HNG Christelijk Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. aartjes en zijnde Vrijdag 29 Maart 1889. Vierde Jaargang N°. 161. l\ EI a. s. n IN HOC SIGNO VINCES feuilleton, ïduinen. itsfekcmlc W. BOEKHOVEN. §ORI«KLS9>lJ!i. Alle stukken voor de Itedactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te Kenden aan den Uitgever Iets over politieke pro gramma's. HET ZWARTE GALEISCHIP i ijn opgenomen in DEN. sn en vermaken r te Sliedrecht. 8 tot '8 avonds 9 uur. in 8,—-10, nam. 24, ichem: voorm. 6,45, nam., irecht: voorm. 8,50, nam. I'; n. nchemvan Dordt 6, 8.8*, an Sliedrecht (Baanhoelc) f.39, 8.10; van Sliedrecht |4, 2.35, 4.4(5, 8.17; van 6, 10.43, 1.3, 2.39, 4.50, Kaandags. 7.5, 10.49, 11.49, 5.5. tk) 7.32,11.17,12.13,2.29, 7.37, 11.21,12.17,2.34, k) 7.44, 11.28, 12.23 Iveer-Sliedrecht phia". voorm. 7 uur. nam, 12,80 2,30 pfabr. naar Dordt voorm. 8, voormiddag 1L u*r Pordtc.a. nm. 12,30 t Benedenv. en Baauhook Co. 1.) 6.—, 7.30, 9.— mandag.) 4.00 (dagelijks). I en üintd.) 8.00, 10,30, In 7.00 (dagelijks) tot d« pscli" I en II. lags, voorra. 11,15 Is, voorm. 11,30. vin. 6.20, overige da );rige dagen beli. Zondag Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. UITGKVEK I Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgevmi. ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur Als er sprake komt van politieke pro- 'gramma's, dan moet men steeds wel onder scheiden tusschen beginselprogrammen en stembusprogrammen Niet als stonden deze twee in alles tegen elkander over, en als zouden de stembuspro grammen vreemd zijn aan de beginselen der oartijen; maarzij worden voor een verschil- end doel gemaakt. Een beginselprogram heeft een alge- meene en meer blijvende strekking; hetis de langzaam gerijpte vrucht van welgewor telde overtuigingen en het dient niet om strijd te voeren tegen enkele losse wetsbepa lingen; neen, maar het geelt de politieke ge dragslijn aan voor een blijvend staatsbestuur in geheel anderen geest. Een stenibusprogram daarentegen bevat slechts korte, klinkende verkiezingsleuzen, die op een voor ieder zooveel mogelijk ver staanbare wijze aanduiden wat er in de naaste toekomst op politiek terrein dient gedaan te worden. Zulk een stembusprogram op te stellen is geen groote kunst. Bij de verkie zingen in Maart 88 kwam men dan ook van alle zijden met programmen opdagen en merkwaardig was op sommige punten de overeenkomst van vele dier programmen. Geheel anders staat het echter met een beginselprogram. Hiervoor is noodig, een helder politiek bewustzijn, een leidende grondgedachte of grondbegriphetwelk leeft bij een groot deel van het volk. En voorts een breed stel begrippen omtrent de ver schillende onderdeelen van den staatkundi gen arbeid, die op logische wijze uit het grondbegrip zijn afgeleid. Stembusprogrammen vertoonen ook de iberalen wel. Zoo spraken zij in het vorige jaar b. v. van verbetering van het lot van den werkman, verbetering van het belastingstel sel, invoering van den algemeenen dienst plicht en nog meerdere uitbreiding van het desrecht. Thans, met het oog op de provin ciale verkiezingen, noemde de liberale heer De Beaufort; i. de administratieve recht spraak, 2. de sociale wetgeving, 3. het be lastingwezen en 4. het militaire vraagstuk. Maar met de geregelde omschrijving hun ner beginselen zitten dé liberalen verlegen. Alleen de meer radicaalgezinden onder hen, zooals de heer van Houten, komen er rond voor uit, dat zij de volkssouvereiniteit wil len de andere liberalen zijn huiverig om het bestek hunner politieke bouwplannen in kaart te brengen. En dit is waarlijk geen wonder, want zij blijven over het algemeen zichzelven lang niet gelijk, zij rekenen niet in de eerste plaats met beginselen, maar met de omstandigheden en kunnen dus hoogst moeielijk aan andersdenkenden den samen hang hunner denkbeelden toonen. Het kwam ons dan ook volstrekt niet vreemd voor, dezer dagen in Onze Eilan den te lezen „Wij hebben steeds gehoord tot hen, die van gevoelen zijn, dat het opmaken van programma's voor staatkundige partijen ondoelmatig is, omdat zij, in bijzonderheden tredende, veelal scheiding maken tusschen mcnschen, die in hoofdbe ginselen eigenlijk één zijn, of wel, niet aan dat euvel mank gaande, zich tot algemeenheden bepalen, die uiets zeggen, en die niet zelden alle staatkundige partijen, inet evenveel of met even weinig recht, kunnen onderschrijven". Dit is nu ongeveer dezelfde redeneering, die ge ook vaak kunt hooren op kerkelijk gebied van hen die het in hoofdzaak niet eens zijn met de