Christelijk
Weekblad
voor de Zuid-HoSlandsche en Zeeuwsche Eilanden.
1
1
I
i
I
Vrijdag 18 Maart 1887.
g No. 55.
a
I
IN HOC SIGN O VINCES
m
r_
7v
:ee.
AM.
2.
lam.
Het auteursrecht op den volledigen inhoud van dit blad wordt voorbehouden krachtens de Wet van 28 Juni 1881 {Staatsblad no. 124).
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN Co.,
Alle stukken voor de Ketlactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers.
Een vriendelijk verzoek
Weekkalender.
Maart.
Zon
Maan
Markten.
He ijver Gods.
De Volkeren der aarde.
>1
i
G.*'
i.
i.
»ooten
JLl
Ï86.
5?
irm. 8|
voorm.
Hijks-
4?5 u.
u
,45,
45 j
45
45
.'II
,11
dam n.
lb. en
SGEN.
Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagmorgen.
Abonnementsprijs: per drie maanden 50 Cent franco per post.
Afzonderlijke nummers 5 ent.
SOMMELSDIJK.
Advertentien 10 Cent per regel.
Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven, worden slechts
tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij de Uitgevers ingewacht tot Donderdagmiddag 12 uur.
aan onze geachte abonnés buiten Flakkee, om het
verschuldigde abonnement, vierde kwartaal, ons, na
aftrek der kosten, (zijnde dus 45 Cent) per
postwissel overte"Zenden, daar we anders zoo vrij
zullen zijn om met 40 Cent verhooging voor porto,
dus 60 Cent, daarover te disponeeren.
Niet twijfelende of aan ons billijk verzoek zal
gaarne worden voldaan.
De Administratie.
op
onder
ouder
18 Vrijdag
6. 8
6. 7
11.53
19 Zaterdag
6. 6
6. 9
—.51
20 Zondag
6. 3
6.11
1.52
21 Maandag
6. 1
6.12
2 55
22 Dinsdag
5.59
6.14
3.59
23 Woensd.
5.56
6.16
5. 2
NM. 1.29
n.m. op
24 Donderd.
5.54
6.18
6.11
Heenvliet veem.
Vlaardingen
Goes veem.
Deut. 6 15a.
Liefelijk is het beeld waarmee Jehova zijne
verhouding tot Israël teekent. Hij heeft met
dat volk een verbond, is met Israël gehuwd.
Hij heeft Israël lief, en daarom is Hij op zijn
volk jaloersch, geeft Zijn eer niet aan vreemden.
IJver is de gemoedsbeweging van den man,
opgewekt door handelingen zijner vrouw. IJver-
wetten gaf Jehova in het midden Zijns volks
waar de man meende, dat zijne jaloerschheid
met reden was opgewekt.
Zoo ijvert de Heere voor Israël, waarschuwt
dat volk niet te gaan boeleeren. Hij beschouwt
iedere overtreding van Israels zijde als echt
breuk. Heeft Hij geen recht om tot dat volk
te zeggen,,Ik, de Heere uw God, ben een ijverig
GodY" Heeft Hij het niet uit het diensthuis
der verdrukking geleid? Heeft Hij het niet
gemaakt tot een vrij volk? Heeft Hij het niet
getroeteld, en zal Hem ooit het recht ontzegd
worden, om Efraim te noemen zijn troetelkind,
een dierbaren zoon?
Bovenal, heeft Hij niet dat Israël bevoorrecht
boven alle volkeren, door dat Israël tot bonds
volk, heilsdrager, volk der belofte te verkiezen?
En dat een volk, murmureerend, wederstrevig,
boeleerend van aard!
Daarom straft Hij dat volk in zijne vertoornde
liefde, zoodra het in ontrouw van Hem afhoe-
reert.
Toen Israël het gouden kalf had aangebeden,
was Jehova in ijver ontstoken, toen was het
een Pineha, die de grimmigheid des Heeren
heeft afgewend, zoodat de Heere Israël niet ip
Zijnen ijver heeft vernietigd. En over datzelfde
volk, niet hebbende geleerd door de tuchtigin
gen Jehova's, profeteert Zefanja 3 8, dat 's
Heeren ijver het land zal verderven. De Heere
wil zijn volk alleen bezitten, het hebben voor
Zich alleen. Zou dat liefde zijn, die niet ijveren
kan? Zou de man zijne vrouw beminnen, die
hare zonde ziet, en niet in ijver ontsteekt?
