Christelijk GULDEN. GULDEN. Vrijdag 16 December 1887. 2de jaargang N°. 94. IN HOC SIGN O VINCES itteriam 6i Omstreta IJ I Rika en haar Vader. Mliom te Sofflffl6Mfeeëindigd had'ontdeed ze zicl1 vandebuitenste m m Mi IL lulden. Kerstfeest. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post. Afzonderlijke nummers 5 Cent. W. BOEKHOVEN. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden sleclits tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. Alle stukken voor «le Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franc© toe te zenden aan eten Uitgever. ■te, Stout, ens. ,E WATEREN. ide) in kogelfleschjes. [JA. maar deze Nieuwjaarsbrief kaa bovendien met 'prachtige op den 'he illustration, die in schoonheü owel als prachtige uitvoering met e\ en. tekst betreft: het zij genoeg er op ti in den zoo beminden dichter Ds. J. VS1 is, om alle verdere aanbeveling en. Zoowel in zinvol bewerkte prac ils treffend schoone inhoud, wint t ?t van alle andere. Met groei n aantal Christ, bladen deze uitgav\ tvangst van het bedrag in postzech <seft de toezending onmiddellijk j\ ost, door den uitgever l MiOtfSMSItOEK te Eeidei erverkoopers genieten aanzienlijk ral Oost-lndii jene militaire dienstverbintenis kunnen voor den tijd van twe lulden, korps. •441e zijd voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. uitgever SOMMELSD IJ li. CHEM aan te vragen: ïedkoope Zondagschoolboekjes iz., getallen minder,) enz. enz. ie Kerstfeest. Let leveren van bovengenoemd! Isclie Fabriek, ïs (hoogste onderscheiding), laanstraat 12. Rotterdam, |ge en B. BOLLE te Dirksland. HH. Abonné's buiten Flakkee gelieven ons s.v.p. het verschuldigde abonnement, na aftrek der onkosten (zijnde dus 45 ct.) toe te zenden; ook zij die van vroegere kwartalen nog schuldig zijn, worden beleefd doch dringend verzocht het bedrag over te maken aan den uitgever. Tevens herinneren we aan de door ons gemaakte bepaling, dat zij, die een knecht of dienstbode zoeken, of zich als zoodanig willen aanbieden, hun wensch in dit blad voor slechts 50 centen kunnen te kennen geven. De Bodetelt heden d u i z e n d e lezers, dat men dit vooral in het oog houdewant wat baat het adverteeren in een blad dat niet gelezen wordt? Met vrijmoedigheid durven we zeggen, dat de M.- en S.-Bode de meest gelezen Courant in deze streken is, en daarom bevelen wij ons blad tot het plaatsen uwer Advertentiën minzaam aan- W FEKMAJLEiraFM. Korten van BIERENals ten spoedigste uitgevoerd. PUTTEN en NIAASNYMPK bnst, aanvangende 1 November. iTSLTJIS naar ROTTERDAM. 1 DECEMBER. ZON MAAN op ouder op ouder r 16 Vrijdag. 8.6 3.46 9.23 5.46 1 17 Zaterdag 8.7 3.46 10.12 6.51 1 18 Zondag. 8.8 3.46 10.51 8.1 j' 19 Maandag. 8.8 3.47 11.22 9.10 U20 Dinsdag. 8.9 3.47 11.48 10.18 21 Woensd. 8.10 3.47 —.9 11.24 s 22 Donderd. n? 1 8.10 3.48 E.K.I 7.21 la: I vm. 5,30 8,30, en namiddag fcndag en hsdag lerige dagen u 7,8,30, kar ROTTERDAM. en voormiddag 6,en namiddag [lagen 7,30 u naar HELLEYOETSLUIS. lormiddag 8,30 ure, namiddag 12,4?5 en 2,45 h Yan Schiedam circa een lialf uur later. |M naar BRIELLE. gelijks voormiddag 8,30 ure, namiddag 2,4-5 u van Schiedam circa eeu half uur later, [j van Hellevoetsluis naar Rotterdam, voorin. i van Rotterdam naar Hellevoetsluis dageÜ p.am. 12,45 ure, staan in correspondentie Goedereede en Overhakkee. CZEE N° I en 2 (Raderboote e op Rotterdam. DECEMBEI REE: 7,30 n. Van ROTTERDAM Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag 9 vm. 10 nm. 11 nm. 12 nm. 13 vm. 14? vm. 15 vm. 9,00 9,00 9,0C 9;o( 9,0( 9,0( C,- He lofgang1 van