kerkelijke belijdenis, en die evenmin Gods Woord als onfeilbaar eeren. Och, zeggen zij, wat hebt ge aan zulk een strengen band. Letterlijk opgevat, brengt zij maar verdeeldheid en misnoegen teweeg, en als men ze niet letterlijk opvat, dan legt ieder haar toch uit gelijk hij wil. Dus is het dan maar het beste „protestantsch" (en dat zijn de liberalen graag genoemd!) om er geen vaste belijdenis op na te houden. Zoo gaan de liberalen met de modernen hand aan hand. Noch op politiek terrein, noch in de kerk willen zij aan vaste begrip pen en bedingen gebonden zijn. Een ieder leere en handele slechts zooals in zijn eigen oogen goed is. Maar is het dan toch niet waar, zal men vragen, zijn die politieke geloofsbelijdenis :dery. DOOR E. A.-GLYPHOS. Wij hooren het uit de gesprekken, die op het iort Liefkenshoek gevoerd worden. Allen luister- len met gespannen aandacht en bezorgd hart uar het verwijderd kanongebulder en ieder dee'- le zijn vermoeden aan den ander mede. Hoewel leze vermoedens in het begin nog al vrij wat liteenliepen, ging ten laatste het dof gemompel uder de soldaten van mond tot mond „Het swarte galeischip, het zwarte galeischip Sn ziedend -van machteloozen toorn ol in angst wekkende beklemming des harten zeide ieder laarop bepaalder en luider„Het zwarte g„- eischip Een uur na middernacht begon de storm wat e' bedaren en ook het kanongebulder verstomde naar weinige minuten later nam men plotseling >p grooten afstand aan den Noordwestelijken horizon' een bloedig rooden, weerlichtachtigeu gloed waar, die weinig tellen aanhield en waar van de weerschijn op de woeste, gebaarde aan gezichten viel van de bezettingsmanschappen op Lillo en Liefkenshoek. Een halve minuut later werd deze lichtverschijning gevolgd door den doffen knal eener groote ontploffing, en hier mede scheen het gevecht afgeloopeu te zijn meu zag en hoorde ten minste niets meer, waaruit men zou hebben kunnen besluiten, dat het nog verder werd voortgezet. Men bleef nog lang wachten en aandachtig luisteren, maar geen schot werd meer vernomen. „Welnu, wat denkt gij er wel van, Sennor Jeronimo vraagde de commandant van Lief kenshoek aan een zijner hoplieden, een reeds bejaard en afgeleefd man met grijze haren en grijzen baard en van den hoofdschedel tot de voetzolen bedekt met litteekenen. De aangesprokene, die tot dusverre een weinig ter zijde van den kring zijner kameraden over de borstwering geleund had, haalde bedenkelijk de schouderen op. „Vraag mijne meening daaromtrent niet, Sennor. Bij de heilige maagd, ik ben het reeds lang moede geworden, om te kniezen over hetgeen ons deze onzalige oorlog aanbrengt, waarvan het einde niet is te voorzien. Het harnas is mij haast vastgegroeid op het sen dan niet óf te algemeen en onbeduidend, óf werken zij niet al te schiftend en schei dend? En dan moeten wij hierop antwoorden: als een partij maar een gezond, natuurlijk leven leidt, en zij is zichz -lve maar goed be wust waarvoor zij is opgetreden en waar zij op aan wil sturen, och neen, dan kan zij vrij duidelijk zijn In haar program, dan kan ze met tamelijk groote nauwkeurigheid haar wegen afbakenen, en toch tevens haar bond- genooten goed bij elkaar houden. Dit bewijst de antirevolutionaire partij. Zij heeft een duidelijk beginselprogram, waarin helder wordt gezegd, hoe zij oordeelt over de bron van het souvereine gezag, over het verband tusschen godsdienst en staat kunde, over het vieren van den rustdag, over den besten regeeringsvorm, over de behan deling" van staatsbegrootingen, over het gewestelijk en gemeentelijk bestuur, over de regeling van het kiesrecht, over de rege ling van het onderwijs, over de strekking der burgerlijke en strafwetten, over de mid delen tot bevordering der publieke eerbaar heid, over de maatregelen in het belang der openbare gezondheid, over de regeling van de financiën, over de middelen tot handha ving onzer nationale zelfstandigheid, over het koloniaal beheer, over de oplossing of liever tempering der sociale quaestie, over de verhouding van de overheid tot de ker ken, en zoo meer. En toch is er over het geheel genomen eendracht en ij verigesamenwerkingtusschen de aanhangers der antirevolutionaire begin selen. Wil dit nu zeggen, dat er onder de deelge- nooten van éénzelfde party geen verschillen de schakeeringen kunnen zijn? Voltrekt niet. Deze zijn zelfs zeer nuttig. Zij geven wrijving en oefening onder de na verwante geesten. Nooit wilden de antirevolutionaire leiders binnen de perken die het beginsel gedoogen, de vrijheid van beweging belemmeren. Iedere