Zijn ijver bewijst zijné liefde. Had Hij zijn
volk niet lief, Hij zou niet ontbranden in toorn,
wanneer het Zijne liefde met ontrouw beant
woordt.
Doch Zijn ij ver heeft nog een anderen karakter
trek. Daarom is die ijver ook vol van troost
voor het volk, dat in Zijne wegen wandelt. Het
is Zijn ijveren voor Zijn volk. Hij zorgt voor
Zijne bondgenooten, breidt Zijne liefdevleugelen
over hen uit, beschermt hen voor degenen, die
hen zoeken te benauwen.
Daarom liet Hij Zijnen p. ofeet Hiskia aan
zeggen, die zijnen en des volks nood aan den
Heere geklaagd had: „Van Jeruzalem zal het
overblijfsel .uitgaan, en het ontkomene van den
berg Sion: de ijver van den Heer der heirscbaren
zal dit doen". (2 Koningen 19 31).
Die ijver des Heeren zal den vijand beschamen,
ja, om dien te straffen zal Hij den ijver aandoen
als een mantel. (Jesaja 59 17).
Laat Israëls historie spreken, of ook in dien
zin Jehova zich niet een ijverig God mag noemen
Reeds zong Mozes immers: „Gelijk een arend
boven het nest klapwiekt, rondom zijne jongskens
zweeft, en zijne vleugelen uitbreidt, hij neemt
en draagt ze op zijne vlerken".
Des te meer is dat volk schuldig, waar liet
heeft gezondigd. Niet dankbaar voor den ijver
Zijner zorg, sloeg liet vet geworden, achteruit,
en hebben Hem tot ijver verwekt door vreemde
goden.
Wat is nu de straf voor dat overspelige volk?
De Heere zal het dezelfde smart aandoen,
die het Hem gevoelen deedu verwekt hen tot
ijver door diegenen, die geen volk zijn, verwekt
hen tot toorn, door een dwaas volk. (Deut.
32 21 vgl. Romeinen 10 en 11).
De Heere zet de Heidenen in de plaats van
dat Israël. Israël ga met een deksel op de oogen
onder de volken rond, veracht en eenzaam.
Alles zal tegen dat volk zich opmaken, en die
geen volk waren, zijn bezitters van het verbond.
Nu moet dus de gemeente des Nieuwen Ver-
bonds dat Israël tot jaloerschheid verwekken, op
dat het den Heere zoeke
Die zal dan ook het overblijfsel, om den wil
Zijner eere weer verhoogen, waar de volkeren in
overmatigen trots tegen Hem opstaan. Deuter.
32 35-43.
Dezelfde God leeft nog! Zal iemand der
Zijnen Hem de eer ontzeggen, dat de ijver
Zijner zorgende liefde zeer groot is?
De gemeente van den Nieuwen dagheeft
toch ook niets dan goeds te getuigen van haren
bruidegom! Heeft de Vader dat Hoofd der
gemeente, de heerschappij opgedragen, heeft
dat Lam het boek met zeven zegelen aange
nomen, was dat alles niet ter bewaring, ter
verzorging in nood en gevaar?
Laten ook hier de historieblaan getuigen en
zij spreken van de nederlagen der bergtoppen
van Basan.
Doch nu is die Bruidegom ook zeer ijverig voor
Zijne bruid. Dat zij Hem niet ontrouw zijZij
heeft den ring Zijner trouw ontvangen. Hij heeft
alleen recht op haar hart en huis. Overspel doet
die bruid, als zij een ander toelaat over haar te
heerschen en de rechten baars bruidegoms te
krenken.
Gemeente van Christus, laat nooit een ander
over u regeeren dan uw Bruidegom, want zoo
dra ge dat toelaat, zijt gij een overspelige ge
worden, geen bruid meer, maar een hoer.
Wanneer die bruid niet luistert naar de ver
maningen haars bruidegoms! 't Zal haar als
Israël gaan. Zijn ijver verslindt, ook Zijn gloed
verteert.
