Christelijk Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. i.n «..vita; I Vrijdag 19 October 1888. VIA Derde Jaargang N°. 138- IN HOC SIGN O VINCES 1 e legpoters aaasnymph W. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Abonnementen en Advertentiën OP DIT BLAD, Worden dagelijks aangenomen bij „Rroite" en „gauche." Aiet te veel lof. N. «DWERKEN. itra-editie ver- ij het eerste en ïgbevattende patronen en be- molithographie prijs van het ),75 per 3 mnd. /1,~ - 1,60 - 1,50 - 2,— verhooging van rken bestellen, laarop duidelijk NFANTE. zich minzaam leveren li teOoltgens- en tot en met 01 Cz. JENSPLAAT. >ij Leeuwarden. Vooruitgang en Overflakkee, 31 Maart 1889. en 12 uur. 15 10 nam. 1,15 u. 15 3,— 45 3,30 ier 1888. iu aansluiting van terdam. uiting met de «toom- erdam en omgekeerd. )T. (Raderboot.) .terdam. oormiddags 5,uur, 6,30 uui namiddags 2 uur. 25 October. oombootdienst.) ilharnis. lags. ffTERDIENST. tterdam. s morgens 4-,30 ure. 6,30 )onderdag, namiddag 1,45 ure. ,ngen 1 Sept. AM. I, en namiddag 3,30 u. II, 3,30 11,30 en na. 4,n. 11,30 4,— r IS. ag 0,45 1,30 en ,4 u.< half uur later. nm. 1,30 en 4 urs. half uur later, otterdam, voorin. 8,80 ellevoetsluis dagelijks correspondentie met Winterdienat. spt. 15; Z.terd, ongev. 6,50 ndag en Dinsdag vm. 6, dag vm. 7,10, nm. 2,30 rm. 8, nm. 3. dag vm. 5,30Woensd vm. 5,45. ;rdag nm. 2. op werkdagen des vm. 3. ïsdag nm. 1,30, Woens* nd ral tOudc Maas II'I lam vertrekken. en Vrijdag: )ud-Beierland rm. 7. nm. 1. Iaderbooten). October. i ROTTERDAM; lag 13 vm. 14 nm. 15 nm. 16 nm. 17 vm. 18 vm. 19 vm. 10.45 10,45 n- 12.00 u. 10,45 u. 9,45 o. 9,45 u. 9,45 u Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever S O M in E I. S D IJl K. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. W t: ILIIVDUH. OCTOBEl MAAN MARKTEN. 20 Zaterdag 21 'Zondag 22 Maandag 23 Dinsdag. 24 Woensd. 25 Donderd. 26 Vrijdag. op onder 5,40; 6,45 6,1 7,51 6,20 8,57 6,53 10,2 7,2911,3 ,12-,- 9,3 —,51 Dordrecht Ye. iederen plaatselijken agent, alsmede bij DEN UITGEVER* Menigmaal hoort men van eenige voor name leden onzer Staatspartij zeggen, ol dat zij tot de „droite", öf dat zij tot de gauche" behooren. Niet ieder verstaat die woorden. En ook al geeft men er de vertaling van, en al spreekt men van mannen die meer rechts en van anderen die meer links staan, dan begrijpt ieder die onderscheiding nog niet recht. Een korte toelichting of omschrijving achten wij daarom niet overbodig. Er is tusschen de heeren van de droite en die van de gauche mits zij tusschen de perken blijven en niet ontrouw worden aan hun antirevolutionaire beginsel, geen absoluut verschil, maar slechts een be trekkelijk verschil. Beide groepen beoo gen hetzelfde doel, maar somtijds willen zij verschillende middelen gebruiken, somtijds willen zij op verschillende manieren hun i partij tot ontwikkeling brengen; en dan is de gauche meestal krachtiger en voort varender in haar optreden. Droite en gauche zijn alzoo twee schakeeringen van dezelfde kleur. Twee groepen, die elkaar aanvullen en in even wicht houden. Het meer rechts of meer links aanhouden hangt samen met het per soonlijk karakter der antirevolutionaire staatslieden. Men trelt dit onderscheid ook - bij de andere partijen aan, en evenzeer in andere landen als iu Nederland. Een kenmerk van de heeren der droite of den rechterkant is, dat zij meer voor versterking van het Staatsgezag (altijd te verstaan, op goede grondslagen) gestemd zijn, terwijl de heeren van de gauche of den linkerkant