Christelijk
Weekblad
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
s.v.p.1
IEUNK,
ENIER,
cieele feelM.
Vrijdag 22 Maart 1889.
Vierde Jaargang N°. 160.
IN HOC SIGN O VINCES
W. BOEKHOVEN.
taöttt&SöMfilsS'
FEUILLETON.
- BïïET ZWARTE GALEISCHIP
Alle stukken voor de lledactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan tien Uitgever
Liberalistische partijzucht.
E. A.-GLYPHOS.
ver ik overal franco
van BUKSKING of
yke kwaliteit en echte
maar alles eigenge-
zorg afgewerkt,
vordt geleverd. Men
ertuige zich en zendt
8 dagen ontvangt u
angst van postwissel
costumes DEMI-SAI-
z„ tot de meest coll
ar d.
ntvangt ge uw geld
groote tevredenheid
EPE, bij (Deventer.
ANG 1889.
ei.' Woensdag
,i n-n1 «nuMaueoi
r, fr. p. post.
atis en franco.
RBURGWAL 101,
)AM.
Deze Courant verschijnt eiken "Vrijdag.
Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever
ftOJIJIKLNaBBJBi.
Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever, ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur
oot: Vooruitgang
dereede en Overflakkee.
888 tot 31 Maart 1889.
voorin. 6 en 1 uur.
7,15 10 nam. 2,15 n.
9,15 3,—
10,45
5,30
rt ia aansluiting met de stoom-
uaar Rotterdam en omgekeerd.
Sk ZIJN
TOOMBOOT.
erdam, (Raderboot.)
op Rotterdam.
u Dinsdag voor middags 5,uur,
agen 6,30 uui
namiddags 2,uur.
TDAGS, en 28 Maart.
hroefstoombootdiënst.)
p Middelharnis.
8 uur.
u. 1 uur.
b.) WINTERDIENST.
1 op Rotterdam.
n Dinsdag morgeus 4,30 ure.
- 6,30
Dinsdag Donderdag,
Zaterdag 's namiddag 1,45 ure.
en MAASNYMPH
gevangen 1 Nov.
ROTTERDAM.
5,30 8,30, eu namiddag 3,30 u
7,— 8,30, t 3,80
M
iddag 6,—, en nis. 4,— u.
7.3Q, 4,—
VOETSLUIS.
ure, namiddag 0,45 en 4,u.
i circa een half uur later.
LLE.
dag 8,30 ure, nra. 4,00 ure.
'ara circa een half uur later.
-luis naar Rotterdam, voorin. 8,30
aia naar Hellevoetsluis dage)ijk»
staan in correspondentie met
-n Overflakkee.
boot) Winterdienst.
en 17 Sept.
otterdam
sdag vin. 5,15; Zaterd. ongev. 6,50
mber): Maandag en Dinsdag vm. 6,
rdag eu Vrijdag vm. 7,10, nm. 2,30
0; Zondag vm. 8, nm. 3.
ndag en Dinsdag vm. 5,30; Woensd
ud-Beierland) vm. 5,45.
tterdam;
sdag en Zaterdag nm. 2.
eptember): op werkdageu des vm
m. 8. nm. 3.
andag en Dinsdag am. 1,30, Wo«>*
i elke maand zal »Oude Maa 11'
naar Rotterdam, vertrekken.
Donderdag en Vrijdag:
5,45, van Oud-Beierland vm.
Koorndijk nm. 1.
I en 2 (Raderbooten).
Rotterdam. Maart.
Van ROTTERDAM
Ons artikel over de Provinciale Staten,
voorkomende in ons nr. van 15 Febr. jl. heeft
de tegenspraak uitgelokt van het Nieuws
blad voor Sliedrecht en Omstreken.
Wij willen deze repliek ditmaal beant
woorden, ofschoon er, zooals gewoonlijk in
de hoofdartikelen van het Nieuwsblad,
zeer weinig orde en verband in zit. Doch we
doen het voornamelijk omdat wij dan meteen
de gelegenheid hebben het een en ander, in
ons artikel kortelijk aangestipt, nognadertoe
te lichten.
Allereerst komt de redactie er tegen op,
dat wij een uitdrukking gebruikten, welke de
beschuldiging in zich sluit, dat de liberalen
wetten hebben ontworpen, die een partijdige
strekking hadden, dat wil zeggen, wetten
waarin meer het partijvoordeeldanhetalge-
meene landsbelang behartigd werd.
„Die beschuldiging noemt het Nieuws
blad „plomp", en geen wonder, want
het is „nooit" gebeurd zegt de redactie'!
