0E LAATSTE LUCIFER Aan het door ons geleverde portret zou on willekeurig een enkele onnauwkeurigheid kun nen kleven, en daarom is het goud waard eer. portret van de liberale partij in handen te hebben, dat op het atelier van een liberaal photograaf is bewerkt. Welnu zulk een portret, waaraan we het onze dus vrij kunnen toetsen, hebben we. En de photograaf is niet kunstenaar van den tweeden of derden rang, maar ontegenzeggelijk een van de eersten van het land. Zijn naam is Prof. Jt. T. Buys, in Leiden woonachtig. Hij is de man, die het vorige jaar de zeven liberale heeren vlichtzinnig" noemde, omdat zij een einde wilden maken aan den onzaligen schoolstrijd. Het portret werd onlangs, in de maand Januari j.1.door den Hoogleeraar geleverd niet in een vluchtig gesteld courantartikel, maar in een wèl overdacht opstel, geplaatst in het deftige, weten schappelijke tijdschrift de Gids. Hoe nu oordeelt de Hoogleeraar over zijn eigen partij? Metzijn woorden willen we u dit zeggen Men vergist zich niet veel met te beweren, dat de liberale partij in de eerste tien jaren van hare regeering meer werkkracht heeft geopenbaard dan in alle andere te zamen, en tevens dat de eerste producten van hare werk zaamheid ook de beste waren, die zij leverde. De hervorming van het koloniale stelsel, zoo krachtig en op zoo eervolle wijze aanvaard, bleef sedert nog dezer dagen werd het telkens aangetoond halverwegen steken. Zoo dikwijls in de eerste jaren de staat van de schatkist het toeliet, heeft men van de gelegenheid gebruik gemankt om eenige van de drukkendste belastingen in te trekken, maar tot eene grondige herziening van het be lastingstelsel ofschoon algemeen als vol strekt noodig aangewezen kwam het sedert nooit. Aan oorlog en marine werden jaar op jaar schatten besteed, maar een kloek besluit om de defensie tot eene waarheid te maken, bleef altijd achterwege. De wet tot beperking van den kinderbeid in fabrieken eene wet die men dan nog verschuldigd was aan het initiatief van een der kamerleden was de eenige stap dien men zette op deu weg, welke tot verbetering van den toestand der arbeidende klasse leiden moest, en tot dien stap ging men eerst over, toen ettelijke van de ons omringende volken hunne wetgeving op dit stuk reeds tot eene groote mate van volkomenheid hadden ge bracht. Yoor de naleving van enkele gebiedende voorschriften der grondwet is zelfs eene tijd ruimte van veertig jaren niet lang genoeg geweest. De plattelands schutterij, in 1848 veroor deeld, staat in 1888 nog overeind, aangeno men althans dat zij dit immer heeft gedaan aan eene meer algemeene wetgeving op den waterstaat dacht men in de allerlaaste jaren voor het eerst, en aan eene wet op de comp tabiliteit meer dan twintig jaren geleden voor het laatst maar die latere en die vroegere overwegingen bleven beiden even onvruchtbaar. Het veertigjarig regeeringsbedrijf van de liberale partij levert ons het beeld van een stroom, die zich aanvankelijk met groote kracht voorbeweegt, maar allengs in snelheid ver traagt, naarmate hij zich verder van zijn oor sprong verwijdert; in den eersten tijd schiet hij recht voor zich uit, omdat zijne kracht groot genoeg is om elke belemmering, welke hij op zijnen weg ontmoet, te vernietigen, maar later is die kracht gebroken en kan hij zich nog slechts in de grilligste bochten lang zaam voortbewegen, verplicht als hij is om voor elke belemmering uit den weg te gaan, op het gevaar af van eindelijk in het zand te smoren. Vleiend is dit portret, dat nog wel van een liberalen hofphotograaf afkomstig is, zeker niet. (Ge Graafschapper.) DE STAAT VAN DE MAART-VERKIEZING. Velen onzer lezers zullen zich nog wel her inneren, dat geruimen tijd geleden een zekere heer Smit, leeraar bij het middelbaar onderwijs te Apeldoorn, wegens radicalisme van zijn be trekking geschorst en door eene commissie van liberale heeren werd afgezet omdat zijne denk beelden, zoo men meende, gevaarlijk waren voor de jeugd, door hem onderwezen. Destijds sprak ieder over die kwestie. Nu komt, tengevolge van de verkiezing in Maart, een tweede kwestie Smit. Een