I BIL
Christelijk
Dordrech
11
ondant-soort*^
Vrijdag 9 December 1887.
2de Jaargang N°. 93.
Mam ei Orntóei.
ULDEN.
DULDEN.
IN HOC SIGN O VINCES
Rika en haar Vader.
tt Mïmei
iwaan
VOORSTRAAT,
3LETTEN. de
lelie Fabriek, 'j
lulden.
lulden,
GRATIS nadere inlichtingen
Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
wa BOEKHOVEN
Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur.
Alle stukken voor de üedaetie kestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franc© toe te sendee aan «ten "Uitgever.
Kerstfeest.
getallen minder,) enz. enz.
bsase
hr. Kerkder Martelaren en
ISAM, Apeldoorn.
EN PUTTEN en MAASNieuwi
Een niet verhoord geheel.
Feuilleton.
RIKZEE N° I en 2 (RaderbocjF^
G-. VAN" DEÏST HAM.
tit
ua
'f
VAN
e
sa
en MELK-CHOCOLAAie^
re verkrijgbaar.
lit
leveren van bovengenoe d
(hoogste onderscheiding),
anstraat 12. Rotterdan,
en B. BOLLE te Dirksland.
iost-lndië!
ie militaire dienstverbintenis van
kunnen voor den tijd van twee.
korps.
!van
Ni
maakte
bekend
St. An'
D1'
[lege
I A. -v
lieer i
Warn
keerei
rning
yN
tei'f
voor de Zuid-Hoiandsche en Zeeuwsche Banden
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
UITGEVER
soüimelsdijik.
HH. Abonné's buiten Flakkee gelieven
ons s.v.p. het verschuldigde abonnement,
na aftrek der onkosten (zijnde dus 45 ct.)
toe te zenden; ook zij die van vroegere
kwartalen nog schuldig zijn, worden beleefd
doch dringend verzocht het bedrag over
te maken aan
DEN UITGEVER.
?HEM aan te vragen:
•edkoope Zondagschoolboekjes 5
-•>
Ie Kerstfeest.
ering van.
N°. 1 verschijnen zalontvangt
ulden per jaar, franco per post
opmerkzaam gemaakt. Zij biedt
ten door den uitgever.
Tevens herinneren we aan de door ons
gemaakte bepaling, dat zij, die een knecht
of dienstbode zoeken, of zich als zoodanig
willen aanbieden, hun wensch in dit blad
voor slechts 50 centen kunnen te kennen
geven.
De Bodetelt heden d u i z e n d e lezers,
dat men dit vooral in het oog houdewant
wat baat het adverteeren in een blad dat
niet gelezen wordt? Met vrijmoedigheid
durven we zeggendat de M.- en S.-Bode
de meest gelezen Courant in deze streken is,
en daarom bevelen wij ons blad tot het
plaatsen uwer Advertentiën minzaam aan.
W EEMKAMAMER.
DECEMBER
9 Vrijdag.
10 Zaterdag
11 Zondag.
12 Maandag.
13 Dinsdag.
14 Woensd.
15 Donderd.
ZON
MAAN
op
onder
op
onder
8.—
3.46
1.23
8.1
3.46
1.48
1.47
8.2
3.46
3.9
2.12
8.3
3.46
4.31
2.41
8.4
3.46
5.53
3.15
85
3.46
N.M.
7.41
8.6
3.46
8.23
4.47
Vlaardingen, veem.
voe»
ienst, aanvangende 1 Nove-> varij
1ETSLTJIS naar ROTTERDAM. WI
aandag en i vm. 5 30 8,30. en namidc
(insdag j
Overige dagen 7,8,30,
[naar ROTTERDAM.
en voormiddag 6,— en namiddag
s dagen 1 7,30
AM naar HELLEVOETSLUIS.
voormiddag 8,30 ure, namiddag 12,4o en2,4q|
Van Schiedam circa een lïalf uur later.
)AM naar BRIELLE.
lageliiks voormiddag 8,30 ure, namiddag ,4.
van Scliiedam circa een lralf nur Latei,
;en van Ilellevoetsluis naar Rotterdam, voor
re en van Rotterdam naar Heüevoetsluis da
n nam. 12,45 ure, staan in corresponded
t op Goedereede en Overflakkee.
Deut. 3 26c.
II (Slot).
