Dnitscliland's Keizer. Plaatselijke Berichten. Ingezonden stukken. J sche beslommeringen, er enkel op bedacht zijn om zooveel geld en goed te gewinnen, dat zij „netjes" en „fatsoenlijk" door de wereld komen. En deze strijd des levens, gekenmerkt door onnoemelijk veel teleur stellingen, valt aan velen zoo hard, dat zij er al meer dan voldaan van zijn en naar hun graf verlangen, eer zij nog ter helfte toe hun aardsche roeping hebben vervuld. De menigvuldige gevallen van krankzinnig heid en zelfmoord drukken op deze bewe ring een bloedig zegel. Zal hierin ooit verandering komen; zal ons Nederlandsche volk weder zijn vroe gere veerkracht terugkrijgen; dan kennen wij daartoe slechts één aldoendmiddel, hierin bestaande, dat men het zoeke terug te leiden tot de Fontein van alle waarach tig leven; dat men onder inwachting van Gods zegen de kinderen in hun prille jeugd bekend maakt met Hem, dien zij als hun Schepper en Weldoener hebben te eeren en te prijzen, en naar Wiens bevelen zij dus hebben te luisteren. Want langs dien weg alleen kan er weer warmte en gloed in de zielen komen en het evenwicht wor den hersteld, zoowel in de enkele perso nen als in de huisgezinnen en in de gan- sche maatschappij. Het geloof, door God middelijk ge werkt, is nog altijd de eenige kracht, die de verzekering heeft, dat zij heel de wereld zal overwinnen. De wijzen dezer eeuw zijn er op uit om steeds grooter stuk van het aardsche te gewinnen, maar de kinderen Gods beërven eenmaal het aardrijk in zijn vollen omvang. Even na liet afdrukken van ons vorig num mer kwam ons de tijding van het overlijden van den Duitschen Keizer. Als nadere bizon- derheden van zijn lijden en dood zij het vol gende De keizer van Duitscbland, Frederik III, is zonder doodsstrijd gestorven. Het laatste uur was hij bewusteloos. Donderdag gebruikte hij het avondmaal onder voorgang van den predikant Persius. Bij het afscheid nemen van den rijks kanselier legde de keizer diens hand in die der keizerin. In het laatste uur dat zijn dood voorafging, hield keizerin Victoria de rechterhand des lijders omvat. De tegenwoordige keizer Wilhelm en zijne gemalin stonden links van het bed. Talrijke aanvragen van souvereinen omtrent den toestand werden nog ontvangen, toen de oogen des lijders reeds voorgoed gesloten waren. In de laatste dagen liet ook de president der Fransche republiek herhaaldelijk naar den toe stand vernemen. De keizerin-weduwe, door eene diepe en eer biedwekkende smart aangegrepen, heeft zich ter stond in hare vertrekken afgezonderd. Het lichaam des overledenen ligt uitgestrekt op een ijzeren praalbed. De handen omvatten een cavaleriesabel. Op de .borst ligt een krans, dezelfde welke wijlen keizer Wilhelm na den slag bij Wörth aan zijn zoon schonk. Witte zijden doeken omhullen het lijk dat met rozen, viooltjes en lauweren bedekt werd. Voor enkele begunstigden was het keizerlijk lijk op het slot Friedrichskron te zien. Een oog getuige zegt: „Het lijk ligt nog in de sterfkamer, waar alles onveranderd gebleven isDe medicijnflesch- jes nog op de tafels en het teekengerei der Kei zerin nog op eene tafel dicht bij het bed. Het gedempte licht en de tegen de vensters klette rende regen maken den indruk van het geheel nog te somberder. Het gelaat is ontzettend ver magerd doch de edele lijnen er van zijn be houden geblevenmarmerbleek steekt het af tegen den vollen bruinen baard, die nog maar weinig vergrijsd was. Op de borst, met een pur perkleurig kleed bedekt, ligt een verwelkte lau werkrans. Daarbij het ordeteeken van den Zwar ten Adelaar, de kurassiers-sabel tusschen de ge vouwen handen en een grijze ruitermantel over de voeten. Slechts weinige andere toeschouwers waren aanwezig. De plechtige stilte in het af gelegene, tusschen zware hoornen, als in toover- slaap verzonken liggende slot, maakte een on- uitsprekelijken, diep treurigen indruk". Keizer Frederik was deu 18 October 1831 te Potsdam geboren. In 1858 huwde hij met Victoria, oudste dochter der koningin van Enge land. In 1878 nam hij tijdelijk