der leden van den Amsterdauischen Gemeenteraad heeft zich be klaagd over Prof. Spruyt. Wat heeft Prof. Spruyt dan gedaan? ZHGel. had een verkiezingsgeschrift uitgege ven, tot opschrift hebbende: In geen geval een Ultramontaan! een woord aan de Protestantsche kiezers. Dat woord vloeit over van feilen haat tegen de Katholieken. Zij worden daarin gegriefd, zoo veel als in een bestek van zes pagina's mogelijk is. Nu beweert men, dat dergelijk geschrift niet strekken kan ter bevordering van den roem dei- Universiteit, noch tot verhooging van de achting voor genoemden hoogleeraar. Dat Raadslid wijst er op, dat de Amsterdamsche Universiteit eene gemeente is, waaraan ook de meer dan 100,000 katholieken betalen, en dat het dus bij al de vrijheid der professoren op politiek gebied niet aangaat om zoo te handelen, als professor Spruyt gehandeld heeft. (M.- en M. bode) SPLITSING. Met zonderlinge felheid trekt de liberale pers te velde tegen het Regeeringsvoornemen om de groote districten te splitsen. Wij herinneren daarom dat indertijd de aanneming van die split sing in de Tweede Kamer zeker scheen, maar uit partijbelang op 't laatste oogenblik, alle libe rale behalve v. Houten tegen stemden. De heer v. Kerkwijk had nog voorgesteld om binnen twee jaar dit punt te behandelen. Welnu de 2 jaar zijn al een heel eind ver; waarop dan nu te wachten Als straks één Amsterdamsch lid uitvalt, moet heel dat groote en niet organi seerde district opgetrommeld voor de stembus, terwijl men met 1/9 der gemeente kon volstaan. Natuurlijk is in zulk een,geval de opkomst uiterst gering. Wat is er dus tegen de groote districten zoo spoedig doenlijk in enkele districten te splitsen? Inderdaad, buiten het liberaal par tijbelang niets. Maar er is nog meer voor. Al die combinaties worden dan onnoodig; in elk district kan dan bij eerste stemming iedere partij met een eigen kandidaat optreden. Wat ons echter vooral in die splitsing aantrekt is het voorbeeld. Immers slaagt deze verdeeling goed, dan is dc weg gebaand om ook voor de gemeen teraadsverkiezingen de grootere gemeenten in wijken te deelen. De gekozene behoeft dan niet juist in de wijk te wonen, die hem kiest; doch door het vormen van kleiner kringen opent men den weg voor de verschillende stroomingen onder de burgerij om zich te uiten en te doen verte genwoordigen. Het schijnt echter dat de libe ralen na de wijziging der tabel een algemeene Kamerontbinding vreezen. Inderdaad dat zou voor de liberalen 't ergste wezen wat hen treffen kon; Schiedam, Breukelen en Enschedé ontgingen hen zeker met eenige deelen van Rotterdam. Doch wij meenen de onruste gemoederen gerust te kunnen stellen; zoodanige ontbinding moet niet in de plannen der regeering liggen. (Delvenaar.) Be volkeren der Aarde. Vóór keizer Wilhelm naar Hamburg gaat om de feestelijkheden bij te wonen, zal Z. M. een bezoek bij Vorst Von Bismarck afleggen. Het doel is aan de wereld" te toonen, dat de goede verstandhouding tusschen den keizer en Rijkskanselier nog in niets is veranderd, en al de geruchten die het tegendeel beweerden geen grond hebben. Eerst was Vorst Von Bismnrck van plan naar Potsdam te komen, maar hij zag hier van af toen Wilhelm berichtte, dat hij zelf zijn eersten staatsdienaar een bezoek zou brengen. Een der gevolgen van de zaak van Dr. Geffcken wordt reeds openbaar, al hoort men van de zaak zelve maar weinig, 't Gerucht wil, dat de minister van Justitie Von Triedbergdie zich tegen 't rapport van den kanselier in zake het Geffcken-proces had verklaard, besloten heeft om zijn ontslag te nemen. Dr. Geffcken bevindt zich nog altijd in voor- loopige hechtenis, maar heeft twee goed gemeu belde vertrekken in de gevangenis tot zijn be schikking, kan zich de spijzen verschaffen, die hij verlangt, komt dagelijks in de open lucht en mag zooveel lezen en schrijven als hij ver kiest. Keizer Wilhelm heeft de Berlijnsche deputatie, die hem een adres van gelukweusching over handigde naar aanleiding van zijn behouden terugkeer in het Vaterland" doen weten, dat het Z. M. smartelijk had aangedaan, toen hij in verre landen