Christelijk voor de Zuid-Hollandsche "Weekblad 3 Eilanden. >ntenier, Financieel WeekWafl. Vrijdag 20 April 1888. Derde Jaargang N°. 112. II n Landbouwzaden, SUCCES IN HOC SIGN O m Kampen of BflMing BOEK I Vijftigjarige Echtv latliovan. ts SaMslsüil Vijftigjarige Echtv "F* r t 11. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentïën en vei „En is van §imon gezien". \v jacob vroegind hilletje vrees hendrik jong] hester jacoba te zenden aan dèn Uitgever. Kerkelijke samenwoning. - V-. li ikelijk Orgaau) Proefn. gratis en franco, ht 42 Amsterdam. de p. 5 ons 60 C't. 80 ao 40 30 40 O. 10de 5 >de en gele 5 reuzen 5 en roza 5 p. 5 le soorten van ijgbaar bij x. v. d. RUUVBi, uideinde BRIELLE. 3 ook aangenomen door - SOMMELSDIJK. Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag 13 vm. 14 vm. 14 vm. 85 nm. 15 nm. 16 nm. 17 vm. 18 vm. 19 vm. 11,00 11, 1,30 2,00 0,— 1.— 11,— 11,00 11,00 J-Rotterdam (Raderboot.) Van Van gen Middelburg Rotterdam n. naar Middelb. en )am. Rotterdam. Vlissingen. ,00 voorin. 9,00 voorm. 9,— ,00 voorm. 9,00 voorra. 9, voorm. 0,00 voorra. 0,— o o voorm. 0,00 voorm 0, voirra. 0,00 voorm. 0, ,00 voorm. 0,00 voorra. 0,— meerde r let hier wel op) degelijke unaukt, solied en zeer net ssel en maatpak en vrage lagen franoo te huis, overal nste pakken Demi-Saisons geleverd. De elegante coup beveling. gt ge uw geld terug. J. SMIT Az., deedermakerij en Confectie. CN1JPE, bij heerenveen. oomboot: «Vooruitgang," Goedereede en Ovevflakkee. ngende 17 Maart 1888. )p,tsl. voornr. 5,30 on nam. 2,— u. I)etsl- 0,45 9,45 en nm. 3,15 u. amis 9— 10,30 en nm. 5 'h5,30 u, vart in aansluiting met de stönin- itsluis naar Rotterdam en omgokei rd CAMERS ZIJN: IEESTER. er STOOMBOOT. 2,45 en vau Middelh. naar ITellev 4 u Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post Afzonderlijke nummers 5 Cent. 80II1IM Wig- Heden herdenken onze g< l gilles van der (fp mariapetron.de (fp Hunne dankbare Kindi Kleinkinderen, SOMMELSDIJK, 20 April 1888] W IJEIikALMbER. Al'llll. 21 Zaterdag 22 Zondag. i 23 Maandag. 24 Dinsdag. 25 Woensd. 26 Donderd. 27 Vrijdag. ZON op ouder 4,52 7,6 4,50 7,8 4,48 7,10 4,45 7,12 4,437,13 4,41 7,15. 4,3917,17 MZ\N MARKTEN. op onder —,14 3,2 Vlaardingen veem. 2,- 3,31 3,20 3,58 4,44 4,22 Goes veem. 6,10 4,48 V. M. 6,42 Puttersh. beestenm. 9,1 5,45 otterdam, (Raderboot.) rnis op Rotterdam. ?eu Dinsitai. voonniiüa-3 5,uur, nsdag en Dond.rdag C,uur. ige dagen 0,30 uur' ag en Dinsdag namiddags 2 uur. edagea 3 uur. i 19 April GEEN DIENST. (ScHliOEVSTOOMBOOTDIENST.) n op Middelharnis. tOTTERDAM: uur. Dinsdag voorra. 9,30 uur. 1DELHARNIS: dag voorm. 4,30 nam. 3 uur. Overige t NIET des Zondags. deeb.) ZOMERDIENST. imel op Rotterdam. ig en Dinsdag 's morgen) 4,30 ure. [i Zaterdag 0, lag en Dinsdag 's namidd. 1,45 ure. en Zaterdaar 2,45 TEN en MAASNYMPH nvangende 17 Maart. aar ROTTERDAM. !vm. 5,* 8,* II, en namiddag 4 ure. y 6, 8,* 11, 4 ii. 5 (in plaats van 4 uur.) RDAM. ormiddag 5,30, 11,30 en nm. 4,30 u. 6,30, 11,30 4,30 j,30 (in plaats an 4',30. uur.) LLEV OETSLUIS. ,30 ure, namiddag 1,30 3, en 5 ure. iedam circa een half uur later, n. 6 (in plaats van 5 uur.) RIELLE. middag 8,30 ure, nm. 1,30 en 5 ure. hiedam circa een half uur later, n. 6 (in plaats van 5 nnr.) roetsluis naar Rotterdam, voorm. 