voor zijn vader de regeering waar. Zijn staatkunde stemde wel eens niet overeen met die zijns vaders. Hij was de machtigste morarch op aarde. Geen Shall noch Sultan, geen Tsar of Mikado, die zich met hem meten kon. Een tweede leger als het zjjne was er niet, en geen ander vorst kon beschikken over zulk een staf van mannen van den eersten rang, om onder hem en in zijn naam het rijksbewind te leiden. En toch deze machtigste onder de kinderen der menschen zinkt inéén en bezwijkt aan doode- lijke zwakheid. De Heere Heeiie nam zijn adem weg, en hij stierf. Ongeëvenaard veerkrachtig eii sterk was zijn gestelongeknakt zijn geestkrachtongebluscht en onverdoofd zijn zielemoed en toch sterft hij weg in het midden zijner jareneen keizer van een enkel seizoen Al wat wetenschap en kunst bepeinzen of verzinnen, al wat liefde en toewijding uitden ken of gissen kon, om de voortwoekering van het verderf te sluiten en het dierbaar leveu te sparen, overstroomde hem meer dan dat het hem ontbrak. De schaduw der medicijnmeesters week niet van zijn ziekbed. En toch vrat de schrik kelijke kanker rusteloos voort, tot de long geraakt wierd, en de geest des levens hem verliet. Hartroerend spreekt hier de kleinheid van het machtigste menschenkind, en hoe ontzagelijk dreunt in dat dofte dreunen van de klokken te Berljjn de stemme van de Majesteit des Heeren. Misschien hangt het lot van vier keizerrijken en koninkrijken en republieken aan het voort- gesponnen of afgesneden worden van dezen levens draad. En God snijdt het leven ook van dezen vorst af gelijk een druiventros. En met dat sterven komen plotseling de kasteelen en raadsheeren en pionnen op het Europeesche schaakbord heel anders te staan. De oppositie in Duitschland slaakt een han gen zucht van teleurgestelde hoop en vertwij felde moedeloosheid, terwijl de sabels in heel Pruisen weer met dubbelgeraas op het plaveisel kletteren. De stroom, die den Christus uit Duitschlands nationale leven bannen wilde, droogt op, en de machten der reactie grijpen de Banier des Kruises weer aan, om haar triomf over der volkeren te vieren. De verborgen vijandschap tegen Rusland laat de vleugelen hangen, en de oude sympathieën tusschen de Hohenzollerns en Holstein-Gottor- pers gaan nogmaals heur werking doen. In Oostenrijk trekt angst door de harten en in Frankrijk zien de kenners van weer en wind stormen uit het Oosten naken. Engeland voelt, dat het te Berlijn een sympathieken keizer ver loor. Italië beweent een keizerlijk bondgenoot, die bondgenoot was ook van zijn politiek. En nu, wat zal uit dit alles voor de machtige worsteling der geesten van heel Europa, wat ook voor ons vaderland worden Eene dichte sluier onttrekt aan ons oog de toekomst, waarin het antwoord op die vraag verborgen ligt! Slechts dit wil de Heere, dat ook zulk een aangrijpend sterven tot de vorsten en volken van andere rijken spreken zal, en dat in die andere rijken ook de kinderen des volks een iegelijk gedenken zal aan zijn eigen boosheid. En voorts vraagt een kind van God niet meer. Zijns is het gelooven, het liefhebben, het hopen. Vreest niet» spreekt God Almachtig den zijnen toe. Ik de Heere ben het, die voor u zal strijden Pruisen en Rusland. BEGRAFENIS. De begrafenis van Keizer Frederik droeg tot den einde toe het karakter van stillen eenvoud, dat we gisteren schetsten. Toch waren er tien duizenden in en om Potsdam verzameld, die den begrafenisstoet wilden aanschouwen. Reeds te 5 ure in den morgen was de breede, aan beide zijden met beuken beplante, weg van Friedrichs kron naar de Vredeskerk met duizendtallen ge vuld, die uit Berlijn waren gekomen. Allen waren in het zwart en schaarden zich bij de aankomst van den lijkstoet in rijen langs den weg. Het inzegenen van het lijk in liet slot Friedrichs kron geschiedde met dezelfde plechtigheden als bij gelegenheid van den dood van keizer Wilhelm in den Dom, doch alles ging eenvoudiger en op kleiner schaal toe. Wat niet militair was, vex- dween bijna geheel; alleen maakte daarop de kleine groep der