Christelijk
"Weekblad
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Vrijdag 30 November 1888.
Derde Jaargang N°. 144.
IN HOC SIGN O VINCES
W. BOEKHOVEN.
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen.
Alle stukken voor tie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, fr anco toe te zeilden aan den Uitgbver.
Eerste Jllntl.
Re grieven der liberalïsten.
Onze klaclit over IwMon.
Uit tie Pers.
a". „Dat
„maar dat
t mogen we
m. moeder!"
snszins mijn
;ad gaan en
waardeeren
>p wil geven,
aandag mijn
en haal het
m iemand als
iet eenvoudig
is het zeker,
De wever
m klein half
ed zooals hij
wever eenig
laaudags het
stelpt van de
m. Zijne
ist de noodige
kt het psalm-
'evers ter eere
*ade nog een
en dankt den
varna zij zich
gen ontwaakt
mi op de goed
en gebruiken
oor den Heere
dat zij dien
in. Geen won
telkens weg-
m des Heeren
naar gewoonte
moed en nieu-
spoedig op de
a op zijn post
hem te bespot-
vraagd: „Wel!
sn gebracht
„Ja mijnheer!
f verzorgd. Hij
deed dit nog
Wat een doo-
c ben zeer be-
n," antwoordde
en onrust ver-
Ie nu wat wjj
3 de zorge Gods
n. Hoe meer
e patroon ver
is van hem. De
gekocht had,
gestorven. Men
estikt was. Eu
was heengegaan
iornst had ge
had hij tot den
iet dien dooden
me, dien feme-
hein in het por-
üii brood zullen
eens zien." De
ap en de lezers
ie ervaring me-
patroon verteld,
1 betoond, ofde-
n,over en spoed-
l'huis gekomen:
de ervaring van
el van zijn doo-
bij hem laten-
pen. Zijne vrouw
utwoord„Wel,
sn zeggen, maar
mijn verjaardag
sedert Zaterdag
:ht, doch zonder
dat ingeslikt en
de man er door
hij het kettingtje
t zeggen, dat die
k het goud hem
fcs voor zulk een
>r te hebben ge-
ater naar de we-
ïeesterknecht, die
ver te zeggen. De
net verwondering
ggen„De Heere
ie door middelen
de heeft gedacht,
acht. Hij gaat
t hem bevolen is
s kwam, was zijn
l in den zak spoed-
,alde het kleinood
i patroon,
een indruk op den
wever nooit meer
e werkenen voor
had dit krachtige
de zijnen dit heer
des huizes tot be-
re wagen. Hij zal
nen, die op zijne
g het volk, wiens
d Jacobs tot zijne
hun naar de woor-
enden
lig aan,
wenden
;aan.
eld door
W. S. W.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
uitgever
S O II iU E I. IJ li.
Advertentiën van 15 regels 50 eent, elke regel meer 10 cent.
Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal beikend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmidag 5 uur
Hoe knorrig de liberalisten zijn, nu zij
niet meer aan hpt roer staan, bleek overtui
gend uit hun dorre aaneenrijging van grie
ven bij gelegenheid dat zij hun gedachten
moesten openbaren over de staatsbegroo-
tingvan 1889.
Dezelfde zoutelooze aanmerkingen, die
telkens in de liberale bladen van de laatste
maanden rondgingen, werden nu nog eens
door de liberale Kamerleden herhaald bij
het Budget-overleg in de afdeelingen.
Verbeeld u, de heeren durven zeggen,
dat ons tegenwoordig Kabinet niet genoeg
uitvoert. Zij zouden zeker alles te gelijk op
elkaar gestapeld willen zien, en dan met eeni-
ge parlementaire handigheden de Ministers
onder dien wanhopigen berg begraven.
Maar nu de Regeering wijzer is, zich lang
zaam haast, en na rijp overleg stuk voor
stuk degelijk behandelt, nu zijn de heeren
uit hun humeur en sommen zij heel naïef het
een en ander op, dat er reeds had moeten
zijn (de nieuwe onderwijswet, het lijstje van
de openbare betrekkingen, die bevoegdheid
geven om tot lid der Eerste Kamer te wor
den gekozen, enz.)
Hoe de liberale heeren met zulk een
klacht over te tragen arbeid voor den draad
durven komen, is menigeen een raadsel, die
bedenkt hoe bitter weinig de liberale Kabi
netten in vorige jaren tot stand brachten.