8, iterdam naar Uellevoetsiuis dagelijks ure, staan iti correspondentie met le en Overflakkee. I en 2 (Raderbooten). Rotterdam. APRIL. Van ROTTERDAM Lukas 24: 34 b. „Komt dan, laat ons samen rechten" liet de Heere door Zijn profeet Jesaja aan Zijn trouweloos alge weken volk toeroepen. Komt, laat ons zien wie de schuldige is, en de oorzaak van uwe ellende. En die dringende noodiging kwam niet tot Israël om het te veroordeelen, want dan had het er onmo gelijk gehoor aan kunnen geven, en met den psalmist moeten antwoorden„Zoo Gij, Heere! de ongerechtigheden gadeslaat-, Heere! wie zal bestaan?" Maar het was tot zijn genezing. Dat „samenrechten" moest dienen om het ontvankelijk te maken voor vernieuwd genadebetoon. Een soortgelijk treffend bewijs van Gods ontferming geeft ons de verschijning van Jezus aan zijn discipel Petrus. De woorden: „en is van Simon gezien" maken een klein onderdeel uit van het merkwaardig Schriftverhaal omtrent de Em maüsgangers, maar zij verdienen ook af zonderlijke bepeinzing. Trouwens, alle ont moetingen van den Heiland en Petrus zijn overbelangrijk. Hetzij gê hen samen vindt bij de wondere vischvangst, en Petrus hoort roepen: „Heere ga uit van mij, want ik ben een zondig mensch", hetzij ge Petrus in de deelen van Cesarea Filippi hoort be lijden „Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods"; hetzij ge op devoetvvas- sching let, of hen aantreft bij de zee van Galilea-, overal is er uit hun samenzijn veel te leeren. Menig christen zou daarom gaarne iets meer weten van hun eerste ontmoeting na Jezus' opstanding, doch de H. Schrift bepaalt zich tot een zeer sobere vermelding zonder bijvoeging van eenige bijzonderheid. Intusschen is het wel eenigermate te gis sen, wat er in dit gewichtig oogenblik tus- schen Jezus en zijn afgeweken discipel voor viel. O, wat moet Petrus' verloochening den Heiland diep hebben gegriefd. Hij leed veel van den onrechtvaardigen gerichtshandel des hoogepriesters. Veel ook van de ruwe krijgsknechten en de spottende bende, die hem omringde. Maar zeker wel het aller meeste van Petrus. Het is toch een ziel kundige waarheid, dat naarmate iemand meer liefde tot andere menschen gevoelt, hij door hun miskenning te erger gekrenkt wordt. Pas dit nu toe op Jezus, en de ge volgtrekking ligt voor de hand. Nooit ge voelde eenig mensch voor den naaste zulk een teedere liefde als Jezus voor zijn dis cipel Petrus, en daarom is ook nooit eenig sterveling zoo snijdend door zijn vrienden beleedigd als zulks Jezus overkwam toen hij in de rechtszaal van Kajafas veroordeeld werd. Maar bewonder dan nu ook de liefde des Heilands, die dezen gevallen jonger terstond na zijn verrijzenis weer opzoekt en vertroost. Neen, dit geschiedde niet na vele andere ontmoetingen, maar toen hij zich aan Maria Magdalena had bekend gemaakt, begaf hij zich het eerst naar Pe trus, openbaarde zich daarna aan de Em maüsgangers, toen aan de elven en later nog aan meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal. Reeds vóór deze ontmoeting zorgde de Heiland voor Petrus, want toen de enge len bij het graf de boodschap van zijn op standing aan de vrouwen overgaven, werd er uitdrukkelijk bijgevoegdzeg het Petrus". De vrouwen voldeden aan deze opdracht, en Petrus liep spoedig, vergezeld van Jo- j hannes tot het graf; maar toen zij daar j niets anders vonden dan doeken, gingen I zij weer huiswaarts. Evenwel laat het zich kwalijk denken, dat Petrus daar stil is blij ven zitten. Hij zal zich zeker nog wel eens naar het graf hebben begeven, en terwijl hij daar stil en bekommerd heenliep, ziet hij opeens Jezus voor zich. Juist deze ontmoeting in de eenzaamheid openbaart nog meer de heerlijkheid van Jezus' liefde. Het was zoo ook voor Petrus het beste. Wat er in zijn ziel omging kon den de andere jongeren toch moeielijk ver staan. Zij kenden zijn doodsnood niet. Maar evenals een berouwhebbend kind door een liefdevolle moeder alleen genomen wordt, teneinde aan zijn schroomvalligheid tege moet te komen, zóó