dienstdoende hooge geestelijken een uitzondering, toen tegen half' elf onder de tonen van het koraal„Jezus is mijn toeverlaat" de grijze opperhofprediker Kögel, die ook bij Keizer Wilhelm's sterfbed geweest is, bet lijk inzegende. Hetgeen ditmaal het meest in het oog viel, was, dat de veldmaarschalk Blurnen- thal, de beroemde chef van den generalen staf, de groote rijksbanier boven het hoofd van den dooden keizer neder deed dalen. De onder den last der jaren gebogen maarschalk stond aan het hoofdeinde der kist, en volgde later in den stoet ook het eerst. Onder het zingen van „Christus is mijn leven", verliet te elf ure de in purper gevulde lijkkist des keizers den drem pel van het slot. Alle predikanten uit Bei-lijn en Potsdam gingen voor den lijkwagen uit, die door acht paarden werd getrokken, elk door een kolonel aan den teugel geleid. De slippen van het lijkkleed werden gedragen door twaalf gene ralen. De baar, volkomen gelijk aan die, waar op Keizer Wilhelm werd begraven, was bedekt met een roodfluweelen kleed, waarop een ver gulde helm, de sporen en ridderbandschoenen. Vier groote palmtakken sierden de baar. Achter haar volgde het paard, door den keizer bij Wörth bereden, in een zwart kleed gehuld. Van de buitenlandsche vorsten waren alleen de prins van Wallis en de Russische grootvorst Wiadiinir aanwezigoverigens slechts de vorsten van het Duitsche rijk, familie-leden, en een klein aantal diplomaten. De weg naar de kerk was bestrooid met dennet wijgen en lauriertakken, alsmede met de lievelingsbloemen des overlede nen: viooltjes. De keizerin-weduwe en Prins Hendrik baadden in tranen, terwijl de jonge keizer in strakke houding en met onbewegelijk ernstig gelaat achter de kist ging. Aan den ingang der Vredeskerk namen de predikanten, onder wie zich Dr. Stöcker bevond, de kist in ontvangst. De godsdienstoefe ning, thans gehouden, duurde slechts kort, maar was indrukwekkend door de omstandigheden, waaronder zij plaats vond. De jonge keizer was buiten staat tot het einde der plechtigheid zicli staande te houden. Hij viel ten laatste snikkend bij de doodkist op zjjn knieën en moest door den Koning van Saksen opgericht en ondersteud worden. Een eveneens roerend tafereel was het, toen de vijf jonge klein-kinderen van den doode op de plaats van rouw gebracht werden, bij de kist nederknielden, de handjes rouwden en een gebed stamelden. Grijze officieren in de omgeving konden bij dit gezicht hun tranen niet weer houden. Generaal Von Wulffen, een man van hoogen leeftijd, moest door twee bejaarde hoofd officieren ondersteund worden om niet ineen te zinken. Tegen het einde der plechtigheid, toen het lied. „Als ik van d' aard moet scheiden", werd aangeheven, barstten de meesten der aanwezigen, in tranen uit. Vervolgens sprak de hofprediker Dr. Persius een kort gebed en verliet de stoet, onder het gebruikelijke geweervuur en kanon gebulder, de kerk. PROCLAMATIE. Denzelfden dag waarop keizer Frederik ten grave ging, 18 Juni, |is de Proclamatie zijns zoons en opvolgers aan het volk verschenen. Zij luidt aldus. »Gods raadsbesluit heeft opnieuw diepen rouw over ons gebracht. Nauw had het graf zich boven het stoffelijk omhulsel van mijn onver- getelijken grootvader gesloten, of ook mijn in nig geliefde vader werd uit dit tijdelijke tot den eeuwigen vrede opgeroepen. De heldhaftige, uit christelijke berusting voortspruitende kracht, waarmede hij, trots zijn lijden, van zijn konink lijke plichten zich wist te kwijten, scheen aan vankelijk de hoop te wettigen dat hij voor het Vaderland nog langer behouden blijven zou. God heeft het anders besloten. Den koninklijken lijder, wiens hart voor al wat groot en schoon is klopte, zijn slechts weinige maanden vergund geweest om ook op den troon de edele eigenschappen van geest en gemoed, welke hem de liefde zijns volks deden winnen, aan den dag te leggen. De deugden die hem sierden, de overwinningen welke hij op de slagvelden eertijds behaalde, zullen dank baar herdacht worden zoolang er Duitsche harten kloppen, en met