meer oog en hart hebben voor de vrije beweging in het maatschap pelijk leven. flat wil natuurlijk niet zeggen, dat de heeren van de droite (rechterkant) zich niet zouden bekommeren om de maatschap pelijke vrijheid; of wel dat de heeren van de gauche (linkerkant) het Staatsgezag zouden willen verdringen; maar het beduidt alleen, dat de droite .meer op het een let en de gauche meer op het ander. Zij kunnen daarom zeer lang saamwer- ken. In vele hoofdpunten hebben zij de zelfde beschouwing. Op onderwijsgebied v- ijveren de heeren der droite trouw mede om de te uitgebreide Staatsbemoeiing tg SoiiHulsHiL tegen te gaan, Zoolang er in het Parlement nog zoo onafzienbaar veel werk te verrichten is, waaromtrent beide schakeeringen het ge heel eens zijn, behoeft er aan geen splitsing van de antirevolutionaire partij te worden gedacht. Immers, om dezelfde reden werkt onze partij thans wel met de roomschen samen en geeft zij aan de radicalen meestal de voorkeur boven de meer „tamme", behoudzieke liberalen. Volstrekt niet om dat wij in alles de politieke gevoelens der roomschen of der radicalen deelen, maar alleen en voor zoover die partijen met ons de dwingelandij van het liberalisme willen beteugelen, en omdat geen enkele niet- liberale partij haar eigen doel nader kan komen, zoolang niet eerst dat liberalistisch juk is verbroken. Waar nu voor dit doel zelfs samenwerking met roomschen en radicalen mogelijk is, zonder beginselverzaking, begrijpt men lichtelijk, dat de heeren der droite en die van de gauche nog veel gemakkelijker zich voor zeker werkprogram bij elkaar aan sluiten, dewijl zij het in den grond der zaak, in de diepste beginselen stellig eens zijn; te weten hierin, dat de christelijke belijdenis haar kracht en invloed moet openbaren op elk levensgebied en derhalve ook bij de inrichting van 's lands wetten. Nu spreekt het intusschen vanzelf, dat hoe meer verschil van inzicht er is onder de medewerkers tot zeker doel, des te minder kan het gemeenschappelijk pro gram belijnd en uitgewerkt zijn. Het be ginselprogram der antirevolutionairen is daarom wat rekkelijk gesteld; het laat, voor wat de toepassing betreft, zeer veel onbeslist. En het werkprogram, dat er op aangelegd is om alle niet-liberalen te be vredigen namelijk in zoover dat moge lijk was zonder schending onzer beginse len moest uitteraard nog veel beperkter zijn. Maar terwijl er nu, zoo doende, al vast een gedeelte onzer antirevolutionaire be ginselen in toepassing gebracht wordt, en de druk en dwang van het liberalisme verminderen, wint onze partij aan kracht, ontstaat er meer wrijving van gedachten in eigen kring, verhelderen haar inzichten en komt later wellicht de tijd voor nieuwe, zuivere tegenstellingen. De heeren der droite, die meer con servatieve neigingen toonen, hebben tot dusver nog volstrekt niet op splitsing on zer partij aangedrongen. Wij willen aan nemen, dat zij ook afkeerig zijn van split sing of uitsluiting; maar het was ook zeer in hun eigen belang, dat zij geen moeite deden om zich afzonderlijk te organiseeren, Dit zon hun weinig gebaat hebben. Zij be zitten er de macht niet toe; zij hebben nog geen eigen stelsel ontwikkeld, en der halve kunnen zijde gauche niet missen. De droite heeft tot hiertoe over zeer weinig invloed te beschikken. Niemand kan hun leiders noemen. Bijna alle antirevolu tionaire bladen trekken het liefst met de gauche mede en onder de kiezers, dit is meermalen gebleken, merkt men het zelfde op. Een candidaat van de droite tegenover een