Christelijk Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden, Ebïï KlayerWail vai Yier. Vrijdag 6 Juli 1888. Derde Jaargang N 123. IN HOC SIGN O VINCES De onoverwinnelijke floot veraietiai W. BOEKHOVEN. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco ioe te zcmlcBi aan den Uitgever. Bericht aan onze geachte Abcnné's. Feuilleton. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever HOmiUüDMH. 'Advertentiën van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. W ÜKWHAIiEIVDElt. JULI. 7 Zaterdag 8 Zondag 9 Maandag ZON MAAN op onder I op onder 3,50 8,18 2,29 6,4(3 3,51.8,18 3,10 7,41 3,52 8,17 N.M. 6,37 10 Dinsdag" '3,53,8,16 4,59 9,10 11 Woensd. '3,55'8,15] 6,5 9,43 12 Donderd.'3,56 8,14 7,17 10,11 13 Vrijdag 3,57 8,13| 8,31 10,36j MARKTEN. Goes ve. en schapen. Erkentelijk voor het steeds toenemende getal abonné's, willen we onzerzijds ook een blijk geven. Namelijk om iederen le zer van dit blad de gelegenheid te geven voor luttelen prijs een keurig fonkelnieuw boekwerk te verschaffen. Dit keurige 96 bladzijden groote boek met nette titelplaat voorstellende Moura de ongelukkige tijding aan Filips mede deelend', op stevig papier gedrukt, en pas verschenen kost 75 Cent. Dit boekwerk heb ik gedacht uitslui tend aan mijne geaelite lezers aan te bieden tegen inzending van slcclltS 50 eeilten, in postzegels of postwissel. Ik twijfel niet of ieder zal deze gelegen heid gaarne tebaat nemen om te zien wat God in den jare 1588 voor de Ne derlanden deed. Het boek wordt omstreeks 15 Juli ver zonden terwijl ieder die zich vóór dien tijd alsabonné aanmeldt ook het recht heeft van deze gelegenheid te profiteeren. Sommelsdijk 2 Juli 1888. De Uitgever, W. BOEKHOVEN. Hoe de liberalen zoolang de heerschappij in ons land behielden. II (Slot). De liberalen op staatkundig gebied en de modernen in het Hervormde Kerkge nootschap waren het in de bestrijding van het ware christendom altijd wonderwel eens. Verneem slechts wat Prof. Rauwenhoff, vroeger een der eerste woordvoerders on der de modernen, hieromtrent schreef: „De wereldbeschouwing der Schrift is geheel tegenovergesteld aan die van onzen tijd; de Bijbel maakt het godsdiensdg leven arm en onge zond. De begrippen van eene schuld der tuensch- heid tegenover God, van verzoening daarvoor door Jezus' kruisdood teweeg gebracht, van eeuwige zaligheid voor de geloovigen, tegen over eeuwige rampzaligheid voor de ongeloovi- gen, al die begrippen, in ons oog zoo onwaar, zoo schadelijk voor eene zuivere godsdienstige ontwikkeling, leert de gemeente altijd opnieuw uit deu Bijbel. Wij modernen die deze be grippen verwerpen hebben onder de onder wijzers een aantal geestverwanten. Wij binnen dus op school een niet onbelangrijken invloed uitoefenen." Duizendmaal hebben onze tolken en leiders in hoogere en lagere Staatscolleges en in een onnoemelijk tal geschriften er op gewezen, dat het oneerlijk was, aldus het gemeenschappelijk geld van alle burgers te gebruiken om scholen te bouwen, die hun politiek moesten dienen, doch waar christenouders met een gerust geweten geen gebruik van konden maken. Doch het hielp niets. Enkele eerlijker lieden, als de heeren Farncombe Sanders, Noorman, Brooshooft, Bruining en andere uitgezonderd, hielden de liberalen maar strak en stijf vol, dat iedereen het wel met de openbare „neutrale" scholen doen kon, en dat het volstrekt geen partijscholen waren. Zij beschuldigden ons van onverdraag zaamheid, omdat wij onze kinderen wilden opvoeden overeenkomstig onze eigen le vensovertuiging. Zij rekenden het een daad van barmhartigheid, dat zij onze klachten aanhoorden, maar over het wegnemen-van onze grieven dachten zij niet. Nog kort geleden schreef het Nieuws van den Hag: „Ons wapen tegen hen (de „clericalen'weet ge) is een onuitput telijk geduld". Dat wilde met andere woor den zeggen, dat de liberalen nog lang' reden tot klagen zouden