Een brief aan Jakob. De volkeren der aarde. Plaatselijk UTIeuws. Middelh.arn.is. Het zal ieder reiziger per stoomboot Vooruitgang genoegen doen te verne men, de keurige inrichting van de wachtkamer der stoomboot te Middelharnis bij den heer v. Kassei. Den Bommel, 5 Juli. De in deze gemeente langs de huizen der ingezetenen gehouden col lecte voor den gewapenden dienst in de Neder landen heeft opgebracht 9,84. Nieuwe Tonge, 29 Juni. Tot onderwijzer is alhier benoemd L. de Bruin van Alblasserdam, op een jaarwedde van ƒ400; hij treedt 1 Juli in werking. Oude Touge, 5 Juli. Wegens langdurige ongesteldheid is op haar verzoek aan de bewaar- schoolhouderes Mej. J. M. Groeneveld eervol ontslag als zoodanig verleend, metjjingang van 1 Juli. Dirksland, 6 Juli. Heden middag had het zoontje van P. K. S. de onvoorzichtigheid om op de deur van een sluis te gaan zitten, daar er een felle stroom water doorginggeraakte hij beklemd raakte tusschen den muur en de sluis deur. Dank zij de spoedig hulp van L. Bakker, die hem met eenige anderen uit zijne benauwde toestand verloste, anders ware hem zeker een groot ongeluk overkomen. Herkingen. Het 4-jarig zoontje van schip per J. Moerkerk geraakte, al spelende, van het vaartuig in de kaai. Gelukkig werd het onge val bemerkt door den zoon van schipper Legierse, welke er dan ook in mocht slagen, het knaapje behouden op het droge te brengen. Stellendam. De gemeente-rekening over 1886 is door den ontvanger dezer gemeente ingeleverd. Ontvang 10479,30s, uitgaaf 9610,59, goed slot 868,715. Goedereede. Door den heer A. v. d. Tak Ouddorp. De collecte voor den gewapenden dienst heeft 11,17 opgebracht. Scherpenisse. Wat nu meer dan een jaar I eene verschrikkelijke toestand als gij niet met God zijt verzoend! Kunt ge verwachten dat Hij hen in Zijne heerlijkheid zal opnemen, of aan Zijne rechterhand zal plaatsen, wier hart Zijne wegen veracht, hen, die door Zijne weldaden over laden zijn, en die nogthans hun aanbiddelijken Weldoener minachten? Hoé zij ook door hunne wederspannige met gezellen worden gevierd, hoeveel bekoorlijks zij ook bezitten, hoeveel hunne bekwaamheden zijn, waarop zij zich verhoovaardigen, de Heere ziet evenwel de slang die onder de bloemen schuilt; Hij ziet het hart, dat zich door Zijne goedheid niet laat treffen, en dat Zijne barmhartigheid slechts met onverschilligheid of haat beant woordt. En nu waarde vriend! laat mij u vragen, met al den ernst die zulk een vraag waard is, indien gij nu voor den Oppersten Rechter moest ver schijnen en gij moest deze beschulding tegen u hooren inbrengen, dat gij geleefd hebt zonder ooit over een God te denken en diensvolgens ook zonder ooit u bekommerd te hebben omtrent het geen Hij wil, zoudt gij dan niet voor den Heere moeten verstommen en verlegen staan u en schul dig gevoelen? Veroordeelt uw consciëntie zelf u niet En indien zij zulks doet, hoe moet dan God over u denken. Hij die meerder is dan uw hart en alle dingen kent"? (1 Joh. 8: 20.) G. K. Op verzoek nemen wij onderstaand rapport in onze kolommen over. Op het Synodaal Convent, te Rotterdam de vorige week gehouden, werd omtrent de artt. 36 en 37 van het Agendum aldus gesproken: Uwe Commissie is benoemd tot Praeadvies over de beantwoording van art. 36 en 37 van het Agendum van het Convent, betreffende de prak tijk der barmhartigheden in de Gereformeerde Kerken, bizonder door middel van diaconiën, vooral nu aan velen dezer door overmacht ont