Als wij slechts de donkere bladzijde uit
es' levensboek opslaan, waar wij het
™féurde te Kades lezen, zien wij terstond,
od strikt rechtvaardig met Mozes te
ging.
el Gelijk reeds zoo dikwijls, was het volk
\Jkr bij Meriba ook weder tehoop geloo-
en en had het getwist met Mozes over
nari)
fzee op Rotterdam. DECEMklit bi
Van ROTTERftals.
2 vm. 11 Haft
mm iIé Idtflil
IKZEE
7,30
g 't Was laat in den avond. De bulderende wind-
t T^e sPla°en j°egen de dikke sneeuwvlokken dwar-
5 nm. tendedend dooreen, welke zich vast op elkander
e vm. ^wepgcikten. De straten in de stad M. waren ontvolkt,
vm Ba - 7
de winkeliers namen hunne uitstallingen van
«oor de ramen, om de gordijnen te kunnen la-
Middelburg-Rotterdam (Rad erl 9 :en vallen, want de torenklok had de sluitings-
CGeen opgaaf ontvangen.) 'mJfl aangekondigd. Het was Zaterdagavond, en
Va. men bad het in de laatste uren volhandig ge-
'JB9y het uur der ruste was daarom voor velen
t llrriim
vm.
■vm.
Ivm.
■vm.
Ivm.
Ivm.
Ivm.
8,30 u.
9,— u.
7,30 u.
8,-— u.
7,30 u.
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
7 vm.
8 vm.
(Geen opgaaf
Van
Ylissingen
naar
Rotterdam.
voorm. 0,00
voorin. 7,30
voorm. 7,15
voorm. 7,15
voorm. 0,00
voorm. 0,00
Van
Middelburg
naar
Rotterdam.
Hotter
Midde-
Vlissin
voorm.
voorm.
voorm.
voorm.
voorm.
voorm.
0,00
8,45
8,15
8,00
0,00
0,00
voorm.
voorm.
voorm.
voorm.
Yoorm.
voorm.
lechts enkele lichten ziet men zoo hier en
nog branden, en de meeste daarvan zijn
öhtpitten, want de nacht zal weldra al het
bare met zjjn valen sluier bedekkenen
1 zie*; Dien ginds uit die donkere steeg nog
tmenschelijke gedaante verschijnen. Wie mag
wezen? Ach, een klein meisje, in lompen
fd, die ze met moeite bijeen houdt. Een
't verblijf in zulk een onherbergzame plaats,
die zelfs geen water bood om te drinken.
Velen verwenschten zelfs hun leven. En nu
had God aan Mozes en Aaron, die zich
met de nood en huns volks tot Hem bega
ven, gelast, dat zij met den wonderstaf
van Aaron in de hand de nabijzijnde steen
rots zouden gebieden, een waterstroom
los te laten. Doch in plaats van enkel dat
gebod tot de steenrots over te brengen,
gingen zij er tweemaal met den staf op
slaan. Ook spraken zij vooral tot de ver
zamelde scharehoort toch, gij wederspan-
nigenzullen wij water voor ulieden uit
deze steenrots voortbrengen?" Uit deze
aanspaaak en uit dat slaan blijkt genoeg
zaam, dat de gewone zachtmoedigheid
Mozes hier begeven had. Er was bitter
heid en ongeloof in zijn harthij twijfelde
aan het welslagen van zijn werk.
Daarom had de Heere tot Mozes en tot
Aaron, den medeschuldige, gesproken:
«omdat gijlieden Mij niet geloofd hebt,
dat gij Mij heiligdet voor de oogen der
kinderen van Israël, daarom zult gijlieden
deze gemeente niet inbrengen in het land,
'twelk Ik hun gegeven heb." God bezocht dus
deze twijfelmoedigheid aan Zijn knechten.
Hij kan geen gemeenschap hebben met
het kwade, ook al wordt het door Zijne
kinderen bedreven. Hij straft het ongeloof
zonder aanzien des persoonsen Zijn
gunstgenooten worden er het zwaarst door
getroffen, omdat zij besef hebben van de
oorzaak van 'sHeeren kastijdingen. Ook om
dat zij, door den Heere te mistrouwen, te
gen beter licht in zondigen. Zij hebben dus
zwaarder straf verdiend. En als God met
zijn oordeel komt, dan begint dit van Zijn
huis uit.
Nu de Heere dan ook eenmaal aan
Mozes een bepaalde kastijding had aange
kondigd, was het tegelijk hoogst weldadig
voor hem en zijn volk, dat Jehovah zijn
oude versleten doek heeft ze zich om 't hoofd
gewonden, en bijna op haar bloote voetjes gaat
ze door de glinsterende en krakende sneeuw,
want klompen heeft ze niet, en door de van
stukken aan elkaar gemaakte kousen zijn hare
bijna bevroren voeten zichtbaar.
