Christelijk 1 Vrijdag 2 December 1887. 2de Jaargang N°. 92. IN HOC SIGNO VINCES ilIBIL Mterfa ei OmstreïBii. W. BOEKHOVEN. I RW. W. Bosftra. ts Sonsls® Goedkoope Zondagschoolboekjes, enz., im§clte Fabriek, deiharnisop Rotterdam, (Raderboot, Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent, franco p. post. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden b j den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. Alle stukken voor de Redactie kestemd, Advertentlëii en verclere Adsniiiïstratle, franco toe te zenden aasa den Uitgever. OMMEL (Raderb.) WINTERDIENST an Den Bommel op Rotterdam. E EN PUTTEN en MAASNYMPK £!ER1KZEE N° l en 2 (Raderbooten)J erikzee op Rotterdam. NOVEMBER en-Middelburg-Rotterdam (Raderboot. Vraag' en Wedervraag1. €)rg'anlsatle. - --T—r™i' a. r~V ige kinderen haren man volgde naar ?ereld, waarheen hij in Augustus was werk te zoeken, hetgeen boven ver as gelukt. Dat in het dorp diep eerscht met den ijverigen man, die ïttende wijze vrouw en kinderen ver- ieder. en de inventaris der W. A. Scholten i'd voor ƒ350,000 bij verschillende en aan de Rotterdamsche beurs, meest uit tabak bestaande, was zeer wordt als verzekerde waarde geschat lillioen gulden. ers le klasse: A. C. Hamerton, L. Gcuken. Id. ;ich, John Gelirung, baron de Cles. ld. tusschen- tharina Fröhlich, Simon Binder, Albert Heusseler. Anton Föhstrora, Fred. Milles, Wilhelm Bergsteiu, ld, Jude Lewiusotm, Schraul Kacelnick, Kasimir Stella, Magdalena Zniel, Josef Meier, Marie Ha - 1 all Stepney, Georg Appleby, Isaac Robinson, IIu- Sviorsky, Josef Subotnik, 2 Schattschneider, ITen- )dor Willma, Jos. Yoendran, Lorenz Dreïscli, Ma- eske, Carl Miiller, Bartera Spatz. iers Ie klasse: Otto Bauer, Henry Blanc, Brings, yril Bromowsky, Jacob Guttmanu, Mathius liege, 3 Soeke Pagul, Sclimul Holpern, Halmen Glück, Adele Walil, Benjamin Schapira, Juras Bursdig, z Bruckner, Janos Pecsentje, JonosTakase, Josef s Wasser, Salomon Goldschmidt, Victor Queuvet, dolf Hinchoz, Falco Battiste, Rosso Autonio, 2 Ga- >nio Giraud, Andrea Maceaguo, Carlo Cherateo, 2 racesco Giovanni, Michaelle Moranno, Paglia Gio- Josef Rami, Macliael llabelsberger, Johann Gund, alina Schroth, Ignatz Hofmeister, Bolislaus Krzijs- ltka, Berl Reife, Stefan Jarecky, 4 Schattschneider, 2 Frau Brenfleck, Maria E. Bara, Gustav Witt. A. e Bertolimi, Aug. Ranch, Alma de Vijver, Ileury endekspassagiersJohann Telmann, Stefan Scheuk, UNCriEM 'aan'të'vrkg Aïs:f M™ aande Kerstfeest. ot het leveren van bovengenoemde ailles (hoogste onderscheiding), sre Baanstraat 12. Rotterdam. Tonge en B. BOLLE te Dirksland. lER, Raderstoomboot: Vooruitgang evoetsluis op Goedereede en Overflakkee rdienst, 1 Oct. 1887 tot 1 Maart 1888 (dam naar Middelharnis voorm. 6 en 12,u. harnis Hellevoetsl. 7,15 en 10, nm. 1,15 letsluis Stellendam 10,45 u. !iarni3 Stellendam 3,30 jetsluis Middelharnis 9,15 3, I)e Veerstoomboot vaart in aansluiting met de stoon )oten van Hellevoetsluis naar Rotterdam en omgekeen WACHTKAMERS ZIJN: tsluis bij PALING, rnis bij den SASMEESTER. m het Wachthuis der STOOMBOOT. NOVEMBER. ELHARNIS Maandag en Dinsdag voormidd. 5,uur Overige dagen 6,30 ERDAM. Dagelijks namidd. 