Christelijk Vrijdag 2 September 1887. 2de Jaargang N° 79. IN HOC SIGN O VINCES W. BOEKHOVEN. DE MARTELARES VAN LYON. Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent, franco p. post. Afzonderlijke nummers 5 Cent. Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Advertentiën driemaal geplaatst worden slechts tweemaal berekend. Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever. Een vriendelijk verzoek Sachéüs. II. Feuilleton. Waarom de afscheiding* als zoodanig veheerl|)kt? £E7 voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag. UITGEVER §ommel8dij(k. aan onze geachte abonnees buiten Flakkee, om bet verschuldigde bedrag van bet verloopen kwar taal na aftrek der onkosten, zijnde dus 45 cent, ons per postwissel over te maken. Ook enkele, die bet vorig kwartaal ons nog niet betaalden, vragen we vriendelijk. 't Kan toch niet anders, of ook u zult liever 45 cent betalen, dan dat wij met 10 cent ver hooging zouden moeten disponeeren. DE UITGEVER. SEPTEMBER. ZON MAAN op onder op onder 2 Vrijdag 5.16 6.44 V. M. 11.32 Ileinkensz. veem. 3 Zaterdag 5.18 6.42 7.24 5.58 4 Zondag 5.19 6.39 7.44 7.2 5 Maandag 5.21 6.37 8.4 8.6 6 Dinsdag 5.23 6.35 8.45 9.11 7 Woensd. 5.24 6.32 8.48 10.15 8 Donderd. 5.26 6.30 9.15 11.19 Lukas 19 110. Haast u, Zachéüs! en kom af," zoo roept Jezus hem toe", want ik moet heden in uw huis blijven". Nooit had Jezus zichzelven genoodigd, maar hier verklaart hij zich de gast van Zachéüs. Hij zegt niet: ik wil in uw huis zijn, maar ik moet. Er is een heilige drang bij Jezus. De goddelijke Voorzienig heid had het alzoo besloten. Jezus was zeer begeerig om dezen zoon van Abra ham tot de zegeningen Abrahams te bren gen. Had Zachéüs zich gespoed naar den vijgeboom, Jezus heeft nog meer haast. Het is alsof Hij zelf er het meeste belang bij heeft, en toch was het louter liefde tot Zachéüs, die Hem bewoog. Zachéüs scheen wat schroomvallig van aard te zijn; hij drong niet met geweld door de menig te heen, en wellicht zoude hij ook niet het eerst tot Jezus gesproken hebben. Maar de Heiland voorkomt hem, en met 4) door G. VAN DEN HAM. Dit was echter te veel voor de vijanden zulks was nog nimmer geschied en konden zij dan ook niet van deze hardnekkige christin verduren. Blandia zag bare omstanders aan, als wilde zij zeggen: verwondert bet u dat mijn God, aan Wien ik vasthoud, mij beschermt?" enter- wijl zij bet gedierte rondom met bare banden streelde, sprak zij op lieflijken toon»Nog is bet 'sVaders ure niet". Nu werd baar geboden, den wagen weder te verlaten en voor den overste te verschijnenen toen zij voor hem stond en hem moedig in zijn wreede oogen zag, sprak hij op barschen toon »Door wien is u dat wonder geschied, door den duivel der christenen?" Neen, machtig Heer," antwoordde zij, »dat heeft nu geheel zonder mijn toedoen mijn God ge daan. Wat dunkt u van Hemis ook uw god in staat zulk een wonder aan zijne dienaren te doen?". te zeggen »ik moet" snijdt hij alle aarze ling of tegenspraak af. Zachéüs voldoet dan ook gewillig aan Jezus' verlangen, en ont vangt Hem in zijn huis, hetwelk daar ze ker vlak in de nabijheid stond. Wie met de inrichting der Israëlitische woningen uit dien tijd bekend is, weet, dat de huizen der rijkeren een groot voor plein hadden. Wellicht stonden vele fari- zeën daar geschaard oi^ hun haat en wrevel lucht te geven. Het was hun een doorn in het oog, dat Jezus tot een zondigen man inging. Wat dan? Had Hij soms tot de farizeën moe ten gaan om te herbergen? O neen, die wilden immers niets van Hem weten. Maar, dat Hij bij een tollenaar zijn intrek neemt, kunnen zij toch ook niet verdragen. Als iemand recht had Hem te ontvangen, dan waren zij het, de brave menschen, die op hun tijd vastten en baden en tienden ga ven. Nu zij Hem verwerpen, mag Hij ner gens komen, verbeelden zij zich. Zij wil len Hem liefst geheel van de aarde ver drijven. De farizeën