onvergankelijken roem zal zijn ridderlijke gestalte in de geschiedenis des vader lands prijken." »Tot den troon mijner vaderen.," zoo vervolgt de vorst, geroepen, heb ik onder opzien tot den Koning aller koningen de regeering aan vaard en aan God de belofte afgelegd, naar het voorbeeld mijner vaderen voor mijn volk een rechtvaardig en zacht vorst te zullen zijn, vroom heid en godsvrucht aan te kweeken, den vrede te beschermen, de welvaart des lands te bevor deren. armen en verdrukten een helper, het recht een trouwe bewaker te zijn. Wanneer ik God om kracht bid, om deze koninklijke plichten, die Zijn wil mij oplegt, te vervullen, zoo wordt ik daarbij gesteund door vert ouwen in het Pruisische volk: een vertrou wen, waartoe een terugblik in ouze geschiede nis mij het recht verleend. In goede en in boo ze tijden heeft Pruisen's volk steeds trouw zijn koning ter zijde gestaan. Op die trouw, welke jegens mijn vaderen in alle nood en gevaar steeds onvrikbaar gebleken is, reken ook ik, in het bewustzijn, dat ik haar van ganscher harte vergelde, als een trouw vorst van een trouw volk, beiden gelijkelijk sterk in toewijding aan het gemeenschappelijke vaderland. Dit bewust zijn van de wederkeex-igheid der liefde, die mij met mijn volk verbindt, schenkt mij het ver trouwen, dat God mij de kracht en de wijsheid geven zal om mijn ambt tot heil des vaderlands te vervullen." Het stuk is van het begin tot het einde dooi den jougen keizer persoonlijk gesteld. (Stand-) Sommelsdijk. Naar men verneemt heeft de heer A. D. Mijs ook als ouderling in de Ned. Herv. kei-k alhier, zijn ontslag aangeboden. IJK. De Her-ijk in deze gemeente zal plaats hebben op 4 Juli a. s. van 2 tot 5 uur en op 5 Juli vau 9 12 en van 1—4 uur, in het ge meentehuis. De loting voor de schutterij in deze gemeente zal plants hebben op 30 Juni des voormiddags ten 11 uur. 20 Juni. Den Timmerman P. v. R. alhier, had heden een slechte dag. Bezig zijnde een woonhuis te vermakeu stootte hij per ongeluk tegen een balk die geheel ver molmd was en brak, waai-door hij dezelve op zijne schouder kreeg. Ingeroepen geneeskundige hulp verklaarde dat het sleutelbeen was gebroken en de man hoogst waarschijnlijk het gebruik van zijn arm zal hebben te betreuren. Stad a/'h. Haringvliet, 19 Juni. Heden morgen terwijl de landbouwer A. A. op de kaai bezig was zijn wagen met grint te laden, begon deze achteruit te loopen. Genoemde landbouwer trachtte hem te grijpen en tegen te houden, 't Eerste mocht hem volkomen gelukken doch in 't laatste schoten 's mans krachten te kort. Spoedig ondervond hij dat de wagen al te veel gang bezat, daar deze van den kant in 't water liep en hem, (die hem nog steeds vast hield) deelgenoot maakte in 't bad. Persoonlijke ongelukken zijn bij deze niet te betreuren alleen 't nat pak en de schrik maken de zaak wat ernstig. Ooltgensplaat, 16 Juni heden had alhier op het Gemeentehuis de aanbesteding plaats van een nieuw te maken uitwateringsluis in de Kade van het Weipoldersche Gors. Vier bil- j jetten waren ingekomen van de H.H. T. Schil- peroord van Middelharnis voor f 4286. L. Bra- ber van Ooltgensplaat voor 3270. L Korteweg van Ooltgensplaat voor j 3214. A. de Neef van Brielle voor j 3189. Aan den laagsten inschrijver is het werk gegund. Tevens werd nog aanbesteed het verbouwen en vergrooten van de thans bestaande openbare school N 2. en onderwijzers woning in de lang- sti-aat andermaal zijn vier biljetten ingekomen van de H.H. J. de Ruiter van Ooltgensplaat voor j 9489. L. Bx-aber van Ooltgensplaat voor ƒ8850. T. Mosselman van Middelharnis ƒ8840. A. de Neef van Brielle ƒ8679. Ook dit werk is aan den laagsten inschrijver A. de Neef van Brielle gegund. Dirksland. In 't laatst dt-r vorige week had alhier een begin van brand bij de Wed. Nachtegaal plaats. Het schijnt in de schoorsteen begonnen te zijn, en had verder enkele planken van de zoldering aangetast, gelukkig werd men het bij tijds gewaar, zoodat verdex-e onheilen voor komen werden. Dinsdag 26 Juni zal alhier voor dit eiland, de