Antwoord van Solon aan
lllnos.
Alt de Tweede Kamer.
Ait de Pers-
Be volkeren der aarde.
^emen^d Aieuws.
Plaatselijk Aleiiws.
Sommelsdijk, 15 Juni. Tot kerkvoogd der
Ned. Herv. kerk alhier, werd met meerderheid
van stemmen herkozen de heer A. P. v. Dorsser.
Stad a. h. Haringvliet. Herkozen tot
ouderling der Ned. Herv. Gemeente alhier de
Heer L. Braber Mz., en tot diaken de Heer T.
J. Knoop.
Den Bommel, 9 Juni. Bij de heden door
Burgemeester en Wethouders, in hunne hoeda
nigheid van administrateuren der goederen, toe
komende aan het algemeen Burgerlijk Armbe
stuur, gehouden verhuring van 9,44,10 H. A.
kostbaar bouwland, waren de volgende inschrij
vingen ingekomen:
Geachte Vriend
Het is nu by na eene maand geleden, dat ik
je schrijven las en tot op heden heb ik daarop
niet geantwoord. Wijt het niet aan onverschil
ligheid. Drukke zaken verhinderden mij om het
eer te doen. Doch ik zal geen lange voorrede
schrijven, maar liever aanstonds beginnen met
zoo ik hoop je brief te weerleggen.
Je hebt werkelijk mijn vorig epistel goed be
grepen en dat doet me genoegen. Ik hoop dat
deze je even duideljjk zal zijn. Je vraagt me, of
ik dan werkelijk meen, dat de liberalen niet in
God gelooven en den Bijbel niet in waarde hou
den. Och, beste Minoshet kan zeer goed zijn,
dat sommigen, zelfs velen van hen nog geloo
ven; maar het oude spreekwoord: »Vele mij
len leggen tusschen doen en zeggen" is op zul-
ken van toepassing. Men belijdt wel het geloof
in God, maar in de toepassing wordt het ver
loochend. En nu spreek ik nog van de besten
onder hen. Yan velen moet ik helaas zeggen:
met de jaren ging ook hun geloof heen. Voor
ons, op den bodem der H.Schriftstaande, zijn echter
de eersten het gevaarlijkstdie nemen den schijn
aan van godsdienstigheid, maar in het wezen der
zaak zijn zij Gode vijandig en dulden Zijne heer
schappij niet. Hun geloof is slechts een vrome
vorm, want was het wezendan moest het blij
ken in de toepassing. Dan zouden zij niet rus
ten voor en aleer God Zijne eer ontving, in 'slands
raadzaal even goed als in de school, in den Staat
als in de Kerk. Ik twijfel dan ook niet, of zoo
dra zij in hunne ware gedaante verschenen, was
hun invloed bij het volk gefnuikt, hun kracht
gebroken, en menigeen, die nu nog medehelpt
om ze te benoemen voor verschillende ambten
en bedieningen, zou hun dan den rug toekeeren.
Maar ze nemen den schijn aan van kerkschheid,
gaan mede op naar het bedehuis, geven desnoods
fraaie orgels cadeau en zoo wordt de goede
gemeente zand in de oogen gestrooid. Zoo wor
den die mannen op het schild geplaatst, die als
men het goed inzag als de ergste vijanden
moesten tegengestaan worden. Achdat de oogen
toch eens open gingen! Wat zou men zichzel-
ven vewijten, ze vroeger ingehaald te hebben
Je hebt in je brief een stad genoemd, waar
het vrome liberalisme heerschtmeer dan in
eenige andere: de stad Utrecht. Ja, daar gaat
men trouw ter kerk, is zelfs meer of min recht
zinnig, maar met allen eerbied, dien men voor
God zegt te hebben, moet Hij toch uit de school
gebannen worden. Zelfs een man als Dr. Bions-
veld helpt mede om verklaarde tegenstanders van
eene school met den Bijbel tot leden der Tweede
Kamer te kiezen.