vertoonen hierin getrouw het beeld van de wereld, zooals zij zich steeds voordoet. Zij die zeiven alle liefde tot den dienst des Heeren missen, gunnen er het genot ook niet van aan anderen, en zijn dan ook al heel spoedig gereed om anderer godsdienst toe te schrijven aan valsche inbeelding of opzettelijk be- drog. De vijandschap der wereld kan evenwel niet verhinderen, dat het werk der, genade in de ziel van Zachéüs krachtig doorgaat. Zijn ziel haakt naar de betooning van dank bare wederliefde voor hetgeen God hem schonk. Jezus is wel tot een zondigen man ingegaan", maar niet om met hem af te dalen tot het meêbedrijven van eeni- ge zonde. Neen, Hij deed het om Zachéüs tot Zijne gemeenschap op te trekken, en zijn hart met hemelsche goederen te ver Breng baar weder in den kerker, opdat dit stuk niet openbaar worde", sprak bij tot zijne gewillige onderdanen, en dit bevel werd onmid dellijk ten uitvoer gebracht. Het volk, dat zoo zeer bet leven van de chris tin verlangde, ging onvoldaan uiteen. Allen wa ren geschokt in bun gemoed; zulk een tafereel was nog nimmer door ben aanschouwd. Ponticus was bij de andere gevangenen in be waring gezet om met ben zijn beurt af te wach ten. Men had echter bemerkt, dat bij de broe der van Blandia was, en werd daarom eiken dag gefolterd en gepijnigd, om hem tot afval te be wegen maar ook dezen jeugdigen beid aan een David gelijk werd krachtig bijgestaan door zijn Heer en Koning, zoodat bij, trotseh onuitstaanbare en onbeschrijfelijke kastijdingen, zijn Heiland getrouw bleef. Blandia was toevallig weder in denzelfden cel gesleept, waar ze te voren reeds geruimen tijd bad vertoefd. Haar dankgebed steeg immer opwaarts van uit de diepte, dat ze verwaardigd was geweest voor den naam des Heeren ver- smaadbeid en pijniging te mogen verduren. Op zekeren dag, tegen bet vallen van den avond, zat zij stilzwijgend op baar bank in de schemering, en doorleefde in den geest nogmaals bet huiveringwekkend leven dat reeds achter vullen. De aldus bevoorrechte man kan dan ook nu gemakkelijk van zijn aardsche schatten scheiden. Was de rijke jongeling bedroefd weggegaan, toen Jezus hem het voorstel deed, dat hij de opbrengst zijner goederen onder de armen zoude deelen, Zachéüs biedt uit eigen beweging ter stond de helft aan van alles wat hij bezit. Ook wil hij mildelijk teruggeven wat hij ontvreemd heeftniet slechts ééns of twee maal, zooals de beroofden het volgens de wet konden eischen, maar vierdubbel. Hoe schoon teekent zich in Zachéüs het christelijk karakter. Alle bekrompenheid, alle geldgierigheid is bij hem geweken. En het is alsof Jezus zich verlustigt in de vruchten van zijn eigen werk. Het geloof heeft zich duidelijk in Zachéüs geopen baard. Maar bovendien verzekert de Hei land hem opnieuw van ziji\ genadestaat, als Hij zeideheden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is". Als de farizeën nog niet van het plein vertrokken waren en deze woorden hebben opgevangen (zooals uit vers 11 wel is af te leiden) dan moeten zij er diep door geërgerd zijn geworden. Altijd was het hun roem en pleitgrond dat zij de echte zonen van Abraham waren, maar nu gaat deze tollenaar hun voor, en wordt in na druk verklaard te behooren tot het geslacht van hun veel geroemden aartsvader. Ja, uitwendig en oppervlakkig werd Abra ham veel geroemdmen boogde op vlee- schelijke verwantschap met hemmaar uit j zijn geestelijke levenssporen waren de fari zeën uitgeweken. En is het nog niet even zoo in onze dagen Ach, het menschelijk hart is onder alle natiën en in alle eeuwen hetzelfde. Naarmate het wezen verloren gaat, aanbidt men den vorm. Thans wordt de reformatie van kerk en volksleven juisj door dezulken tegengestaan, die overvloe dig zijn in loftuitingen voor Luther en Cal- baar lag, en de vele droevige dagen welke haar reeds waren voorbijgesneld. Maar droevig? zoo vroeg zij zicbzelven on willekeurig