Christelijk "Weekblad voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Een öawlM™ Vier. \R LINE. itenier, Financiëel Weekblaö. Vrijdag 11 Mei 188. Derde Jaargang N°. 115. IN HOC SIGNO VINCES MöVBLteSöfflinslsiL r*- -NEW-YORK, W. BOEKHOVEN. Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zomlen aan den Uitgever. W EEHH ALkA DkR. Het heugelijk feit van Jezus' hemelvaart. Feuilleton. JSTSTOOHIVAART lederen Zaterdag. ding met de Pennsylvania ■esselijk voor passagiers iepen, zijnde de grootste, iteland op Amerika. RHIJKLAND SOOS Tom ZEELANl) SS66 NEDERLAND 2839 SWITZERLAND 2810 VADERLAND 8748 happij had sedert haar imer één schipbreuk of henleven te betreuren. Rotterdam naar Antwer- 1,43 (2V2 uur reis) Maatschappij. 11 van af Rotterdam n, worden op aanvraag it door Jtf HMBDE, Agent voor Nederland, .ven Rotterdam, de agenten AFF te Dirksland. 4DE Ouddorp. lijk Orgaan) Proefn. gratis en franco. 42 Amsterdam. mboot: Vooruitgang )edereede en Overflakkee, ende 17 Maart 1888. voorm. 5,30 en nam. 2,45 u. 6,45 9,45 en nm. 4,u. 910,30 en nm. 5 u. 11,— 5,30 u. art in aansluiting met de stonm- ,is naar Rotterdam en omgeket rd. KERS ZIJN: ESTER. STOOMBOOT. tterdam, (Raderboot.) 's op Rotterdam. en Dinsdag vooriniddags 5,uur, ag en Donderdag G,uur. dagen 6,30 uur en Dinsdag namiddags 2 uur. dagen 3 uur. DNDAGS en op 31 Mei. iCHROEFSTOOMBOOTDIENST.) op- Middelharnis. TSRDAM 5 uur. Dinsdag voorm. 9,30 uur. ELIIARNIS voorm. 4,30 nam. 3 uur. Overige HET des Zondags. ^zömëï®SNSTT~ el op Rotterdam. en Dinsdag 's morgens 4,30 ure. iaterdag 6, en Dinsdag 'snamidd. 1,45 ure. Zaterdag w 2,45 N en MAASNYMPH angende 17 Maart. ROTTERDAM. 11, en namiddag 5 ure. 11, «r 4 v Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag 10 m. 4 vm. 5 vm. 5 vm. 9 nm. 6 nm. 7 nm. 8 vm. 9 vm. 2,00 o, 12,— u. 2,00 u. 2,— u. 0,— 2,— u. 12'00 u. 12,00 u. 12,00 u. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. uitgever SOIHIELSD IJl K. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. MEI. ZON op onder 12 Zaterdag 4,12 7,41 13 Zondag 4,117,42 14 Maandag 4,9 7,44 15 Dinsdag 4,8 j7,46 16 Woensd. 4,6 7,47 17Donderd. 4,5 7,49 18 Vrijdag 4,3 7,50 MAAN op onder 5,21! 9,2 5,5210,2 6,31 10,58 7,17 11,47 MARKTEN. 8,13- 9,16—,28 E.K. 11,25 'sGravendeel ve. Puttershoek pa. Rotterdam pa. 1. o, 6, AM. niddag 5,30, 11,30 en nm. 5,30 u. 6,30, 11,30 4,30 EVOETSLUIS. ure, namiddag 1,30 3, en 6 ure. am circa een half nur later. ELLE. dag 8,30 ure, nm. 2,30 en 6 ure. dam circa een half uur later, sluis naar Rotterdam, voorm. 8, dam naar Hellevoetsluis dagelijks staan in correspondentie met en Overflakkee. rboot) ZOMERDIENST, ide 3 April. otterdam nsdag vm. 5,15; Zaterd. ongev. 6,50 September): Maandag en Dinsdag >nderd. en Vrijdag vm. 7,10, nm.5,30 50; Zondag vm. 8, mn. 5,30. ;ember): Maandag en Dinsdag vm. 6, erdag en Vrijdag vm. 7,10, nm. 2,30 30; Zondag vm. 8, nm. 3. indag en Dinsdag vm. 5,30; Woensd. )ud-Beierland) vm. 5,45. ^otterdam; idag en Zaterdag nm. 2. 16 Septeraber): op werkdagen igs vm. 8 en nm. 5,30. September): op werkdageu des vm. vm. 8. nm. 3. aandag en Dinsdag nm. 1,30, Wocns- Zij die zich nu op dit blad wenscken te abonneeren, ontvangen de nog in de ze maand verschijnende Nrs. gatis. Dit blad, dat het meest gelezene is in deze streken en in niet minder dan 256 gemeenten wekelijks zijn rondte doet, moet zijne oplage wekelijks ver meerderen. Voor Advertentiën is deze courant dus het meest geschikt, daar zij onder duizenden oogen komt. De Advertentieprijs is slechts 10 Ct. per regel en 3/2 maal; Dienst-aanbie- dingen en Dienst-aanvragen 50 Ct. per geheele annonce. Advertentiën en Abonnementen wor den iederen werkdag aangenomen bij Alle Heeren Brievengaarders, alsmede de Heeren: W. F. van Ittersum, te Dirksland. M. Breur, te Ooltgensplaat C. Zevenbergen, te Zuidland. J. M. C. Pot, te Tholen. J. J. van Wijk, te Terneuzen. G. M. Klemkerk, te Goes. K. Le Qointre, te Middelburg. Voorts bij alle boekhandelaars door geheel Nederland. Te Rotterdam is onze Bode verkrijg baar aan ALLE KIOSKEN, alsmede bij den Agent L. de PAGTER, Slaakkade 109 (boven). Te Paterson (Amerika) bij den Agent D. A. de Graaff, Nordt Heijstreet 102, en te Kalamazoo bij den Heer Cs. van Lente (Mich.) Box 26. de uitgever. IInnd. 