Och kom, is dat „nooit" gebeurd? Is de re
dactie van het Nieuwsblad zulk een vreem
delinge in het staatkundig Jeruzalem, dat zij
niets zou weten van het partijdig drijven der
liberalen van het begin van hun optreden af?
Is het haar onbekend, hoe het staatsbudget
onder hun bewind, dus door hun begroo-
tingswetten in minder dan veertig jaren van
zestig tot honderd en twintig millioen is op
gevoerd? Bleef het haar vreemd, dat de kos
ten voor het „neutrale" onderwijs in onge
veer dertig jaren door de liberalen vertwin-
tigvoudigd zijn? Wij hebben het haar anders
in onze j,Bode" van 23 Febr. jl. nog her
innerd. In 1832 gaf de Staat ruim vijf ton
gouds voor alle openbaar onderwijs uit, en
in 1883 reeds tie» CI1 CCI1 half IliUIÏ-
oen.
Zaterdag
Maandag
Dinidag
Woensdag
Vrijdag
16 vm. 10.43 u.
17 vm. 10.45
18 nm. 1,30 u.
19 vm. 10.45 n.
20 vm. 10,45 u.
21 nm. 1,30 u.
22 vm. 10,45 u.
Weet de redactie ook soms niet, hoe de
(oude kieswet was ingericht, en hoe die wet er
op was aangelegd om alleen de aanzienlijke,
de meest gegoede burgers bij de stembus toe
te laten.
Weet de redactie niet, hoe de liberalen in
die kieswet hun schoonklinkende theorie van
vrijheid en gelijkheid veronwaard, hun oor
sprong vergeten en hun beginselen verloo
chend hebben
In 1848 deden de liberalen zich hooren als
DOOR
t
Duidelijk hoorde men, hoven het geluid van
den atorin boven het golfgebruis der Schelde
uit het dreunen van een verwijderd kanonge
bulder. Daar dit in eene noordwestelijke ricli-
ijing hun oor bereikte, was men het er weldra
over eens, dat er wel weder een scheepsstrijd
op de Wester-Schelde plaats had, en de bekende
en gevreesde watergeuzen hun oude spel speel
den. En zoo was het ook. Wat maalden deze
waterrotten om storm en duisternis Dit waren
hunne beste bondgenooten. Reeds sedert het jaar
15G9 oefenden zij hun woest en stout bedrijf
uit. Gelijk eens tot David in de spelonk van
felle tegenstanders van de autocratie of de
regentenheerschappij, en bitter lieten zij zich
uit tegen alle rijken en aristocraten.
Maar toen het er op aankwam om ook de
eenvoudigen in den lande invloed te geven
op het landsbestuur en de inrichting der
wetten, toen werd verreweg het grootste ge
deelte der natie buiten de deur gehouden en
het stemrecht slechts gegeven aan 1/6 a 1/10
der mannelijke meerderjarige ingezetenen,
en wel aan dezulken, die blijkens hun aanslag
in de directe belastingen tot de meest welge
stelde burgers of tot de rijken behoorden.
Weet het Nieuwsblad dit alles niet?
Hoorde het ook niets van een art. 17 in de
wet op de besmettelijke ziekten, krachtens
hetwelk de onbemiddelde ouders, die öf uit
vrees voor schadelijke gevolgen in het
lichaam, öf uit een godsdienstig oogpunt ge
wetensbezwaar hebben tegen het doen inen
ten hunner kinderen, veroordeeld zijn om
die kinderen in onwetendheid te laten op
groeien
En wat zegt het Nieuwsblad wel van de
schoolwet van Kappeyne, waardoor de te
genstanders van het „neutrale" onderwijsge-
noodzaakt werden om voortdurend hoogere
belastingsommen op te brengen voor scho
len, die zij hoogst schadelijk voor ons land
achten Of weet het Nieuwsblad daar ook
al niets van
Natuurlijk hebben wij niet beweerd, dat
de liberalen zooveelgewichtige wetten heb
ben ontworpen. In verhouding tot den duur
van hun bestuur was dat aantal zelfs gering
gelijk wij reeds meermalen hebben betoogd.