handelt Jezus met zijn discipel. Straks zou hij hem ook in liet openbaar herstellen en tot driemaal toe den herderstaf in zijn hand leggen, maar de persoonlijke terechtbrenging was een particuliere zaak, waar zijn medebroeders buiten konden blijven. Niet ieder mag zich beroemen op een kieschen vriend, die hem alleen in het ver borgen op zijn gebreken wijst, maar alle heilzoekenden hebben zulk een vriend in Jezus. In de binnenkamer worden de ban den van het geloovig gemoed geslaakt en alle hindernissen op den weg des levens overwonnen. In het verborgen maakt hij wijsheid bekend aan de zijnen, doet hen het schrikkelijke van de zonde inzien en vergeeft hij de ongerechtigheid voor altijd. Zoo was dan deze ontmoeting voor Pe trus een onschatbaar voorrecht. Zij schonk hem vrede voor onrust, duisternis voor licht en hoop voor vreeze. Veel, zeiden we zoo even, moet Jezus hebben gevoeld en geleden van Petrus' verloochening, maar ook Petrus zelf had in de zaal van Kajafas een wonde in zijn hart beloopen, die bleef nabloeden totdat hij weer met zijn Heer en Koning was verzoend. Sedert de Heiland gebonden van de over- priesters tot Pontius Pilatus was geleid, had Petrus hem niet meer gezien. In dien tijd was hij gegeeseld, bespot, gekruisigd en begraven. Alles in Petrus afwezigheid. Of schoon hij anders schier overal bij Jezus was, had hij den moed niet om bij zijn kruis te gaan zien, zooals Johannes, die ook op Golgotha nog toegesproken werd. Maar één oogenblik uit het verleden bleef hem Op Zondag 22 April i geliefde Ouders, EN dook Gods ontfermende go te herdenker Iluuue dankbare Kindf Kleinkinderen. MIDDELIIARNIS. REC Op den 24sti:" April a. geliefde Ouders, en den dag te herdenken, VS..O.H. vau ai ue uisuipeien loonuc i c- trus vroeger het duidelijkst, dat hij droomde van een koninkrijk, hetwelk Christus hier beneden zou oprichten; doch nu werd hij van zijn aardschgezinde verwachtingen af gebracht, in hooger geestelijk genot inge leid en alzoo bekwaam gemaakt oin werk zaam te zijn tot versterking van zijne broederen. Petrus onthoudt aan de broederen dan ook niet langer zijn tegenwoordigheid, want de Emmaüsgangers vonden hem nog denzelfden avond te Jeruzalem onder de elven, en voor deze wandelaars nog iets gezegd hadden, klinkt hun al de blijmare tegen: De Heere is waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien." De tijding van Jezus' verschijning aan Petrus zal den overigen discipelen zeker hoogst welkom zijn geweest, want daardoor werden zij te meer verzekerd van de ge loofwaardigheid van zijn opstanding. Kon den de vrouwen zich somtijds nog aan de verbeelding overgeven, omdat hun gevoel overspannen was, van den treurenden Pe trus was dit niet aan te nemen, en als er één was, die Jezus' gelaatstrekken nauw keurig kende, dan moest het deze zelfde Petrus wel zijn. Door het bericht van deze verschijning werden de andere discipelen ook in de rechte verhouding tot den Heiland geplaatst en leerden zij hem bij vernieuwing kennen als den goeden Herder die het verlorene opzoekt en tot de kudde zachthens terug leidt. Christenen doen wel eens anders. In plaats van meè te werken tot de weer- oprichting van gestruikelde afgevallen broe ders, gaan zij hen wel eens dadelijk als broeders schrappen en aan Satan overge ven. Dat wordt nederstooten in plaats van opbeuren, en stellig zit daar eigengerech tigheid onder. Men dankt dan den Heere wel niet voor zijn beter gedrag, maar denkt toch in stilte met farizeeuwsch welbehagen ik wil met zoo een geen doen meer heb ben, want van die zonde ben ik althans 1 vrij. En nu zal de kleine gemeente te Je ruzalem zeker ook wel iets van dat gebrek gehad hebben, zoodat het noodig was voor de discipelen te vernemen, dat Jezus zich aan Petrus niet onbetuigd liet na zijn dood. 