Cliristelijk
W eekblad
Vrijdag 15 April 1887.
2de Jaargang N° 59.
IN HOC SIGN O VINCES
W. BOEKHOVEN,
Abonnementsprijsper drie maanden 50 Cent franco per post.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
UITGEVER
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 per regel.
Advertentiën worden bij de Uitgever ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan den Uitgever.
Knecht of Dienstbode
WEEKKAIEÜDER.
April.
Zon
Maan
Markten.
„Houd In gedachtenis, dat Je
zus Christus uit de dooden
Is opgewekt."
.Uit de pers.
-9
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdag.
Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven worden slechts
tweemaal berekend.
We herinneren aan de door ons gemaakte
bepalingen dat ieder die een
noodig heeft of iedere knecht of dienstbode die
veranderen wil, dat hij voor slechts 50 Centen
zijn wensch in dit blad kenbaar kan maken.
Advertentiën in dit blad komen onder
duizende oogen.
We verzoeken beleefd HH. werkgevers in
bet belang van ben die arbeid behoeven vooral
hunne aanbiedingen in dit blad te plaatsen.
op
onder
onder
L. Kwart.
6.55
4.23
Oude-Tonge
15
Vrijdag
5.4
paard, en veem.
16
Zaterdag
5.2
6.57
11.43
17
Zondag
5.—
6.58
0.46
18
Maandag
4.58
7.—
1.49
19
Dinsdag
4.56
7.2
2.53
Goes veem.
20
Woensd.
4.53
7.3
5.57
Kruim. veem.
21
Donderd.
4.51
7.5
5.1
Middelb. pa. vee
2 Tim. 2: 8a.
Het heerlijk Paascbfeest is weer achter den rug.
Bij vernieuwing werd aan alle oorden der we
reld de Boodschap van Jezus' verrijzenis ge
bracht, en de kinderen Gods hebben hun vreug
depsalmen bij de geopende groeve aangeheven.
Nu komt bet er maar op aan, dat wij de op
wekking van Christus, al zijn die feestdagen
voorbij, in gedachtenis houden. Dat is mogelijk,
anders zou de Apostel er niet toe hebben ver
maand, maar alleen door de werking des Hei
ligen Geestes. In onszelven is daartoe geene
kracht. Het in gedachtenis houden van Jezus'
opstanding is lang niet zoo gemakkelijk als me
nigeen wel denkt.
Wat toch wil het zeggen? Immers niet, dat
wij uit plichtsbesef zoo van tijd tot tijd eens in
het afgetrokkene aan het Paaschevangelie den
ken, op dezelfde wijze als de kenners der geschie
denis zich gedurig vele andere gebeurtenissen,
belaugrijke oorlogen, groote heldendaden en zoo
veel meer voor den geest terug roepen. Wie
dit meent, vat de zaak lang niet diep genoeg
op.
Neen, de Apostel bedoelt, een werkzaam en
biddend overdenken der waarheid, waarbij Jezus'
opstanding als een bezielend, machtig, onverge
lijkelijk feit ons toespreekt, zoodat wij er met
ons geheele wezen in deelen, zoodat wij er blij
de door worden en aangedaan met kalmen vrede.
Het gedurig denken aan iets komt voort uit
een werking der ziel. Wat 't meest de liefde
van uw hart heeft, daar zet ge uw zinnen, uw
gedachten ook het meest op. Daarom is ook deze
les van Paulus niet te betrachten, indien wij
niet met den Verrezene in geestelijke betrekking
staan. De opwekking is dan ook niet aan iedereen
gericht, maar allereerst aan Timotheüs, van wien
Paulus wist, dat hij een medebroeder, een kind
der genade was. En voorts in hem tot de gan-
sche gemeente van Christus, welke in het licht
van Zijne opstanding wandelt.
Zoolang de wereldsche begeerlijkl (den nog
aldoor het hart des menschen vervul en, gaan
ook de gedachten alleen daarnaar uit. En zoo
het al soms een oogenblik anders schijnt, dan is
dit ten gevolge van het kloppen van ons geweten.
