Christelijk
Weekblad
Vrijdag 17 Juni 1887.
2de Jaargang N° 68.
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN.
Abonnementsprijs per drie maanden 50 Cent franco p. post.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
Advertentiën van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Advertentiën driemaal opgegeven worden slechts tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 5 uur.
Alle sl sikken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever.
WfXfiKALÈIDE»,
Re gekechtlieïd der
gcloovigeii aan kun Heiland.
Feuilleton.
JOHANNES HUSS (1373-1415.)-
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
uitgever
SOIMIHELSDUIH.
Advertentiën, driemaal geplaatst, worden
slechts tweemaal berekend.
Advertentiën voor herhaalde plaatsing
opgegeven, minderen zeer in prijs.
Advertentiën voor aanbieden en vragen
van betrekkingen kosten slechts 50 t'.t.
Advertentiën worden voor elk nummer
tot Donderdag 5 uur aangenomen bij
den uitgever.
juni.
zon
maan
op onder
op
onder
17 Vrijdag
3.40 8.21
1.51
3.53
18 Zaterdag
3.40 8.21
2.16
5.
Gorinch. paardenm.
19 Zondag
3.40 8.21
2.44
6.6
20 Maandag
3.418.22
N.M.
7.10
21 Dinsdag
3.418.22
4.—
8.11
Woudrichem id.
22 Woensd.
3.41 8.22
4.50
9.5
id.
23 Donderd.
3.41 8.22
5.50
9.51
id-
Joh. 6: 67—69.
I.
Het Evangelie der zaligheid is voor sommigen
een reuk des levens ten leven, en voor anderen
een reuk des doods ten doode. En gelijk het met
het geschreven Woord Gods is, zoo is het ook
niet het vleesch geworden Woord. Voor velen
was de Christus een steen des aanstoots, of nog
erger, nl. een rots der ergernis. De meesten
zochten hem tijdens zijn omwandeling op aarde
slechts om de teekenen en wonderen die hij
deed '(Joh. 6: 2). Vooral de spijziging der
vijfduizend mannen met vijf gerstebrooden en
twee vischjes lokte velen achter hem aan en
DOOR
G. v. d. HAM.
(Vervolg.)
Laat vrij de wereld razen, ik betrouw op God
mijnen Almachtige Verlosser. Hij schenke mij
krachten om graf en dood gevangenis en mar
teling te verachten.
Wellicht ziet ge mij te Praag niet weder, maar
daarboven in het gewest van rust en vrede moge
God ons voor eeuwig weder bij elkander brergen."
Onvergetelijk waren de woorden van en kleèr-
maker, Andreas geheeten, die bij zijn heengaan
vol ontroering afscheid van hem nam en hem
aldus toesprak»Go I zij met u, want levend
zult gij wel niet wederkomenirijn hartelijk
geliefde, en der waarheid getrouwe Johannes.
(J schenke de Koning, niet van Hongarije (keizer
Sigismund) maar de Kcnim- des hemels, alles
goeds voor uw trouw en vlijtig onderricht in de
leer, die ik, met zoo velen, van u ontvangen
heb." Dat er menig gebed in deze dagen tot
den troon Gods voor den geliefden leeraar wei d
opgezonden, behoeven wij nauwelijks te herbne-
ren. Onvermoeid reisde de getrouwe dbcipel
des Heeren voort met hen die hem begeleidden.
Door zijne innemendheid en broederlijke beje
gening won hij aller harten.
De weg was langdus moesten zij dikwijls
in de huizen hun intrek nemen, alwaar zij dan
eenige verkwikkingen genotenen gewoonlijk
schonk Huss bij zijn vertrek aan den gastheer
een afschrilt der Tien Geboden, als bewijs van
dankbaar heid voor het goede onthaal, maar te
vens bad hij in zijn hart 's Heeren zegen over
hem af.