1,30 uui )ot vaart NIET des Zondags. voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden, Deze Courant verschjnt eiken Vrijdag. uitgever SOII^ELSDIJIK. W ËEKHAliËllikm DECEMBER. 2 Vrijdag 3 Zaterdag 4 Zondag 5 Maandag 6 Dinsdag 7 Woensd. 8 Donderd. ZON MAAN op ondp.r op onder 7.51 3.50 5.43i 9.7 7.52 3.49 6.3210.42 7.53 3.48 7.3310.47 7.55 3.48 8.4211.52 7.56 3.47 9.54—.3 7.57 3.47 11.10.32 7.58 3.46 L. K.| 3.30 Vlaardiugen, veem. ÏERNEIV11NG, (ScHROEFSTOOMBOOTDIENST, 7an Rotterdam op Middelharnis. ienst, van 1 October tot 31 December, ERDAM naar MIDDELHARNIS. Dagelijks des voormiddags 8 uur ELHARNIS naar ROTTERDAM. Dagelijks des namiddags 1 uur. DES ZONDAGS GEEN DIENST. BOMMEL. Maandag en Dinsdag 's morgens 4,30 uier iderdag enZaterdag 6,30 TERDAM. Maandag en Dinsdag 's namidd. 1,15 ure, aderdag en Zaterdag 1,30 terdienst, aanvangende 1 November. .EVOETSLTJIS naar ROTTERDAM. vm. 5,30 8,30, en namiddag 2 voormiddag 6,en namiddag 2,30 u.j 2,30 Maandag Dinsdag Overige dagen 7,8,30, LLE naar ROTTERDAM. .aandag ei insdag verige dagen 7,30 'ERDAM naar HELLEVOETSLUIS. lijks voormiddag 8,30 ure, namiddag 12,45 en 2,45 ure Van Schiedam circa een half uur later. LEERDAM naar BRIELLE. Dagelijks voormiddag 8,30 ure, namiddag 2,45 urj van Schiedam circa een half uur later, j liensten van Hellevoetsluis naar Rotterdam, voorm. 8,3(1 ure, en van Rotterdam naar Hellevoetsluis dagelijkj >0 en nam. 12,45 ure, staan in correspondentie me| irboot op Goedereede en Overflakkee. HERIKZEE 25 vm. 8,— 26 vm. 27 vm. 28 vm. 29 vm. 30 vm. 1 vm. u. 9,— u. 7,30 u. 8,— u. 7,30 u. 0,00 u. Van ROTTERDAM Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 30 vm. Donderdag 1 vm. 25 vm. 9,45 26 nm. 9,45 27 nm. 9,45 28 nm. 10,30 29 vm. 9,45 ,1B. Van Vlissingen naar Rotterdam. 25 36 28 29 30 1 voorm. 0,00 voorm. 7,30 voorm. 7,15 voorm. 7,15 voorm. 0,00 voorm. 0,00 Van Middelburg naar Rotterdam. voorm. 0,00 voorm. 8,45 voorm. 8,15 voorm. 8,00 voorm. 0,00 voorm. 0,00 Van Rotterdam 1 Middelb. Vlissingen voorm. 0,- voorm. 8, voorm. 8, voorm, 8, voorm. 0, voorm. 0,- Heeft wellicht menigeen zich al verwonderd dat Dr. Ph. J. Hoedemaker, de vlugge publicist, wiens aantal kerkelijke brochures van de laatste jaren schier ontelbaar zijn, de door hem inge diende aanvrage om ontslag als hoogleeraar aan de Vrije Universiteit slechts in een paar kleine Standaard-artikeltjes zocht te motiveeren, thans, na het aanhooren van de rectorale oratie, uitgesproken door Jh. Mr. A. F. de Savornin Lohman, scheen de drang tot krachtiger zelfs- verdediging hem geen rust te laten, zoodat hij nog denzelfden avond (het was 20 Oct.) een opstel van 35 bladz. gereed maakte. Een enkele, officieële, volstrekt niet kwetsende uitdrukking van den rector greep hij aan om zijn gevoelens lucht te geven, en hij legde zijn schrijven ter perse bij den heer J. H. Kruyt Uitvoerig ontwikkelt Dr H. zijn bezwaren en tracht zelfs het air aan te nemen, alsof hij eerst recht een man van beginselen ware, die pal staat voor de belijdenis en de belangen van kerk en Universiteit. Hij wil ja als een nederig marte laar zwichten voor de groote overmacht van den doleerenden geest, die in de