontembare
veerkracht, waarmede Frankrijk zich van wreede
beproevingen heeft hersteld.
De president en zyn gevolg bezochten daarop
alle afdeelingen. Zij werden overal met geest
drift ontvangen. Telkens weerklonken de kreten
leve Carnotleve Frankrijk leve de Republiek
Van Afrika's oostkust komen geen opwek
kende tijdingen.
In Zanzidar moet, naar de Indép verneemt,
een samenzwering zijn ontdekt, die ten doel had,
de consuls van Engeland en Duitschland op te
lichten en alle Europeanen, die te Zanzibar
wonen, te vermoorden, zonder onderscheid van
landaard. De Duitsche consul, die van dit plan
verwittigd werd, stelde den Sultan daarvan op de
hoogte en een onderzoek leidde tot gevangen
neming der leiders van het complot. Hiermede
zijn echter de oorzaken die tot de verbittering
leidden, niet weggenomen. De haat tegen het
blanke element duurt nog voort.
De „Vereeniging van Armeniërs" te Londen
heeft besloten een beroep te doen op de Engel-
sche regeeriug, tot het vormen van een buiten
gewone eommissie uit de groote mogendheden,
om den staat van zaken in Armenië te onderzoe
ken, waar, volgens de genoemde Vereeniging,
een slavernij heersebt, erger dan de Afrikaansche,
die uitsluitend de aandacht en deelneming van
Europa trektDe Vereeniging beweert, dat Turk-
sche opperhoofden gewoon zijn Armenische meis
jes voor hun harems gewelddadig te ontvoeren;
en dat de Turksche rechtbanken haar tussc'nen-
komst stelselmatig weigeren, onder het voorwend
sel, dat de ontvoerden Mohamedaansch gewor
den zijn.
De toestand van Armenië laat over 't algemeen
onder het Turksche besiuur veel te wenschen.
Het kan dan ook geen verwondering wekken,
dat de bewoners tegen de overheid saamzweren
of tegen haar opstaan. Het eerste moet thans
geschied zijn en tot de inhechtenisneming van
vele Armeniërs geleid hebben. De uit den kerker
ontsnapte rooverhoofdmau Moessabey begaat met
zyn bende groote gruwelen. Zoo greep hij eenige
notabelen, die hij met petroleum begieten en
daarna aansteken deed. Terwijl deze Armeniërs
aldus doodgemarteld werden, zat Moessabey be
daard zijn pijp te rooken. De Turksche bladen
mogen volgens Daily News de Armenische
quaestie met aanroeren, terwijl de buitenlandsche,
wanneer zij van haar spreken, verbeurd verklaard
worden.
In een paar mijnen van het district Gel-
senkirchen (Bruisen) is een werkstaking ontstaan
onder sommige arbeiders, die verhooging van
loon vraagden. Zaterdagavond werden de ongere
geldheden gepleegdde ruiten in verschillende
woningen werden ingeworpen en de politie moest
van de blanke sabel gebruik maken om de orde
te herstellen. Alle drankwinkels waren den vol
gendén dag op bevel der politie gesloten en
des avonds kwam een compagnie infanterie in de
stad aan, om voor de handhaving der orde te
zorgen.
Juffrouw Ranft, een stedelijke vroedvrouw
te Berlijn, heeft dezer dagen het 10,000e door
haar gehaalde» kindje in haar register ingeschre
ven.
Een afschuwelijke misdaad.
Zaterdagavond zat de 7l-jarige pachter Wake-
ling te Finchingfield, Engeland, met zyn drie
zoons bij het vuur, toen een der laatsten, een
jongman van slechts 19 jaar, ongemerkt een ge
weer van den wand nam en daarmede zijn vader
dood schoot.
De moordenaar vluchtte het huis uit en schoot
zich daarna op een nabijgelegen weide voor hét
hoofd. Reeds sedert geruimen tijd moet de vader
met dezen zoon in onmin hebben geleefd.