1: 9—11. Toen Jezus kort vóór zijn lijden en sterven bet avondmaal met zijne discipelen gebruikt en hen op de naderende gebeurtenissen voorbereid had, bief Hij zijne oogen op naar den hemel, enzeide: Vader! de ure is gekomen, verheerlijk uwen Zoon, opdat ook uw Zoon U verbeerlijke. Aanvankelijk was die bede reeds vervuld door de ondersteuning, die de Zoon in het lijden ge noot en door de opwekking uit den dood. Maar in nog hooger en heerlijker mate was dit het geval, toen Jezus met gejuich opsteeg van den Olijfberg. Welk een treffend# herinneringen moet die Olijfberg in de harten der jongereu hebben wak ker geroepen. Aan de noordoostelijke helling lag het vriendelijk Bethanie, waar Jezus zoo menig maal in den kring zijner vertrouwelingen had neergezeten. Aan de andere zijde zagen zij Geth- semaiié, waar zij Jezus ten bloede toe hadden zien worstelen. Doch onder hoe geheel andere omstandigheden waren zij thans met hun Heiland langs de beek Kedron gegaan. En daar ginds, een weinig verder, lag Jeruzalem, welks kiuderen de lleilaud zoo menigmaal had willen hijeen- vergaderen gelijk een hen hare kiekens, maar die geweigerd hadden zich door Hem te laten troosten en redden. En in dat Jeruzalem stond de beroemde tempel, maar waar Jezus was uit gedreven en waarin Hij des doods schuldig was verklaard. En dan was ook nog van den Olijf berg de heuvel Golgotha te zien met den hof waarin Hij begraven was geweest. Doch dat al les was nu geleden en voorbij. Maakte Hij zich eens gereed om van dezen Olijfberg zijn zegetocht binnen Jeruzalem te houden, thans ging Hij een betere reis aanvaarden, thans ging Hij naar het vrije Jeruzalem dat boven is, onzer aller moe der. Toch scheidt Jezus niet van zijn discipelen zonder eerst zegenend de handen over hen uit gebreid te hebben. Ja, dat waren diezeltde han den, die zoo menigmaal tot genezing van zondaren waren uitgestoken, of biddend ten hemel geheven, maar die ook aan het kruis waren doorgraven en doorboord. Thans zegent Hij opnieuw. Het schijnt wel, dat Hij meer bezig is met hetgeen zijn discipelen te wachten stond dan met zijn eigen verheerlijking. En dat was ook inderdaad het geval. Al zijn Middelaarsbemoeienissen zijn gericht op het geluk van zijn volk. O, als Jezus ons zegent, dat heteekent wat! Het is niet slechts een toewenschen van a/wezige maar het is een mededeeling van aanwezige goederen. ,,Gi) zult ontvangen, sprak hij, „de kracht des Heiligen Geestes, die over u komen zal; en gij zult mijne getuigen zijn, zoo te Je ruzalem, als in geheel Judéa en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde." „En als hjj dit gezegd had," meldt ons Lukas werd hij opgenomen daar zij het zagen. Hij werd opgenomen, maar hij deed het ook in eigen goddelijke kracht. Dus op een geheel andere wijze dan b. v. Elia, die met een vurigen wagen en vurige paarden ten hemel getrokken werd. Jezus had zich ook op dén oogenblik aan hun oog kunnen onttrekken, zooals te Emmaus, maar dat' wilde hij niet. Langzaam, plechtstatig stijgt hij door den wolken- en sterrenhemel heen tot in den hemel der heerlijkheid. „Verheft u dan, gij eeuwige deuren! opdat de Koning der eere inga Hier toont hij die God te zijn van wien de psalmist getuigde, dat Hij van de wolken zijnen wagen maakt en op de vleugelen des winds wandelt. Geheel de natuur staat hem ten dienste. Een ster kondigde zijn geboorte aan, bij zijn sterven trok de zon haar licht in, en thans zijn het weer wolken, die hem onderscheppen en voor het oog der discipelen wegnemen. Opmerkelijk is het, dat er bij Jezus' opstan ding geen discipelen aanwezig waren, en dat zij