Gjj spreekt er van in je brief, dat ik te veel
aan klanken en woorden blijf hangen, maar je
moet het me niet euvel duiden hierin ver
wijt de pot de ketel, dat hij zwart ziet. Neen,
Minos! bezie het wezen der zaken; als ge dat
wat meer deedt, zou veel je anders voorkomen
dan nu. Vandaar dat je revolutionair noemt,
wat strikt anti-revolutionair is. Gij haalt de be
roering in de kerk aan, en doopt dat ook al met
den naam van revolutie. Maar, eilievehebben
dan de woorden tegenwoordig een gansch omge
keerden zin Het Herv. Kerkgenootschap erkent
het gezag Gods niet meer: dat is revolutie. En
om dat te keeren, treedt men handelend op en
zet de organisatie op zij, die het gezag uitoefent
in stede van Christusdat is anti-revolutionair.
Ik vat niet, hoe zoo velen, die op staatkundig
gebied met ons samengaan, dat maar niet inzien.
Toch zullen de oogen ook daarvoor wel geopend
worden. Dit geef ik u toe, dat men door de be
weging die men weet te maken, om den trein weer
in het rechte spoor te laten loopen, door me
nigeen, die alles maar wil laten, zooals het was,
en geen vreeze Gods in het harte heeft, voor
ruziemakers wordt aangezien. Maar dat was het
deel van allen, die God dienden vóór ons en dat
zal ook na ons zoo wel blijven.
Die menschen, die bij alles koud blijven en
alles goed vinden, omdat het hen niet raakt,
noemen de beweging in zake de Grondwet ook
al ruziemaken. Maar ik vindt het ferme lui,
die niet zwijgen, maar blijven protesteeren, om
dat hun geweten hen daartoe dringt. Ik weet,
uwe eilanders willen ook, dat God Zijne eer
ontvangt, en dat in de school ook de naam
van Jezus zal worden genoemd. Maar ik begrijp
ter wereld niet, hoe zij toch telkens een man
als Kerkwijk kunnen afvaardigen, een man, hoe
vriendelijk en knap en achtenswaardig misschien
ook, maar die vierkant tegenover hen staat. Of
heeft hij dit ook thans weer niet getoond Waar
zeven van zijne liberale vrienden bij artikel 194
de hand der verzoening reiken, daar blijft hij
met- een Heldt, Van Diggeleu, Lieftinck en con
sorten onverzettelijk. En waarom Omdat ze
met de Buma's hebben gezworen: geen con
cessie aan «le kerkelijk en, d.i.geen school
zal in Nederland erkend en onderhouden wor-
nen door de regeering dan de neutrale staats
school. Hun liberalisme gaat op in anti-cleri-
calisme, in vijandschap tegen de kerk en met
hand en tand zullen ze vasthouden aan hun
school, die er op aangelegd en nu veertig jaren
gebruikt is om het geloof der natie te verwoes
ten. Zie, mijn vriendhet is mij een raadsel,
hoe eene geloovige bevolking zulke mannen als
hare vertegenwoordigers kan kiezen.
Gode zij dank, *dat niet allen zoo lauw, zoo
beginselloos zijn. Tegenover zoo vele onverschil
ligen vindt men gelukkig ook ta! van anderen,
die moedig en volhardend blijven getuigen, die
in kerk en staat, in de raadzaal en op de markt
des levens pal staan voor de eere Gods. Zie, ik
wacht het niet allereerst van een verbeterde
Grondwet of een nieuwe Kieswet, hoe wensche-
lijk en noodig ook; maar dit verblijdt mij, en
sterkt mijne hoop, dat er een terugkeeren is
tot de oude paden, waarop het ons land en volk
wel ging. Als die weer betreden worden, dan
zullen er ook wetten worden gemaakt, die Gode
welgevallig zijn, en tot waarachtigen zegen 011-
zes volks strekken. Dan valt ook een schoolwet,
die toestanden mogelijk maakt, zooals in vele
plaatsen en niet het minst op uw eiland aan
getroffen worden.
God geve dat die lentezon spoedig doorbreke
en de schrale noordenwind van het liberalisme
ophoude over ons dierbaar vaderland te waaien
Ik blijf je vriend Solon.
Een hoogst gewichtige beslissing heeft de Twee
de Kamer de vorige week genomen in zake het
onderwijs. Eerst scheen het voorstel Schaepman
op nul uit te loopen.