af; droevig? neen, heerlijke en blijde dagen, waarop bet baar vergund was geweest, een paret te mogen becbten aan de kroon van Koning Jezus. Terwijl zij daar zoo pijnzend nederzit, boort ze op eens ver boven baar een gerommel en gescbop tegen de deur barer gevangenis, en spoe dig daarop komt iemand den steenen trap af naar beneden tuimelen. »Nu zal 't wel voor al tijd genoeg zijn"! wordt bem nog toegeschreeuwd, en de deur gaat weêr dicht. In onbezonnen drift had men dezen martelaar in bare cel geworpen, meenende dat er niemand in was. Blaudia ontdeed zich van bet laatste sobere kleedje dat ze aan bad, en wies met wat drink water, dat bij baar stond, het zoo deerlijk ge teisterde lichaam van bem, die daar op zulk een barbaarscbe wijze naar beneden was geworpen. Onderwijl zij dit doet, roept zij vol ontroering uit: »Maar Ponticus, mijn broeder, mijn lieve broeder, zijt gij bet?". Ja, bij was bet; zij zag bet eerst nu bij bet wasschen der bloedende won den maar bij was niet in staat een woord uit te brengen, vanwege de belsche mishandelin gen die bem, vooral dezen dag, waren aange- vijn. Doch zij moesten maar eens geleefd hebben in den tijd van die hervormers; zij zouden zeker hunne gemeenschap ge meden en zich bij de humanisten, de mo deraten en de libertijnen gevoegd hebben. Maar het is ook een regel onder'de vij anden van Gods koninkrijk, om de getrou we kinderen van dat rijk te verachten bij hun leven en eerst te prijzen bij hun dood. Wellicht geschiedt dat laatste meest tot sussing van de nu en dan even opwa- kende en pijnlijk verwijtende consciëntie. God de Heere echter ziet op het hart en op onzen wandel. En al die loftuitingen over lang gestorven helden der reformatie zijn enkel leugen in Gods oogen, zoo wij in onzen tijd die mannen tegenstaan, wel ke hun arbeid trachten voort te zetten. Niet zij, die naar het vleesch van Abra ham afstammen, maar alleen zij die zijn geloof deelachtig zijn en door dat geloof Christus ingeplant, zijn de ware zonen van Abraham. Jezus kent die allen. Hij roept Zijne schapen bij name en leidt ze uit, en eens in het jongste gericht, als de Zoon des menschen zal verschijnen op de wol ken des hemels, dan zal niemand, van wat afkomst ook, in het Vaderhuis binnen gaan om daar met Abraham, Izaak en Jakob aan te zitten aan de bruiloft des Lams, dan alleen zij, die Jezus zelf zich als de ware nakomelingschap van Abraham heeft gekocht, en die Hij door zijn Geest heeft gereinigd. Opnieuw beeft Ds. W. H. Gispen van Am sterdam een aantal opmerkingen te berde gebracht over de vereeniging der doleerenden en der Cbr. gereformeerden. Ditmaal onder bet opschriftde publieke kerk". Toen deze geachte schrijver, na inzage genomen te hebben van het Convent-verslag, getuigde, dat z. i. de zaken op dat Convent door de doleeren- daan. Toch mocht het baar na eenigen tijd ge lukken hem zoover bij te brengen, dat hij zijn zuster met bewustzijn aanzag en enkele woor den spreken kon. Maar zuslief," ving bij aan, 2die wilde dieren dan? zijt gij niet tusscben hunne klauwen bezweken O, ik dacht dat gij reeds waart heengegaan. Heeft Jezus u gehol pen?". »Ja, mijn broeder, Hij beeft mij bevrijd". Maar ik zal spoedig tot Hem gaan; 't is weldra gedaan met mij". *Zijt gij nu vast overtuigd waar uwe ziele zal aanlanden, Ponticus?" Wanneer mijn aardschen tabernakel verbro ken wordt, krijg ik van God een eeuwige wo ning, door Jezus mij verworven in bet Vader huis." »Mijn broeder, och ik zal spoedig bij u zijn". Verkwikt nog éénmaal mijne tong en dan is 't genoeg". Blandia gaf bem een dronk van bet water dat ze baddaarop strekte bij zich uit over den steenen tafel waarop bij zat, sloeg de handen saam en lispelde op lieflijken toonJezus, naar Jezus alleen Nu vielen zijn opgeheven banden neder; bij slaakte een diepen zucht enwas ontslapen. 'Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1887 | | pagina 1