Dan durven de heeren zeggen, dat onze i
Ministers het niet genoeg met elkaar eens
zijn. Alsof dit uit e e n i g leit gebleken ware!
Bovendien weten de ingewijden zeer goed,
dat toen Minister Thorbecke zijn liberaal be
stuur begon en daartoe de portefeuilles ver
deelde, h;j met de andere Ministers veel
verder verschilde dan thans de antiliberale
bewindslieden, die Minister Mackay voor
droeg. Ook waren de liberale medehelpers
van Minister Thorbecke zoo weinig zelfstan
dig, en volgden zij zoo gedwee zijn wil, dat
Mr. Groen van Prinsterer op de vraag heb
ben wij een homogeen Ministerie,
geestig antwoordde wij hebben een homo
geen Ministerie.
Dat b.v. de heeren Mackay en Keuchenius,
Ruijs van Beerenbroek en Godin de Beau
fort het niet in alles eens zijn, weten wij
zeer goed, en behoeven de liberale Kamer
leden niet als iets merkwaardigs te komen
vertellen. Maar waarom zou dit het samen
regeeren verhinderen? Immers behoeven zij
in de jaren dat zij Minister zijn, ook niet al
les te behandelen. Welk Kabinet heeft
daar tijd voor? Bovendien hebben zij elk
hun afzonderlijk Departement, en heeft ieder
Minister een massa zaken te regelen, waar-
meê geen hoofdbeginselen van politiek be
leid gemoeid zijn. Doch in zooverre die er
wel bij betrokken zijn, kunnen wij gerust
verzekeren, dat de Ministers het geheel eens
zijn geworden. Anders haddenzij nietsamen
zitting genomen. Want behalve de program
men van actie der antirevolutionairen en
roomschen zullen zij wel een behoorlijk en
breeder omschreven gemeenschappelijk
werkprogram hebben opgesteld. Als een
commissie van bekwame mannen een ge
wichtig werk gaat uitvoeren, geschiedt dat
altijd. Waarom zouden nieuwe Ministers
dien gezonden regel dan niet volgen l£n
geen enkel bewijs kunnen de liberalen bij
brengen, dat de Ministers het in hoofdzaak
niet eens zijn. Juist bleek wèl eenheid van
doel en streven uit de eerste Openingsrede
in de Staten-Generaal, en ook later.
Verder willen de liberale Kamerleden
er zich voor hun partij de eer van aanmati
gen, dat de Minister van Financiën bij zijn
optreden den toestand van slands geldmid
delen vrij bevredigend vond. Maar zijn de
heeren dan waarlijk vergeten, dat het laatst
afgetreden Kabinet-Heemskerk geen zui
ver liberaal Ministerie was? Overigens is
'theel Europa door genoeg bekend, dat de
liberalen zeer duur huishouden. Of behoeft
men nog ander bewijs voor ons land, dan
dat zij ons Staatsbudget van 60 millioen,
zooals het in 1852 stond, tot 120 millioen op
gedreven hebben, Al het water van de zee
wischt dit feit niet uit, en geen beroep op
schulddelging of uitbreiding der bevolking
kan het rechtvaardigen. Steeds kwam het
onder het bestuur der liberalen aan op meer
betalen, vooral voor het „neutrale" onder
wijs. Hun belasting-hervorming was
slechts belasting-vermeerdering en niets
anders.
Voornamelijk tegen den Minister van
Koloniën is ook de liberale tegenkanting
gericht. De Tjioinasquaestie heefc hij niet
goed opgelost. De lastgeving aan den Gou
verneur-Generaal om het verbanningsbesluit
van de heeren Sol en de Sturler in te trekken,
keuren zij af. De eerbied voor het wettig ge
zag werd er door ondermijnd, zeggen zij. Een
eens opgelegde straf had dezelfde Landvoogd
niet moeten behoeven te vernietigen.
Wel fraai gevonden Alsof het handhaven
van recht en gerechtigheid zooals het in
eere herstellen van de heeren Sol en de Stur
ler tochonwedersprekelijk is ooit iemands
gezag kon ondermijnen!
Het benoemen van den heer DeSavornin
Lohman tot Gouverneur van Suriname keu
ren de liberale Kamerleden ook al af, „om
dat hij in de West-Indische zaken vreemd is".