De meeste liberalen "toonden er zich afkeerig
van; enkele roomschen waren er tegen, en ook
de anti-revolutionairen stemden er niet mede in,
vooral omdat het vrijheid gaf om de openbare
school godsdienstig te kleuren.
Nadat echter de heer Lohman in het midden
had gebracht, dat de anti-revolutionairen alleen
de twee eerste deelen van het voorstel zouden
kunnen steunen, vielen enkele liberalen daar
spoedig bij.
Het roomsche lid Yos de Wael deed toen een
voorstel in dien zinhet onderwijs zou eenvou
dig vrij verklaard worden en alle verdere rege
ling zou den gewonen wetgever worden overge
laten. De anti-liberalen stemden hierover samen,
en de liberalen werden het oneens. Zeven van
de liberale heeren, nl. van Houten, Sanders,
Gleichman, de Ranitz, Hartogh, Gildemsester en
Greeve, hielpen het gewijzigde voorstel Schaep
man er nu door. Dit zevental was liberaal ge
noeg om de vrijheid aan te durven, wijl het zich
overtuigd hield, dat alle partijen, ook de ver
keerdelijk dusgenaamde clericalen" naar ver
standelijke ontwikkeling streven, en dat nu de
natie zelve maar moet weten langs welken weg
zij tot meerdere kennis zal geraken.
Het nieuwe artikel 194 luidt aldus:
«Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Re
geering.
Het geven van onderwijs is vrij.
Het toezicht van de overheid op het onderwijs in het algemeen,
de inrichting van het openbaar onderwijs en, voor zoover het lager
en middelbaar onderwijs betreft, de aan den onderwijzer te stellen
eischen van bekwaamheid en zedelijkheid, wordeu door de wet ge
regeld.
De Koning doet van den staat der hooge-, middelbare en lagere
scholen jaarlijksch een uitvoering verslag aan de Staten Generaal
geven."
Hiermede is althans iets gewonnen, nl. als de
grondwetsherziening ook bij tweede lezing wordt
aangenomen, hetwelk alleen met van de stem
men kan geschieden, doch waartoe nu wel eenige
kans bestaat.
Niet dat wij nu van den schoolstijd af zijn.
O neen, hij zal nu nog eens recht beginnen.
Zoolang de fatale schoolwet van'78 dienst doet
(al ziet ze er dan ook uit als een geplukte vo
gel, ten gevolge van de vele veranderingen, die
er sedert Kappeijne's bewind in gemaakt zijn)
kunnen wij geen vrede nemen met de regeling
van het onderwijs. Het liberalistische schoolstel
sel verlamt de veerkracht des volks, streeft naar
een onmogelijke neutraliteit en doet onrecht aan
hen, die van het »neutrale" onderwijs niet ge
diend zijn.
Maar toch kwamen wij een belangrijken stap
vooruit. Want in de grondwet wordt nu het open
baar onderwijs niet meer opzettelijk voorgetrok
ken. De liberalisten kunnen ons nog wel ver
drukken (door nl. onze belastingpenningen te
gebruiken tot instandhouding van hun scholen)
maar dit zal voortaan niet meer kunnen veront
schuldigd worden met een beroep op de grond
wet. En zoodra de Kamer om is, kan zij ook
het schoolstelsel omkeeren. Er ligt dan in de
grondwet geen struikelblok meer.
Men kan hieruit afleiden van hoe groot ge
wicht de nu volgende verkiezingen voor de Ka
mer zijn. Laat de natie ons slechts aan betere,
echt liberale, strikt rechtvaardige Kamerleden
helpen, dan is het uit met de vertroeteling van de
staatsschool, dan zal het recht der ouders om
zeiven voor de opvoeding hunner kinderen te
zorgen erkend worden, en zal men dus het on
derwijs zóó regelen, dat de staat alleen inspringt
op plaatsen waar de ouders en voogden hun
taak verzuimen.
Worde dus de verkregen vrijheid in de grond
wet ons ten prikkel om met meer ij ver nog dan
voorheen te jagen naar vrijheid in de school
en als middel daartoe spanne men op het einde
van Augustus, als de nieuwe Kamer moet ge
kozen worden, al zijn krachten in, om volksver
tegenwoordigers te krijgen, die de oneerlijke
concurrentie tusschen het openbaar en het bijzon
der onderwijs afsnijden.