inspectie van Miliciens-Verlofgangers, van de lichtings, 1883 1884 1885 1886 en 1887 plaats hebben. Melissant, 20 Juni. Verleden week had de huisvrouw van A. v. H. alhier het ongeluk bij het scheppen van water uit de watex-ing onder den molendijk daarin, en wel met het hoofd in de modder te vallen. Gelnkkig weid dit bemerkt door den 74?jarigen timmerman A. T., dieniet aarzelde de vrouw uit haar gevaarlijken toe stand te redden en op het droge te brengen, anders ware zij waarschijnlijk in de modder gestikt. Stellendam. Ds. Kalkman van Monster heeft het op hem uitgebrachte beroep naar deze Gemeente niet aangenomen. Goedereede. Bij den Heer J. Jorisseu. ligt eene lijst ter inzage waax-op het bedrag van de vrijwillige bijdragen en ook de tenbehoeve van behoeftige medebui-gex-s gedurende de winter maanden uitgegeven sommen staan genoteerd. De ontvang bedroeg ƒ145,09 daax-van is uitge geven ƒ72,256 dus een overschot van 72,83s welk bedrag, gevoegd bij 't goed slot van 't vo rige jaar in de Rijkspostspaarbank is genoteerd. Reeds meer dan 500 blokken tin zijn er naar men ons meld nit het wrak van de „Maria Theresia" door duikers opgehaald. Zuidland. Den 6en October a.s., zullen de pleidooien aangaande de kex-kegoederen in deze gemeente, voor de ai-rond. rechtbank te Rotter dam worden voortgezet. Bruinisse. In plaats van den Heer Jan Elen- baas is als voorzitter der liberale kiesvereeniging benoemd de Heer C. Bolier Cz. die tevens af gevaardigd lid is naar het Centraal bestuur in het Hoofdkiesdistrict Zierikzee. 20 Juni. De opbrengst der op 18 dezer ge houden collecte voor het fonds der gewapende dienst in Nederland alhier, bedroeg ƒ18,786; terwijl de collecte voor 1887 heeft opgebracht ƒ19,24. Het ï-equaest tot hex-ziening van het reglement op de meting van vaartuigen, is met een teeke- ning van een hoogaarts aan den Minister vau Financiën opgezonden. Uit die teekening zal het blijken dat de ruimte tusschen de mast en de kajuit alleen bestemd is, tot bei-ging van de lading, dat natuux-lijk heel beperkt is, terwijl de zoogenaamde pligt vóór de mast en de ge ringe ruimte daaronder, uitsluitend gebezigd wordt tot het bergen van scheepsbenoodigdheden, en de kleine ruimte bij het i-oer wordtingeno men door den schipper. Wanneer men nu in aanmei-king neemt, dat het vaartuig van de vóór- tot de achtersteven, zooals dit nu plaats heeft, gemeten wordt, men tot een tonnenmaat komt, die het vaartuig, ge laden naar die maat indien dit kon, nauwelijks boven water zou kunnen houden. Het is daarom zeer te wenschen, dat het re glement wordt herzien, en de abnormale toestand ophoude, om den visscher eene belasting te doen betalen, die ten onrechte hun drukt. Dat de minister door het requaest met de daarbij gevoegde teekeniug, tot de ovex-tuiging mag komen, om de schreeuwende onbillijkheid voor de kleine visschex-svaartuigen weg te nemen. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur! AAN „X" TE OUDDORP. Ik geloof veler tolk te zijn als ik u mijn vriendelijken dank breng voor hetgeen gij in het vorig nommer van dit blad schreeft aan het adres van de op ons eiland bestaande antirev. kxesvereenigingen. Naar mijn bescheiden meening is uw woord alleszins der overweging waax-dig. Onze kiesvereenigingen dienen goed wakker te blijven en niet zoolang in diepe rust te ver- keeren tot er weer de eene of andere verkiezing voor de deur staat. Ik stem u toe, dat de boog niet altijd gespan nen kan zijn, doch 't is ook waar, dat wie een geoefend schutter wil worden, dikwijls zijn boog spannen moet, vooral als hij de wetenschap omdraagt, dat zijn bestrijder zich voortdurend oefent en steeds het bepaalde doel voor oogen houdt: op allerlei manier terrein te veroveren. Velen zullen u er daarom dankbaar voor zijn, dat gij er op gewezen hebt, hoe onze tegenstan ders, de liberalen, allerlei kx-ijgslisteu bei-amen, om kon het zijn, onze minder kundige wapen broeders te misleiden. Gij spreekt er van, dat de liberalen hier en

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 2