Als ons plotseling een krachtige roepstem treft,
als wij een gevoelig verlies lijden, of een hevige
ziekte grijpt ons aan, dan schrikt dat geweten
somtijds geweldig op uit zijn dommeling. Maar
overigens gaan onze gedachten meest naar den
zelfden kant waar ook het gevoel, het diepste
van het hart heentrekt.
Welk een treurig leven leidt alzoo de onbe
keerde zondaar. Terwijl alles rondom hem de
vergankelijkheid predikt en het sterven voor
spelt, klemt hij zich uitsluitend vast aan datgene
wat hij bij den dood gewisselijk moet verliezen,
zoodat hij dan niet het minste tot zijn vertroos
ting overhoudt.
Maar zie, tegenover die ellende blinkt nu de
zaligmakende genade Gods, die ons onderwijst,
dat wij de goddeloosheid en de wereldsche be
geerlijkheden verzaken zullen, en matig, recht
vaardig, godzalig zullen leven in deze tegen
woordige wereld".
Wie die genade Gods nu maar ziet, die er
vaart ook de kracht van Jezus' opstanding, en
die alleen kan haar goed onthouden.
Het is onmogelijk aan de opstanding van
Christus iets wezenlijks te hebben, indien wij
vreemd blijven aan Zijn lijden. Slechts indien
wij der zonde afgestorven zijn, indien wij met
Hem gekruist werden en als onderdeel van één
en dezelfde plant met Hem ingingen in den
dood, worden wij ook met Hem opgewekt tot
een nieuw leven, tot een onverderfelijke hoop, tot
een luisterrijke toekomst.
In dat lijden van Christus heeft God getoond
hoe heilig en rechtvaardig Hij is; hoe hij de
zonde mi iet straffen; hoe Hij toornt tegen de
werken des vleesches. Maar tevens werd in dat
lijden de onbegrijpelijke liefde Gods aanschou
welijk. Als het om Zijn rechtvaardigheid niet
anders kon, zoo gaf de Yader liever Zijneenig
geliefden Zoon tot in de grootste smarten over,
dan dat Hij de van Hem afgevallen wereld aan
zichzelve overliet. En Jezus stelt zich geheel
beschikbaar. Hij is volkomen eenswillend met
den Yader, en gaat in de diepste vernedering
onder. Met bloed en tranen zocht Hij een weg
ter ontkoming te bereiden voor erfwachters van
de hel.
Eerst als wij in die liefde goed zijn doorge
drongen, kunnen wij waren troost scheppen uit
het overdenken van Zijne macht. Want alleen
een gewillige Zaligmaker is ons niet genoeg.
Hij moet ook het vermogen bezitten om ons te
redden.
En van die macht ligt nu het bewijs in
Jezus' opstanding. Zij toont ons, dat God de Vader
een volmaakt welgevallen nam in de offerande
Zijns Zoons, en dat Jezus alzoo den vereischten
losprijs voor de zonden van zijn volk volkome-
lijk heeft betaald. Maar tevens ligt in die op
standing het bewijs, dat Jezus macht heeft over
den dood. Op welk gebied die dood nu ook
heerschende is, hetzij in onze ziel, in ons lichaam,
in ons huis, in staat of maatschappij, overal
wordt de gezichteinder helder, als wij ons be
trouwen stellen op Jezus' levenwekkende kracht.
Gevoelen wij ons verstorven onder den invloed
van zonden en misdaden Jezus kan den
sterkere binden en de heerschappij over ons
hart aanvaarden. Is daar oprechte verslagen
heid in ons binnenste Jezus richt de neêr-
gebogenen op. Is daar weemoed in onze ziel
bij het naderen van de doodsjordaan Jezus
is ook op dien weg voorgegaan en Zijn opstan
ding is profetie van de herleving van ons broos
en vergankelijk lichaam. Het sterfelijke zal on
sterfelijkheid aandoen.