zijn hemelvaart allen zagen. Hier leggen de evan gelisten veel nadruk op. Maar na zijn opstanding vertoonde Hij zich ook nog meermalen aan de discipelen, en overtuigde Thomas in het bijzon der. Doch toen Hij opvoer, ging Hij voorgoed heen. Dat moesten al zijn discipelen wèl weten. Zoo is tevens alle twijfel weggenomen, in spijt van het ongeloof, dat deze plechtige gebeurte nis evenals zoovele andere heilsfeiten voor on waar houdt. Eu wie schetst ons de vreugde der engelen, toen Jezus de hemelpoort doorging Als zij zich reeds verblijden over de bekeering van éénen zondaar, wat moeten zij dan wel gevoeld heb ben toen aller zondaren Heer op zijn troon steeg Maar toch, hoe verblijd ook, die engelen waren niet door Jezus verlost. Neen, dat waren die andere hemelbewoners, die reeds van ouds op Christus hadden gehoopt. 0, wat een jubelkre ten en lofliederen zullen er opgegaan zijn in de reien der gezaligden. Daar waren Abraham en Mozes en David en al de profeten onder.. Daar was ook de gekruisigde moordenaar Bij, die nog ter elfder ure werd gered, en zoovele anderen. Maar het onbesclirijflijkst van alles is nog wel de heilige vreugde, die God de Vader zelf bij deze terugkomst van den Zoon heeft gesmaakt. Het werk, dat Hij hem gegeven had te doen, had hij nü voleindigd. Met welk een innig, on naspeurlijk welbehagen zal de Vader hem toe gesproken hebben: „Zit aan mijne rechterhand, totdat Ik uwe vijanden gezet zal hebben tot een voetbank uwer voetenUit de baarmoeder des dageraads zal u de dauw uwer jeugd zijn. De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwenGij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizédek". Zoo had dan Jezus' hemelvaart plaats tot zijn eigen verheerlijking. Maar te gelijker tijd tot nut en voordeel voor zijn volk. Want van zijn troon deolt Hij nu door zijn Geest gestadig wijsheid en licht mede aan in zichzelf verdwaasde en ver doolde zondaren. In den hemel is Hij ook eerst recht werkzaam als de groote Hoogepriester. Hij zou geen eeuwig hoogepriester naar de ordening van Melchizédek geweest zijn, als hij in het heiligdom hier beneden gebleven ware. Maar hij moest door het voorhangsel heen in het Heilige der heiligen binnentreden. Was hij zelf het offer, dan moest hij dat offer ook den Vader toonen. En op grond van die offerande eisclit hij nu de heerlijkste zegeningen voor al zijn uitverkorenen. Terwijl hij als koning, gesteund door zijn god delijke macht, zijne kerk en al de volkeren regeert. Welk een zalige verwachtingen vloeien er dan niet voort uit de hemelvaart des Heeren Jezus Christus. Door zijn Geest scheukt hij aan zijn volk steeds helderder inzien in de waarheid, maakt lane bladzijde uit het Ncdcplandsch Martelaarsboek. door J. VERHAGEN Jr. V. wouter simons, pastoor te monster. van elke maand zal «Oude Maas II" naar Rotterdam vertrekken, t: Donderdag en Vrijda»; 5,45, van Oud-Beierland vm. 7- Koorndijk nm. 1. I en 2 (Raderbooten). iterdam. Mei. Van ROTTERDAM Vervolg.) Een der meestwinstgevende kerken was die te Monster. De meeste geestelijken die daar de diensten verricht hadden, waren toen zij hun ambt ver lieten rijk, konden zich alle genoegens die dit leven aanbiedt aanschaffen en lieten bij hun sterven nog een aardig kapitaaltje voor hunne erfgenamen na. En geen wonder! In de kerk te Monster werden, zoo men zeide, de doodsbeenderen van een heilige bewaard, en algemeen werd aan die beenderen een boven- natuurlijke kracht toegeschreven, zij genazen vele kwalen. Vooral zij die aau vallende ziekte lijdende waren, spoedden zich naar Monster, hogen zich voor het kastje waarin de beenderen bewaard werden, baden vurig om herstel, ont vingen den zegen van den pastoor, gaven een ruime gift en waanden zich hersteld. Ondervonden zij later dat hunne kwaal niet was genezen, dan gaveii zij verre van de kracht der halfvergane hotten te verdenken, zich zelf de schuld. Hun gebed was niet vurig genoeg geweert, zij hadden