In de haven van Calais is de machine van een
stoomsleepboot gesprongen, waardoor drie van
de negen personen aan boord gedood en vier
anderen zwaar gewond werden. De ontploffing,
welke aan nalatigheid moet zijn te wijten ver
oorzaakte groote onsteltenis en was zeer hevig.
Het middelste gedeelte van de bout rees
omhoog en de stukkeu ijzer vlogen naar alle
richtingen. Een groot brok werd een paar hon
derd voet hoog in de lucht geslingerd en viel
toen zoo diep in den grond, dat er bijna niets
meer van te zien was.
Een jongen, die aan boord was, bleef wouder
baarlijk gespaard. Hij werd een eind ver wegge
slingerd, maar stond op en liep heen, zonder
eenigszins gedeerd te zijn.
De overige geredden werden, zooals reeds ge
zegd is, op één na allen zwaar gewond. Een
hunner werd op een naburige brug geslingerd;
de andereu werden uit het water gehaald.
In Zweden heeft zich een vereeniging ge
vormd van jongelieden van den eersten stand
zij rapen eindjes sigaren van de straat op en
zenden die dan aan een comité, dat door de ko
ningin wordt gepresideerd. Van de opbrengst
worden jaarlijks 500 arme kinderen ondersteund.
Men zegt, dat de Czaar op zijn schrijf
lessenaar nihilistische bladen vond en twee brie
ven, geteekend met doodshoofden, waarin hij met
den dood werd bedreigd. De kamerdienaar en de
andere dienaren van 't paleis werden gearresteerd,
de chef der geheime politie werd afgezet. Het
bericht is echter nog niet bevestigd. (V.B.)
Uit Petersburg wordt aan het Berl. Tagebl.
gemeld, dat de in den laatsten tijd voorgekomen
talrijke gevangeuisnemingenwaaronder van
hooggeplaatste personen, iu het geheel niet ge
schied zyn op grond van hun nihilistische ge
voelens, maar wegens ernstige vergrijpen tegen
de zedelijkheid.
Door den geweldigen storm, die in Heeren-
veen en omstreken heeft gewoed, zijn te Nijehaske
vele huizen beschadigd. By menigte vielen de pan
nen er van de daken, üp eenigen afstand van deze
plaats, te Terband, werd eene boerenwoning van
binnen, zoodra de huisdeur opensloeg, vreeselijk
gehavend. Onderscheidene boomen iu de hoven
werden ontworteld. Een boerenwagen werd geheel
omgekanteld, hokken van den grond wegge
nomen. De schade, door deze windhoos aller-
wege aangericht, is aaumerkelyk.
Te Daarlerveen heeft de windhoos, gepaard met
een hevig onweder en hagelslag, vele onheileu
veroorzaakt. Eenige boerenwoningen en schuren
sloegen in, een schip werd ontmast, de vkouw
met twee kinderen woeien overboord. Drie per
sonen geraakten in een sloot, het linnen en bed-
degood vloog her- en derwaarts en bijna al het
strooisel voor de turf is verloren geraakt. De
schoorsteenen en daken moesten het natuurlijk
in erge mate ontgelden en de schade aan de
school en onderwijzerswoning is aanmerkelijk.
Uit Oosterwolde meldt men aan de „As
ser Ct."
Toen de zoon van den landbouwer P. alhier
aan het eierzoeken was, vond hij in een bosch
een paar schoenen, een hoed en in een der talrijke
zandgaten een slapend mensch, 't welk nader
bleek de dienstmeid G. K. te zijn, die, sedert
eene week uit haar dienst te Appelscha, een zwer
vend leven leidt, daar zij niet bij haar ouders
thuis durft komen. Men heeft haar weer in de
richting van Appelscha, zien vertrekken.