Dat alles staat of valt met Christus' opstan
ding. Hij is het Hoofd der nieuwe menschheid.
Ware dus het Hoofd in den dood gebleven, dan
was er ook voor de leden geen hoop, noch voor
het tegenwoordige, noch voor de toekomst. Een
doode Bei land kan geen leven wekken of macht
gebruiken over ons leven. Dat kan alleen een
levende Heiland, die Zelf aan den adem van
het verderf ontkwam.
Maar nu, Jezus is opgewekt uit de dooden,
en de Christen mag dat groote feit in gedach
tenis houden. »Dood! waar is uw prikkelHel
waar is uwe overwinning?"
Waarlijk, Jezus' opstanding is een rijke bron
van troost en moed voor allen die gelooven.
Zij is de kroon op Zijn lijden en sterven, de
verheerlijking van Zijn persoon en Zijne gemeente,
de bezegeling van den beteekenisvollen uitroep
op Golgotha: »het is volbracht"!
Voor onnadenkende, ongeestelijke lieden be-
teekent het Paaschfeest weinig meer dan dat
het een vrijen dag" oplevert. En o, het getal
derzulken, die nauwelijks weten wat er eigenlijk
mede in verband staat en welke uitzichten het
den christen geeft, breidt zich ontzettend uit.
Ondanks al den arbeid der inwendige zending,
ondanks de vele hulpmiddelen tot verspreiding
van betere kennis aangaande het Evangelie,
neemt de afval van God en Zijn dienst, ja zelfs
de openlijke loochening der waarheid op schrik
barende wijze toe.
Een paar eeuwen geleden was alles zoo ge
heel anders. De toongevers van Europa eerden
toen den God des hemels en der aardeen zij
erkenden het, dat alleen uit Hem alle gezag en
alle wijsheid afvloeien.
Vele regeeringspersonen hadden er toenbehagen
in om zich voedsterheeren der Kerk te betoonen.
Doch thans, ofschoon er in sommige kringen
weer eenig opwaken gezien wordt, als men op
de groote menigte let, dan moet men zeggen:
wij gaan als natie achteruit; het ongeloof krijgt
meer de overhandmen leeft en werkt alsof er
nooit een Heiland was opgestaan uit de dooden.
Voor allerlei feesten van lagere orde zoekt men
plaats te ruimen onder de menschen, maar een
gedenkdag als het Paaschfeest maakt geen indruk
meer. Trouwens, wat zal men nog gedenken,
waar het feit zelf reeds is verlaagd tot een
legende of een droombeeld?
Zie, er wordt geklaagd over veel gebrek en
kwijning in het maatschappelijk leven, en ieder
zoekt op zijn manier naar verbetering van den
toestand. Maar de groote oorzaak van al die
ellende loopt men gedachteloos voorbij, en daar
door ontbreekt ook het ware geneesmiddel.
En och, of dan voor het minst zij, die de
kracht van Christus' opstanding bij ondervin
ding kennen, zich maar steeds geheel en met
al hun belangen Hem toevertrouwden. Maar
daar scheelt nog zooveel aan. Zoo menige zaak
behandelen zij nog als buiten God om, en dan
wijkt de rust uit hun gemoed en gaan zij met
gejaagdheid hun weg, dan komen zij in groote
moeielijkheden.
Maar dan vermaant de Apostel hun ook weer:
»Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit
de dooden is opgewekt". Sta eens bij dat groote
heilsfeit aandachtig stil. Hij, het Hoofd, heeft
immers in alle benauwdheid overwonnen. En
derhalve, wat bij dat Hoofd behoort, wat met
Hem één is, kan onmogelijk op den duur in
banden des lijdens en des doods geklemd blijven.
En als de H. Geest dan de kracht van Jezus'
opstanding maar weder toepast aan hunne ziel,
dan vervolgen ze weer moedig hun pad, dan
wordt de geestelijke spijze hun weer recht
smakelijk, dan gevoelen zij weer de koe_sterende
warmte van de Zonne der gerechtigheid.