Waai om toch was men hem overal zoo welge-
deed de schare uitroepen: Deze is waarlijk de
profeet, die in de wereld komen zou". Zelfs
wilde men ook wel een koninklijken troon voor
hem oprichten. Maar de menigte hing hem slechts
aan om tijdelijkestoffelijke voordeelen. Hem
als den grooten hoogepriester huldigen, dat wil
de men nietdaar kwam het hoogmoedige
eigengerechtige hart tegen in verzet. Dit blijkt
ook uit de wijze waarop Jezus de schare toe
sprak toen deze hem den volgenden dag na de
spijziging weder opzocht. Om in zijn gezel
schap te zijn, staken vele joden de zee van Ti
berias over, en toen zij hem na eenig zoeken te
Kapernaüm gevonden hadden, wilden zij het eerst
weten, hoe Jezus daar toch wel gekomen was, de
wijl hij toch niet in één schip met zijn discipelen
er heen was gegaan. Jezus echter antwoordt niet
op die vraag der ijdele nieuwsgierigheid, maar
richt tot hen het ontdekkend verwijt: Voorwaar,
voorwaar zeg ik u, gij zoekt mij, niet omdat
gij teekenen gezien hebt, maar omdat gij van
de brooden gegeten hebt, en verzadigd zijt".
Hier was dus slechts schijnbare belangstelling.
De eigenlijke redden van hun volgzaamheid was
een andere. Zij waren nog niet aan zichzelven
ontdekt, en zochten daarom alleen bevrediging
van aardsche verlangens. In plaats van in het
brood een hooger teeken te zien, merkten die
vleeschelijk gezinde Israëlieten in het teeken
slechts brood op. Aan de geestelijke en eeuwi
ge spijze, voor welker verwerving Jezus ten
nutte van zijn volk was nedergedaald, hadden
zij noch kennis, noch behoefte. Neen, zij wilden
nog door hun eigen werken gelukkig worden
en van Jezus telkens nieuwe teekenen zien. Dit
wordt ook duidelijk uit de gesprekken, die zij
verder met den Heiland voeren. Want toen Jezus
hun voorhield, dat hij niet gekomen was om
gedurig zijn almacht op een voor ieder zicht
bare wijze te ontsluieren, maar wel als mid-
zind Wel, zijn roep was over bet gansche land
veaspreid. Een ieder kende den aartsketter Hups,
en ook was de mare tot ieder doorgedrongen
dat hij op de groote vergadering te Constantz
zoude verschijnen. Al deze vriendelijkheid nu,
moest dienen en medewerken om hem van zijne
gewaande dwalingen terug te brengen, om hem
te bewegen tot het herroepen van alwat hij
geleerd en gepredikt had, opdat zich de Room-
sche kerk zou mogen beroemen in een schijnbaar
heilige overwinning.
Geruimen tijd reisde men voort, en Huss ge
voelde ten laatste behoefte aan rustmaar begon
hem het voorttrekken ook moeilijk te worden,
toen hij op den 3en November de torenspitsen
der stad Constantz in 't gezicht kreeg, werd hij
opnieuw gesterkt, de Heere schonk hem krach
ten en zijn oude geloofsmoed ontvlamde weder
zoodat hij zijne stem verhief en uitriep«In
dien God voor ons is, wie zal tegen ons zijn
Nu naderde hij de plaats waar hij-terecht zoude
staan om zijns Heeren naam. Doch geen nood
Gods bijstand was Item genoeg. Niets kon hem
ontmoedigen. Met rassche schreden ging het
voorwaartsen weldra trokken zij de poorten
van Constantz binnen.
In de stad gekomen werd hij al spoedig in een
vochtig en stinkend kerkerhol opgesloten. Had
hij den Paus slechts gehoorzaamheid toegezegd,
ziet, hij zoude ongestoord zijns weegs hebben
kunnen gaan; doch neen, aan diens eischen
kon hij zich niet ouderwerpen. Het woord zijns
Gods leerde hemGod meer te gehoorzamen
dan de menschen. Dewijl hij zoo onwrikbaar
stond in zijn geloof, moest hij zeer lang in deze
doffe cel vertoeven. Verlaten en verwijderd van
vrienden en geliefden, was hij daar, doch de
zoete gemeenschap met zijn Heiland sterkte
zijne ziel. Hij klaagde of morde niet over zijne
onrechtvaardige opsluiting; neen! gelijk een
Paulus en Silas, deed ook hij hier zijne verhevene
lofspsalmen langs de kerkerwanden weêrgalmen.