houden, hetgeen voor de armen der Kerk is sa mengebracht. Bij die beantwoording sta voorop de wedervraag, of ook het inhouden van Diaco nale goederen zou kunnen worden beschouwd als een getuigenis des Heeren tegen jarenlange on- geestelijken, macliinalen of ten minste zeer on voldoenden arbeid. Zeker is opwaking alleen mo gelijk uit Christus, onzen Eenigen, barmharti- gen Hoogepriester, Die met Zijn bloed ook de zonden Zijner Kerken bedekke, door den Heili gen Geest in de harten werkt en Zijne dienaren in de paden der gerechtigheid en barmhartig heid doet wandelen. De Commissie acht het wenschelijk bij de be antwoording der bedoelde artikelen eerst de aan dacht te vestigen op art. 37, en daarna op art. 36 en alzoo te wijzen, op de roeping der Ker ken in de praktijk der barmhartigheid en het ver val daarinvervolgens op de middelen tot refor matie der Kerkenook in dit opzicht. Van wege het gewicht, en de uitgebreidheid dezer zaak zij het uwe Commissie geoorloofd, haar Rapport samen te vatten in enkele stellingen. I. Roeping der Kerken in de praktijk der barm hartigheden en verval daarvan. 1. De barmhartigheid over nooddruftigen, ver waarloosden en ellendingen, is niet slechts de roe ping der diaconiënmaar in de eerste plaats van familiën, bekenden en geloovigen der plaatselijke Kerk. 2De roeping der diaconie is niet slechts voor de armen en ellendigen te zorgenmaar ook de genoemde organen der barmhartigheid tot be wustzijn en in iverkzaamheid te brengen. 3. In zooverre thans de Overheid nog de ar menzorg aan zich trekt, is dit een getuigenis tegen de Kerken in hare verschillende organen en moet stelselmatig beproefd worden de armen zorg der overheid overbodig te maken, op der gelijke wijze als dit op het gebied van het on derwijs geschiedt; 4. in zooverre Vereenigingen en Stichtingen buiten verband met de Kerken en hare orga nen voor de ellendigen zorgen, moet met schuld belijdenis wegens het jarenlang plichtverzuim dit verschijnsel beschouwd en blootgelegd worden, en het gebrek minder gezocht worden in onvol doende, geestelijke of lichamelijke verzorging, dan wel hierin, dat op deze wijze de plaatse lijke of persoonlijke barmhartigheid braak blijft liggen, of zich oplost in samenbrengen van gel den en goederen. 5. tot de bestaande fouten der diaconie be lmoren a. gebrek aan opleiding voor het diaconaat b. het bijna uitsluitend bestrijden van de ge volgen, meer dan de oorzaken der ellende c. het bedeelen meer dan het bezoeken, ver zorgen en vertroosten der nooddruftigen, terwijl deze menigmaal als eene soort paria's beschouwd worden, waarom zelfs de zoogenaamde diaconie scholen en armen-kerken een valsch beginsel vertegenwoordigen d. beperking van den arbeid tot slechts en kele soorten van armen of beroofden, terwijl juist het meest ellendige aan zichzelf overgelaten wordt. e. gebrek aan verband met bestaande plaat selijke jVereenigingen en Stichtingen, en tusschen de verschillende diaconiën in classis en provin cie onderling. II. Middelen tot reformatie. 1. Eene gewichtige roeping ligt bij de Be dienaren des Woords. Zij hebben in de Bedie ning des Woords, in de gebeden en bij afkon diging der colecten, zoowel als in bizondere voor komende gevallen van ellende de nooden bloot te leggen, de eischen en beloften van God in Zijn Woord te herinneren, en de barmhartigheid als een der voorname kenmerken eener levende Kerk aan te wijzen. Psalm 412 Welzalig is hij, die zich verstandiglijk gedraagt jegens eenen ellendige; de Heere zal hem bevrijdeu ten dage des kwaads. Matth. 