Tan 28 öctolier 1887,1° 87.
A,
it uren
nt
J
Gemengde Berlcliten.
Boekaankondiging*.
De twaalf patriarchen, Bijbelsche
karakterstudiën door Dr. A. Kuyper.
Amsterdam, J. A. Wormser. Prijs ƒ0,75.
Geb. 1.
De Bode der Heldring Gestich
ten, onder redactie van Ds. H. Pier-
son, te Zetten. Abonnementsprijs per
jaargang, fr. p. p. 1,375.
De klerk van den inquisiteur.
Jozef, of een levende onder de dooden.
Een beeld uit het leven naar ware feiten.
Prijs 0,50voor uitdeeling 25 ex. 11.
Tien prentenboekjes van P. J. Klop
pers. Uitgave van de H.H. Höveker
&Zn. te Amsterdam. Prijs p. stuk ƒ0,04.
PTOÏfMM op Mji 30 OctoM88?.
ledwl iBerwiiide Merk.
Ds. K. G F. W. Ham.
Ds. P. C. A. Halffman.
Ds. M- M de Lint.
Ds. K G. P. W. Ham.
Ds J. P de Klerk
Ds. P. C A. Halifman.
Ds. J. L. Tichelaar
Ds. J L. Tichelaar
Xcdérd. der. Merk (tfoleer.).
Stad a. h Haringvliet.
Clirist. Gereformeerde Merk.
Ds J- J- Koopmans.
!>ooi>§§*eziiide Merk.
Ds K W. Bossing.
0,-
0,
Feuilleton.
Een martelaar uit de tweede eeuw.
schending
[angenaam
;noemde
[ding).
Itterdam
•ksland.
ran eene
en
rttitgang
Iverflakkee.
Iaart 1888.
U.
10,11m. 1,15 n.
3,30 u.
3,u.
1 met de stoom-
1 en omgekeerd.
Stellendam des
I Hellevoetsluifc.
Bijvoegsel
Maas- en Scheldebode
De heer van 't Lindenhout directeur van
de weesinrichting te Neerbosch ontving uit de
Transvaal van den oudwees Pijpstra bericht, dat
hij met een tuinman die uit Holland is overge
komen een groenteveld heeft aangekomen een
groenteveld heeft aangelegd en daarop verschil
lende soorten groenten teelt en die verkoopt.
Hij heeft aanvankelijk goede hoop. Behalve het
vleesch dat 80 cent de 5 ons kost, is alles daar
zeer duur. Een zak meel kost 30 a 36.
De koffie, ongemalen en ongebrand kost 90
cent de halve kilo (5 ons). Thans is Pijpstra
bezig met het bouwen eener woning voor zich.
In Oostellingwerf staat een best frisch en
gezond paard bijna 15 jaar op stal en heeft in
al dien tijd niet gewerkt, noch is van zijn plaats
geweest.
De eigenaars, twee samenwonende broeders
hebben vóór een 15-tal jaren een kleine ruzie
gehad om het paard, en sedert wil de een voor
den ander het dier niet gebruiken. (Ass. Ct.)
Te Tjilatjap overleed dezer dagen de 2e
luitenant der Infanterie graaf von Taubenheim,
een volle neef van wijlen onze koningin Sophia
(eerste vrouw van onzen koning). De overledene
had verscheidene ridderordes.
Uit Kaapstad wordt melding gemaakt van
de viering van den eersten verjaardag der stad
Johannesburg in den Transvaal.
Een jaar geleden bestond Johannesburg uit
enkele hutten, en nu is Johannesburg een stad
zoo goed als eenige andere. Zij heeft breede
straten, hotels, vijf couranten, is bewoond door
het ondernemende volk en heeft drie Engelsche
kerken der verschillende richtingen. De stad
ligt 30 mijl van Pretoria in het midden der meest
belovende Transvaalsche goudvelden, waarheen
een algemeene landverhuizing plaats heeft uit
alle deelen van Zuid-Afrika.
De slavenhandel wordt aan de Roode Zee
in het geheim nog op groote schaal gedreven.
Het volgend lijstje geeft een kort overzicht der
prijzen, die voor de koopwaar''worden besteed:
Meisjes van 10 a 15 jaar 400 a 500 francs.
'Jongens 7 11 300 400
Meisjes 16 22 250 350
Jongens 15 20 150 2o0
Volwassenen worden slechts bij uitzondering
door de karavanen medegenomen.