vertoefde, waar hij voor 't welzijn des rijks werkzaam was, dat een deel der vader- landsche pers zijn geheime familieomstandighe den ter sprake had gebracht op een wijze, die geen gewoon man zich zou laten welgevallen. De keizer drukte de hoop uit, dat de heeren der Deputatie er het hunne toe zouden bijdragen, dat dergelijke dingen niet meer voorkomen. Maandagmorgen is keizer Wilhelm per «xtra- trein naar Hamburg vertokken om de feestelijke aansluiting van Hamburg bij het Tolgebied bij te wonen. Overal werd de keizer door de be volking met groot gejubel ontvangen. De eigen lijke plechtigheid had tegen den middag plaats. De Keizer legde den sluitsteen en deed de drie gebruikelijke hamerslageu onder het uit spreken der woorden: Ter eere Gods, ten beste van het Vaderland, 'tot welzijn van Hamburg." Denzelfden dag nog vertrok de keizer uit Hamburg naar Friedrichsruhe. De ontmoeting tusschen hem en Vorst Bismarck was hoogst hartelijk. Boulanger roert zich weer te Parijs. Donder dagavond was hij met zijn dochters in een schouw burg, en zijn tegenwoordigheid alleen gaf aan leiding tot een groot schandaal, zoodat bij het uitgaan voor- en tegenstanders van den generaal handgemeen werden. Vrijdagavond ging het nog erger toe in eene zaal, waar de aanhangers van Boulanger eene bijeenkomst hielden, welke door de tegenpartij werd gestoord. Pas was de ver gadering geopend of een 40 tal personen be gonnen den aanval. Er volgde een onbeschrij felijke verwarring, velen werden gewond. De werkstakingen in Engeland nemen eene bedenkelijke uitbreiding. In het graafschap Derby hebben twintig duizend mijnwerkers het werk gestaakt. In het graafschap Sheffield is de staking bijna algemeen. De hoogovens branden nergens. De eigenaren der kolenmijnen in Yorkshire heb ben besloten, op hun vroeger plan terug te komen en de loonsverhooging niet toe te staan. De heer Lionel Sackville, Engelsch gezant bij de Vereenigde Staten, heeft zich als zoodanig onmogelijk gemaakt. Aan een in Ver. Staten genaturaliseerde!! Engelschman, die den gezant om raad had gevraagd in zake de aanstaande presidentsverkiezing, heeft hij een brief geschre ven, waarin hij verklaarde, dat thans iedere par tij, die zich jegens Engeland gunstig verklaarde, haar populariteit in Amerika zou verliezen. Deze brief is openbaar geworden, hetwelk vooral aan de republ. bladen aanleiding heeft gegeven de terugroeping van den gezant te verlangen, om dat hij zich in binnenlandsche aangelegenheden heeft gemengd. De genaturaliseerde Engelschman, wien de gezant aanraadde op Cleveland te stem men, was de redacteur van een republikeinsch blad in Californië. De republikeinen riepen nu wraak over Sackville en sloegen uit de geschie denis munt tegen Cleveland, die gezegd werd met Engeland te heulen. Sackville zal waarschijn lijk worden teruggeroepen. Hij had alles kun nen goedmaken door tijdig zijn gedrag op te helderen en te verklaren in een valstrik te zijn gelokt; maar hij heeft botweg gezwegen en dat nu nemen de Amerikanen en ook de President hem zeer kwalijk. De Amerikaansche bladen dringen er sterk op aan, dat de gezant Sackville heen gaat. Groote volkshoopen bespieden de stoomschepen naar Europa, terwijl de spottende vraag rondgaat: „Vertrekt Sackville met dezen stoomer In Servië is nog groote opgewondenheid we gens de echtscheiding tusschen koning Milan en koningin Nathalie. De zaak heeft een staatkun dige beteekenis, daar alle vrienden der Russen aan de zijde der Koningin staan. De koningin heeft thans aan het Russische hof doen weten, dat zij 8 October te St. Peters burg zal aankomen. Daar worden vertrekken vooi haar in gereed heid gebracht in het winterpaleis, en de Slavische Feuilleton. Eene uitmuntendeChristelijke, geïllustreer de kindercoürant in Amerika deelde onlangs het volgende treffende verhaal mede, waarvan wij voor onze lezers de volgende vertaling geven In een kouden, ruwen winternacht van het jaar 18— zat ik geheel alleen in een tusschen- station in Missouri en wachtte op den sneltrein van B. Het was een huiveringwekkende nacht. De Noordenwind deed de raampjes