Ernstige waarschuwing ook voor het volk van
Nederland! Rijk gezegend door God helaas,
het verlaat Hem, hoe langs zoo meer! Jezus
moet zijn Koning op elk levensgebied, en wie
weet, als ons volk nog langer dien Heere blijft
verachten, of niet aan ons land de bovenge
noemde profetie uit Mozes' vijfde boek vervuld
wordt.
Dat wij wederkeeren tot den Heere, opdat het
Hem berouwe van zijne knechten.
Persoonlijk in ieder leven, laat ons bedenken,
dat de Heere een God is, die ijvert voor Zijne eer
Hem alleen liefhebben, Hem alleen dienen,
Hij is het waardig.
Dan mogen wij er ook op rekenen, dat Zijn
ijver de machtigste bescherming is tegen de
vijanden, want Hij ziet in de kolom des vuurs
en des wolks in gunste op zijn Israël, maar van
uit dienzelfden kolom verschrikt Hij het leger
zijner vijanden.
Gorinchem. Biesterveld.
De toestand van Europa wordt, Gode zij
dank, Diet ongunstiger.
De verhouding tusschen de drie keizerrijken
Duitschland, Oostenrijk en Rusland begint al
thans weder te worden wat zij eens was, een
vriendschappelijke. „Officieel" is het wel niet
anders geweest, maar officieele en werkelijke
toestand zijn wel eens twee.
De verjaardag van den Czaar heeft gelegen
heid gegeven, om zoowel te Petersburg als te
Berlijn de goede verstandhouding te doen uit
komen. Over en weer heeft uien elkaar har
telijke vriendschap betoond en Vorst Bismarck
beijvert zich, Rusland in den driekeizersbond
te behouden. Ook tusschen Rusland en Oos
tenrijk is toenadering te verwachten.
Met het oog op het Bulgaarsch geschil vooral
is het laatste van gewicht. Dit geschil toch
schijnt bestemd, vooreerst nog niet te eindigen.
De onderhandelingen die tusschen de Porte en
de Bulgaarscke regenten waren begonnen, zijn
voorloopig gestaakt, wijl, na de oproerigheden
de regenten weigeren te onderhandelen op den
grondslag, dat ook de tegenpartij aandeel in
de regeering zal krijgen. Nu moet weer de
beslissing der mogendheden afgewacht, en zoo
doende duurt de oplossing al weer langer.
Het Italiaansche ministerie heeft besloten aan
te blijven. Een voorstel, waarbij dit werd af
gekeurd, is door de Kamer verworpen, doch
slechts met een meerderheid van 20 stemmen.
Denkelijk zal de Kamer worden ontbonden.
De nieuwe Duitsche legerwet is thans aan
genomen. Het leger wordt dus voor 7 jaren
met 40000 man versterkt.
H.
Beste Vriend!
Wat is het jammer, dat je zoo ver weg
woont anders zou ik zeggen joe mo ès 'n aovenje
bi mi kom' staop'n, da zü wile ès e bé-je proat'
ow'r 't ien en 't öar. Want er is tegenwoordig
heel wat te koop in ons goede landje, vind je
niet? Daar heb je die leelijke sosjahsten, die
daar verleden jaar zoo'n oproer hebben gemaakt
in Amsterdam, en die nu overal zoo b kker op
d'r kop krijgen, en dan die oproeren overal in
de Kerk en dan dat ding, daar de krant (de
echte krant, weet je, uit Rotterdam) alle dag
zoo vol van staatGrondwetsherziening noemen
ze het, geloof ik.