geven, en dat dit niet anders kon. Steeds stelden zij zich aan als de beleedigde onschuld. Alleen in onbewaakte oogenbilikken lieten zij zich iets ontvallen, waaruit men kon bemerken, dat zij toch eigenlijk wel beter wisten dan zij voorgaven. Zoo heeft het Nieuws van den Dag eens geschrevenDe Staatsschool moet dienst doen om de heerschappij der j kerkelijke leerstellingen af te breken. Het „liberale" Vaderland heeft eens 1 gezegd, dat vrees voor demachtder I kerk 't n oodzakelijk maakte 0111 zich in de Staatsschool te wapenen. De Staatschool dus een soort tegen- kerk voor de liberalen'. Dit is ook zon- der omwegen erkend door de Specta tor, die bet openbare onderwijs „onker kelijk, ja kerkondermijnend" noemde. En de Zutphensche Courant heeft het vorig jaar zich de betuiging laten ontglippen, dat „onze Volksschool" (dat is de openbare, in de schatting der liberalen) „gebouwd is op de moderne Staatsidée, en er alshet ware de practische be lichaming van is". Kan het sterker uitgedrukt worden? Neen waarlijk, vele liberalen weten, dat zij aan de waarheid te kort doen, wan neer zij de openbare school voor ieder bruikbaar noemen. Het is een moderne school en niets anders. Toch gaven de liberalen als p a r t ij hun 1 streven niet op. Aldoor riepen zij maar om meer scholen en door weelderigen en I luchtigen bouw van de lokalen, door over vloedig personeel, ten deele op Staatskos ten opgeleid, en door weinig of geen school geld te heffen, brachten zij zelfs vele christe lijk overtuigde ouders in de verzoeking om, hetzij dan bij gebrek aan een eigen school of uit overdreven zuinigheid, hun kinderen er heen te zenden. En zoo deden de liberalen niet alleen op het gebied van het lager onderwijs, maar vooral hadden zij het ook gemunt op de jongelieden uit den meer gegoeden stand, die later als predikant of dokter of burgemeester of notaris of in een andere ambtenaarsbetrekking veel invloed in de maatschappij en in de regeeringsbureaux zouden uitoefenen. Daartoe nu richtten zij hun middelbare scholen op en droegen zij bij voorkeur liberale professoren op hun aanbevelings lijsten voor, ten einde de liberalistische theoriën er bij ons jonge geslacht in te pompen. Zelfs op kleine plaatsen, en waar men weinig leerlingen konde krijgen, zooals b. v. te Warfum en Zaltbommel, hielden zij kost bare rijks-hoogere-burgerscholen in stand. Terwijl zij nu zoo bezig waren ons volk te ontkerstenen, zochten zij het -wat af leiding te bezorgen door in de steden en dorpen heel wat uitwendige versiering aan te brengen. Steeds hoorde men van nieuwe publieke werken. Hier werd een haven gemaakt, ginds een waterweg, elders een kostbaar plaveisel op de straten aange bracht, of een station gebouwd, of een uurwerk in den toren vernieuwd. En zoo kreeg het al meer den schijn, alsof er in de staats- en gemeentekassen geld in over vloed was en alsof het dus wel lijden kon om zooveel scholen van regeeringswege te bekostigen, ofschoon inmiddels de bo dems der schatkisten allengs beter zich- baar werden. Maar Gode zij dank er werkten ook betere invloeden bij onze natie. De Heere beschikte ons talentvolle leiders, die geen ure onbenut lieten, ja schier nacht en dag arbeidden om ons volk de zoo hoog noodige voorlichting te verschaffen. En hun ziaisel bleef niet zonder vrucht. Een goed deel van ons volk kwam weer tot politiek zelfbewustzijn en begon te zien in welke gevaarlijke strikken het was vast- geloopen. Dit kwam aan het licht bij het volkspe- titionement in 1878, toen driemaal hon derdduizend Nederlanders een smeekbede tot den Koning zonden om toch verschooud te mogen blijven van de schoolwet door Minister Kappeyne ontworpen. Dit kwam ook aan het licht bij zoo me nige verkiezing voor de Staten-Gene- raal, die bewees dat overliet geheele land en alle districten saamgere- kend de liberalen veel minder stemmen tot hun beschikking hadden dan de uiet- liberalen. Eene bladzijde uit het Nederlandsch Martelaarsboek. 