wetenschap, school en kerk bewezene diensten
met eere in het geheele vaderland bekend en
door het Nederlandsche volk geliefd zijn.
Terwijl de schrijver lafhartig genoeg was
bij zulken aanval zijn naam te verzwijgen en
daartoe uitgedaagd, nog den moed mist van
dien te openbaren, onthief mijn brief, door de
onderteekening daarvan, de Redactie reeds ter
stond van alle verantwoordelijkheid.
De brief, aan haar gericht, behoefde nauwe
lijks de helft der ruimte door het woeste, hoog
dravende en lasterlijke opstel in de Kerkbode
opgenomen. Niettemin wordt namens de Re
dactie beperkte ruimteals eerste oorzaak,
waarom zij dat schrijven niet plaatsen kon,
opgegeven. Aan het zeker twee maal grootere
verhaal: Vóór veertig jaar', voor kinderen
bestemd, zoude de jeugd, die het begrijpen
kon, nog niet veel gemist hebben. De Redactie,
aan dat onbeduidende stuk anderhalve kolom
van haar nommer van 1 Januari jl. wijdende,
begeerde nochtans liever langs dien weg de
kinderen der gemeente tegen eenzelvigheid, terug
getrokkenheid en afkeer van het sociale leven
te waarschuwen, dan de leden der gemeente
omtrent de strekking der kerkelijke beweging,
het edel streven harer leiders en de waarde
van het Manifest van den ook door het inge
zonden schrijven diep gekrenkten Christen-
Staatsman, den grijzen Elout van Soeterwoude,
beter in te lichten.
,,Aan den Lezer" had de Redactie bij de ver
schijning van haar eerste nommer geschreven:
„Wat wij beoogen is dit: al wat de be
langen der Hervormde Gemeente te
dezer plaatse betreft, en wat tot dusver öf
niet öf slechts zeer ten deele haar bereikte,
onder de aandacht harer leden te brengen.
„Dit alles (wekelijksche mededeelingen van
kerkelijken aard, overdenkingen van een gedeelte
van Gods Woord, stukjes voor kinderen en
losse gedachten) en zoo veel meer als de ge
schiedenis op kerkelijk gebied zoo
wel in het verleden als h e t heden belang
rijks oplevert, hopen wij te behandelen naar
mate de plaatsruimte het toelaat.
„Wel is er voor ingezonden stukken, mits
onderteekend, of waarvan de schrijver aan
de redactie bekend is, plaats, ook waar zij het
kerkelijk leven raken, doch dit is voor de ver
antwoordelijkheid der schrijvers, terwijl wij er
voor hopen te waken, dat ook in dat geval
ivisseling van gedachten bij verschil van meening
nooit in onheilige en persoonlijke polemiek ont
aarde."
Met het oog daarop mocht de steller van het
ingezonden stuk in de Kerkbode van 14 Decem
ber jl. te recht aanvangen met de woorden: „Daar
de Kerkbode ook ten doel heeft de gemeente
voor te lichten." En hoe ver van heiligheid
zijn opstel ook stond, hoe vele eerbiedwaardige
Christenen, door de Synodale Kerkelijke Courant
zelfs als vroede en vrome mannen" bestempeld,
daarbij ook aan de verachting der gemeente
werden prijsgegeven, hoe uitgestrekt veld van
polemiek of kerkelijk twistgeschrijf daarbij ook
betreden werd, de Redactie, getrouw aan hare
aaukondiging, aarzelde toch niet, het in weer
wil van zijne naamsverzwijging, in haar blad
op te nemen.
Mijn brief echter, geen andere strekking
hebbende dan om den schrijver naar zijnen
naam en bovendien de gelegenheid te vragen
van in eene openbare vergadering de door hem
belasterden te mogen verdedigen, wordt dooi
de Redactie ter zijde gelegd, omdat, zoo als de
uitgever mij mededeelt, „de aard van de „Kerk
bode" breede kerkelijke polemiek, die uit deze
plaatsing allicht zou voortvloeien, verbiedt."
De vrees voor „breede kerkelijke polemiek,"
bad de Redactie niet afgeschrikt van de plaatsing
van het ingezonden stuk. Voor zooveel mijn
brief die zoude opwekken, had ik gezorgd haar
reeds terstond te onderscheppen door het aan
bod, om de beslechting van het geschil naar
eldersnaar een openbare vergaderingdoor den
schrijver zeiven en zijne vrienden bestuurd, en
dus verre van de s- Gravenhaagsche Kerkbode,
over te brengen. De Redactie bad het bovendien
in hare macht bij de plaatsing van mijn opstel,
daaraan de verklaring toe te voegen, dat haar
blad voortaan voor alle stukken, handelende
over het door den schrijver aangevoerde onder
werp, zoude gesloten zijn.
