IAÏÏH
Christelijk
"Weekblad
eeuwsche Eilanden.
f
Wel!
Vrijdag 16 Maart 1888.
Derde Jaargang N°. 107.
IN HOC SIGN!) VINCES
lie op den Heere vertrouwt, zal niet Hescliaaind
worden.
1
~~X;;
Sronzen Kruis,
Vermelding-,
3ASIE,
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëi en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever
Het derde kruiswoord.
nilMl.
Veuiileton.
V
l1
p
7
5,
ht 1876.
.voor
Door duizen
den nl
jaijw
■-hrnik1
i'1
eens per maand het hoofd-
It men het levend onreii
ichade aan haar uf huid
wijnen en geeft een si.erk
postwissel a l,10/ra«<
len solide wederverkooper
ALKMAAR (Noord-Holland
J. KONING Gzn., te
verschijnt elke maand:
de Nederl. Jeugd
actie van
Hulsebos,Z. J. Koning
A. Verhorst, e. a.
van 12 afl., ieder van
omslag, bedraagt slechts
;ulden.
aflevering bij uwen Boek-
or
d
J.
lz
g
ik een fliuk bed, peluw
s) goed gevuld met de
groote wollen deken
gestikte voor 4,
en tweemans veeren
ussens, bepaald zwaar
ertrouwen postwissel en
pakt franco toegezonden
J. P. SMIT,
in Bedden en Dekens
Inijpe, bij Heerenveen,
miboot: Vooruitgang
oedereede en Overflakkee,
1887 tot 31 Maart 1888,
nis voorm. 'J en 12,u.
sl. 7,15 en 10, nra. 1,15 u.
10,45 u.
3,30 u
9,15 3,— u
vaart m aansluiting met de stoom-
nis naar Rotterdam en omgekeerd
MERS ZIJN:
ESTER.
STOOMBOOT.
>tte dam, (Raderboot.
en Dinsdag voormidd. 5,uur,
dagen 5y30
namidd. 2,uur
s Zondags, en op 22 Maart.
5chroefstoombootdibnst.
op Middelharnis.
ELHARNIS.
Dagelijks des voormiddags 8 uur
JTTEllDAM,
Dagelijks des namiddags 1 uur.
rS GEEN DIENST.
rb.) WINTE RDIENST.
el op Rotterdam.
en Diasdag -'s morgens 4,30 ure.
6,30
en Dinsdag 's namidd. 1,45 ure.
v 1,45 v
N en MAASNYMPH
ngende 1 November.
ROTTERDAM.
m. 5,30 8,30, en namiddag 2 ure
7,— 8,30, 2
AM.
ïiddag 6,en namiddag 2,30 u.
7,30 2,30
EVOETSLUIS.
ure, namiddag 12,45 en 2,45 ure.
circa een half uur later.
1LLE.
dag 8,30 ure, namiddag 2,45 ure-
circa een half uur later,
sluis naar Rotterdam, voor.n. 8,3')
lain naar Hellevoetsluis dagelijks
staan ia c irrespouleatie met
Overflakkee.
I en 2 (Raderbooten).
lam. FEBR. MAART,
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
"uitgever.
W. BOEKHOVEN.
»0!H11ELÜ1) 1.1 H.
Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend.
Ad vertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur.
verzoeken we H.H. Abonné's buiten Flak-
kee, om ons het abonnementsgeld No, 92
tot 104 (vierde kwartaal tweede jaargang)
s.v.p. per postwissel (na aftrekking der on
kosten dus 45 Cent) over te maken,
dewijl het bedrag voor disponeeren te
klein is. -
viïGFVER.
W EEKKALKARER.
maallt.