Klappertandend van koude ijlt zij voort langs
de straat, om te zien of vader nog niet komt.
Zij behoeft niet te zoeken, neen, ze weet wel
waar hij isginds, in „de halve flesch" is men
nog in volle glorie, daar wordt nog geklonken
en gedronken, en daar is haar vader ook, want
ze weet, daar is zijn thuis, waar hij zijn zuur
verdiend weekloon laat, terwijl vrouw en kind
bijna van honger en koude omkomen. Daar is
het, waar ze zoo dikwijls op de stoep heeft staan
wachten op haar vader, en daar gaat ze ook
nu weer heen.
Alleen deze wensch vervult haar hart, dat
hij met haar meê mag gaan naar huis; maar
ach, haar vriendelijke vraag zal wel weder op
zijn door den drank verwoest hart afstuiten.
Zij gluurt en tuurt onder en langs de gordijnen, en
ja wel, daar zit hij weder hij zijn makkers in
beschonken toestand om de tafel, zich verma
kende met het kaartspel. „Lieve Heere", zoo
bidt ze in stilte, „breng mijn vader weer bij
mijne moeder thuis, opdat we nog wat te eten
krijgen". Zij blijft nog eenigen tijd staan, ter
wijl zij rilt over al hare leden. Ja, zij aarzelt
nog om de deur te openen, want ze weet maar
reken ine
lag
den H
geen
toch
die
wensch niet toestond. Wellicht dacht Mo
zes niet meer aan hetgeen was voorzegd.
Althans daar wordt in zijn gebed gansch
mede gehouden. Maar
zaak er eenmaal tusschen
ere en zijn ziel. Daarom noemen
wij 's Heeren afwijzing weldadig voor Mo
zes. Want nu kon hij daardoor tot veroot
moediging en schuldbelijdenis komen, nu
kon de verzoening gezocht, de rekening
bij den Heere verevend en hij alzoo voor
bereid worden voor de ure van zijn sterven.
Tevens kon het onleerzame, stugge Israël
zien, hoe God Zijn bedreigingen gewisse-
lijk uitvoert.
Doch ook in een ander opzicht was Gods
weigering, om Mozes toe te laten in het
erfdeel der vaderen, hoogst weldadig.
Mozes had reeds een langen en bangen
levensstrijd achter den rug. Hij was ver
moeid, niet alleen van het worstelen met
de vijandige heidenen, maar ook door het
geen hij van zijn eigen volk had verduurd.
En nu zegt Jehovah, het is genoeg, en
lost hem af van zijn zwaren post. De
Heere strafte hem niet naar zijne zonden.
Hij had het goed met hem voor. Hij mocht
op de hoogte van Pisga klimmen, en daar,
van af den Nebo, over de Jordaan het
goede land en den Libanon zien. Ja, Mozes
kon vrij zijn blik laten weiden in alle richtin
gen maar daarna moest hij er dadelijk
afstand van doen, want straks ging hij naar
een geheel ander en nog veel beter Kanaan,
het hemelsche, om daar voor eeuwig met
den Heere te zijn.
Tot zijn leering en opdat het Gods in
zettingen en rechten zoude kennen, heeft
o
Mozes aan het jongere Israël deze zijne
ontmoetingen medegedeeld. Maar niet min
der zijn ze voor onze leering geschreven,
lezer, en er is inderdaad veel profijt te
trekken uit deze gebeurtenis. Vooreerst
maant zij tot ernstige zelfbeproeving, zoo
al te goed, hoe haar vader is als de drank zich
meester van hem heeft gemaakt.
Daar wordt de deur geopendfluks treedt zij
een paar schreden achterwaarts, en kijkt om
een hoekje, verlangend om te zien wie er te
voorschijn komt. Weldra zijn er eenige mannen
op straat, welke telkens door de gladheid der
versch gevallen sneeuw tuimelen, en ja, zij ziet
het, haar vader is er ook hij, en tot hare vreugde
gaan ze den weg in naar de Kraansteeg, waar
haar kranke moeder verlangend naar zijn komst
blijft uitzien. Nu volgt Rika ook van verre,
terwijl ze hare gescheurde kleêren wat nauwer
om het lichaam poogt vast te houdenzij ver
heugt zich reeds over vaders thuiskomst, want
ze meent, ginds, op den hoek, bij den ingang
van de steeg, zal hij van zijn makkers afscheid
nemen en naar huis gaan. Onder deze gedachte
heeft ze hare schreden wat versneld, en is zij
op geringen afstand achter het zich langzaam
voortbewegend gezelschap gekomen, dat met el
kander in druk gesprek is. Eindelijk zijn zij op
de hoek en nu zal ieder zijns weegs gaan maar
hoort, daar wordt de kleine Rika opgemerkt.