Volgens de «Telegraph" had dezer dagen
te Chelsea een hoogst eigenaardige wedstrijd
plaats. Peddy Wiek, de «scheerdersbaas" had
aangenomen 50 personen in één uur te scheeren.
Hij won den prijs van 180 met glans, want
hij maakte niet minder dan 77 kinnen in den
tijd van 59 min. en 53 sec. zoo glad als een
spiegel. In het eerste kwartier schoor hij 21
personen, in het tweede 14, in het derde 19
en in de laatste 14 min. en 53 sec. bracht hij
het tot 23.
Geen droppel bloed vloeide bjj dit alles, en
hij heeft nu zijn vakgenooten tot een scheer-
wedstrijd geblinddoekt uitgedaagd, 't Zal echter
de vraag zijn of er menschen zullen te vinden
zijn, die onder 't mes van een blinde willen
komen.
Dit fraai gedrukte boekje zal weer menigeen
boeien en tot meerdere Bijbelstudie opwekken.
Één voor één gaat Dr. K. de karakters na van
de twaalf zonen van den patriarch Jakob en
wijst het verband aan tusschen hun bijzondere
neigingen, de omstandigheden en karaktertrek
ken hunner moeders tijdens hun ontvangenis,
hun namen en de karaktertrekken en levensom
standigheden van hun stammen. Ook de gevaren,
zoo eigenaardig met die karakters verbonden, en
de wijze hunner ontaarding wordt door den ta
lentvollen schr. geschetst. Alles hoogst belangrijk
De lezer moet deze karakterstudiën nastudee-
ren. Het zal hem gewis tot voordeel strekken.
Een praatje met grootmoeder.
Overgedrukt uit het orgaan van den
Nederl. Vrouwenbond tot verhooging
van het zedelijk bewustzijn. 4e jaar
gang no. 13, 1887. 's Gravenhage,
W. A. Besehoor.
Een goed gesteld verhaaltje, dat voor huis
vrouwen en moeders hoogst nuttige wenken bevat.
Omstreeks 15 Sept. jl. werd het eerste num-
mer van den vierden jaargang van dit keurig
geredigeerd maandblad verzonden. Wie er zich
op abonneert, steunt daarmee tegelijk de vele
Heldring-Gestichten, die telkens aan het hoofd
van het blad staan opgenoemd, met bijvoeging
van de namen der directrices, de voorwaarden
voor opneming en de reisgelegenheden. Zulk een
steun, neen veel meer dan dezen, zijn de Hel
dring-Gestichten waard. Daarom hopen wijdat
velen zich den «Bode" zullen aanschaffen en
goed luisteren naar hetgeen hij mededeelt. De
belangstelling in den moeielijken maar dringend
noodzakelijken arbeid, dien men in Zetten be
proeft, zal er stellig door opgewekt worden. Het
is een werk, dat nog te weinig gekend wordt
in ons land, en daarom ook te weinig gewaardeerd.
Een tafereel uit den tijd der Refor
matie in ons Vaderland (1566), dooi
den schrijver van »Selcart". Prijs ƒ0,75;
voor uitdeeling 25 ex. 16,25, en
Deze beide uitgaven van den heer C. Blom-
mendaal te 's Gravenhage zijn overwaard gelezen
te worden. Dat zij als feuilleton in de «Bood
schapper" zijn opgenomen en door den bekwa
men redacteur van dat blad, Ds. W. G. Smitt,
bij ons christelijk publiek zijn ingeleid, is een
aanbeveling te meer. Het eerste verhaal doet
u inleven in den strijd voor de Gereformeerde
religie in ons Vaderland in de 2e helft der 17e
eeuw, en het andere, «Jozef", beschrijft zonder
opzettelijke versiering de bekeering van een zoon
uit Israël, die zeer wonderlijk door de godde
lijke Voorzienigheid werd geleid, en dien, zoo
als de inleider mededeelt, «enkele, nog levenden,
van aangezicht tot aangezicht gekend hebben",
maar wiens geslachtsnaam vooralsnog verzwegen
is, wijl er nog vele familieleden van hem leven.
Beide boekjes zijn netjes gedrukt en met ge
kleurde plaatjes voorzienzij zijn dus voor zon
dagscholen, knapenvereeniging, enz. zeer-geschikt.
Ter verspreiding onder zeer jonge kinderen
zijn deze boekjes allerliefst. De teekeningen zijn
kleurig en levendig, en de heer Kloppers, een
der meest bekende schrijvers voor de jeugd,
voegde er een eenvoudig, bevattelijk woordje
ter uitlegging aan toe. Bij de op handen zijnde
feesten zullen zij zeker in menigte worden ge
kocht.