Er is dus billijke grond om de waarheid
der door de Redactie bijgebrachte reden te
betwijfelen.
Moeielijk kan zij den schijn van zich afwerpen,
dat zij geen andere in- en voorlichting van de
gemeente omtrent de kerkelijke beweging ver
langt dan die geheel in den geest is van het
door haar zoo welwillend ontvangen, ingezonden
anonyme schrijven. Het is, alsof het haar een
lust geweest is, dat al de Christusbelijders, die
bij het voorbeeldeloos-onrechtvaardige en gruwe
lijke vonnis van het Hoogste Bestuur der
Nederlandsche Hervormde Kerk getroffen zijn
en allen, die daarmede de maat harer onge
rechtigheden achten volgemeten, voor de ge
meente van 's-Gravenhage in haar blad wierden
ten toon gesteld en gebrandmerkt, maar zij
nochtans niet duldde, dat één enkel lid dier
gemeente de verdediging van de door de geweld
hebbers der Kerk vervolgden en belasterden op
zich nam.
Hoe sterk moet de invloed niet zijn, aan
het Woord van den heer Elout van Soeter
woude toegeschreven; hoe groot de schrik door
hem der Redactie van de 's-Gravenhaag sche
Kerkbode aangejaagd; maar ook, hoe zwak
Wij spatiëeren.
het door haar-zelve ingenomen standpunt, dat
zij, ofschoon opgetreden met de belofte, de
Gemeente omtrent hare kerkelijke en geeste
lijke belangen te zullen voorlichten, hare macht
te baat neemt en de regels der loyaliteit ter
zijde stelt, om mij en anderen, die met het
oordeel van den anonymen valschen aanklager
niet instemmen, voor altijd het stilzwijgen op
te leggen.
Ware mijn brief geplaatst en mijn aanbod
aangenomen, van wege de zwakheid mijner
krachten tegenover de uitnemende gaven en
den machtigen invloed van mijnen tegenstander
en zijne talrijke vrienden, zoude het mij mis
schien nauwlijks gelukt zijn één enkele hunner
redenen te ontzenuwen. De zaak, door den
anonymen schrijver en de Redactie verdedigd,
zoude dan op schitterende wijze hebben ge
zegevierd en ik ware voor mijne vermetelheid
getraft
Goor een gelukkig toeval heeft de Redactie
thans juist het tegendeel bewerkt en veel meer
gedaan dan ik vermocht. In plaats van mijnen
brief, gaf zij den raad„Geloof altijd slechts
de helft van het kwaad dat men u komt aan
brengen." En zij brak biermede reeds dade
lijk de helft van haar eigen en des anonymen
schrijvers boos werk af!
De andere helft zal ook wel, als bij het ge
loof slechts geduld en lijdzaamheid gevoegd
wordt, eenmaal volgen.
Er is niets nieuws onder de zon. De oude
dingen komen steeds onder nieuwe vormen
weder. Arminiaansche streken, kwellingen en
valsckheden herleven in onze dagen, maar
thans vaak versierd met den naam van christe
lijke ethiek. Het Nederlandsche volk heeft echter
van de eerste te goede heugenis, om ook in
den naam het wezen te kunnen onderkennen.
Het heeft eenmaal van God de genade ont
vangen, van behagen te hebben aan deze groote
verborgenheid der godzaligheid: „God is ge
openbaard in het vleesch, is gerechtvaardigd in
den geest, is gezien van de engelen, is ge
predikt onder de heidenen, is geloofd in de
wereld, is opgenomen in heerlijkheid."
In de Nederlandsche Hervormde Kerk, waar
leugen met waarheid vrijelijk wedijverde en
sedert lang boven haar voorrang verkreeg,
ging de waarde, aan deze genade verbonden,
allengs verloren. Eerst op listige en bedekte,
later op openlijke en telkens stoutere wijze
werd de grond, waarop de Kerk berustte, on
dermijnd en de eisch van gehoorzaamheid
aan de reglementen verdrong dien van hand
having der belijdenis, om van deze geheel
ontslagen te kunnen worden en de heerschappij
van met Gods Woord en Gods eer strijdige
leeringen, te hechter en te duurzamer te grond
vesten.