rammelen, alsof hij ze allen verbrijzelen wilde en ik kon duidelijk hooren, hoe de telegraafdraden bui ten aan de palen gonsden en bromden. Het was pikdonker. Zware, zwarte wolken werden aan den hemel voortgezweept, en geen enkel sterretje zond zijn vriendelijk geflonker naar de aarde. De sta tionsagent was naar huis gegaan en had mij bij •de kleine kachel in het m idden der kamer alleen gelaten. Ik moest nog vijf geheele uren wach ten, en de tijd viel mij ontzettend lang. Ik luisterde naar het tikken van den telegranfsleutel en trachte zijne schrille slagen te tellen. Eene courant, die ik [in den zak had, was door mij reeds geheel doorgelezen bij het zwakke licht der flikkerende olielamp. Zoo had ik dan m het geheel niets te doen, om den tijd te verdrijven, en bleef mij niets anders over dan in het half verlichte kamertje heen en weder te loopen en naar den huilenden stormwind te luisteren. Daar werd de deur eensklaps geopend, en een oud klein mannetje, dat eene lantaarn in de hand had, trad binnen. Hij ging gebukt en moest al wel bijna zeventig jaar tellen, want zijn haar was sneeuwwit en ook zijn lange baard vertoonde nog slechts enkele donkere stre pen. Hij (zette zijne lantaarn op de bank, knoopte zijne overjas los en plaatste zich toen bij de kachel, om zich eens door en door te warmen. OntzettendWat is dat heden voor een weer, zeide hij, nadat hij mij vriendelijk „goedenavond" gezegd had. »Ja voorzeker, het is een verschrikkelijke nacht. Dan kan men blijde zijn, wanneer men thuis in [zijn aangenaam kamertje kan blijven en zich later in het warme bed kan begeven,'' ant woordde ik. »Ja, daar hebt gij wel gelijk in", hernam de grijsaard. sWanneer men evenwel een twintig tal jaren op den spoorweg dienst heeft gedaan, wordt men er "aan gewoon, in allerlei weder buiten te zijn. Maar het is toch een zware post, mijnheer; vooral, wanneer de Noordenwind zoo over de telegraafdraden bruist en zijn huivering wekkend liedje huilt, moet ik telkens weder aan eenen nacht denken, dien ik nooit vergeten zal." „Och, vertel mij eens daarvan", verzocht ik den ouden man. llij scheen ook zeer gaarne een onderhoud te willen hebben, en zoo trokken wij de bank, waarop wij gezeten waren, wat dichter bij de kachel en hij begon: „Sedert achttien jaren woon ik in het kleine hutje, dat eene mijl van hier aan het einde der brug staat. De spoorweg gaat hier over den M. stroom en aan de overzijde loopt een tunnel, bijna eene halve mijl laug door de Bluffs. J uist aan het einde der brug staat mijn klein wacht huisje, waarin ik nu reeds zoovele jaren heb doorgebracht. Dit is de gevaarlijkste plaats op den geheelen spoorweg, en men moet een wak ker hart, een opmerkzaam en scherp oog en oor hebben, om zijne plichten te vervullen. Ik zou dien post ook nooit op mij genomen hebben, zoo ik niet in de eenzaamheid had willen wonen. Vrouw en kind zijn reeds lang bij den goeden God, zooals ik geloovig mag hopen, en omdat ik geheel alleen sta in de wereld, was ik blijde, zulk een stil plaatsje te verkrijgen. „Om nu tot mijn verhaal te komen. Het was juist zulk een nacht als deze, dien wij nu beleven. De wind floot en huilde, dat men ternauwernood comités bereiden groote betoogingen te harer eere. De ministers hebben hun ontslag ingetrok ken. In Spanje is de toestand onrustig en bestrijden de partijen elkander heftig. De onderhandelingen over een gemeenschap pelijk optreden van Engeland en Duitschland tegen de Arabieren in Oost-Afrika zijn goed op weg om verwezenlijkt te worden. De voorz. van het Aardrijkskundig Genoot schap te Rijsel heeft bericht ontvangen, dat Stanley dood is. Hij moest vermoord zijn met al zijn begeleiders op twee mannen na, die wisten te ontkomen. Tot afgevaardigde voor Brussel is bij herstejn- ming de Roomsche candidaat gekozen met 8047 stemmen, tegen 7843 op den liberalen candidaat. Uitslag' ¥ei'kieziiig, Uocliem. Uitgebracht 2909 geldige stemmen. Gekozen Jlir. (1. 