Bij den verrezen Christus is voor alle be
kommering raad. Op Zijn tijd doet Hij groote
wonderen. Voor Hem, die zelfs het plavleisel
des doods van zich afwierp, is geen enkele steen,
hoe zwaar hij ook op ons gemoed drukt, bestand,
Zalig, die dit van harte gelooft!
M. G.
MARNIX.
De algemeene vergadering van den Ohriste-
lijk-historischen kiezersbond Marnix is uitge
schreven tegen Woensdag den 2 Oen April des
voormiddags te 10 uren te Zaandam.
Aan de agenda ontleenen we de volgende te
behandelen punten:
1. Art. 1 h worde verduidelijkt, door achter
schrapping van art. 168 deze woorden in te
lasschen: onverminderd de mogelijke rechten, in
dezer voege dat de aanspraken op verrekening"
door den Rechter worden beslist."
2. Marnix wijze de Regeering op de schuld,
die nog altijd drukt op Nederland, ter oorzake
van de vervolging der Afgescheidenen", en het
verzuim van schuldbelijdenis en van rehabilisatie
der onschuldig veroordeelden en gekerkerde be
lijders van den Naam des Heeren.
3. Marnix getuige tegen het partij-kiezen der
politie voor de synodale organisatie.
4. De Bond vestige de aandacht op het adres
van de N. II. Synode aan de Tweede Kamer
en op dat van de heeren Singendonck, Van
Zuylen van Nijevelt. Prof. Doedes e. a. a an de
leden van het N. H. Genootschap, in zake de
Gereformeerde beweging" en het behoud van
Art. 168.
5. Zal de Bond opnieuw adresseeren in zake
art. 168?
6. Wat heeft »Atjeh" van Godswege aan Ne
derland te zeggen?
7. Is het drijven der z. g. Program-politiek,
en de ijverige meêgaandheid van vele C. G. broe
ders tot nu toe, niet schadelijk voor 't Konink
rijk Gods in 't gemeen, en de C. G. Kerk in 't
bizonder
8. Vanwaar komt het, dat de C. G. Synodes
zelfstandig optreden in zake de politiek, en dat
de meeste woordvoerders en leiders van het C.
G. kiezersvolk de gemengde antrev.-conserv.-
roomsche politiek bevorderen Heeft de C. G.
kerk geen »eigen" beginsel en vaandel, dat op
politiek terrein gevolgd en verbreid dient te wor
den
9 Is er reden om te hopen, dat hetKerke
lijk Conflict" ook de politieke verhoudingen zal
zuiveren, zóó, dat het program van Marnix in
zake Vrije Kerk en Vrije School nu eindelijk
»tijdig" zal worden geacht
En zou Marnix iets kunnen doen tot sa
menbinding ook in de praktijk, van hen, die tot
dusver alleen om redenen van ontijdigheid"
niet met den Bond medegingen, en metterdaad
hem tegenstonden
10. Wat heeft Marnix te doen in zake de
a. s. verkiezing
11. De beteekenis van de sociale toestanden,
en in 't bijzonder van de onthullingen der En
quête-commissie, voor het Christenvolk in 't ge
meen, en voor de gemeente in 't bijzonder.
In verband met de bespreking der beginselen
van den Bond en derzelver verbreiding, zal een
der leden des bestuurs een vooordracht houden
over
Is er voor geldelijke afhankelijkheid der Kerk
van den Staat (A 168) eenige grond in het N.
1. of in het O. T.1 Of, positief uitgedruktDe
Vrije Kerk gegrond zoowel iu het O. T. als in
het N. T.
Waarschijnlijk zal 's avonds tevoren eene open
bare samenkomst worden gehouden, tot bespre
king der belangen van Kerk en Vaderland, en
en gebed voor dezelve.
Op verzoek nemen wij het onderstaande over
MAG DAT ZOO BLIJVEN?
Toen ik den laatsten zomer eenige dao-en in
Duitschland mocht doorbrengen, trof het mij,