zich niet genoeg voorbereid om de genezende kracht te ondervinden, of gaven de schuld aan hun offer, dat te klein was, in verhouding tot hun inkomen. En dan togen zij weer naar de mirakeleuze beenderen, baden vuriger en offerden dubbel of driedubbel. Waren zij dan nog niet genezen, de pastoor te Monster wist altijd een reden optegevsn waarom anderen wel en zij niet waren hersteld; het bijgeloof werkten de geestelijken te Monster in de hand, zij werden rijk. Dat de mirakeleuze kracht dezer beenderen, slechts ingebeeld was en God verboden heeft de dooden te vereeren, behoeven wij onzen lezers niet te zeggen. Zij weten dat Rome deze ver eering uitgevonden heelt om daardoor haar gezag te handhaven en de beurzen der priesters te vullen. Op zekeren kouden Decemberavond, klopte een eenvoudige marskramer te Monster aan de deur der pastorie, en toen die ontsloten was en vernomen werd dat een man, die uren lang had geloopen en niet wist waar hij den nacht zou doorbrengen om nachtverblijf verzocht, werd hij binnengelaten en hem eene plaats in de huis kamer hij het vuur aangewezen. Toen de marskramer zich verwarmd en het voedsel, hem voorgezet, genuttigd had, vraagde de pastoor, wiens naam Wouter Simons was. „Wat hebt gij voor koopwaren in uwe marsch Ik heb vele sieraden bij mij was het antwoord die uwe huishoudster zeker zal koopen zoo zij ze ziet. Ik heb een paarlsnoer die de rijkste dames kunnen dragen. Ik bied haar de juffrouw zeer goedkoop aan voorts heb ik nog verscheidene zaken, ik zal ze u eens laten zien. En nu haalde de marskramer een aantal kleinodiën te voor schijn, gaf eenige aan de huishoudster ten ge schenke, gaf ook den knecht van de pastoor een cadeau. Deze waren daarmede in hun schik, doch de huishoudster wenschte nog iets anders hebt gij vraagde zij geeue miraculeuze rele- quien, bijvoorbeeld een tand van den heiligen Ursula! Die zou ik zoo gaarne willen koopen want zulk een tand is onfeilbaar tegen kiespijn, waaraan ik reeds weken lijd." „Neen! antwoordde de marskramer als gij echter een zielskwaal hebt dan kan ik u daar voor een middel aanbieden." „Mijne ziel is niet ziek" hernam de huis houdster. „En toch geloof ik dat zij doodelijk krank is," sprak de marskramer weer. „Ik begrijp u niet." „Toen sprak de marskramer over zonden en genade, en over de nederbuigende goedheid Gods, die zijn Zoon op aaide zond, om te lijden en te sterven, om zoudaien, zonder eenige hunner ver diensten uit genade zalig te maken." Voor de huishoudster en den kuecht waren deze woorden nieuw, voor den pastoor ten deele. Hij had reeds meermalen getwijfeld en ook kettersche geschriften gelezen, doch had steeds gedacht; twijfel is uit den duivel en de geschriften dei- ketters leiden en verderve. Zoo als hij thans den wog der zaligheid hoorde bespreken, had hij nog nooit gehoord. Toen zijne huisgenooten waren vertrokken, bleef hij nog geruimen „tijd met de marskramer spreken. Deze verhaalde hem, dat hij vervolgd werd om des evangelies wille, en zijn gewaad en mars slechts eene vermomming was om veilig de grenzen te kunnen bereiken terwijl hij daardoor tevens in de gelegenheid werd gesteld om het goede zaad met milde hand te strooien. Den volgenden morgen vertrok de marskramer, wiens naam de geschiedenis ons niet heeft be waard. Vooraf kocht pastoor Wouter Simons een Nieuw-Testament van hem, en werd door het viertal knielend gebeden, niet tot de heiligen maar tot Hem, die op aarde kwam om armen met goederen te vervullen en die de rijken ledig wegzond. De knecht van den pastoor begeleidde den marskramer een eind buiten het dorp en nam daar van hem afscheid. Van toen af brak voor den pastoor en zijne dienstbode een nieuw leven aau. Iederen avond werd een gedeelte van 's Heeren woord gelezen en besproken, iederen avond werd gebeden tot Hem die geen aannemer des persoons is en zondaren om niet zalig maakt. Wordt verv.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 1