van de gauche zou in het meest gedeelde district op zijn best een vierde deel der stemmen krijgen. Maar ook de mannen der gauche haken niet naar splitsing onzer partij. Zij achten den tijd daartoe nog lang niet ge komen. Onze hoofdleiders zijn volstrekt niet met een geest van uitsluiting bezield. In tegendeel, zij waren steeds zeer toegeeflijk voor de droite. Dat toonden zij, eerst bij de verkiezingen van Kamerleden, en later in hun houding tegenover het tegenwoor dig Kabinet. Ook zullen zij nimmer op splitsing aanwerken, zoolang de omstandig heden dit niet beslist eischen. Daarom is het ook te hopen, dat de heeren der droite van hun zijde het tegenwoordig partijver band mede in stand zoeken te houden dat zij geen aanleiding geven tot recht matig misnoegen onder ons volk, maar onze beginselen zoo ver mogelijk trachten door te voeren. Gods Woord alleen de basis voor ver- eeniging van alle gereformeerde belijders. In de Heraut van 16 Sept. jl. wees Dr. Kuy- per er op, dat de door de Chr. Geref. Synode gevraagde verklaring omtrent de wettigheid van haar kerkelijke openbaring, zoowel wat aangaat haar plaatselijke gemeenten, als haar ontstaan te Ulrum en elders, alleen gegeven kan worden, als omgekeerd de Doleerenden ook zoodanige, betuigiug van erkenning van de zijde der Chr Gerei'. Synode erlangen. Ieder gevoelt, dat is niet meer dan billijk. En de Synode der Chr. Geref. zal daarentegen dan ook wel geen bedenking maken. Maar vooral wijst Dr. K. er op, dat zulk een wederzijdsche betuiging jvan erkenning alleen als uitgangspunt van onderhandeling moet beschouwd worden en niet als grondslagdewijl de gehoor zame onderwerping aan Gods gebod, die het saamleven van allen die één zijn in belijdenis, vordert, niet mag afhangen van of gebonden zijn aan nadere bepalingen of verklaringen, omdat deze altijd onderstellen, dat men zonder die na dere bepalingen niet zou behoeven te vereeni gen. Bij gevolg zon die erkenning niet in de ak te van ineensmelting maar in een afzonderlijk^ stuk betuigd moeten worden, Dit punt achten wij van groot belang. Neemt men toch de erkenning vau eikaars wettig be staan, dat is de erkenning van eikaars gehoor zaamheid aan Gods Woord als deel van den grondslag der samenwerking op, dan gaat men, goed doorgedacht, voor een deel bouwen op menschenwerk. En dit immers mag volstrekt niet. Gods Woord en niet vroegere gehoorzaamheid moet de grond voor samenwerking opleveren. Het menschenwerk, is, ook bij de institutie van kerken, steeds door zondige bijhangsels bevlekt, Dr. Bronsveld, de bekende irenische prediker te Utrecht en kroniekschrijver in de stemmen voor W. en V., maakt zich bijzonder bezorgd, dat onze tegenwoordige Minister van Koloniën, wiens krachtig staatsbeleid vriend en tegenstan der bewondering afdwingt, te veel eer en lof zal inoogsten. Een paar maanden geleden waar schuwde hij reeds dat wij toch geen „afgod" zouden maken van den heer Keuchenius, en thans schrijft hij weder: „Sommigen onzer Trienden achijncn over entcle maatregelen, welke de minister Keuchenius nara, soo opgetogen, 'Int rij ver- geteu hoe zij voor enkele maanden met moud en pen tegen dezen staatsman hebben geijverd. Laadt men, aldus doende, niet den schijn op zich van te handelen en te spreken onder den indruk van het oogenblik? Doet men daarmee niet grootelijks afbreuk aan 't gewicht en de waarde, welke moet worden gehecht aan ouze oordeelvellingen en adviezen? Al blijft ieder geneigd onze eerlijkheid niet te verdenken, lijdt de waardeering, welke