In de moedige daad der ontzette kerkeraads-
leden heeft God evenwel het tot hiertoe en niet
verder!" aan de verderfelijke richting, waardoor
de Nederlandsche Hervormde Kerk door hare
eigene bestuurders tot een spot en aanfluiting
van velen gemaakt werd, toegeroepen. En opdat
niemand ten opzichte van die richting, noch
omtrent de keus die hem te doen overbleef,
in twijfel zoude kunnen verkeeren, kwam over
alle kerkelijke besturen, die jaren lang zich
gewend hadden aan den smaad, den Heere
Jezus Christus en zijne Kerk aangedaan en
zich daarom nauwelijks meer bekommerden, een
geest der dwaling en des opstands, die hen
den banvloek deed slingeren naar een vijf en
zeventig tal mannen, die voor de eer van dien
Heer en voor de heiligheid van zijn Woord,
te midden der algemeene insluimering, en on
verschilligheid gewaakt en boven anderen ge
ijverd hadden.
Luistere het Nederlandsche volk dan naar
die stem! Zoeke en waardeere het weder die
genade, welke het bewege hulp te zoeken bij
Hem, die alleen redding geven kan; welke het
dringe, zich in gehoorzaamheid en aanbidding
neder te buigen voor den Heer Jezus Christus,
den Zaligmaker van zondaren, den Koning der
Joden, den Koning ook der koningen.
Bang en bitter zeker zal de strijd zijn tus-
sclien eene, den Christus beurtelings eerende
en verloochenende, maar daarom juist Hem in
zijne Majesteit en Waarheid honende riynodale
Kerk en den de Kerk bezielenden, beheerschen-
den en regeerenden Christus, gisteren en heden
en altoos d e n z e 1 f d e n tot in eeuwigheid. Maar
welke beroeringen, schuddingen en smarten
daarmede ook mogen gepaard gaan, wie op den
Eeuwigen Rotsteen staat, hoort ook daarin
psalmen, tot verheerlijking des Rechtvaardigen,
weerklinkende tot aan de uiterste einden der
aarde. Wetende, dat zijne verlossing nadert
en de Heer zelf komt, juicht hij, ook onder
elk leed dat hem treft en bij elk lijden, dat
hem wacht: „Gij toch, o Heerezijt onze Vader,
onze Verlosser, van ouds af is üw isaam!"
Met de meeste hoogachting heb ik de eer
te zijn
Uwen dw. d. en vriend,
L. W. C. Keuchenitjs.
liinsieiiland.
De leden der Tweede Kamer zijn tegen Dinsdag
8 Februari tot hervatting der werkzaamheden wederom
bijeengeroepen.
Splitsing der groote steden.
Denkelijk loopt het nu wel zoo. dat we eigenlijk
geen Grondwetsherziening, maar wel bezien alleen
herziening van art. 76 zullen erlangen.
.Eerst zal men wat haspelen over de Troonsop
volging; waarschijnlijk zonder veel zaaks te doen.
En dan zal het op art. 76 gaan, en bij art. 76
blijven.
Een mystificatie alzoo.
Een met veel vertoon opgezette algeheele om
werking van ons Staatsrecht, en zakelijk op niets
dan op een Reform-bill 1) afgaan.
Toch opent juist deze beperking een beter en
meer moedgevend verschiet. Zoo zelfs dat de vraag
kan rijzen, of men niet eerbiediger en voorzichtiger
handelde, met ook de Troonsopvolging voorshands
te laten rusten, en alleen en eeniglijk op art. 76
af te gaan.
Hierdoor toch ontstaat de mogelijkheid, dat zij,
die uit beginsel steeds op het voorafgaan van den
Reform-bill aandrongen, eenigszins nader komen
aan hen, die den voorrang geven aan de Grond
wetsherziening.
Het wordt dan: Grondwetsherziening, ja, maar
in eerste tempo alleen als Reform-billen op die
wijs konden in deze gemengde formule beide groe
pen zich vereenigen.
De vraag blijft dan alleen nog, of de rechterzijde
op art. 76 zal méégaan zoolang art. 194 niet
gelijktijdig omgaat, dan wel of ze bij haar non
possumus ook tegen deze partieele wijziging zal vol
harden.
En naar ons voorkomt, is de mogelijkheid van
méégaan in dit geheel andere stadium niet vol
strekt afgesneden.
Althans niet, wanneer blijkt, dat men aan de
overzij ons geen kat in den zak, maar eerlijke
waar wil leveren.