5:7; Zalig zijn de barm- hartigenwant hun zal barmhartigheid geschieden. Matth. 25: 34 en volgende versen. Vervolgens hebben de Predikanten in de Ker- keraadsvergaderingen ook de roeping der Kerk en diakonie in deze zaak te bespreken en te over wegen, in hoeverre zij bij wekelijksche of maan- delijksche bedeelingen tegenwoordig hebben te zijn. 2. Predikanten en Ouderlingen hebben bij huisbezoek er op te letten, in hoeverre hulp van Diakonie of andere organen der barmhartigheid noodig zij. 3. Bij voortdurende gevallen van armen, ouden van dagen, kranken, verwaarloosden en gebrek- kigen, moeten de diakoniën allereerst werkzaam zijn, om te onderzoeken, in hoeverre familiën of andere particulieren in den nood kunnen voor zien. Het voorrecht barmhartigheid te oefenen, worde door de genade onzes Gods op het hart gedrukt. 4. Als middelen tot samenbrengen van gel den, voor zooverre de diaconie moet optreden, worden genoemd: a. collecten niet slechts in de Kerk, maar ook aan de huizen, niet alleen voor armen in het algemeen, maar ook voor bizondere soort van ellendigen, als krankzinnigen enz. b. Verband met plaatselijke aalmoezeniers en diaconessen van verschillende soorten, volgens art. 26 der Kerkenorde, opdat noch de verbor gen armen, kranken, ellendigen onverzorgd blij ven, noch de onbescheidene armen dubbel on derstand bekomen. c. het bezoek ook aan meer gegoeden, om in bizondere gevallen ondersteuning te vragen, wanneer de toelagen der diaconie en de opbrengst van collecte ontoereikend zijn d. ook vooral met het oog op weduwen en weezen, wordt een gedragslijn gevolgd, waarbij de diakonie wake tegen vermeerdering van eigen kapitaal, opdat zij geheel in stemming blijven van barmhartigheid; 5. de diaconieën hebben de nooddruftigen niet slechts te bedeelen, maar ook te bezoekenook middelen te zoeken tot voorkoming van ellende, door het zoeken van arbeid voor werkeloozen enz.wekelijksche samenkomsten, om met aan roeping van den Name Gods van de zaken, het ambt betreffende, te handelen, onder opzicht van de dienaren des Woords volgens art. 40 der Ker kenorde zijn ook wenschelijk; 6. ook met het oog zoowel op de oplossing der sociale kwestie als op de gemeenschappe lijke verzorging van blinden, doofstommen, krank zinnigen enz., is wenschelijk, het Classicaal en Provinciaal samenkomen van diaconieën, waarbij onder leiding van leeraars, besproken worde dooi de Classicalen Provinciale Diakonieën; a. de maatschappelijke toestanden, de oor zaken en geneesmiddelen der ellenden; b. de stichting of het onderhoud van bedoelde stichtingen voor Classis of Provincie; c. in hoeverre armere diaconieën door rijkere kunnen gesteund worden; 7. Gereformeerde stichtingen te ondersteunen, zoolang niet op Kerkelijke wijze gezorgd is voor een nooddruftige of verwaarloosde, daarin ver pleegd, terwijl gearbeid worde, dat genoemde stichtingen in verband met de Kerken komen; 8. voor de opleiding tot het diaconaat zou den jongelingen gebruikt kunnen worden, die ook practisch konden geoefend worden; 9. geestelijke zonden mogen niet met inhou ding van lichamelijken onderstand gestraft wor den, en evenmin mogen aan bedeelden Kerkelijke voorrechten onthouden worden. 