Sommelsdijk. Namiddag.
Ds M. M. de Lint
Middelharnis. Voormiddag.
Stad aan het Haringvliet. Namiddag.
Ds M. J Wentink.
Den Bommel. Voormiddag.
Ooltgensplaat. Voormiddag.
Oude Tonge. Voormiddag.
Ds T. H. van Dolder.
Nieuwe Tonge. Voormiddag.
Ds. M. J. Wentink.
Herkingen. Namiddag.
Dirksland. Voor- en Namiddag.
Melissant. Namiddag.
Stellendam. Namiddag.
Ds T H. van Dolder.
Goedereede. Namiddag.
Ouddorp. Voormiddag.
Zondag- en Maandagavond 6 uur.
Ds. Grunke, van 's Gravenhage
Middelharnis. Voormiddag en Avond.
Ds. P. v. Schaik.
Stellendam. Voor- en Namiddag.
Ouddorp. Voormiddag.
Snelpersdruk. W. BOEKHOVEN. Sommelsdijk.
derboot.)
aidd. 5,uur.
1 0.30
lamidd. 2 uur.
Dctober.
ootdienst.)
[iis.
December.
uur
Iddags 1 uur.
ItDIENST.
im.
Ins i, 30 ure.
>,30
lid. 1,15 ure.
1,30
ÏNYMPH
ktober.
nam. 3,3 ure.
3,30
uur.)
paam. 4,u.
H 4),H
[l,30 ensure,
later.
|,30 en 4; ure.
tur later.
voorm. 8,30
Jluis dagelijks
Pondentie met
booten).
COBER.
ERDAM
9,45 u.
|im, 9,45 u.
u.
jim. 10,45 u.
u-
|m. u.
u.
.DERBOOT.)
Van
lOTTEKDAM n.
Middelb. en
Vlissingen.
voorm.
8,—
I voorm.
8,—
1 voorm.
8,—
I voorm.
voorm.
o,—
1 voorm.
V
t volmaakt rechtvaardigen. Anderdeels
x^-ven zij nog hier op aardehet zijn de
heiligen der hooge plaatsen. Maar het is
nog lang niet voltooid. Naar de beloften
Gods moeten er nog vele zielen in dat
Koninkrijk overgebracht worden. Daarom
bidt elk onderdaan van Koning Jezus, dat
toch Zijn rijk moge komen.
Maar hoe gaat dit toe? Kan God niet
o n middellijk de oogen van vele zondareu
verlichten, zoodat zij de waarheid zien en
betrachten
Daar hebben wij niet naar te vragen.
In het afgetrokkene beschouwd kan God
alles. Maar Zijn almacht wordt bepaald
door Zijn wil. En nu heeft Hij eenmaal
verordineerd, dat er door menschen aan
menschen zal gearbeid worden, en dat Hij
a 1 z o o de genade in de zielen zal doen uit
vloeien. Het geloof is uit het gehoor, en
het gehoor uit de prediking des Woords.
Bidden voor den bouw van het Godsrijk
is daarom niet genoeg. Het is wel het
halve werk, zooals Luther zeide, maar niet
alles. De arbeid behoort er noodzakelijk
bij. Het zaad moet uitgestrooid worden.
En nu zijn wel de leeraars daartoe de eerst
4) door
G. VAN DEN HAM.
Keizer Aurelius bad een Gouverneur (praefect)
over Rome, Rusticus geheeten. Deze, wiens stre
ven alleen was om eere en achting in de we
reld te winnen, nam de taak op zichomJusti-
nus tot den afgodsdienst te overreden en de
bevelen des keizers, kdie zelf ook heiden was,
te gehoorzamen.
De beroemde gouverneur, die als leermeester
van den keizer in hoog aanzien stond, meende
deze zaak wel spoedig in orde te zullen krij
gen, om op die wijze zijn aanzien hij het volk
nog meer luister bij te zetten. Hij liet Justinus
uit de gevangenis halen en in een zijner kamers
brengen. Daar vertoefde hij eenigen tijd, toen
eindelijk de gouverneur met een wreed en hoog
hartig voorkomen de kamer binnen trad. Hij
plaatste zich naast den gevangene en sprak
hem aldus aan
«Gij zijt en blijft een Christen?"
»Ja"
«En zijt ge door niets of niemand van uw stuk
af te brengen?"
«In Gods kracht zal ik blijven volharden."