17 Zaterdag
18 Zondag.
19 Maandag.
20 Dinsdag.
11 Woensd.
22 Donderd.
23 Vrijdag.
ZON
op onde:
6,116,7
6,9 6,8
6,6 6,10
6,4 6,12
6,2 6,14
5,59 6,15
5,57,6,17
MAAN
op ouder
8,23.11,10
8,42-,-
9,18—,14
E.K. 9,2
10,41 2.12
11,35] 3,4
—,38 3,50
MARKTEN.
Leerd.Vlaard.veera.
Heenvliet. veem.
Joh. 19: 25—27.
„Ziet des Heeren oog is over degenen, die
Hem vreezen, op degenen, die op Zijne goeder
tierenheid hopen". Dit vertroostende woord van
Israel's dichter ZAg ook Maria, de moeder des
Heeren bewaarheid. Als des Heeren oog over
ons is, en wij zijn ons daarvan goed bewust,
dan wandelen wij zelfs te midden van vele ge
varen nog moedig voort. Want dan zorgt Rij,
dan waakt Hij, dan schikt Hij alle dingen tot
ons bestwil.
Er waren te allen tijde eenzamen en veriate
nen in de gemeente des Heeren, maar ter wille
Tan al Zijn schapen te zamen, vergeet de goede
Herder de enkelen niet. Wij menschen geven
dikwijls op de eenzamen geen acht. Och, zegt
men dan, het is er slechts één. Ja, zoo spreekt
V-m ROTTERDAM
Vrijdag 9 vm. 10,45
Zaterdag 10 vm. 10,45
10 vm. 1,30 u
Zondag 11 nra. 1,30 u.
11 nra. u.
Maandag 12 nm. 12,
Dinsdag 13 vm. 10,45
Woensdag 14 vm. 10,45
Donderdag 15 vm. 10,45 u.
Rotterdam (Raderboot.)
Van
Van
Middelburg
Rotterdam n.
naar
Middelb. en
Rotterdam.
Vlissingen.
voorm. 9,00
voorm. 0,^-
1
voorin. 0,00
voorm. 9,—
voorm. 9,00
voorm. 0,—
voorm. 0,00
voorm 9,--
voorm. 9,0)
voorin. 0,r
voorm. 0,00
voorm. 9,
J1073Ü. t3 S3
nog wel het zondige hart, dat ztf wel voor
twintig of dertig wil doorgaan. Mal' niet alzoo
bij Jezus. Hij gedenkt Zijn eenzaie discipelen
des te meer. Waarlijk, het is eendecht bewijs,
dat men den Heere Christus kent indien men
zich Hem niet anders kan voorstelen dan als het
Hoofd der Kerk in- het algemeen, ^ijn bemoeiin
gen zijn ook persoonlijk, partieuler. Terwijl Hij
bezig is met zich voor al Zijn /olk op te of
feren aan het kruis, slaat Hij laria in het bij
zonder zorgTol gale.
Het is waar, Maria was Zij» moeder, maar
meen niet, dat oA-jaroui voor srhire ggloovijg".
geen troost in deze ervaring zou gelegen zijn.
Immers heeft Jezus gezegd: „Zoo wie den wil
van God doet, die is mijn broeder, en mijne
zuster, en moeder."
Wie staan hier hij het kruis? Ge vindt er
geen Petrus, die had uitgeroepen„Al moest ik
ook met u sterven, zoo zal ik u geenszins ver
loochenen". En ook geen Thomas, hoewel hij
zijn medediscipelen vroeger had aangemoedigd
met de woorden: „Laat ons ook gaan, opdat
wij met hem sterven". Maar wel staat er een
liefhebbende Johannes, wel staan er verschei
dene innig belangstellende vrouwen.
Sommige godgeleerden meenen, dat er in Joh.