12 door J. VERHAGEN Jr. VII. twee jaren in den kerker. Vervolg.) Wij gelooven aan eene algemeene christelijke kerk, die ontstaan is van Adam's en Eva's tij den af, toen God de belofte gaf van het toe komende zaad, dat is Christus, in wien Adam en Eva geloofd hebben en daarna al de heili ge Vaders, en zij zijn behouden. Deze gemeente erkennen wij voor het lichaam van Christus, en de gemeenschap der geloovigen voor de vergadering van hen die het Evange lie belijden, waarvan wij gevoelen dat alle ver band uitgesloten is." 0\er den doop schreven zij onder meer: „Wj verwerpen het gevoelen van hen, die de kracht van den doop laten afhangen van de waardigheid of onwaardigheid van de dienaren maar w j geven het aan deu insteller zelf over, die ons bevolen heeft te doopen in den Kaam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Gees- tes." Ook omtrent het avondmaal waren zj uit voerig. Christus heeft het avoudmaal ingesteld, schreven zj, om te eten, niet om eene mis te hooren; want Christus is eenmaal geofferd, en met die offeranden heeft Hj eene eeuwige ver lossing teweeg gebracht, waarom II j niet meer geofferd behoeft te worden, want wanneer Hij dikwerf geofferd wordt, dan moet Hj dikmaals ljden. Bovendien neemt de mis geheel de ver diensten van Christus weg en vernietigt zjne offerande en maakt haar onnut tot wegneming van onze zonden, waardoor allen, die op de mis vertrouwen den Zoon van God als met voe ten treden en het bloed des Nieuwen Testaments onrein achten, waardoor zj geheiligd waren, en doen den Geest der genade droefheid aan. Zj besluiten hunne belijdenis aldus. Gj, o Rechters! in wier macht wj nu zijn, uw vonnis om gedood te worden verwachten wj. Niet dat wij dit verdiend hebben jegens uwe h oogheid, maar jegens God onzen hemel- schen Vader. Onze mond is tegeu u geopend, ons hart is ontstoken, omdat gj geen bezwaar maakt uwe medeleden zoo wreed te behandelen, en hen te berooven van hunne bezittingen, zonder er op te letten, dat zj die verkregen hebben in het zweet huns aanschjns. Gj doodt de ouders, en denkt niet aan hunne jonge kinderen, en toont u slaven en najagers der boosheid van hen, die om hun eigen voordeel en hoogmoed, alle bur- gerljke deugd, alle eerbaarheid en alle godza ligheid van u nemeu en wel op het aandringen van een valschaard. Och mjne heeren denkt er toch aan welk kwaad gij doet en gedraagt u beter volgens uw ambt. Neemt toch het voortreffeljk onderwjs van David ter harte in zijn 82sten psalm, waar hj zegt„God staat in de vergadering Godes. H j oordeelt in het midden der goden. Hoelang zult gjlieden onrecht oordeelen en het aangezicht der goddeloozen aannemen." Doet recht den arme en den wees, rechtvaardigt den verdrukte en den arme. Daarom gj overheid, omdat gij de christenen vervolgt, moet gj, met alle on- boetvaardigen, die met u medewerken om on schuldig bloed te vergieten, eindelijk missfen de schatten en vruchten der christeljke gemeenten, die wj hebben beschreven, waa, van de vruchten zjn: gemeenschap der Heiligen, vergeving dei- zonden en het eeuwige leven. Wij bi-lijden dat wj ook op velerlei wjze gedwaald hebben, maar nu bekeerd zjn tot den Herder en Opziener onzer zielen. En aangezien ons leven nu verborgen is met Christus in God; wanneer Christus die ons leven is, geopenbaard zal worden, zullen wij met Hem geopenbaard worden in heerljkheid, en na dit leven het eeuwige leven beërven. Dit verleene God, onze hemelsche Vader, door de heilige verdiensten van zjn Zoon Jezus Chris tus want Hem alleen komt toe het koninkrijk, de kracht en de heerljkheid. Zij die dit met ons toestemmen, zeggen met ons: Amen." (1) 1) Deze heerlijke belijdenis, die wij ieder aanraden in zijn geheid te lezeia beselu:e?ea ia het groot Marteluxsboek pag. 877—8811-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 1