Dit schijnt erg, maar zijn voorganger was in
West-Indië even vreemd, en kwamen de
liberalen ,danvroeger óok met dat bezwaar?
Maar neen, want toen gold het geen antire
volutionair De President van den Hoogen
Raad, Mr. Kist, ofschoon geen geestverwant
van Minister Keuchenius, dacht er royaler
over. Hij verklaarde in een installatie-toe
spraak tot Mr. Patijn, den opvolger van den
heer Lohman hier te lande, dat hij er niet aan
twijfelde of de heer Lohmam zou in Suriname
toonen tegen de moeielijkheden zijner nieu
we betrekking te zijn opgewassen. Mr. Kist
voegde er nog den wensch bij, dat hij van
harte hoopte, dat de heer Lohman in Suri
name tot heil des vaderlands en van de kolo
nie zal werkzaam zijn. En die Mr. Kist, een
medelid van hetzelfde hooge rechterlijk Col
lege, was toch zeker beter in staat een oor
deel over den heer Lohman uit te spreken
dan de liberale Kamerleden, die hem nauwe
lijks van aanzien kennen. (Van harte vereeni
gen wij ons met zijn heilwensch, den heer
Lohman toegesproken).
De beroering, die de driftige luitenant-ko
lonel Verstege maakte bij het oproepen van
een beri-beri-Commissie tracht de liberale
partij ook al op rekening van den waardigen
Minisler van Koloniën te brengen,
Over de benoeming van den heer Pijnac-
ker Hordijk tot Gouverneur-Generaal en
over andere regeeringsdaden, die getuigen
van grootmoedigheid en milden zin, zwijgt
de oppositie-partij in de Kamer, maar over
het wat laat indienen van de Indische be
grooting he!t zij dadelijk haar klacht aan.
Doch tegenover déze Regeering hebben
de liberalen nu eenmaal lust tot klagen. Zelfs
om weer tot de aanteekeningen bij de bin-
nenlandsche Begrooting terug te keeren
klagen zij, dat de voorstellen tot wijziging der
onderwijswet nog niet bekend zijn. Zij, die
alle moeite van onzen kant aangewend om
de onderwijsquaestie bevredigend op te los
sen, verijdelden, toen zij nog in de meerder
heid waren, diezelfde lieden hebben thans
haast. Zij wenden belangstelling in dat
gewichtig volksbelang voor, maar zou er iets
anders achter steken dan nieuwsgierigheid
en partijzucht? Hun vroeger onverzoenlijke
houding laat geen ruimte voor een beter ver
moeden. Neen zij zullen haken naar de we
tenschap, op welke punten van het ministe-
riëel ontwerp zij het eerst kunnen aanvallen.
Ook willen de liberalen terstond het kies
recht anders geregeld hebben. Zij keuren
het daarom niet goed, dat de Regeering al
leen de groote steden wil splitsen, zonder
meer. Waarlijk geen wonder. Daardoor ont
vallen hun voor latere stemmingen vijf ofzes
zetels, die zij op onrechtvaardige wijze ver
kregen.
Toch moest hun rechtsbesef tot die split
sing hen dringen, terwijldemeerdereuitbrei-
ding van het thans reeds aanzienlijk uitge
breide kiesrecht zeker wel wat wachten lean.
En wil men op kiesgebied zoo gaarne hervor
men, welnu dan regele men beter de distric
ten voor de Provinciale Staten, opdat er al
lengs een Eerste Kamer kunne samengesteld
worden overeenkomstig de verhouding der
verschillende partijen in den lande.
Ten slotte beklagen de liberale Kamer
leden zich, dat hun partij voor zoo ongods
dienstig gehouden wordt, enzij wil
len slechts den godsdienst buiten de politiek
weren! Dus degodsdienstgoedgenoegvoor
den Zondag, en voorts zes dagen in de poli
tiek of elders arbeiden buiten God om! Is dat
niet echt godsdienstig Waarlijk zij hebben
wel reden tot klacht over miskenning
Wij behoeven niet meer aan te stippen.
Onze lezers zullen reeds klaarlijk hebben in
gezien, dat de liberalen spijkers op laag wa
ter zoeken, en een stelselmatige oppositie
voeren, die alleen uit gemelijke verstoord
heid vau ziel en partijdige verbolgenheid kan
voortkomen.