Naar men vermoedt, zal minister Heemskerk
en zal de Eerste Kamer wel in de gevallen be
slissing berusten.
Ds. Gispen stelt het in de Bazuin van 10
Juni jl. voor alsof de oprichters der Vrije Uni
versiteit met hun stichting zoowel van de Kerk
als van den Staat onafhankelijk wilden zijn.
Voorts zegt hij, dat uit den katheder (dei-
Universiteit) het plan tot reformatie der ker
ken voortkwam en geleid wordt.
Steun voor dit beweren zoekt hij in de om
standigheid, dat het hoofdbureau van het Cou-
gres is gevestigd in het Hospitium der Vrije
Universiteit. „Daar is het groote rad, hetwelk
geheel het reformatorische raderwerk, in het
gansche land, in beweging brengt en houdt",
zoo laat hij er op volgen.
Daargelaten nu het min juiste .en onwellui
dende in dit beeld van het „raderwerk" (aan
gezien elke wezenlijke reformatie organisch en
geen mechanisch herstel geeft,) merken wij ei-
even tegen op, dat in de derde bijlage van Dr.
Kuyper's „Strikt genomen" duidelijk is ver
klaard, dat een contractieel verband tusschen
de Kerk en een Universiteit het meest gewenscht
is, en dat het Hospitium der Vrije Universiteit
als zoodanig geen bureau heeft voor het Con
gres, maar dat de amanuensis der V. U. aldaar
eene kamer tot zijn beschikking heeft, waarin
hij brieven wil ontvangen, teneinde die aan
het eigenlijk Congres-bureau over te brengen.
Dit laatste is geen Universiteitszaak, maar een
geheel persoonlijke zaak van den amanuensis.
Het is een merkwaardig, doch onloochenbaar
verschijnsel, waaruit menige diepe leering ware
te halen, dat naarmate hier de rust op het staat
kundig tooneel wederkeert, ginds zich weêr gis
ting en bedenkelijke verschijnselen openbaren.
Zoo ook weêr thans.
Nauw is de vrees voor krijg in het westen,
althans grootendeels, geweken en de verhouding
tusschen Frankrijk en Duitschland lang niet on
gunstig, of uit het oosten komen allerlei jobs
tijdingen, alles begint daar weêr te woelen en
te werken; allerlei vraagstukken eischen oplos
sing, en de mogendheden die er bij betrokken
zijn, komen weêr op min of meer gespannen voet
tegenover elkaar te staan.
De Porte en Engeland hebben omtrent Egypte
een overeenkomst gesloten, we spraken er reeds
meer over die Engeland in alle geval het
overwicht in Egypte bezorgt. Doch zij verkrijgt
eerst kracht door de goedkeuring der mogend
heden.
Nu weigeren beide Frankrijk en Rusland die.
Frankrijk, dat Egypte heeft groot gemaakt, ziet
zich met kwalijk verholen spijt door den Brit
verdrongen en wil diens uitsluitend overwicht
aldaar in geenendeele erkend zien. Rusland is
ten eerste ontstemd over de hernieuwde vriend
schap tusschen de Porte en Engeland ook ver
langt het niet het Suez-kanaal als langs een
Britsche volksplanting te zien loopen, en ein
delijk wenscht het denkelijk door middel van het
Egyptische vraagstuk het Afgliaansche naar zijn
zin te zien beslecht.
Duitschland en Oostenrijk zijn voor het ver
drag, doch totnogtoe is geen beslissing genomen.
De sultan heeft een wijziging voorgesteld, waar
omtrent men bescheid wacht uit Londen. Frank
rijk brengt zijn bezwaren in, en de Porte weet
zeer goed, dat het geen zaak is den machtigen
wonderbuur zich tot vijand te maken.
Deze heeft, als hij Frankrijk blijft steunen,
de beslissing in handen en kan, als we zeiden,
daarvan gebruik maken tot een door hem ge-
wenschte schikking in Afghanistan.