geestverwant kan bij de uitwerking en de toepassing van het program vrij zijn lijf en mijnen post behoud ik toch tot mijnen dood toemaar daarmede is het dan ook genoeg." „Wat zjjt gij weder norsch, Jeronimo," zeide de commandant, die veel jonger was dan de oude krijgsman, en eerst onlangs uit Castilië naar de zuidelijke Nederlanden was overgekomen, om het commando op dit fort aan de Schelde op zich te nemen. „Overste," zeide hopman Jeronimo, „reeds verscheiden jaren bekleed ik nu hier mijn post op dit plekje gronds en zie het eentonig voor- bijvloeien der golven aan. Gij zijtjong, overste, maar uw voorbijganger was ook jong en van edelen bloede. Hier stond hij naast mij op de zelfde plek, waar gij thans staat, vol droowen der jeugd, vol hoop op de overwinning. Nu sluimert hij daar reeds onder de golven, en de gene, die hen voorafging, heeft zijn jeugdig leven bij Turnhout gelaten. Hij meende ook met deu lauwerkrans der overwinning op den schedel naar Spanje terug te keeren, om daar op zijn voorvaderlijk slot aan de zijde zijner jeugdige gemalin het goede des levens te genieten, maar jawelEn nu tel ik maar eens op mijne vingers achteruit het vóór 14 jaren, tot den herfst van 1585, toen ik uit Madrid terugkwam toen ge loofde ook ik nog aan zegepraal en eere in dezen eigen pad gaan, mits hij dit niet op een wille keurige wijze doe, maar ordelijk aantoont hoe hij aan zijn inzichten k o m t en hoe hij die afleidt uit de antirevolutionaire beginselen. Natuurlijk moet er echter dit laatste be ding bij. Want anders zou iemand wel aller- tei inzichten en toepassingen van het beg insel omtrent de hoofddeelen van het staats bestuur kunnen verkondigen die goed be zien niets meer met het ^grondbeginsel te maken hebben. Het beginsel vormt de partij, maar daar om, als er hoofdquaestiën aan de orde zijn, ziet ge ook geregeld alle antirevolutionairen die geen verkapte conservatieven zijn, saam optrekken voor éénzelfde doelzoowel in de Tweede Kamer als onder de kiezers. En alle antirevolutionaire Kamerleden zijn dan ook candidaat gesteld en gekozen in verband met het program. Men moet dus niet zeggen, dat de pro grammen in het algemeen „ondoelmatig" zijn, want ofschoon het antirev. program alle stukken van het staatsbeleid, waaromtrent de samenhang met het grondbeginsel ge voeld wordt, duidelijk heeft omschreven, heeft het nochtans geen uiteendrijvende maar wel een saambindende kracht en geeft het dus een groot voordeel voor de antirev. partij. En ditzelfde is waar voor alle partijen die naar vaste beginselen te werk gaan en die goed overtuigd zijn van den logischen samen hang en 't practisch nut hunner handelingen. Daarom kunnen wij ons ook niet vereeni gen met hetgeen de schrijver inOnzeEilan- den er nog aan toevoegt, nl „Wij achten programma's out on noodig, omdat zonder eenig program ieder staatkundig eenigermate ontwikkeld men zeer wel zijne geestverwanten en zijne tegenstanders weet te on derscheiden alsook, omdat bij overeenstemming in algeraeene richtig en hoofdbeginselen, ieder vrijzinnig man zich toch zijn zelfstandig oordeel voorbehoudt over ieder onderdeel van regeering»- of van «taatsbeleid". Neen, duidelijke programmen zijn welzeer zeker noodig. Bleven de staatkundigen maar in alle politieke quaestiën zichzelven gelijk, dan was het wat anders. Doch het werkelijke leven is nu eenmaal zoo niet. Ve- noodlottigen krijg. Maar ik heb reeds lang op gehouden, daaraan te gelooven en ook gij zult dit weldra, overste, zoo God u het leven spaart." „Gij zijt eeu sombere droomer, hopman Maar, zeg mij toch eens, waart gij in dat eeuwig gedenkwaardige jaar in Madrid?" „Ja, dat was ik." „In dat glorierijke jaar, waaio de doorluchtige hertog Antwerpen heroverd heeft „Ja, zooals ik zeide." „Zoo zijt gij met hertog Alexander Farneze als overwinnaar de stad binnengetrokken O, gij gelukkige 1" „Neen," hernam de onde strijder op somberen toon, „Ik heb aan den triomftocht geen deel mogen nemen, men had mij eene andere opdracht gegeveii, waarom uien mij destijds in het leger kamp met afgunstige oogen aanzag. Ik was de afgezant, dien de dappere hertog met de blijde tijding van de inname der stad aan koning Phi- lips God hebbe zijne ziel in genade aange nomen zond." „Gij Gij, hopman Jeronimo, mocht zulk eene boodschap aan den koning overbrengen o driewerf gelukkigeO, ik bid u, vertel ons daarvan, wij durven den wal nog niet verlaten." Wordt vervolgd. 1 Vrijdag, voorm. 10.30, voaia. 10,—

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1889 | | pagina 1