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. laatst worden slechts tweemaal berekend, n Uitgever ingewacht tut Donderdagmiddag 5 uur. Te gelijk werden zij hierdoor ook voor bereid op Jezus' verdere openbaringen, zoodat, als hij weldra in hun midden ver scheen, de gedachte aan het zien van een geest spoedig voor betere overleggingen des harten kon plaats maken. Doch niet alleen voor de elven, neen voor de gemeente Gods aan alle plaatsen bleef de afzonderlijke verschijning aan Pe trus een rijk leermiddel. Alle oprechte dis cipelen van Jezus hebben in meerdere of mindere mate kennis aan Petrus' ervarin gen. Ook aan zijn verloochening, maar wie het tot den troon der genade wenden om daar in ootmoed schuld te belijden, heb ben steeds Jezus ontmoet in den Geest en zijn door hem volkomen in genade en eere hersteld. (Vervolg en Slot.) Een ander bezwaar is, dat de Doleerenden een anderen naam aannamen. Waarom dat toch, vraagt men? Wij gelooven, om geen andere reden dan dat de naam «afgescheiden" (dien trouwens de Christelijke Gereformeerden zeiven hebben prijs gegeven) een verkeerden klank in ons land kreeg. Op zichzelf is er tegen het ge bruik van dat woord niets. Onze Gereformeer de belijdenis gebiedt uitdrukkelijk «afscheiding" van de valsche kerk. Maar nu dat woord een halve eeuw en langer is verdacht gemaakt en verkeerd opgevat, als ware het een afzondering van de ware kerk, nu laat het zich licht begrij pen, dat de in 1886 uit het Genootschap ge treden broeders huiverig waren om zich met dien naam te laten doopen. Noch de naam «Chr. Geref.", noch de naam Doleerend" wil ons bevallen. De naam Christelijk Gereformeerd zegt, dunkt ons, öl te veel öf te weinig. Als de bijvoeging christelijk moet dienen om het begrip van ge reformeerdheid nader te bepalen en dus aan te wijzen hoe gereformeerd de kerk is, heeft zij niets kenmerkends, dewijl zich een onchristelijke reformatie kwalijk denken laat. En doelt het woord christelijk op kerkdan is het vrij over tollig, omdat het begrip van christelijkheid reeds uit de uitdrukking «gereformeerde kerk" spreekt. «Gereformeerde kerk" zonder meer klinkt ons daarom veel welluidender. Evenmin staat ons de titel Doleerende kerk" aan. In de 17de eeuw, bij het ontstaan der re monstranten troebelen, mocht men de kerken, die aan de beproefde belijdenis vasthielden, voor loopt zoo noemen, toen gold het een geheel ander geval dan thans. Men had toeii uitzicht om den leerstrijd op een Nationale Synode te beslechten en veranderde niet van kerkorde en daarom ook weinig van kerkverband. Doch thans heeft men tinaal met de in het verband geldende kerkorde moeten breken en dientengevolge een geheel nieuw verband moeten aanleggen. Intusschen is het schrappen van een paar ti tels zoo moeielijk niet. Geen enkele wet, geen enkel groot belang maakt het aanhouden van de namen «Doleerend" of Chr. Gereformeerd" noodzakelijk. Al meermalen werd de naam van ineensmeltende of zich uitbreidende kerken ver anderd. Zoo geschiedde het in Engeland en Ame rika en ook hier te lande. De Gereformeerden onder het kruis" en de «Cristelijke afgeschei denen" dragen eerst sedert 1869 hun tegenwoor- digeu naam en gaven in dat jaar heide hun vroe gere nauien op. Waarom zou het dan nu niet evenzoo kunnen gaan. Door die naamsverande ring wordt toch aan liet verleden of aan het wezen der kerken niets veranderd. Slechts kieze men, zoo mogelijk een term, die de beide

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1888 | | pagina 1