Eén hunner komt op haar af en roept de an
deren toe: „Kom aan jongens, laat ons zien wat
die kleine dreumes daar nog zoo laat doet!"
en terwijl hij met wankelende schreden by haar
komt, roept hij„Wel Piet, het is je eigen doch
tertje, kom, neem haar meê naar huis, het kind
bevri est hier op straat.
dikwijls wij meenen, dat God onze begeer
ten afwijst. Niet alsof elke zoodanige afwij
zing in verband zou moeten staan met be
dreven kwaad. Dit toont ons het voorbeeld
van Paulus, wien God den doorn uit zijn
vleesch niet ontnam, ondanks zijn gebeden,
wijl hij dienen moest als voorbehoedmiddel,
om hem voor zelfverheffing te bewaren.
Hetgeen wij meenen dat eemramp is, blijkt
soms weldra een bijzondere gunst van God
te zijn. Maar ook dikwijls zit er de eene
of andere zonde achter, waardoor wij ons
de verhooring naar onzen wensch heb
ben afgesneden. Zoo ook bij David, toen
hij God zocht voor zijn jongske. Hoewel
hij zoo neerslachtig was, dat hij zeven da
gen en nachten lang vastte, hoewel hij
zich geen rust gunde, vanwege het lijden
van zijn geliefd kind, werd het toch van
hem weggenomen. Doch hij had dit kind
ook in overspel verkregen en daarmede
'sHeeren toorn over zich verwekt.
Aan de andere zijde evenwel is er uit
deze voorbeelden van Mozes en David te
leeren, dat het terugwijzen van de eene
of anderen bede geen rede is om te mee
nen, dat God geen doen met ons wil hebben.
Hadden Mozes of David er die gevolg
trekking uit gemaakt, zij waren gewis tot
wanhoop vervallen. De H. Geest echter
bewaarde hen daarvoor. Zij hebben vrede
genomen met Gods besluiten. Mozes zette
getrouw den arbeid voort, dien de Heere
hem aangewezen had. En David, toen hij
hoorde, dat zijn geliefd jongske dood was,
stond op en wiesch en zalide zich, en ver
anderde zijne kleeding, en ging in het huis
des Heeren en bad aandaarna at hij ook
weder het brood in zijn woning, en zeide
tot zijn verwonderde omstanders: ik zal
wel tot hem (mijn kind) gaan, maar hij zal
tot mij niet wederkomen". Welk een hoop
sprak er uit die woorden Zij die de kiemen
des waarachtigen geloofs bezitten, worden
o o
Daar komt Piet Burgwal, de vader van Rika
aanstrompelen.
„Wat doe jij hier zoo laat in de kou", zoo
vraagt hij.
„Ach vader", antwoordt het kind, „moeder is
zoo ziek en wij lijden beiden zoo'u kon en hon
ger, wilt ge niet met mij gaan
„Maakt dat je weg komt, klein ding, zou ik
me door jou van straat laten halen
„Ach vader vader, doe 't maar", riep ze
schreiend uit.
„Scheer je weg, blaag, nu kom ik vooreerst
nog niet", bulderde Piet, en met een dronk en-
mansdeuntje" ging het weer verder op.
Acharme RiekaDikke tranen bevroren
bijna op hare blonde wangenzou de Heere dan
niet willen verhooren? O, hoe menig gebed heeft
ze reeds opgezonden om de bekeering van haar
vader, maar vruchteloos, 't werd eer erger dan
beter; en toch, vertrouwend sloeg ze telkens
haar oog hemelwaarts, want vandaar verwachtte
ze toch alles wat ze voor tijd en eeuwigheid
behoefde, dit had haar vrome moeder haar ge
leerd. Wat stond haar nu te doen? nogmaals
beproeven haar vader naar huis te noodigen -
het zou te vergeefs zijnzij wist hetze had
het reeds zoo dikwijls ondervonden. Zij loopt
de steeg weder in, en weldra treedt zij de som
bere woning weder binnen, waar haar kranke
moeder onder een paar oude stukken tapijt ne-
derligt. Wordt vervolgd.)
A