«Ellendeling, dat gij met dien verfoeilijken gods-
hoeft niet gezaaid te worden, en het wiiu^
hout vraagt naar geen kweeker.
Aldus is het ook in Gods Koninkrijk.
In zooverre dat rijk zich hier op aarde
vertoont, sluipt de zonde er vanzelf,
tegelijk met den mensch binnen. Want
wie leeft er onder de zon, die volkomen
heilig zou zijn Uit onreinheid geboren, blij
ven Gods kinderen met hun zonde en on
reinheid worstelen tot aan hun dood. Zelfs
de man naar Gods hart moest nog bidden
na diepe afdwalingSchep mij een rejn
hart." Doch alle goede planten in Gods
Koninkrijk moeten gezaaid worden.
O, welk een ruim veld breidt zich hier
voor ons oog uit. Wat zijn in dit opzicht
de ouders en opvoeders niet verplicht om
trent de aan hun zorg toevertrouwde kinde
ren; en de heeren en vrouwen omtrent
hun ondergeschiktenkortom iedereen om
trent zijn naasten.
Doch wat een tekortkomingen zijn er
ook op dit gebied waar te nemen. Wat
liggen daar een akkers schier geheel onbe-
zaaid. Niet alleen in de verre heidenwereld,
maar ook in ons eigen Vaderland en in
onze eigene gemeenten. Zelfs zouden u
dienst zoo ingenomen zijt. Wie heeft u tot zulk
een dwaasheid gebracht?"
«Ik zocht bij al de wijzen en geleerden van
Griekenland rust en vrede voor mijne ziel, doch
ik vond ze niet. Maar door het geloof in Jezus
Christus, den Heiland der wereld, ben ik dezelven
deelachtig geworden."
«Dus wilt gij christen blijven om de rust en
den vrede uwer ziele te bewaren?"
Ook daarommaar wat meer is, die Chris
tus, in wien ik geloof, is mij ten waarborg dei-
zaligheid, waarin ik na dit leven deelen zalen
wat vermogen daartegen uwe goden, die gij zei
ven maakt van hout of steen?"
«Wacht u, dat gij niet ten tweeden male de
eere van onzen god schendt."
Justinus schudde het hoofd, als wilde hij zeg
gen och, zaagt ook gij de dwaasheid in en het
groote gevaar waarin gij verkeertdaarop richtte
hij zich tot den gouverneur, wiens loerende
blik de kamer doorging, en zeide: «Zeg mij nu
kortaf wat dit verhoor te beduiden heeft".
«Ik wilde u vragen, of gij met dien vervloek
ten godsdienst ingenomen zijt, herhaalde de gou
verneur driftig.
«Ja, dat ben ik" antwoordde Justinus, «en
ik houd mij hij de christenenhun godsdienst is
de ware".
«Wat is dan hunne leer?"
«Wij gelooven in één God, Schepper van he
mel en van aarde. En in Jezus Christus Zijnen
middelen waren bekend gemaakt met Gods
raad en wil. Geen wonder dan ook, dat
zulke ouders vaak hebben te klagen over
de grove ondeugden hunner kinderen, en
evenzoo de meesters en de meesteressen
over hun dienstbaren. Maar wat wil men
Zij zaaien niet, hoe zullen zij clan oogsten
Bovendien, hoe kan iemands eigen gees
telijk leven tieren en wortel schieten, indien
het zich niet openbaart in ijverige werkzaam
heid tot eer van 's Heeren naam? Door
anderen de waarheid voor te houden wordt
de christen in zijn eigen geloof versterkt.
Met het hart gelooft men wel ter rechtvaar
digheid, maar met den mond belijdt men
ter zaligheid. Heel de Schrift predikt het
ons, dat wij de kennis van Gods rechten
en inzettingen ten nutte van tijdgenooten
en nakomelingen hebben te verbreiden
Het licht, dat God ons schonk, mag niet
onder de koornmaat, maar moet op den
kandelaar verschijnen. Gods deugden te
verkondigen is der heiligen onafwijsbare
taak. De Heere bedient zich van dat mid-
Zie o. a. Deut 4:9; Joël 1:3; Rora. 12 7 en 8Col. 3
16; lThess 5: 14; Hebr. 3: 13; en 10: 25.
Zoon, den Zaligmaker van allen die Hem aan
nemen, en den Rechter aller menschen. Ik ben
veel te gering om iets naar waarde van Zijne
oneindige grootheid te zeggen, dat hebben de
Profeten gedaan die vóór vele eeuwen de toe
komst van den Zone Gods hebben voorspeld".