kringen der V. U. is gaan lieerschen, maar toch waant hij zich verdrongen van een school, waar zijn ker kelijke beschouwingen eigenlijk alleen recht van bestaan hebben! Maar wat had de heer Lohman dan toch voor verkeerdheid begaan, zal men vragen Niets anders, dan dat hij aan het einde zijner rede, bij de korte opsomming der academische gebeurtenissen had gezegdde hoogleeraar Hoedemaker heeft ontslag aangevraagdgeluk kig niet omdat hij het niet eens is met den grondslag onzer stichting." Geen woord ter beoordeeling van deze ontslag-aanvrage werd er bijgevoegd. En toch nam Dr. H. er geen vrede meê, maar legde aan zijn ambtgenoot Lohman de vraag voor: Hebben gij en ik evenveel recht ons op dien grondslag te beroepen, evenveel recht om te beweren, dat wij getrouw zijn aan de belijdenis onzer Kerk, die zoowel gij als »ik met onze handteekening hebben bekrach tigd?" Zóó vraagt nu een hoogleeraar, die zelf leeft, alsof er voor hem geen artt. 2832 van de confessie hestonden, die zich op het diepst af- hankel jk stelt van de ingedrongen kerkbesturen en van het bjeenbljven der groote menschen- massa en die volstrekt geen reformatie begeert, aar integendeel met alle beslistheid verwerpt, zoolang het den hiërarchischen besturen niet ^behaagt zichzelven af te zetten. Zelfs waagt hj nog een poging om zijn anti-confessioneele praktjken in theorie goed te praten. Helderder dan ergens elders komt in deze rochure aan het licht, hoe innig afkeerig Dr. H. is van alle mogelijkeverkrijgbare reformatie. Alleen een naar den mensch en naar de geschie- Idenis gesproken onmogeljke reformatie bljft hj loogel jk roemen. Een kerkorde rekent hj niet ;ot het essentiëele, waarvoor men zich recht streeks op'Gods gezag kan beroepen." Daarom irAan Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman. EENEBELIJDE- IS"? Een ernstige vraag naar aanleiding van mijn aftreden als oogleeraar aan de Vrije Universiteit, door Ph. J. Hoedemaker. rijs 0,40. neigt hj ook tot het half methodistich, half antinomiaansch zeggen: voor de grootte der Kerk hebben wij te waken, voor de zuiverheid zorgt Gods' (blz. 22). Het volk bjeenhouden" hljft zjn onvruchtbare leuze en J't eind van al z jn over peinzen ishet Gereformeerde volk is m jn volk totdat het op zichzelf gaat staan" (dat is: totdat het de kerkeljke gemeenschap met de godloochenaars en de ketters verbreekt). Wel beweert hj bovenal gehoorzaam aan Gods Wood te willen zjn, ook onder het reglementaire juk, maar in de hoofdquaestie, wat in de Herv. kerk naar dat Woord de plicht en de roeping der geloovigen is, treedt hj niet," (blz. 10). En waar hj zelf zich zoo ontrouw toont aan een groot deel der bel jdenis, heeft h j den onbegr jpel jken moed nog om zjn ambtgenoot Lohman hard te vallen over diens bezwaar tegen één enkele formuleering in art. 36. O, kemel en mug! Waarover moet men zich hier meer verwonderen, en bedroeven: over Dr. U's. verregaande zelf verblinding of over zijn drieste aanmatiging? De heer Lohman bleef hem echter het ant woord niet schuldig. In een b j den heer J. A. Wormser gedrukte brochure zet hj met on wraakbare gegevens uiteen, dat Dr. H. in 1883, toen Mr. L. het professoraat