Op het laatst van het vorige jaar verdween
plotseling zekere H. H. uit de ouderlijke woning
te Breda, en hoewel men hem niet verongelukt
waande, waren toch de ouders begrijpelijkerwijze,
niet op hun gemak. Eindelijk ontvingen zij tijding
uit Genua, dat hij te Rotterdam op een koop
vaardijschip had dienst genomen als leerling-ma
chinist van Genua zou hij naar Philadelphia
vertrekken, zoodat men hem half Januari thuis
kon verwachten. Dezer dagen kwam echter be
richt uit Washington dat hij machinist was in
de „Providence under the charge of the Sisters
of Charity." Hij verhaalt verder, dat hij op 12
Maart een zwaren storm had te doorstaan, ten
gevolge waarvan het schip in den nacht van 12
op 13 Maart op eene klip werd geslagen. Nu
riep de kapitein „Wie zijn leven lief heeft ver
late het schip". De reddingsbooten werden uit
gezet, en na 2 dagen en 2 nachten op zee te
hebben rondgezworven, kwam hij met 25 man
behouden te Washington aan. Allen werden nu
naar bovengenoemde inrichting overgebracht,
waar H. spoedig herstelde. Het trof juist, dat
de machinist van het hospitaal vertrokken was,
en daar onze zeeman iets van electriciteit, machi
nerieën en stoken kende, en daarbij een goed
getuigschrift had van den kapitein, werd hij aan
genomen als machinist op een traktement van
65 dollar of ruim 160 gulden per maand.
Te Utrecht heeft een jeugdige liefhebber
van vogelnestjes uithalen de onvoorzichtigheid
gehad, zich te ver op een vooruitstekenden boom
stam te wagen, waardoor deze brak en hij uit
den boom viel. Met gebroken arm huiswaarts
gebracht, bleek hij ook nog andere kneuzingen
te hebben bekomen, zoodat hij althans vooreerst,
van deze gevaarlijke liefhebberij wel genoeg zal
hebben.
Een 18-jarig koopman uit Rotterdam, die
Vrijdagmiddag ten 6 ure met de „Merwede II"
te Dordrecht aankwam, had zooveel haast om
aan wal te komen, dat hij niet kon wachten
totdat de stoomboot aan het Groothoofd had
aangelegd, maar nog vóór dien tijd op den kant
wilde springen. Het gevolg daarvan was, dat
hij de waarheid van het bekende spreekwoord
ondervond, want hij sprong tusschen de boot
en den wal in de rivier. Gelukkig had het per
soneel der stoomboot spoedig eene ladder bij de
hand, met behulp waarvan de drenkeling uit
zjjn bad werd geholpen, zonder letsel bekomen
te hebben.
Van Atjeh luiden de berichten gunstig:
de door de Regeering openbaar gemaakte over
den stand der beri-beri, de particuliere en waar
schijnlijk ook wel door de Regeering ontvan
gen e over de toenadering der vijandige hoofden.
Eerst wanneer deze allen het hoofd in den schoot
leggen, kan er van afdoende onderhandelingen
sprake zijn en zoo laat het zich begrijpen, dat
onzerzijds niet is ingegaau op het aanbod tot
onderwerping, dat, naar men zegt, door den
pretendent-sultan met enkelen zijner aanhangers
is gedaan. Het geldt thans de pacificatie van het
geheele land, niet het verzwakken van de oor
logspartij door daaraan eenige uitstekende krach
ten te onttrekken. Javabode
Onlangs stierf te Bozum een oude kinder-
looze vrouw men dacht dat zij arm was, doch
men vond in haar wiining ƒ40,000 aan munt
speciën. Thans blijkt dat zij nog vrij wat vast
goed bezat. Nu het op de verdeeling der nala
tenschap aankomt, zijn er niet minder dan 180
erfgenamen komen opdagen.
Dinsdagmorgen tusschen 4 en 5 uur heeft
in den Postereuk onder Wilp, een treurig on
geval plaats gehad. Joh. v. d. Worp, 23 j. oud,
klompenmakersknecht aldaar, schoot zyn geweer
af, met het gevolg dat het aan stukken vloog.
Een stuk kwam tegen zijn voorhoofd terecht,
en verbrijzelde hem de hersenpan, waarop on
middellijk de dood volgdev. d. W. was een
oppassend jongmensch.
Een treurig voorval had Dinsdagavond
omstreeks 12 uur aan de Paviljoensgracht te
'8 Hage plaats.