men brengen wil aan ons doorzicht en aan de vastheid van ons beginsel, daardoor geenc belangrijke schade? Onze oppositie te gen de antirevolutionairen vloeit voort uit ons verschil in be ginsel. En dat beginsel blijft het onze, ook al zijn wij niet blind voor het goede, dat dit ministerie kan doen. Gedurig zal echter het verschil zich openbaren". Eenige antiministeriëele bladen schijnen Dr. B. wat te openhartig te zijn geweest. Daarom wekt hij ze op, gelijk men ziet, niet te vertra- gen in het zoeken van de verschillenin plaats van dankbaar het oog te richten op die hande lingen van het Ministerie, welke ieder eerlijk en christelijk hart goed moeten doen. En zulks met het doel om toch vooral zelf niet in eer en aanzien te verliezenNu, het is goed, dat wij het weten. Als de heer Bronsveld zich voor taan wat te sober en te koud uitlaat over de verbeteringen in het Staatsbestuur, die onze Re geering tot stand brengt, dan kunnen we dit verklaren uit persoonlijke beweegredenen, uit de zucht om zichzelf gelijk te blijven, en be ginselvast te schijnen ook in het oordeel over mannen, die door hun kloeke handelingen ieders hoogachting tot zich trekken. Zichzelf zooveel mogelijk „gelijk blijven" is zeker prijzenswaardig, en wispelturigheid in het beooi deelen van personen en zaken stellig af te keuren. Doch als er mannen aan het bewind komen, van wie wij eerst geene gunstige ver wachting hadden, en zij beschamen later ons geriug vertrouwen, dan ligt er zeker niets stui tends in, dat wij dit ridderlijk erkennen. Vele eerlijke liberalen zullen, naar wij hopen, dan ook langs dien weg voor onze iiegeering ge wonnen worden. Maar als men vóór alles gehecht wil blijven aan een vroeger geknutseld partij verband, dan hebben de uitnemendste daden onzer gewaande tegenstanders geen invloed meer. Zoo is het met vele libera&Zen, die niet te overtui gen en te winnen zijn, eenvoudig omdat zij geen afstand willen doen van het oude partijverband. En bij die onverzettelijke lieden schijnt zich nu ook Dr. B. te willen scharen. Eenmaal partij gekozen hebbende tegen de antirevolutionairen, en naar den kant der liberalen overgeloopen zijnde, omdat hij (eu dit is het verschil van be ginsel mèt de liberalen van oordeel is, dat de godsdienst wel buiten de politiek kan blijven, sluit hij als het ware zijn hart voor de antire volutionairen af, en wendt hij liever het oog naar de punten van verschil dan naar de pun ten van overeenkomst. Zoo raakt Dr. B. steeds verder van ons ver wijderd. Eerst was hij onder de antirevolutionai ren te vinden, toen werd hij steeds koeler en bracht hij allerlei grieven in ous gezelsohap te- berde; daarna ging hij tot de liberale kringen, over, en nu toont hij reeds aanleg om een onover- tuigbare liberalist te worden, dewijl hij zich schoor zet tegen die invloeden, welke hem aan de zijde der antirevolutionairen zoudeu kunnen terug voeren. Ziedaar de verharding in het kwade. Intusschen ware het te wenschen geweest, dat Dr. B, toen hij nog met ons de aanhangers der revolutionaire beginselen bestreed, wat vaster in zijn schoenen had gestaan, en thans wat losser zoodat er nog uitzicht kon zijn op zijn teru'-' uit Moabs velden. Want Dr. B. be'" 5,. geval 's Heeren Naam nog, en f"V-,m e maar bij de chnstel--a.historischJe of antirevok: tionaire partij Uit <le pers. Ouderwijs; kennisi Van onderwijs, keunis en wetenschap verwachten de vrijzinnigen afles, het toppunt van geluk voor de maatschappij I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 1