werd aangeboden, perfect wist hoe deze over art 36 èn over de Kerkreformatie dacht, terwjl hj nochthans her haaldelijk en nadrukkelijk op Lohman's aanvaar ding van het professoraat heeft aangedrongen, ja zelfs de aanvulling der juridische faculteit met diens persoon een levensvoorwaarde voor het bestaan der Vrje Universiteit achtte. Mr. L. doet hem dan ook gevoelen, dat hj tegeno ver zijn vraag: »zjn gij en ik wel met gelijk recht hoogleeraar aan de Vrje, Gereformeerde Universiteit?", de wedervraag zou kunnen plaat sen: i> hebben gj en ik wel evenveel recht om ons een eerljk man te noemen Temeer, daar ook Hoedemaker's houding van de laatste maan den op kerkelijk gebied gansch onvereenigbaar is met zjn vroeger uitgegeven brochure Machts vertoon of wettig gezag", met zjn schrijven in de Heraut van 6 Juni 1880 en met zjn op 20 Dec. jl. te Sneek gehouden rede. Doch liever dan H's eerl jkheid betw jfelen wil Lobman zijn gedurige verandering van uitspraken en gedra gingen toeschrijven aan de zwakheid van zjn geheugen of aan te groote haastigheid in zjn spreken en doen. Dit neemt echter niet weg, dat L. aan H. (die in 1883 zoo volkomen wist wien hij binnenhaalde en nu hem zjn afwjking verwjt) de vraag meent te moeten doen, of het niet iets anders was dan de voorgegeven onge- reformeerdheid van den heer Lohman, die hem tot heengaan drong. Want wel heeft L. nog be zwaar tegen een enkel woord in art 36, nl. in zooverre daar aan de overheid de verplichting wordt toegeschreven om het woord des Evan gelies overal »te doen prediken", maar in 1883, bj zjn optreden als hoogleeraar, had hj veel meer op de formuleering van art. 36 tegen. L. is dus in de beljdenis eer nader gekomen dan er van afgeweken, en alzoo houdt H's veront schuldiging voor zjn heengaan volstrekt geen steek. Wat nu de kerkeljke prakt jk betreft, toont de heer Lohman aan, dat het verschil tusschen hem en Dr. H. niet ligt in zjn (L's) afwjking van de beljdenis of in onderschatting van het kerkverband, maar in de beschouwing der or ganisatie van 1816. Omtrent deze organisatie immers oordeelt L. dat ze nooit wettig is in gevoerd en nooit bindende kracht kan hebben voor de kerken, ook omdat deze haar nooit aan namen; en H. daarentegen rekent ze net zoo »Aan Dr. Ph. J. Hoedemaker. Een ERNSTIGE WEDER VRAAG", door Jlir. Mr. A. F. de SaYornin Lohman. Prijs 0,25. lang bindend totdat het den besturen zelve be lieft, haar op te heffen. Evenwel, al staan wj, wat de hoofdquaestiën aangaat, geheel en onvoorwaardeljk aan de z jde van Jhr. Lohman, toch heeft Dr. H. in enkele opzichten wel eenig recht van spreken. Zoo b.v. als hj de Herv. kerkeraden, die de gemeente reglementair besturen, tot de hiërarchie rekent (blz. 31). Of waar hj wjst op het bedenkelijke van een officiëel-» neutrale" verhouding van de Vrje Universiteit (met name van de theol. fa culteit) tot de kerk en zulk een neutraliteit" als onmogeljk voorstelt. En vooral heeft hj hierin geljlc, dat er bj de stichting der V.U. en zelfs nog in 1882 op de jaarvergadering te Leeuwarden, geredeneerd werd alsof men waar- Ijk geloofde, dat de studenten van die Hoogeschool ooit zouden kunnen of mogen dienen onder het