Maria. f- Luk. X: 48—55. j) Eens kwam er tot de tente der samen komst in Israël eene vrouw, zwaar beproefd en diep vernederdmaar ook opgericht door de krachtige hand Gods. Het was Hanna, die, toen zij Samuel, haar van den "eere gebeden zoon, ontvangen had, in roolijke lofverheffing uitriepMijn hart ringt op van vreugde in den Heeremijn bond is wijd opengedaan over mijne vij- Feuilleton. ijhtfpl wt i\t itttïji 2) „Moeder", zoo roept ze weemoedig, „lieve moe der, zijt ge niet wat beter?" „Lief kind, is vader er nog niet?" „Vader is de stad wêer ingegaan; hij werd boos dat ik naar bem ging kijken; laat ons Jden Heere bidden, dat Hij ons dezen nacbt be waren mag, en dan kom ik bij u liggen." Het kind knielde neder bij bet bed van Raar moeder, vail en terwijl ze bare verstijfde bandjes biddend in RotterdAelkander sloeg, bad ze op kinderlijke wijze, dat Midtcelb. 4e Heere over hen zou waken, en ben, ondanks Vlissingö alle ontberingen, een zoeten rust schenken, baai- goede moeder weder van bet krankbed oprichten en baar gezond wilde maken gelijk te voren. Ook vergat zij baar vader niet, al wilde bij van yrouw en kind niets weten. Zij bad den Heere ook voor hem, dat bij nog eenmaal in Zijne vreeze mocht wandelen. En toen ze haar gebedje Yan Ylissingen naar Rotterdam. Van Middelburg naar Rotterdam. voorm. voorm. voorm. voorm. voorm. voorm. 0,00 7,30 7,15 7,15 0,00 7,15 voorm. voorm. voorm. voorin, voorm. voorm. 0,00 3,4:5 8,15 8,15 0,00 8,00 voorm. voorm. voorm. voorm.' voorm, voorm. anden; want ik verheug mij in uw heil." (i Sam. 2 i10.) Aan den ingang van het Nieuwe Testa ment, bij het hooren van den lofzang van Maria, op een.tijd dat zij den meerdere dan Samuel onder het hart droeg, denken wij onwillekeurig aan deze beweldadigde Hanna terug. Zeer opmerkelijk zijn de omstandigheden, waaronder Maria haar loflied aanhief. Na lange en bange jaren van geestelijke donkerheid, na langdurige slingering tus- schen hoop en vrees, nadat de profetie meer dan vierhonderd jaren had gezwegen, was eindelijk de schemering van een be tere toekomst voor Israël doorgebroken. Men zag dadelijk nog wel nfet het volle licht, maar het weinige, dat de geloovige Israëlieten hoorden, was reeds genoeg om hun hoop op de vervulling der heilsbeloften te verlevendigen. Toen Maria van den engel onderricht was van het onnaspeurlijk wonder, dat er aan en in haar geschieden zou, had zij alles, hoewel het niet begrijpende, met een stil vertrouwen op God aangenomen, en had zij zich op reis begeven naar hare nicht Elizabeth, die, zooals de engel zeide, óok een zoon ontvangen zou. En zie, in het huis van Zacharias geko men, merkt zij dadelijk, dat de engel haar waarheid gezegd hadmaar tevens merkt zij, hoe Elizabeth in verrukking van vreug de geraakt over haar onverwacht bezoek. Welk een ontmoeting aanschouwen we hier ook. Het is die van de oude en de nieuwe bedeeling. En de Heilige Geest, die zelfs de laagste sfeeren des levens kan door dringen, werkte in Elizabeth zoodanig, dat de ongeboren Johannes den ongeboren Christus vereert. De stam van Levi buigt zich hier neder voor den stam van Juda. Elizabeth spreekt volstrekt niet over haar kleederen dien ze aan bad, en ging toen ook slapen. „Gij hebt gebeden" zeide moeder, dat de Heere vader nog eenmaal tot bekeering mag brengen, lievert, en dat bid ik van harte met u meê, maar voor mij zullen geen dagen van gezondheid meer aanbrekenik gevoel het, mijne krachten bege ven mij, en de Heere is reeds bezig met mijn aardschen tabernakel te breken, om mij spoedig in Zijne woningen te doen ingaan „Ach moeder", zei Rika „mocht ik maar met u gaan, waar blijf ik nog als gij niet meer zijt, want vader, ach, hij is reeds nu zoo kwaad je gens, mij". „Lief kind, in 'sHeeren hoede zijt ge veilig, waar gij u ook bevindt. Werpt u telkens in Zijne armen, en vergeet niet voor uw vader te bidden, dat bij zich ook aan den Heere mag over geven". „Dat zal ik altijd doen moeder". „Nu goed kind, de Heere geve er u lust en krachten toe" zei de moeder, en spoedig waren beiden ingesluimerd. 