Wat kon hij anders dan 'sHeeren naam verheffen
delaar en behouder der menschheid; toen hij
hun zeide, dat hij zelf tot dat einde als het
ware levensbrood door het geloof moet aange
grepen en genuttigd worden, ja dat niemand
leven kan hebben in zichzelven, tenzij dan dat
hij het vleesch des Zoons des menschen eet en
zijn bloed drinkt, toen verstonden zij daar
niets van en vroegen verwonderd: »Is deze niet
Jezus, de zoon van Jozef, wiens vader en moe
der wij kennen?.... Hoe kan ons deze zijn vleesch
te eten geven?" Aan een innerlijke, heilige
levensgemeenschap, even wezenlijk en nauw als
tusschen het lichaam en de voedende spijzen,
dachten zij niet. Hem te volgen als een voor
naam mensch, als een wijs leeraar of als een
machtig gebieder, dat ging nog; maar dat hij
uit den hemel afkomstig, dat hij de beloofde
aan de vaderen was en goddelijke eere verdien
de, neen daar hadden zij geen hoogte van. Hun
hart bleef voor Jezus gesloten. Geestelijke ge
meenschap wilden zij met hem niet oefenen. En
toen Jezus daar toch op bleef aandringen, ook
ondanks hun tegenspraak, voelden zij zich teleur
gesteld en geërgerd, en wendden zich met weer
zin van zulk een harde rede af. Zij gingen
terug en wandelden niet meer met hem.
De twaalven echter bleven. Als wij er hun
aardsche verwachtingen omtrent Jezus' koning
schap afdenken, dan ging er in het gemoed van
die twaalven heel wat anders om dan bij de
schare. Zij volgden hem Judas altijd uitge
zonderd niet met het oog op zekere uiter
lijke voordeelen alleen, maar zij waren oprech-
telijk aan zijn persoon verbonden. Zij achtten
hem hoog, zij beminden hem en verheugden
zich in zijn bezit. Ja, zij hadden hem lief met
een gehechtheid, die bestand bleek tegen de ern
stige beproeving, die zij thans hadden te verduren.
Immers de groote menigte verliet hem, en daar
waren er zeker ook wel onder, die door hun
Vele dagen gingen voorbij, en nog altijd bevond
hij zich daar. De vochtige duffe kerkerlucht maakte
hem ziek.
Onwilkeurig gedacht hij nu de vervlogen dagen
en de vele vrienden die hij had achtergelaten.
Een zijner beste vrienden echter was hem ge
volgd; het was Hieronimns, een Prager van
geboorte, en deze had vrijheid weten te verkrij
gen om Huss tijdens zijn gevangenschap eiken
dag te bezoeken. Deze Hieronimus was een
geestverwant en leerling van Huss, doch bezat
niet de vrijmoedigheid om openlijk voor de waar
heid volgens zijn gevoelen uit te komen; maar
dat deze niets deed dan zijn leermeester eiken
dag moed in te spreken, daaraan zal niemand
twijfelen. Het deed Huss dan ook van harte goed.
zijn vriend zoo dikwijls te mogen zien, maar
ook lag hem zijne gemeente te Praag na aan
het hart. Hij kon niet anders dan ook deze iets
van zich doen hooren. Hij schreef onder an
deren «Nu eerst leer ik het psalmboek recht
verstaan. Nu begrijp ik hoe David onder het
lijden wel te moede was. Eerst nu leer ik recht
biddenen over het lijden van Christusen
over zijnen bloedgetuigen nadenken. Geliefde
gemeente des Heeren, verlaat u op Hem, volhard
in den gebede en leef in Gods gemeenschap.
Wees hiervan verzekerd, mijne broeders en zus
ters dat ik voor alle dingen het heil uwer on
sterfelijke zielen heb gezocht, hetwelk ik nog
doe. Ook weet ik dat eenige mijner vijanden
vele van mijne geschriften in het Latijn hebben
overgebracht en er vele leugens hebben tusschen
gevoegd, maar ik bid u strijd daar tegen; ook
ik bf-ijver mij met dezelve te vernietigen."
Ook dit moedigde hem aan, dat reeds zoo velen
hem op die wijze waren voorgegaan, en aan de
waarheid het leven hadden geofferd.
Daar in de gevangenis kon hij geen bijbel
krijgendie hem zoo dierbaar wasnoch liet
Avondmaal zijns Heeren genieten, maar des te
inigcr klemde hij zich aan zijn Jezus vast, want
Hij toch is nabij een ieder die tleni zoekt.
kennis en deugdzaamheid b j velen invloed had
den, zoodat hun doen eenig gezag had voor de
anderen. Bovendien werden zij door Jezus niet
gedwongen. Wilden zj bj hem bijven, dan
moest het uit vrije aandrift zijn. Maar als zj
dan ook bleven, moesten zj wel weten, dat zj
slechts een klein gezelschap zouden vormen en
afgescheiden raken en gesmaad worden van de
groote volksmenigte. Er was alzoo str jd en zelf
verloochening aan hunne keuze verbonden.