synodale juk. In geheel de wjze van optreden van de V.U. ten aanzien van de kerk was aan- vankeljk iets dubbelzinnigs, of althans iets duis ters en zwevends. Vandaar ook de weinige sym pathie, destjds van chr. geref. zjde betoond. Had men maar vroeger ingezien en ridderljk uitgesproken, hetgeen men in 1886 onomwon den begon te beljden, t.w. dat er onder de sy nodale organisatie van 1816 toch geen kerkher- stel mogeljk was, en dat het dus tot een breuke in het Genootschappeljk kerkverband moest ko men had men maar dadeljk kunnen betuigen aan vrienden en tegenstanders, dat de theol. stu denten, na een geref. opleiding genoten te heb ben, nooit de Herv. kerk als zoodanigdat is in haar ontredderden en vervalschten toestand zouden dienen, tenzij dan met verloochening van het vroeger geleerde, zie, dan had Dr. Hoe demaker zich zoolang niet aan stroohalmen kunnen vasthouden en was hem thans de weg voor uit vluchten beter afgesneden geweest. Prof. H. had de vereeniging voor H. Onderwjs dan nooit durven verwijten, >dat z j haar oorsprong vergat, dat zj van haar doel afweek, dat zj haar grond slag verloochende, en ontrouw werd aan velen die haar hielpen stichten en steunen". Niet als zouden die aanklachten waarheid behelzen. Dat zj verre. Neen, de oorsprong, het doel en de grondslag der V.U. eischen juist de verbreiding der beginselen van de tegenwoordige reformatie, maar de fout of zwakheid der hoogleeraren zit dan ook niet in hun gedrag van de laatste twee jaren, maar in hun vroegere pleidooien, en veel meer nog in hun vroegere handelingen. Men sprak veel van dadenmaar het kwam tot geen daden. Het werd niet genoeg zichtbaar, dat er bj een vrije en gereformeerde universi teit ook een vrije en gereformeerde kerk be hoort. Ook nn nog wordt het somt jds van do- leerende zijde betwist, (hoewel niet door de Prot. Noordbrabanter) dat de doleering inderdaad scheuring in de kerken van na 1816 brengt. Dit ergert Dr. H., hj noemt het stellen van de do leering" tegenover de scheiding" eenvoudig een »praatje", omdat het wjzigen der kerkorde geljk staat met het wegnemen van de hoepels, die de duigen van een ton samenhouden. Dr. H. vat maar al te goed dat er bj een zoo algemeene afwjking van de leer onzer ge reformeerde vaderen, geen reformatie zonder sepa ratie kan plaats hebben. En die separatie schrikt hem af. Hj wil de massa, het volk, zooals hj meent, onder zjn bereik houden. Maar de heer L. drukt hem op het geweten, dat hj in deze grooteljks dwaalt; dat men in het Genootschap het volk niet naar bjbelsche voorschriften kan bereiken, en dat daarom de reformatie juist dringend noodig is in het belang van dit ver waarloosde volk. Zoo eindigt dan Lohman's be toog vanzelf in de vraag aan H. of h j niet beter zou doen met langs den weg der reformatie meer invloed op dat arme volk te zoeken dan degenen te hestokeu, die als het ware vereen- zelvign zjn met de stichting (de Y. U.) die hj zegt lief te hebben, en voorts te blijven zitten onder een hiërarchie, die lieinzelven bindt en de ongeloovigen onverzorgd en bandeloos laat. Wat is nu de moraal van deze droevige historie? Naar ons inzien deze, dat het nooit geraden is om iu