'tWerd middernacht, 't werd twee uur, drie uur, nog was Piet Burgwal niet thuis. De Zon- dagmoigen naakte. De torenklok sloeg zeven de moeder legde zich om zij had bijna niet geslapen, de pijn die ze inwendig leed, had haar dit verhinderd, en rillend van koude lag zij onder het schamele deksel. Het was haar, als ware dit het laatste daglicht dat voor haar zoude aanbreken, en bij dit gevoel verdiepte zij zich zoo gaarne in het leven dat baar te wachten eigen ervaringnoch van haar geloof, noch van haar geluk, noch ook van haar toe komst zij heeft thans alleen oog en hart voor het bezoek van Maria, de moeder haars Heeren. Zij verloochende dus zich- zelve en openbaarde hier hetzelfde karak ter als later haar Johannes, die maar steeds minder begeerde te worden, opdat Chris tus mocht wassen. Het was ook Maria's gewoonte niet om zooveel over haar eigen wedervaren te spreken. Doch nu de H. Geest haar vaar dig maakt zal zij tot eer van haar God getuigen. Om Gods daden te prijzen en te bezingen zijn er noodig een geopend oog, een geloovig hart en eene losgemaakte tong. Het eerste had Elizabeth, het tweede had Maria, maar Zacharias miste het derde. Door zijn ongeloof kwam hij achteraan. Eerst toen het hem aangekondigde vervuld was, mocht hij spreken. Maria echter sprak reeds dadelijk, lang vóórdat zij haar kin- deke aan haar hart drukte, met profetische zekerheid omtrent zijn werk. (zie vers 5156). Want wat heeft de Christus an ders gedaan dan de hoogmoedigen be schaamd, de machtigen dezer aarde ver nederd, de ootmoedigen uit den druk ver hoogd, hongeringen met tijdelijke en eeuwige spijzen vervuld en rijken in hun geestelijke armoede doen kwijnen. Hij is het groote middelpunt van de wereldge schiedenis. Vorsten en volken, aanzienlij ken en geringen, die met hem in aanraking kwamen, waren gedwongen tot een keuze, hetzij voor of tegen hem. Op dit alles heeft Maria het oog. Ja, haar voorspelling reikt zelfs tot aan het einde der dagen, wanneer Christus het wederspannig Israël, na de toebrenging der medeuitverkoren heidenen, als Bondsvolk weer in eere zou hersteld worden, (vers 54). Laat ons ook letten op den ootmoed, stond in dien hemel, waar armoede en lijden voor goed geëindigd zijn. „Moeder, zal ik opstaan en vuur aan den haard leo-gen?" vroeg Rika die intusschen ook ont- o o o waakt was. „Ja lieveling", zei moeder, „wilt ge't doen steekt bet lampje ook maar aan, want bet is nog duister". „Ach moeder, waar zou vader toch zijn, bad bjj ons maar bet geld gebracht, waarvoor hij drank heeft gekocht." „Ja, Rika, maar de zaak is in Gods hand, Hem behoort liet zilver en het goud, laat ons maar op Hem wachten". Rika bad zich spoedig in bare sobere boven- kleederen gestoken, en eer ze iets anders ver richtte kwam ze voor bet bed, sloot hare teedere bandjes in die van moeder, en bad„Lieve Heere Jezus, Gij weet dat moeder en ik U lief hebben, O laat Gij ons dan niet tevergeefs op Uwe bulpe wachten, Heere geef ons voedsel en warmte, want wij hebben niets. Wij hoopten op vaders weekgeld, maar hij beeft daarvoor drank