«Maar hoor eens; gij die meent in het bezit
der waarheid te zijnwanneer ik u laat geese-
len van den hoofdschedel tot de voetzool toe,
denkt gij dan nog in den hemel te komen?"
«Al bracht gij ook terstond uwe bedreiging
ten uitvoer, dan hoop ik toch het erfdeel dei-
ware christenen te ontvangen. En niet alleen
dat ik zulks hoop, maar ik ben er zeker van".
«Zoudt gij uwe betrekking bij den keizer
wel weder terugwenschen
«Indien ik daarbij vrijelijk mijn God kon die
nen, dan ja, maar dit zal wel niet mogelijk zijn,
en daarom, ik verlang er ook niet naar."
«Maar Justinus, bedenk, welk een aanzien
gij u daardoor verwerft. Gij zijt nu een gevan
gene en dan waart gij dagelijks in 's Keizers
nabijheid, van welk voorrecht gij nu alleen
zijt verstoken, omdat gij niet voor onze goden
wilt offerenkom, ik zou het maar doen, ik zal
bewerken dat gij niet openlijk uwen Christus
behoeft af te zwerengij kunt daarom in uw
hart wel christen blijven; maar wat ik u bid
den mag, breng slechts een offer aan onze go
den gij kunt het zoo lichtelijk doen, en wat
wel het voornaamste is, de eere en achting,
«naar gemeenteleven. De gemeente bestaat, en zij
«is veilig, want de poorten der hel zullen haar
«niet overweldigen, daarom is het bewegen op
«haar gebied ook veilig. Ach! werd zij maar
«begrepen in haar bestaangrond en doel! Daaren-
«tegen is het bewegen op het gebied der Kerk,
«zonder, het volle gemeenteleven, zeer gevaar-
lijk. Wat wij «Kerk" en hare «organisatie"
«noemen is door en uit het gemeenteleven ge-
«wrocht, om als middel te dienen, li aar leven te
ontwikkelen, doch zij is niet de gemeente zelf.
«Maar men is sinds lang bezig haar te gebrui-
«ken om dat leven der gemeente te ontkennen
«en haar feitelijk voor dood te verklaren, hoe-
«wel de H. Geest zegt: «U heeft hij mede le-
«vend gemaakt met Christus".
Wie kan nu uit zulk een wartaal wijs wor
den? En dat wordt u dau nog wel opgedischt
door een predikantDs. J. van Dijk, het hoofd
der Doetinchemsche stichtingen.
Indien er nog een eenigszins bruikbare be-
teekenis aan deze ontboezeming te hechten ware,
dan zou zij deel uit moeten maken van een be
schrijving der diepe ellende van het Hervormd
Genootschap. Want de hiërarchische besturen
van dat Genootschap lieten juist het echt chris
telijke glippen, en deden de gemeente, de eigen
lijke kerk geweld aan, ja stelden zich aan als
hestonden er geen kerken dan bij hun gratie en
die gij te voren hadt aan dit grootsche kei
zershof, zult gij u daardoor weder hergeven."
«Niemand, die zijn gezond verstand heeft, zal
van den waren godsdienst voor dwaling en god
deloosheid afstand doen. Wij, christenen, heb
ben geen anderen wensch, dan om te mogen
lijden om onzes Heeren Jezus wil, en zoo de
zaligheid in te gaan. Daardoor wordt die ons
beloofde zaligheid nog grooter, en zoo zullen
wij met vast vertrouwen kunnen verschijnen
voor den rechterstoel van onzen Heiland, voor
wien de geheele wereld geopenbaard moet wor
den. Gij hebt geen kennis aan de verborgen
schatten, waarvan wij bezitters zijn, en daarom,
vermoei mij langer niet."
«Meent gij, dat ik geen macht heb u te la
ten dooden?"
«Dat hebt gij. Welnu, wilt ge dit doen, gij
verkort dan mijnen weg naar den hemel.
«Nog eenmaal vraag ik u: wilt gij offeren
aan onze goden?"
«Neen! alleen mijn hart wil ik Jezus ten
offer brengen."
«Zwijg!" riep nu de gouverneur, terwijl hij
woedend opsprong; «voor de laatste maal vraag
ikwilt ge u aan ons onder wei-pen en zoo
niet, dan laat ik u zonder genade doodmartelen
Justinus stond nu- op van zijn stoel en riep,
vol overtuiging met luiden stem:
»Doe wat ge voor hebt, ik blijf christen,
zoolang ik leef!" Wordt vervolgd.)