gewichtige aangelegenheden saam te wer ken met hen, die principiëel min of meer van ons verschillen; tenzj die verschillen vooraf kunnen opgelost worden. Anders geraakt men later in allerlei moeielijklieden. O. i. hebben zoo min de Directeuren en de Senaat als Dr. H. b jzon- dea* wjs gehandeld met hem aan de Y. U te verbinden. Dr. H. wist, dat zjn ambtgenooten op daden wachtten, en die ambtgenooten wisten, dat Dr. H. daar bjzonder bang voor was. Dit verschil heeft men te licht geteld. En nu het confliet kwam. was dan ook een klein conflictjen achterna in de kringen der Y. U het noodzakeljk gevolg. Intusschen verbljden wj ons harteljk, dat deze stichting bjna in haar geheel is bij ven staan, dat al de andere hoogleeraren meê den goe den kant kozen, en dat er alzoo na Dr. H,s. aftre den weer rust en harmonie in haar midden zal zjn. Een Universiteit heeft zoowel als een kerk behoefte aan vrede binnen hare muren. Geve God haar die te genieten tot in lengte van dagen. Nu de nieuwe Grondwet geldigheid kreeg, moet onze partj in de nieuwe districten behoor- ljk georganiseerd worden. En hiermede mag niet gedraald. De organisatie moet ook veel meer dan vroeger plaatselijk geschieden, aangezien nu de kiezerskringen zooveel grooter zjn. De algemeene organisatie van het geheele dis trict moet van onder op, van uit de gemeeute- ljke kieskringen opklimmen. Het is dus zeer gewenscht om in elke gemeente spoedig eene kiesvereeniging op te richten. Deze kan tegeljk dienst doen voor provin ciale en voor gemeenteraadsverkiezingen. Natuurljk gebaseerd op ons program. Er be hoeven niet dadeljk zooveel leden te zjn. Met slechts een tien- of twaalftal kan men beginnen. Desnoods, wegens gebrek aan deelneming, kunnen ook een paar kleine gemeenten zich combineeren. En uit die plaatseljke vereenigingen wordt dan vervolgens een districts-bestuur gekozen, nl. op een vergadering van plaatseljke afgevaardigden. Verder stellen die districtsbesturen zich in be trekking met ons centraal comité, en het ver band is in orde. IJver is goed. Maar men ga niet dadeljk tever. Men wachte zich, dat men nog geen candidaten voor de Tweede Kamer stelle, omdat het nog geheel onzeker is, of men het met de Katho lieken eens zal kunnen worden over een eer volle samenwerking. Het hangt er maar van af, of z j een program van actie, een program van wenschen en streven met ons willen vaststellen waarb j onze beginselen geen gevaar ljden. Im mers, bljkt er onderhandeling mogeljk, dan mogen er van weerskanten alleen zulke mannen candidaat gesteld worden, die het gemeenschap- pel jk program toonen te aanvaarden. Nog eenmaal moeten de Deputaten van de oude kiesvereenigingen opkomen om over de reorganisatie te beraadslagen, en het verband der nieuwe kiesvereenigingen te regelen. Dan moeten de nieuwe kiesvereenigingen op treden, z. v. m. met behulp van allen, die hoogst- waarschjnljk in April e.k. kiezer zullen zjn. Daarna wordt er een Deputaten-vergaderiug gehouden van afgevaardigden uit de nieuwe kies districten, ten einde het program van wenschen en streven voor onze partj, wat de naaste toe-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1887 | | pagina 1