10. ook voor mannelijke en vrouwelijke vreem delingen, die doortrekken, in dienst treden, of tijdelijk verblijf houden, worde gezorgd door de diaconie, in zooverre particulieren daarvoor niet gevonden worden; 11. wenschelijk is een geschrift, waarin de roeping der diakenen in het bedienen van de tafelen der barmhartigheden naar Gods Woord en de geschiedenis der Gereformeerde Kerken beschreven worden. Tot het opstellen daarvan worden aangezocht, Ds. Hoekstra te Utrecht, Ds. de Gaay Portman te Amsterdam en Ds. v. d. Bergh te Voorthuijzen. Mag op deze wijze de arbeid der diaconie uit zijn voor de armen en het ambt beide vertee- derend karakter worden opgebeurd door de ge nade des Heeren, dan worde ook daarmede een begin gemaakt, om niet slechts reddend maar ook getuigend tegenover de maatschappelijke zon den en ellenden op te treden en daarmede eene oplossing der maatschappelijke vraagstukken te bevorderen. Ga daarmede gepaard, dat de geloovigen en amb ten in de Kerken niet langer als de Priester of Leviet de door moordenaars uitgetogen maatschappij voorbijgaan, maar zich er over ontfermen, olie en wijn in de wonden gieten en daarmede ook zelve weder geestelijk opleven. Ten slotte achtte de Commissie het wenschelijk, dit Rapport te doen drukkeq, en aan alle Diaco nieën onzer Kerken toe te zenden, opdat het aan leiding tot bespreking zij in elke Kerk. De Heilige Geest geve daarbij bizonder de die naren des Woords voor oogen te stellen, de heer lijke. beteekenis en uitgebreidheid zoowel als de gezegende vrucht der barmhartigheid, tegenover de nooddruftigen en ellendigen, geiijk deze onder de heerschappij der wetten van d n Heere aan Israël gegeven, en in den bloeitijd den Kerken van den Pinksterdag en in latere dagen voor den dag treden. Waarde Jakob! Toen ik uwen laatsten brief las, kwam mij het versje van de Génestet voor den geest: «Wij zijn ontzaglijk liberaal Wij laten ieder vrij In doen en denken, kunst en taal; Wij zeggenvrij en blij Dom volkje, dat niet denkt als wij En wroet voor zijn partij, Dat hen dehaal Wat zijn wij liberaal!" Wat De Génestet, dien toch wel niemand voor een »clericaal" zal willen uitschelden, in de li beralen gispte, is in de laatste jaren niet ver minderd, maar in hooge mate toegenomen. Te recht mocht gij in uw brief schrijven, dat het schoone woord liberaal bij hen zijne beteekenis heeft verloren. Liberaal willen zij heeten, maar in niets willen zij toonen iets er van te begrij pen, wat dragers van zulk een schoonen naam, juist mede door dien naam, past. Maar och, Jakob, is het ooit anders bij hen geweest Er is niets nieuws onder de zon," zegt de Prediker, en zeker de vorm, waarin de zaken zich aan onze oogen voordoen moge in den loop der tijden veranderen, het wezen der dingen blijft ongeveer hetzelfde. Zoo is het ook in deze zaak. De liberalen zijn nu, zooals ze tweehonderd jaar geleden ook waren. Toen hadden zij, wel is waar, niet dien naam, maar hunne partij, zoo zij den wijdschen naam van partij nog waar dig zijn, is toch de voortzetting van de partij van Oldenbarneveld, van de Witt, in één woord van de regenten-partij der oude Republiek. Die regenten-partij nu, zorgde steeds, dat hunne bloedverwanten en vrienden in de regeering der steden en staten alle macht in handen kregen en hielden. En dan gaven zij, eenmaal de macht in handen, aan hunne vrienden allerlei postjes. De »goê gemeentemocht de belasting tot den laatsten penning opbrengen, doch bestuurd, ja gedrukt te worden door enkele familiën was, hetgeen ze voor hun geld terug ontvingen. Vragen, wat er met hun geld gebeurde, zelf mede hun