19: 25 drie vrouwen bedoeld zijn, en andere
vier. Het laatste is wel het waarschijnlijkst. Jezus'
moeders zuster zal wel een ander geweest zijn
dan Maria, de vrouw van Klopas. Anders toch
zouden twee zusters denzelfden naam gedragen
hebben, hetgeen niet gebruikel ;k was. En tevens
weten we, dat de Apostel Johannes wel meer
iemand door omschrijving aanduidde. Zichzelf
noemt hij ook niet bij na ue in zijn Evangelie,
maar steeds (met die rechtmatige verheffing
waartoe het geloof recht geeftomdat zij de eere
aan God alleen laat,) den discipel, dien Jezus
liefhad.
Wellicht is de vierde vrouw dan Salome ge
weest, die ook in gezelschap met Maria Magda-
lena was, toen zij een paar dagen later met spe-
]|ei( trtrf(it'ttl tot tjf.
eerste hoofdstuk.
VADERS LAATSTE WOORDEN.
Aan het einde van een klein dorpje in Gel
derland stond eene armoedige, maar toch beval
lige boerenwoning, geheel omgeven door klimop,
wier dichte takken aan menig vogelpaar een
plaatsje voor hun nestje aanbood.
Het huis, gedekt door een dak van goudgeel
stroo, waarop de stralen der zon weerkaatsten,
had waarlijk een vroolijk aanzien. De bewoners
echter gevoelden zich verre van vroolijk, althans
die knaap, die de oude luiken sluit, veegt zich
met de mouw van zijn gelapt buis de tranen uit
de oogen.
Waarom weent hij? Wat is de reden dat hij
nu, terwijl de zon nu nog helder schijnt, de
luiken dicht doet?
Laat ons met hem de woning intredendan
wordt het ons duidelijk.
Armoedig is het hierbinnen, en vuil ook. Het
schijnt of hier eene Viouwehand wordt gemist.
Nu, dat wordt er dan ook. De moeder van Arie
zoo heet de knaap is gestorven toen hjj
cerijen naar het graf gingen om Jezus te zalven.
I leze Salome had eenmaal voor de beide zonen
van Zebedéüs (Jakobus en Johannes) over wie
zij moeder was, begeerd, dat zij zonden mogen
zitten, de een tot Jezus' rechter-, de auder tot
zjjne linkerhand in zijn koninkrijk. En toen had
Jezus geantwoord„gijlieden weet niet wat gij
begeert".
Zou zij thans dezen wensch ook wel hebben
willen herhalen? Maar neen, th.ms hangen er
moordenaars aan Jezus' rechter- en linkerhand.
Aan één van die heeft Hij nog heden het Para-
•His- hfloofd^ Wèl een bewijs, dat Jezus een
ander dan eën"arfc.s'\ koninkrijk ging grond
vesten. Heelt Salome dit begrepen'-. Zeker niet,
zeker was het met hare hoop thans gedaa'u, al
bleef zij Jezus liefhebben. Want zij ging op
den eersten dag der volgende week meê den
levende hij de dooden zoeken.
Verliezen wij echter de twee voorste personen
van de groep, Maria en Johannes, niet uit het
oog. Jezus wist dat Zijne moeder een ver
zorger noodig had. Maar o, welk een wijsheid
eii liefde straalt er door in de keuze, die Hij
voor haar doet en in de wijze, waarop Hij die
keuze aanwijst.
Maria toch was een stille, nadenkende vrouw. Een
overigens vermaard en vroom dichter heeft haar
bezongen als luid misbaarmakeude bij het kruis.
Doch dit is niet overeenkomstig haar karakter.
Veel waarschijnlijker is het, dat zij met sti len
weemoed op het kruis heeft gestaard.
Maar Jezus zag ook op haar en bestuurde
het zoo, dat zij in een christelijk gezin kwam,
juist bij haar neigingen passende. Hij droeg
haar niet over, b. v. aan een Petrus of een Tho
mas. Deze zouden niet gemakkelijk met haar
hebben omgegaan. Verheeld u het vurig karak
ter van een Petrus, die zelfs wandelde op het
water om Jezus te bereiken, die op Thabor da
delijk tabernakelen wilde bouwen en die overal
doordrong waar hij kans zag om zijne maatre
gelen te nemen. Onmogelijk had hij op den
nauwlijks twee jaren oud was. Hij is nu acht,
en herinnert zich niet veel van haar, maar dat
geloofde hij zeker, dat zij de beste moeder van
de wereld voor hem geweest was.