Omtrent de grensregeling aldaar, kan namelijk
de Engelsch-Russische commissie het niet eens
worden. In Afghanistan zelf, dat totnogtoe als
een middelmuur tusschen Ruslands Aziatische
gewesten en de Engelschen lag, heerscht een
bedenkelijke gisting. Vandaag of morgen kan de
emir van den troon worden geworpen en de Brit
ten vreezen dat Rusland van den troebelen toe
stand zal gebruik maken tot verwezenlijking van
zijn plannen op Herat en Afghanistan en tot
verdere machtsuitbreiding in Azië. Allerlei ge
ruchten loopen daarover. Het is zeer wel mo
gelijk dat Rusland, door een of andere schikking,
omtrent de grensregeling verkrij gt wat het wenscht
Toch kan het Egyptisch vraagstuk, hoe nauw
ook aan dit verknocht, nog eenigen tijd slepen,
want 't is best mogelijk dat ook Engeland zich
juist niet haast, wijl het toch zoolang in Egypte
blijft.
Wat Bulgarije betreft, ook hier vordert men
nog weinig. Mag men de berichten geloof schen
ken, dan is de toestand der bevolking treurig.
Men blijft aan 't zoeken naar een vorst hoe
lang reeds V
Op Creta is mede de staat van zaken nog al
tijd onzeker. De christenen op het grootendeels
Grieksche eiland, dat een zekere mate van zelf-
regeering geniet, willen al de inkomsten ten
bate des eilands zien aangewend en trachten dit
thans te Constantinopel er door te krijgen, 'tZal,
wijl de Porte zelf geen overvloed van geld hééft,
bezwaarlijk gaan,.
Zoo heeft dan Europa op het oogenblik drie
of vier onopgeloste vraagstukken tegelijk voor
oogen, bij welke ettelijke of wel alle groote mo
gendheden min of meer betrokken zijn. De al-
gemeene toestand wordt echter niet als ongunstig
beschouwd, vooral wijl zich weder nieuwe teeke
nen van toenadering vertoonen tusschen Duitsch
land, Oostenrijk en Rusland.
De Duitsche keizer en de kroonprins beteren
beide. De laatste gaat te Londen het feest bij
wonen der vijftig-jarige regeering van koningin
Victoria, met een dochter van welke hij gehuwd is.
Zoolang op het vasteland de teekenen goed
blijven men denke ook aan de wisseling van
ministerie in Frankrijk - is er reden tot dank.
De voorziene oorlog in het voorjaar is uit
gebleven al bestond er gevaar voor. Den Heere zij
de eere daarvoor. Hij bevestige den vredeH.
Dezer dagen vertrokken 400 Nederlanders,
van Amsterdam naar Noord-Amerika.
De huisknecht van een heer te 's Hage,
moest dezer dagen een rekening betalen. Hij
scheen het pleizieriger te vinden met 86 op zak
elders een prettigen dag door te brengen, dan
bij zijn meester terug te komen, maar heel lang
mocht hij zich niet verhengen, want te Gouda
is hij op een telegram van de politie aange
houden.
Uit Den Haag wordt ons gescheven,
de portefeuille van Waterstaat, Handel enNi,
verheid aangeboden is aan een geacht oud-lid.
der Tweede Kamer, thans nog een der oudste
leden van de Provinciale Staten van Zuid-Hol
land en industrieel, die door zijne eigenaardige
positie tusschen de partijen de aangewezen man
was om in dit Ministerie zitting te nemen. Ge
noemde heer heeft evenwel voor de eer bedankt.
Nog steeds zijn de visschers te Scheve-
ningen rustend:
De Commissie uit de Haagsche Kamer van
Koophandel hield Zaterdag te Scheveningen van
10 tot 5 uren vergadering in de zaal van het
Hotel »Zeerust". Een tiental stuurlieden en ma
trozen werden gehoord, ook over andere grie
ven dan het graaigeld. De uitkomsten van dit
onderzoek zijn nog onbekend.
Heden meldt men ons uit den Haag nader:
Naar wij vernemen is er een geest van toe
nadering te bespeuren bij de visschers en reeders
te Scheveningen, welke wellicht eene spoedige
oplossing van het geschil ten gevolge zal hebben.