Wat ik zesgen wil, wat is het gelukkig, hé,
dat verleden jaar die domme lui, die fijnen en
die papen het verloren hebben. Nu krijgen we,
hoop ik, nog een veel betere dan in '48, en
dat was al zoo'n goede. Daar moeten ze toen
in gezet hebben, dat de boeren ook menschen
zijn. En wie hebben dat er ingezet? Wel, de
liberalenWie weet, of ze nu in die nieuwe
niet zetten, dat ze (de boeren) haast net eender
menschen zijn als de groote lui. Hier bij ons
van daan zijn er ook nog twee daar in den
Haag. We zijn er wat grootsch op, hoorwant
het zijn ook wel groote lui, maar als ze zoo
uit je eigen streek zijn, kijk, dan-is het toch
net, of het je eigen broers of oomes zijn. En
het zijn knappe mannen ook, want ze zijn al
lebei liberaal. Ze zullen dus den Koning wel
goed helpen bij dat werk. Het is wel jammer,
dat het maar niet alle 86 zulke wijze liberale
menschen zijn, die dat moeten doen, dan ging
het veel vlugger. Die anderen houden den boel
maar op. Ze moesten hun mond houden, want
ze hebben er geen sikkepitje verstand van. Dat
kun je wel zien, als ze wat voorstellen of wil
len veranderen. Het wordt allemaal gladweg
verworpen. En dat is maar goed ook. Ik sta
er versteld van, dat er zulke wijze menschen
zijn, die dat allemaal zoo netjes weten te be
praten. Ik kan het geen eens bijhouden met
lezen. Ik word er duizelig van. Ik zeg nog
eens, wat is het een geluk, dat er zooveel wijze
liberale menschen bij zijn, bij die heeren, die
dat allemaal moeten bedistelen, anders kwam
er geen stuk van terecht, of het bleef pre
cies eender als het was. Daar heb je verleden
week nog een staaltje van kunnen zien, toen
ze aan Artikel 6 waren. (Ik keek het toen bij
toeval eens in, het verslag, meen ik). De mi
nister had dat kleine nietige artikel veel mooier,
hij had er een staartje aan gemaakt (en een
kip met een staart is toch altijd mooier dan
één zonder). Eu daar komt me nu zoo'n eigen
wijze anti-liberale mijubeer zeggen, dat hij het
mooi genoeg vindt en men er maar niet aan
moet gaan knoeien. Hij heeft het, geloof ik,
zoo niet gezeid, ik zeg het maar in mijn eigen
woordenmaar dat hij het zoo bedoeld heeft,
daar kun je vast op gaan. Ik kan me niet be
grijpen, dat ze hem zijn zin hebben gegeven.
Het was zeker, omdat het zoo'n nesterig arti
kel was, anders hadden ze het zeker niet laten
gaan. Of zou het wezen, omdat ze het niet
mooi genoeg vonden. Dat zou ook kunnen.
Veel liberaler toch zou het geklonken hebben
als het bijv. 'zóó had geluid
Art. 6. Alle Nederlanders zijn gelijkelijk (toch
niet te gelijk) benoembaar tot openbare betrek
kingen, behoudens de eischen van bekwaamheid
en geschiktheid.
Aan die eischen worden verondersteld niet
te voldoen, lieden, die begrippen van ouder-
wetseh kerkgeloof (hetzij Roomseh of Gerefor
meerd) van anti-revolutionair staatsrecht aan
kleven.
Opleiding op een School met den Bijbel of
kerkelijke school geeft geene zekerheid er aan
te kunnen voldoen.
Alleen de Staatschool maakt daartoe onfeil
baar bekwaam en geschikt. Geen vreemdeling
enz.
Had dit niet beter geklonken, niet schooner
gestaan
Zooals ik hoor, beginnen ze nu aan dat
hoofdstuk, waarin over het kiezen gesproken
wordt. Daar mogen de liberale heeren wel vooral
hun voet stijf houden en op hun stuk staan.
Het is gelukkig (ik zeg het maar weer) dat
ze zoo erg wijs, zoo van alle markten thuis
zijn, anders zouden ze daarbij misschien het
hoofd verliezen. Want daar zullen die domme
lui het hun lastig genoeg maken, met hun
geschreeuw en getier; want dat kunnen ze. (Je
weet, welk beest het is, dat zoo vreeselijk balkt
en welke dieren zoo kunnen kwekken). De één
zal roepen: nu, geef nu algemeen stemrecht!
toon nu dat je niet bang ben van je socialistische
broeders! de ander: zie je wel, je hebt ons
altijd uitgemaakt voor achterlijke, koppige lui,
die alle verbetering, allen vooruitgang tegen
staan, en nu het putje bij paaltje komt, krab
bel je ook terug. Een derde zal schreeuwen:
als je op die manier hervormt, als je zoo uit
breiding van het kiezerscorps gaat bewerken,
ben je valschaards, dan doe je het, om je zeiven
nog meer te bevoordeelen, om de kleine lujjden
i
«V- - -- |j
r3