En zijn vader?
Juist deze is oorzaak, dat de knaap weent en
de luiken sluit. Zie maar in de bedstede, daar
ligt zijn vader met gesloten oogen en het klamme
zweet op het gelaat; hij is stervende. YVeenende
plaatst Arie zich nevens zijn bed, en bedekt zijns
vaders handen met kussen. Vader zoo vraagt
hij gevoelt ge u wat kalmernu hindert de
zon u niet meer, is 't wel?"
De stervende opende even zijne oogen en
schudde ontkennend het hoofd.
Langen tijd hoorde men niets anders dan het
gorgelen van den stervende en het snikken van
Arie. »Och klaagde deze straks ben ik
een wees, wat zal er van mij worden? wie zal
zich mijner ontfermen?"
Juist drong een zonnestraal door de gescheurde
luiken, en verlichtte het gelaat van Arie's va
der, waarop kalmte en onderworpenheid te lezen
stonden. Even ontsloot hij zijne oogen en sprak
met flauwe afgebroken stemAriedeze zonne
straal komt van God, en predikt ons Z jn al
macht en alomtegenwoordigheid. Denk zoo dik
wijls gij de stralen der zon aanschouwt dat God
nabij u is, en al uwe daden en handelingen op-
teekent. En w.it u ook overlftmt, vertrouw in
alles op God, dan zal het u welgaan. Vergeet
nimmer de woorden van uwen stervenden vader".
Meer kon hij niet zeggen, nog eenige malen
opende hij zijne oogen en bewoog zijne lippen,
maar al zwakker en zwakker werd zjn adeui-
duur kunnen verkeeren met de kalme, zachtzin
nige, geloovig afwachtende Maria. En evenmin
zou dat a.in Thomas gelukt zijn. Thomas geloof
de niet, of hij wilde eerst zien, terwijl Maria
zelfs bij de aankondiging van het wonder aller
wonderen nog niet eeus vroeg om een teeken,
maar met geheele overgegevenheid antwoordde
Zie do dienstmaagd des Heerenmij geschiede
naar uw woord."
Johannes echter kon Maria verstaan. Hij had
evenals zij de gave van opmerken en nauwgezet
bepeinzen. Daardoor was hij dan ook in htaat
later het diepzinnigst Evangelie te schrijven.
Wal was het dus een wijze beschikking, die we
hier zien. Want het was niet genoeg, dat Ma
ria ergens onder dak was, neen zij had een hart
noo'dgj waar zij zich aan openbaren kon, om
dat het Ttó'iL'Jn dezelfde heilige dingen als zij.
Maria sprak niet byZondCjveel. Zij genoot vaak
in stilte Maar het zou
zijn, als zij niet nu en dan verlangd had naar
geestelijke verwantschap.
Jezus bereidt haar de vervulling van deze be
hoefte. Johannes zou niet slechts haar gastheer
zijn, maar als een zoon haar troosten, liefheb
ben en ondersteunen. En Maria van haar kant
zou voor Johannes zijn als een moeder in tee-
derheid en trouw.
»En van die ure", staat er, nam haar de
discipel in zijn huis. Wellicht bleven Maria en
Johannes dus niet tot het einde toe het lijden
van den Heiland aanzien, maar ging de zwakke
vrouw terstond, leunende op den arm van haar
zoon, huiswaarts. Nu, zij had dan ook geen ver
dere beproeving noodig. Geheel haar leven door
was zij al beproefd, totdat er thans een zwaard
door haar ziel was gegaan, vanwege het lijden
van Jezus. O, wat zal zij met Johannes menig
maal vurig gebéden en hartelijk gesproken heb
ben over de ontmoetingen, de werkzaamheden,
de vervolgingen en de smarten van dien geze
gende» Heiland.