Te Haten (N.-B.) werd dezer dagen een
meisje op den openbaren weg door zekeren S.
aangerand. Nadat hij haar van haar goud en
geld beroofd had, heeft hij haar in een sloot
geworpen. De dader is thans in hechtenis.
Op de rivier vóór Dordrecht is Donderdag het
tjalkschip Maria Petronella, bevaren door schip
per Knijff en geladen met grint naar Oudenbosch,
door den sterken stroom van anker gedreven en
in aanraking gekomen met een aldaar op stroom
liggend aakschip. Door deze aanvaring is het
roer van het tjalkschip weggeslagen. Gelukkig
kon de veerstoomboot terstond het in gevaar ver-
keerende tjalkschip op sleeptouw nemen, om het
op een veilige plaats onder den Zwijndrechtschen
wal te brengen.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag jl. heeft
het in »de Langstraat" nog zoo sterk gevroren,
dat op de hooge gronden de boekweit en de aard
appelen veel hebben geleden. Ook aan sommige
groenten, vooral aan de boonen, heeft de vorst
schade toegebracht.
Nabij Rij sen is verleden week een remmer
van een zandtrein gevallen. De ongelukkige werd
overreden en bleef op de plaats dood.
Te Woudrichem is een schip (schipper H. Ja
cobs) geladen met steenen, in de Waal gezonken,
doordat het schip tegen een krib was gevaren.
De opvarenden (schipper en zoon) zijn uit den mast
door visschers gered.
Het schip is onmiddellijk gezonken.
Bij den landbouwer Verbraak, te Halsteren
(N.-B.), heeft een vogel zijn nest gebouwd in een
ijzeren ketel, welke tot ballast dient bij den put.
Onder het putten blijft de vogel op het nest zit
ten. Voor drie jaren had een kwikstaartje op de
zelfde plaats zijn nest gebouwd en de koekoek
daarbij zijn ei gelegd.
Verschrikkelijke aardbevingen heerschen
te Wernyi over een gebied van omsteeks 1000
wersten. Ook te Madrid worden aardbevingen
gevoeld.
Iedere dag wordt het aantal slachtoffers groo-
ter, dewijl men telkens nieuwe dooden vindt.
Alwat nog leven heeft vlucht.
Er zijn, volgens de jongste statistieke
opgaven, 220,000 blinden in het Russische Rijk.
Maandagmorgen is door den koewachter
op het gors de Westplaat, onder deze gemeente,
dood gevonden een twee-jarige vaars, toebe-
hoorende aan de Wed. D. Vis van Heemst. De
oorzaak van dit ongeval is onbekend.
Beroepen tot predikant der Ned. Herv.
Gem. alhier Ds. W. Petrie, van Poederode.
Door een stuk goed te wasschen in een
sloot, viel de vrouw van den heer J. de Wachter
te water en brak haar arm.
De heer Dr. J. PriusFokkes, geneesheer
te den Bommel, is als zoodanig tijdelijk hier
benoemd, door het overlijden van den HeerH.
Wiegersma.
Weder heeft een vader zijn gezin ach
tergelaten en is naar N. Amerika vertrokken,
om het later tot zich te nemen.
Het lijk van J. 0. Kastelein, schoenmaker,
(die voor eenige maanden de ouderlijke woning
verliet,) is uit de Maas opgehaald en door de
familie herkend, hoewel het reeds in verge
vorderden staat van ontbinding verkeerde.
Alles per half heet.
Voor perceel 1 groot 2,90,50 H.A.
A. Koene, voor 16 P. van Loon, voor 18,10
L. van Kempen voor ƒ19,50; Wed. G. v. Oor
schot voor 14C. Braber voor 16,80G. Hoog
moed voor 20,25J. v. Drongelen voor ƒ19,50.
Voor perceel 2 groot 3,13,20 H.A.
L. van Kempen voor ƒ12; J. van Dronge
len voor ƒ13; Wed. G. v. Oorschot voor 10;
Voor perceel 3 groot 3,40,40 H.A.
A. Koene voor ƒ17; D. Bruinsel voor 17;