De redactie van Gideonover wier rwe, on
nadenkende en onchristelijke uitvallen,wij ons
een paar weken geleden beklaagden, e wie wij
daarom ook een nummer van ons bla deden
toekomen, maakte zieh wederom met;en los
praatje van onze klacht af. In plaats vn zich
eens eeniger mate te verantwoorden eusens te
zeggen waarom zij Dr. Kuyper zoo haig van
eerzucht beschuldigt, waarom zij het „en ware
ramp" voor de Kerk zoude achten als diBood-
sc/m/ipci-redacteur ook de Bazuin redieerde,
en hoe zij schrijven durfde dat elk lid \n de
Chr. Geref. kerk tot zijn ziel kan zeggen neem
nu rust", of in plaats van dit alles 3rlijk
in te trekken, laat zij al die verdachtu.kiag
doorwerken, en zoekt zich te redden nt de
uitvlucht, dat zij thans niet dieper in dei ker-
kelijken strijd wil indringen en dat zij wel gdme
eens voor een kerkelijke vergadering haa ge
voelens zoude uiteenzetten. 'Zij rekent zicldus
wel vrij om publiek te beschuldigen, maancht
zich niet verplicht die beschuldigingen grudig
te bewijzen. Zou zij niet weten, dat zulk een
gedrag zelfs in het burgerlijke leven lastelijk
wordt genoemd, en dat de 11. Schrift het on-
voor waardel ij k veroordeelt
De redactie van Gideon heeft echter een Kip
ster gekregen aan „de nieuwe SprokkelaarDe
redactie van dat synodale Rotterdamsch orgaan
vat er natuurlijk niets van, dat een Chr. Gerei,
predikant, die als Redacteur openlijk zondigt
tegen het negende gebod, daarover kerkelijk zou
behooren getuchtigd te worden. Nu, dat is uog
al duidelijk. Die redactie leeft kerkelijk in een
Babel van verwarring, alwaar ieder letterlijk
alles kan zeggen en schrijven wat hem goed
dunkt en men dus van kerkelijke tucht geen
flauw begrip heeft. Geen wonder, dat zulk een
redactie het dwaas vindt, dat de bekende redac
teur van Gideon eens kerkelijk behandeld zoude
worden. Doch wij schreven dit ook niet aan
haar adres, maar voor gereformeerde menschen,
die iets van de roeping der kerkelijke ambts
dragers weten en beseffen. De nieuwe Sprokke
laar-redactie deed beter met zich buiten zulk
een quaestie te houden. Zij spreekt thans als
een blinde over de kleuren. En bovendien wordt
zij in haar blindheid verleid door haat en nijd
tegen onze hoofdleiders op politiek en kerkelijk
gebied. Daardoor ziet zij ook in alle rechtmatige,
beleefde bejegening van die mannen slechts
„vergoding". Alle woordenwisseling met zulke
hartstochtelijke, door drift en toorn vervoerde
redactiën is totaal doelloos. Het beste is, ze stil
j aan haarzelven over te laten. Een tijdlang mo
gen zij schijnbaar krachtig optreden, na weinige
jaren verteren zij zich zeïven. „Nijd is de ver
rotting der beenderen". Dit woord geldt ook van
die weekbladen, welke enkel van personenhaat
leven en daaraan de stof voor hun kolommen
0"tleenen.T0l0m^n
Dr. Sehaepuian heeft gemeend het strooibil
jet van Prof. van Leeuwen onder handen te
moeten nemen, in het Centrum. De vaardige en
geestige schrijver begint aldus
Ik heb de eer niet den Hoogleeraar E. H.
van Leeuwen, te Utrecht, te kennen. Uit den
Staats-Almanak weet ik, dat hij sinds 1886
namens de Nederlandsche Hervormde Kerk een
I leerstoel der Godgeleerdheid bekleedt. Indien ik
mij niet bedrieg, dan bestaat er van zijn hand
een geschrift over den Eed. Ook meen ik mij te
herinneren, dat de „Wageninger", was het
1 niet in de dagen, toen hij nog Tiet „Wageningsch
j Weekblad" was? een reeks politieke dingen
van zijn hand beloofde en er tweb of drie heeft
j 7