Laat ons ook opmerken, op welk een wijze
haling en na eenige oogenblikken was hij niet meer.
Nooit had Arie een nacht, zoo akelig als
deze doorgebracht. Aan slapen dacht hij niet.
Nu eens boog hij zich over zijns vaders lijk he
nen, en bedekte diens ijskoude lippen met kus
sen, dan weder plaatste hij zich voor het bed
en liet het hoofd op beide handen rusten, of
riep met luide kreten: „Vader! Vader!" alsof
de overledene het nog hooren kon. Arie was
diep bedroefd.
Toen de morgen aanbrak scheen hij een wei
nig tot zichzelf te komen. Hij plaatste zich voor
de tafel en overdacht zijn toestand. Hoe meer
hij echter dacht, hoe donkerder de toekomst hem
toescheen. Eindelijk, uitgeput van droefheid en
vermoeienis, viel hij in eene diepe sluimering,
en droomde d vt hij zich in een gro iten tuin
bevond. Tal van bloemen prijkten om hem heen,
waaruit bontgekleurde vlinders hunne honing
verzamelden. Een liefelijk beekje vloeide met
zacht gemurmel op eenigen afstand van hem
henen, terwijl een aantal boomen met hunne
schoone vruchten prijkende, de vogels schenen
uit te lokken, om schommelende op hare twij
gen, een lied te zingen, ter eere van Hem, die
hen geschapen heelt. Plotseling wordt hij door
eene duisternis overvallen, die hem belet één
stap voor zich uit te zien. Hij weet niet waar
heen zich te wenden en blijft roerloos staan.
Daar verneemt hij in de verte muziek, zóó schoon
als hij nog nooit gehoord had en het schijnt
hem toe alsof de duisternis aan den horizont
breekt en een flauw licht zichtbaar wordt. De
muziek komt nader en neemt in schoonheid toe.
Het licht verdrijft de duisternis en overtreft ein
delijk den glans der zon in pracht. Toen zijne
oogen een weinig aan dien glans van het licht
gewoon waren, ziet hij een aantal gedaanten
in het wit gekleed, met gouden kronen op het
hoofd en palmtakken in de hand, zwevende langs
den beek, zonder zelfs den grond aan te raken,
en liederen zingende, die hein toeschenen als
van Engelenlippen te vloeien. En onder deze
zingende choren ontwaard hij ook zijn vader.
Arie steekt zijn armen uit. Vader!roept
hij uit alle macht neem mij met u, of blijf
bij mij!" j> Onmogelijk antwoordt deze
maar denk aan mijn laatste woordendan zal
het u welgaan. Die op den Heere vertrouwt,
zal niet beschaamd worden." »0, neem mij nu
mederoept Arie andermaal, de armen naar
zijn vader uitstrekkende, en wordt wakker.
De zon stond reeds hoog aan den hemel toen
hij ontwaakte Een harer stralen drong weder
door de nog gesloten luiken en beseheen het mar-
merkoude gelaat van den doode. »Ach, riep
Arie was dat maar een droom, dat licht, die
muziek en die wezens? Maar neen! liet hij
er eenige oogenblikken later op volgen het
was meer dan een droom, dat getuigt die licht
straal, die vaders hoofd als met een stralenkrans
omgaf. Ik zal uw wil volbrengen, lieve vader.!
en altijd het licht volgen dat van hoven komt.
De stralen der zon zijn steeds getuigen dat God
nabij mij is, en alles ziet en hoort, en ook een
maal rekenschap zal vragen van al mijne daden.
Geef Gij, o God, mij de kracht, om altijd uwen
wil te doen, opdat ik eenmaal, evenals mijn lieve
vader, bij U kom, om U voor eeuwig te loven."
(Wordt vervolgd.)
Jl