51. Itl'ailtSCIl, (Antirevol.) met 1460 stemmen. Op den liberalen candidaat Jhr. Van Rappard werden 1450 stemmen uitgebracht Gemengde Berichten. De bevolking van het dorp Meillerie aan de grens van Savoye, verkeert in grooten angst. Drie huizen zijn ingestort en in de rotsen, die over het dorp hangen, vertoonen zich groote scheuren, die doen vreezen, dat de groote steen massa's naar beneden zullen vallen. De soldaten, die uit de naaste garnizoensplaatsen opgeroepen zijn, kunnen door den slechten staat der wegen niet in het dorp komen. Zondagmiddag is te Sliedrecht op last der justitie opgegraven het lijk van vrouw K. die vóór een veertien dagen vrij plotseling is over leden. De man der overledene heeft een lang durig verhoor ondergaan. Bij Buiksloot hadden gisterenmiddag eenige jongens eene lorrie weten te bemachtigen, die op rails stond van de in aanbouw zijnde tramlijn van Amsterdam naar Edam. Zijn reden daarmede van eene hoogte, maar door eene hindernis op de rails ontspoorde de lorrie, terwijl de lSjarige M. R. onder de wielen terecht kwam, met het treurig gevolg dat hij bijna terstond overleed. Uit Leiden schrijft men: Door B. em W. is aan den gemeenteraad een plan aangeboden voor het maken van een dool hof binnen den ringmuur van den Burg, wat het bezoeken van den Burg, nu toch reeds door een groot aantal vreemdelingen en stadgenooten voortdurend bezocht, zeker zeer zal vermeerderen. Bovendien is het bekend, dat zich vroeger op den Burg een doolhof bevond, die, volgens de beschrijving van Leiden door Van Mieris, al daar was aangelegd eenigeu tijd vóórdat Leiden in 1651 met het Burggraafschap en zijn toe- behooren werd beleend. Het plan bestaat om de afscheidingen te ma ken van beukenheggen met doornen tusscheu- vullingen. Bovendien kan aan het eindpunt van den doolhof een of ander teeken worden gemaakt, bij den bekenden diepen put. Omtrent den toe gangsprijs stellen B. en W. voor later te beslissen. Door den heer H. J. Justema, te Rotterdam, is een scheepswekkerklok uitgevonden, die zoodra er een lekkage ontstaat en ongeveer 2 centimeter water in het schip komt, terstond waarschuwt, zeodat de opvarenden, al lagen zij in de rust, voldoende tijd hebben om zich te redden en veelal ook het schip voor zinken te bewaren. Als iets ongehoords wordt gemeld, dat het dochtertje van den arbeider Gankema, te Kalk- wijk, dat nog slechts den ouderdom van II jaren heeft bereikt, voor een paar dagen gewogen, de enorme zwaarte had van' 147 halve kilo's, niettegenstaande zij een lengte heeft, die, in vergelijking van andere kinderen op dien leef tijd, middelmatig kan worden genoemd. Ge neeskundigen beweren dat dit een gezonde zwaar te is, en er hoegenaamd geen ziekte bij het meisje te bespeuren valt, die bij haar deze zwaarte teweegbrengt. In de school is voor liet kind een aparte zitplaats ingericht, omdat de gewone schoolbanken te nauw zijn, om het omvangrijk lichaam daarop te geven. op zijne beenen kon blijven staan. Daarbij was het doordringend koud. lederen nacht om tien uur moest ik met mijne lantaren over de brug en door den tunnel gaan, om na te zien, of alles in orde was. Gij moet namelijk weten, dat de brug eene zoogenaamde „opene" is, dat wil zeg gen, dat zij geene zijmuren of leuniugen heeft. Wanneer daarop een trein uit het spoor geraakte, dan moest hij in den vloed van eene hoogte van zestig voet in de diepte storten en ware reddeloos verloren. „Ik nam dus mijne lantaren in de hand, knoopte mijne overjas tot onder de kin toe en trad naar buiten. Een smalle planken weg leidt over de brug, heel dicht langs de rails. Men kan slechts zeer langzaam gaan, vooral in den nacht, want één enkele misstap ware de gewisse dood. Ik ging dan ook zeer langzaam en bedachtzaam, stapje voor stapje, en verlichtte met mijne lan taren de spoorstaven. Ik sidderde menigmaal, want wanneer zulk een windruk mij juist in het gezicht kwam, meende ik, dat ik het evenwicht moest verliezen en in de diepte moest storten. O, en het was zoo koudMijne handen, ofschoon in dikke handschoenen gestoken, waren stijf van koude. Ik naderde het einde der brug, toen ik eensklaps bleef staan. Door de grimmige koude ivas een spoorstaaf gesprongen. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 2