vertegenwoordigers hebben, waren onbekende zaken. De vorige eeuw bracht de Revolutie. Maar wat de Revolutie ook heeft veranderd, zij heeft niet verhinderd, dat de regenten-geest van vo rige eeuwen in de Nederlanders van deze eeuw gevaren is. Ja, in onze huidige liberalisten zit nog van dat oude regenten-bloed, en zij too nen in vele opzichten, dat zij eigenlijk thuis hooren in vorige eeuwen, al willen zij mannen van vooruitgang" heeten en al noemen zij zich zei ven met gepaste nederigheid: »het denkend deel der natie." Om dit te bewijzen behoef ik u slechts te wijzen op de niet-splitsing in kiesdistricten der groote steden en op hetgeen er in de verschil lende liberale bladen naar aanleiding van de wijziging van art. 194 geschreven is. Hoe jammert men, nu de ellendige" zinsneê, die zooveel ellendigheid toeliet (denk om de ook u bekende scholen in Friesland/ uit de grond wet bij eerste lezing is verdwenen. Groot ver trouwen in de deugdelijkheid der openbare school of in de liefde tot die school blijkt zeker hieruit niet, al wil men de openbare school liefst noemen: de school waaraan de natie gehecht is. Maar ik wil niet verder in deze zaken treden. In mijn volgenden brief kom ik er wellicht nog wel eens op terug. Nu wil ik u nog even aantoonen, hoe er ook menigmaal in de gemeenteraden nog die booze regenten geest rondwaart. Eéne zaak slechts zal ik noe men. Wie worden gewoonlijk tot leden dei- Plaatselijke Schoolcommissie benoemd? Na tuurlijk liberale vrienden van de leden van den Raad, ja, dikwijls kiezen zij uit zichzelven er ook eenigen. A. helpt B. kiezen en B. helpt weer A. kiezen. Natuurlijk dat deze heeren blaken van ijver voor de liberalistische fetisch, het openbaar on derwijs. Voor ditmaal genoeg. Als altijd, Uw Vriend Hendrik. Men zou ditmaal gemakkelijk een boekdeel kun nen vullen met de vermelding van al 't geen er in de laatste dagen in of liever in zake liet oos ten is voorgevallen, en vermoed werd dat voor vallen zou. Waarschijnlijk echter zou het minder gemakkelijk zijn voor gezegd boek veel lezers te vinden. Want alle oostersche vraagstukken en hunner is geen einde!hebben althans dit ge meen, dat zij zeer langdradig, ingewikkeld, ver velend en vermoeiend zijn. Maandag 11. was de laatste dag verloopen van het uitstel, door Engeland aan de Porte toege staan, van de teekening der overeenkomst betref- lende Egypte. Uien dag is zij echter, voor zoover wij weten, niet geteekend, en teiwijl we dit schrijven is er nog evenmin iets van bekend. De Standard, een conservatief Engelsch blad zei woidt liet verdrag niet Maandag geteekend, dan nooit. En dat Kan waar blijken. Men hoort zoo wel dat de sultan zal teekenen, als het tegen overgestelde. Turkije zit tusschen twee vuren. Het vreest Engelands misnoegen ah het niet, en waarschijn lijk nog meer RuJni.ds toorn als het zeef teekent. Enarhter Rusland staat Frankrijk. Beide mogend heden willen er niet van hooren, dat de Porte de overeenkomst bekrachtigd. Deen wonder dat zij aarselt. 