gekocht. Och lieve Jezus, lielp ons, wij zijn zoo arm. Ontferm U over mijn vader, en maak hem als een kind van U, o Heere, wijs onze bede niet af, maar wil ons genadig geven wat Gij voor ons goed en noodig acht Amen", „Ja Amen", herbaalde de moeder die met haar kind had mede gebeden. Nu stak Rika bet lampje aau, zoodat bet een weinig licht in de ellendige wo ning werd. Maar wat ziet ze, de buitendeur een dien Maria's loflied kenmerkt. Zij maakt den Heere groot wegens de genade aan haar geschied. Ten onrechte heeft men in sommige bijbels van den nieuweren tijd in vers 48 gedrukt nederigheid" voor nederheid". Dit maakt een groot verschil. Als Maria God prees omdat hij haar ne derigheid had aangezien, dan zou zij in haar eigen deugd geroemd hebben, lxet- geen vierkant in strijd is met alle ware nederigheid. Maar het woord nederheid" duidt dan ook alleen op geringheid. Maria verheugde zich omdat God haar lagen, onaanzienlijken staat had gezien. Al de luister van haar geslacht was vergaan. Kruin, stam en takken van dat geslacht waren reeds weggestorven. Slechts een afgehouwen tronk bleef er overig. E11 daar kwam nu een rijsje uit te voorschijn, dat zoo onbeschrijflijk veel beloofde. Zij was van afkomst een koningsdochter, maar haar omgeving had thans niets koninklijks meer, In het verachte Nazareth, in een klein huisje heeft zij omgang met een eenvou- digen timmerman. Maar God plaatste haar in een hoog vertrek. Zij zou moeder wor den van den Koning over alle volkeren der aarde. Haar roem is dan ook alleen in Gods barmhartigheid, welke uitgestrekt is over allen die Hem vreezen. (vers 50). Hier blijkt tegelijk de nietigheid der Room- sche bewering, alsof Maria een volstrekt heilige zoude zijn, heiliger dan andere ge- loovigen, en een deel onzer aanbidding waardig. Och, of men toch eens deze een voudige, zoo vaak herhaalde vraag wilde overwegenhoe een heilige, die zelf recht op aanbidding heeft, nog roemen kan in ondervonden barmhartigheid. Neen, Maria zelve verwijst ons naar Hem, die ook haar Zaligmaker was. Alleen in Chistus is het leven. weinig geopend en dat bij zulk een koudede sneeuw heeft zich een wegnaar binnen gebaand, en is tot bijna midden in de woning gewoeld nu zij echter de deur weder dicht wil maken wordt baar liet raad-el opgelost; daar ligt, ge heel met sneeuw bedekt, een menscbelijke ge daante voor de deurhet hoofd leunt tegen de deurpost, en 't wordt baar nu duidelijk dat liet iemand is die tegen de deur was gevallen, waar door deze was losgesprongenmaar wat zou ze beginnen zij gaat voor 't bed en zegt het haar moeder. „Maar kind," zei moeder met zwakke stem, „wie is dat dan, 'tis vader tocli niet?" „Zou 't vader zijn", vroeg Rika verwonderd, en dadelijk liep ze weer naar de deur, met liet lampje in baar hand. Ach ja, nu ziet ze liet, 't is baar vader, dien zij gisterenavond zoo vrien delijk verzocht liad met haar naar buis te gaan. Zij barstte in tranen uit en liep weder naar het bed. „O moederlief", riep ze met gebroken stem en verborg haar aangezicht in hare banden, terwijl zij met haar hoofdje schreiend op het bed nederzonk. De moeder was door deze ver nieuwde ramp te veel door droefheid vervuld, om een woord te kunnen uitbrengen. Eenige oogenblikken waren verïoopen, toen de verkleumde Burgwal, die intusschen ontwaakt was, van zijn harde steenen rustplaats met moeite opstond. Was liet gisterenavond de drank die liem deed waggelen, thans was bet de koude, die hem in de laatste uren geheel verstijfd bad. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1887 | | pagina 3