Het was destjds niet anders dan thans. Ook
nu nog wordt Jezus miskend en gemeden door
verreweg de meerderheid van het menschdom,
Gewis, wj zwjgen van de vele heidenen, die zich
buigen voor hout en steen. En wj laten even
eens dat talloos tal van lichtzinnigen buiten re
kening, die goed bezien een veel minder leven
leiden dan de heidenen. Maar hoevele deugdzame,
ingetogen, eerljke lieden zijn er niet, die zich
steeds toeleggen op de nauwgezette waarneming
van hun beroep, op de vervulling van al hun
huiseljke en maatschappelijke plichten, die be
kend zijn om hun milddadigheid, ja in wier oog
soms een traan parelt als zj het ljdenvan hun
medemenschen zien, en die dan ook al het mo
gelijke doen om dat 1 jden te verzachtenin één
woord, sieraden der maatschappjen die toch
geen vreugde vinden in den dienst des Heeren.
O, bij welk christen is wel niet eens de ang
stige vraag opgerezen, of die allen het dan mis
zouden hebben, of dan zjn eigen levensbeschou
wing alleen de ware wel is en of hj wel goed
deed, met aldoor zj'n hoop op Christus te stel
len. Geven w j daarb j tevens nog acht op de ve
lerlei ontkenningen en onmogeljk-verklaringen
waarmede de hedendaagsche wetenschap ons be
stormt, en waarmede zj poogt los te wrikken
wat eertjds voor ieder in onze omgeving vast
stond, dan wordt zulk een slingering der ziel nog
natuurlijker.
Eindelijk was de dag daar waarop de groote
kerkvergadering zou worden gehouden. De keizer
Sigismund verscheen in het midden en nu werd
Huss op den 7 en 8 Juni 1415 voor 34 Kardinalen,
20 Aartsbisschoppen160 Bisschoppen250
Prelaten 4 Keurvorsten20 Hertogen en 80
Graven openlijk veihoord. Welk een ontzettend
gezicht, voor 568 van c'e aanzienlijksten der we
reld geplaatst, omringd door het woedende pu
bliek, maar ook nu werd hij aangegord met
kracht uit de hoogte. En schoon velen verwacht
hadden, dat hj den strijd zoude opgeven, bleef
hij getiouw. Hij kon niet herroepen, wat hij
uit Gods V oord als waarheid had erkend. Zijn
antwoord was steeds beslist afwijzend. Toen
een ieder erkennen moest, dat hij niet over te
halen was, ontstond er een helsch rumoer en
voetgetrap onder het volkdat op die wijze
zijn haat lucht gaf, en het oordeel des doods
werd over hem uitgesproken. In ketens geklon
ken werd hj naar de gevangenis teruggesleept
en Huss verwachtte nu niets anders dan den
dood. 'tZou echter nog niet zoo spoedig zijn
als hij wel dacht. Hoe hij onder deze omstan
digheden was gestenrd, moge ons een brief lee-
ren, welke hij 23 Juni aan zijne gemeente en
zijne bloedverwanten schreef: »Er iseengioote
troost in dit woord onzes Zaligmakers: «Zalig
zijt gij, als u <le menschen haten, en wanneer
zj u afscheiden en versmaden, en uwen naam
als kwaad verwerpenom den Zoon des men
schen wil (Luc 622, 23;. O, Getrouwe Christus,
trek ons, zwakken, U achterna, want wanneer
Gij zeiven ons niet trekt, kunnen wij u niet
volgen." Menige hartelijke afscheidsbrief werd
in dezen tijd door hem geschreven, ook aan zijne
vrienden te Praag en in Bohemenen ook aan
de Leeraren en Studenten van de Praagsche
Universitiit. Zijn vrier.d Hieronimus, die hem
overal had voorgesproken en aanbevolen en dik
wijls zijn eigen geroelen had uitgesproken, was
onderwijl in de gevangenis geworpen.
(Slot in een volgend nummer