En dat geringe aantal is ook gemakkelijk te
verklaren uit de onderlinge verdeeldheid,
die de liberale partij steeds verzwakte. Ge
lijk op het laatst der vorige eeuw de repu
blikeinen in Frankrijk verdeeld waren ineen
hevige bergpartij en een meer gematigde
vlaktepartij, alzoo splitsten de revolutio
nair gezinder, zich ook hier te lande spoedig
in een behoudende en een meer vooruitstre
vende partij. Thans zijn er, gerekend naar de
mate waarin zij hun beginselen willen toepas
sen, wel vier partijen te onderscheiden. En
het gevolg van deze verdeeldheid was zoo
wel vroeger als later, dat zij weinig tot stand
konden brengen. Zeven jaren ongeveer wa
ren zij aan het bewind, eer zij iets van aanbe
lang hebben verrichtgedurig hadden zij
een stel nieuwe Ministers noodig, en sedert
het doordrijven van de schoolwet van'78 te
gen den vvensch van de meerderheid der na
tie in, werden zij zóó machteloos en werke
loos, dat het publiek meer en meer zijn aan
dacht van het politiek tooneel afwendde.
Daardoor en mede door den aandrang van
socialistiche zijde hebben zij toen den nood
sprong gewaagd en de deur voor meer een
voudige kiezers opengezet.
Bovendien, en hiermede komen wij op
de kleur en strekking der wetten terug
er werden tijdens het liberale bewind ook
wel een menigte kleine onlwerpjes aangeno
men, waarmede de politiek weinig of niets te
maken had. We ontkennen ook volstrekt
niet, dat daarbij zeer goede ontwerpen wa
ren. Maar dit moeten wij, op grond van de
hierboven vermelde, onwraakbare feiten,
volhouden, bijna altijd wanneer er wetten
aan de orde kwamen, die het eigenlijk be
stuur des lands, de kern van de staatkunde
raakten, dan vroegen zij niet naar de onver
anderlijke ordeningen Gods en het daaruit
voortvloeiend recht voor alle partijen, maar
dan volgden zij slechts den lust van de par
lementaire meerderheid alleen en lieten
de verdrukte minderheid meêdoogenloos
toezien. Aan critiek stoorden de liberalen
zich zoo goed als nooit. Het land te liberali-
seeren en met moderne begrippen op te vul
len, ziedaar hun hoofdstreven. Daartoe hiel
den zij het geldelijk verband met het Herv.
Genootschap aan en handhaafden zij de op
leiding der predikanten aan de „neutrale"
hoogescholen. Daartoe richtten zij middel
bare scholen op, en kweekten zij in steeds
ruimer kring de „neutrale" onderwijzers.
Daartoe namen zij de schijnbaar „neutrale"
pers in den arm en richtten zij „neutrale"
schoolbibliotheken op.
Als dus het Nieuwsblad beweert, dat de
wetten der liberalen „van beginselen ge
tuigden", dan stemmen wij dat zeer zeker
toe. Doch alleen in dezen zin: zij getuigden
van de beginselen der revolutie, krachtens
welke de meerderheid, de helft plus één, ge
heel de baas is in het land en alles naar eigen
goedvinden regelt. 1)
1) Men denke hierbij ook o. a. aan het ongesplitst laten der groote
steden bij de jongste Grondwetsherziening, terwijl de liberalen wisten
dat de meerderheid in die steden liberaal is.
Adullam „alle man vergaderde, die benauwd was,
wiens ziele bitterlijk bedroefd was" over de ver
drukking des geliefden vaderlands, hadden onder
Alva's schrikbewind tal van vluchtelingen en
bannelingen, edelen en burgers van allerlei beroep
hun heil op de zee gezocht en te zamen besloten,
al, wat Spaansch en Roomsch was, met onver-
zoenlijken haat afbreuk te doen, waar zij konden.
Hunne macht groeide zeer spoedig aan en ont-
waardde in zeeróoverij, waarvan de kustplaatsen
door brandschatting enz. den meesten last hadden.
Op raad van den Franschen Admiraal De Col-
ligny gaf Prins Willem van Oranje hun kaper
brieven, met bevel, om alleen tegeu Alva en de
zijnen vijandelijkheden te plegen. Zoodoende
waren hunne bedrijven spoedig in den oorlog
van dienst. Onder 's Prinsen vlag „Orange, blan
che, bleu" voeren zij nu, en met bet „Oranje
boYenweergalmde nu ook bet „Wilhelmus
van Nassouwe," ten vorigen jare door Marnix
van St. Aldegonde gedicht, over de golven. De
Prins stelde hunne kapiteins aan, en benoemde
Adriaan van Bergen, Heer van Dolbain, tot bun
Admiraal maar reeds in 1570 werd de ridder
Guislain De Fiennes, heer van Lumbres, in zjjne
plaats aangesteld en Willem, heer van Lnmeij
eu graaf van der Marck, tot onderbevelhebber
benoemd. Tevens werd er bij bepaald, dat de
kapiteins op elk schip een minister (predikant)
moesten hebben, „om Gods Woord te verkon
digen, gebeden te doen en de soldaten met de
schippers te houden in Christeljjke zedigheid."