't Bericht dat zij zich Engelands steun in 'tgeval van teekenen verzekeren wil, is alles zins verklaarbaar. Nu kornt daar bij, dat ook in Bulgarije de zaken niet bijster vlotten. Ue Landsvergadi ring of So- branje is te Tunova bijeengekomen, en zal naar ruen meent een voist kiezen. Er zijn tul van kar dinalen, als de prins van Mingrelië, koning van Milan van Seivië, Karageorgevitsch, schoonzoon des vorsten van Montenegro, prins Oscar van Zweden, de vroegere vorst prins Alexander van Bottenberg en eindelijk de prins van Saksen-Co- burg. De laatste is denkelijk de eei ige, op wiens troonsbeklimming werkelijk kans bestaat. Vele Bulgaren aan hun oude vorst gehecht, willen prins Alexander herkiezen. Onder de afgevaardigden heerscht v< rdeeldheid En daarbij wil Rusland be paald, dat in e'k geval eerst de regenten altreden, en verwijt het de Porte dut zij omtrent Bulgar ije een verkeerde staatkunde volgt. Voorwaar er behoeven nog geen onlusten op Cieta bij te komen om den toestand des sultans ver- van benijdenswaard te maken Als een lichtpunt dient vetm'dd, dat de Algl.aan- schgrensgeschiedenis vvel'icht spoedig een vre dig einde krijgt. De Engelscli-Russische onder handelingen schijnen dadelijk te zullen slagen. In Spanje doen zich zer r bedenkelijke tevke- nen voor op verschillend gebied. De regeeiiug wil legerhervorming invoeren, die echter op tegenstand stuiten. Om dien te hebben, is men tot den krassen maatregel overgegaan, om een der generaals, die dziel van den tegenstand was, af te zetten. Verder zal de Ci rtez worden c ntbonden. Tegelijkertijd zijn er wegens verhooging van belasting of wegens invoerrechten enz. allerlei onlusten en moeilijkheden ontstaan, te Valencia, Barcelona en Malaga. In Valencia kwam het be paald tot oproer en trok men met roode vaan dels door de stad. Indien er een land is dat in de laatste jaren door rampen werd getroffen, door onlusten lijdt, dan wel Spanje, 't Heeft een droeve vermaard- lu-id in deze verkregen en nog altijd is er weinig uil zicht op betere tijden. 11. Alles met nieuwe meubelen voorzien, rust men en wacht men met genoegen de komst der boot daar af. De Raad dezer gemeente heeft zich tot zijne Excellentie den heer Minister van Water staat, Handel en Nijverheid gewend met verzoek, in deze gemeente voor of op medio September een Rijkstelefoonkantoor te stichten, in aanslui ting met het Rijkstelegraafkantoor te Oude Tonge. Zeer zeker zal hierdoor in eene groote behoefte worden voorzien. De herijk van maten en gewichten voor deze gemeente zal plaats hebben, op Vrijdag 22 Juli a. s., en wel des v.m. van 8 tot 11 uur. De garnalenvisscherij kan in deze gemeente als geëindigd worden beschouwd. De uitkomsten waren over het geheel geno men zeer middelmatig. De rekening dezer gemeente over het af- geloopen jaar bedraagt in ontvang 10751,29, uitgaaf/10118,18, goed slot ƒ633,11. Vooi* kos ten van onderwijs is uitgegeven 3674,125. alhier is het eerste perceel tot wegruiming van twee wrakken onder Ooltgensplaat aangenomen voor 340, en dat tot wegruiming van het in de Zuiderzee gezonken vaartuig Johanna" voor ƒ843. Er hebben zich 23 sollicitanten voor de vacante betrekking van onderwijzer aan de open bare school alhier aangemeld, op een jaarwedde van 500. geleden gesproken werd, zelfs meer dan eens aan- pewaagd, doch telkens afgewezen werd, zal nu eindelijk tot stand komen, namelijk het in deze gemeente plaatsen van een weegbrug (tatr-bank.) Bij gemeenteraadszitting is zulks nu bij aan vraag toegestaan, en is thans een geschikt ter rein daartoe in de Havenstraat aangekocht. Het aantal deelnemers welke deze weegbrug doen plaatsen bedraagt 24, v,elke bij hunne jongste vergadering de ncodige statuten hebben vast gesteld, tevens uit hun midden een bestuur ge kozen, en werd t ;n slotte bij volstrekte meet der- langs ze, om

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1887 | | pagina 2