Zulke bepalingen waren dan ook wel noodig,
vooral ook voor bet vervolg zoo werd er wel
licht nog iets gedaan, om de gruwelijke wreed
heid, waarmede de oorlog werd gevoerd, eenigs-
zins te matigen. De onmenschelijkheden der
i Spanjaarden, vooral in den tjjd van Alva's be
stuur, vonden bij de Nederlanders weerwraak,
en was de oorlog op het vaste land verschrik-
lceljjk, nog veel ontzettender was hij op zee.
Op bet land konden de gevangenen nog nitge-
Het N icuwsblad moet er dus niet bijzeg
gen dat de liberale partij naar „vaste begin
selen" handelt, want vastigheid zit er in liet
revolutionair systeem niet. Die kan er niet
in zijn, omdat er buiten het Woord Gods
nergens een betrouwbaar en bestendig richt
snoer voor 's menschen doen en laten is te
vinden. En de revolutionairen verwerpen
juist dat altijd beschuttend Woord. Achter
de conservatieven staan dan ook deliberalen,
achter deze de radicalen en deze worden
weer verderop gedrongen doordesocialisten.
Maar de redactie van het Nieuwsblad
heeft nog een andere grief tegen ons artikel
over de Provinciale Staten. Zij vindt nl. in
ons schrijven „En dan, zaten er in het Hee
renhuis op het Binnenhof niet de rijkste, de
machtigste, de invloedrijkste bezitters van
ons land Hoe kon van deze verwacht wor
den, dat zij ooit met ernst het goed recht der
christelijk gezinde partijen zouden handha
ven?" zij vindt hierin iets, dat naar het
socialisme riekt. Hierin vergist zij zich ech
ter zeer. Dit kan reeds daaruit blijken, dat
wij goede hope hebben op een veel betere
Eerste Kamer, die er dan komen zal als eerst
de Prov. Staten maar naar den vvensch der
thans uitgebreide kiezersgroepen zijn saam-
gesteld. E11 immers, ook de dan komende
betere Eerste Kamer zal voor verreweg het
grootste deel uit „rijke machtige en invloed
rijke bezitters" bestaan.
Doch hoe moet deze uitdrukking opgevat?
Vooreerst weten wij reeds uit de H. Schrilt,
dat de ware godsdienst en mitsdien het be
stendig rechtsgevoel (ook ten behoeve van
Godvreezenden!) slechts bij weinige rijken,
edelen en machtigen dezer aarde gevonden
wordt. Zij zijn er ja, Goddank!, maar verge
leken met de minder stoffelijk bedeelden is
hun aantal steeds klein geweest. „Die rijk
willen worden, vallen in vele verzoekingen"
„Het is lichter dat een kemel ga door het
oog van een naalddan dat. een rijke inga in
het koninkrijk Gods". Bij den rijken jonge
ling, die bedroefd Jezus verliet, waren het de
goederen die deze scheiding daarstelden.
En al gaat dit nu voor alle rijken gelukkig
niet door, de regel als regel blijft toch be
staan.
Neemt men nu daarbij nog in aanmer
king, dat ook in onze dagen schier al wat
wisseld of vrijgekocht worden steden en dorpen
konden plundering en brand nog afkoopen
maar op zee kende men pardon noch rantsoen.
Het gold voor barmhartigheid, wanneer men de
weerzijdsche gevangenen eenvoudig doodstak,
of ze aan de raas ophing, en ze niet langzaam
op de wreedaardigste wijze ter dood martelde,
ze op liet dek kruisigde of met het genomen
schip in de diepte deed zinken. En het werd er,
althans ter zee, met den langen duur des oorlogs
niet beter op. Uit den met het bloed der mar
telaren en krijgshelden gedrenkten bodem was
een jong geslacht van ijzeren mannen opgegroeid,
die niet naar vrede verlangden, omdat zij den
vrede nooit gekend hadden, die doof de mede-
deeliug van het verleden met haat en wraakzucht
tegen den vijand waren vervuld. Aan de zijde
der Spanjaarden begon bij de ouderen in dienst
jaren al langer hoe meer moedeloosheid veld te
winnen, om dezen rampzaligen oorlog tot een
gewenscht einde te brengen. Wordt vervolgd.).