Dit nu zal terstond blijken bij het vraagstuk
van de ondeelbaarheid der groote steden.
Handhaaft het Kabinet die fatale eenheid, dan
in geen geval toegegeven zou onze leuze zijn
bij eerste zoo min als bij tweede lezing.
Is het Kabinet daarentegen bereid, ten deze
zijn ongerechtigen voorslag in recht te verkeeren,
dan schijnt ons de weg om sadm te gaan geopend.
{Standaard!)
Nieuws.
Vaccinedwang.
Dr. W. v. d. Bergh, predikant der „dolee-
rende" gereformeerde Kerk, en 260 andere per
sonen, te Voortbuizen, bebben aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal een adres gezonden,
in zake den vaccinedwang.
Het steunt op de volgende gronden
1. De „volkomen vrijheid" om zijn godsdien
stige meeningen te belijden, in art. 164 der
grondwet gewaarborgd, waarop zijdelings inbreuk
gemaakt wordt tegenover onderwijzers en ouders,
die de inenting ongeoorloofd achten en daarom
niet in de school mogen onderwijs geven of
bunne kinderen laten leeren.
2. De vrijheid van onderwijs, in art. 194 der
grondwet gewaarborgd, is alleen beperkt door
het „onderzoek naar de bekwaamheid en zede
lijkheid des onderwijzers," zoodat een onderzoek
naar de lichaamsgesteldheid des onderwijzers de
perken van dit artikel overschrijdt.
3. De noodlottige gevolgen, welke meermalen
de inenting, ook met stof van het dier verricht,
heeft opgeleverd.
4. De pijnlijke, onrechtmatige druk, door den
inentingsdwang juist op de armere ouders gelegd,
die de inenting ongeoorloofd of gevaarlijk achten,
en, niet bij machte een huisonderwijzer te be
kostigen, öf zeiven hunne kinderen moeten
onderwijzen, öf hunne kinderen zonder onder
wijs laten.
5. De onbillijkheid, juist de bezoekers van
scholen te treffen, terwijl die van schouwbur
gen enz. vrij blijven.
Verder wordt 0. a. nog als reden opgegeven,
dat ook met bet oog op de gevaren van het
veldwinnend Staatssocialisme, het niet geraden
schijnt eene bepaling te handhaven, waardoor
onnoodig inbreuk gemaakt wordt op de rechten
des huisgezins en de vrijheid in de verzorging
des lichaams, terwijl de vruchten zijn, dat de
gehechtheid aan de overheid bij velen vermindert
en bij anderen de begeerte versterkt wordt om
ook in andere opzichten alles van Staatstus-
schenkomst te verwachten. d. Z.
De socialist Croll beeft gisteren zijn hoor
ders te Amsterdam in het Volkspark weer eens
gaande gemaakt naar aanleiding van bet onder
werp Moderne inquisiteurs. Hij wees op het
lot van Domela Nieuwenbuis die thans in den
kerker zucht en op graaf v. H., die van zijn
celstraf ontheven werd, niettegenstaande hij
zwaarder misdrijf gepleegd had. Op zijn voor
stel werd het volgende telegram aan den minis
ter gezonden:
„De groote volks-vergadering, heden als ple-
beïsch hof van cassatieoptredende, vervloekt het
land waar kinderverkrachters worden geëerd en
volksvrienden gehoond en gesmaad."
Te Renkum heeft Dinsdagnacht een brutale
aanslag plaats gehad. De nachtwacht D. On
derstal zag, toen hij de ronde deed, een persoon
die hem verdacht toescheen. Toen hij naderbij
kwam, werd hjj onverhoeds door hem aange
vallen en ontving hij met een zwaren stok
hevige slagen op het hoofd, zoodat hij bewus
teloos op den grond nederzeeg. Geruimen tijd
heeft bij in dezen toestand doorgebracht, met
wonden aan het hoofd, waaruit het bloed vloeide.
Ofschoon de politie voortdurend een streng on
derzoek blijft instellen, is bet nog niet gelukt
den dader te ontdekken.
In twee trekken met de zegen in de rivier
de Lek, werd dezer dagen niet minder dan
2500 pd. viscb gevangen.
Een zonderling geval deed zich te O. en W.
Souburg jl. Zondag voor op den stal van den land
bouwer J. de V., 2 jarige beesteu, 1 Vaars en 1 Os
2a jaar oud naast elkander staande, bebben,
vermoedelijk doordat de kettingen verward zijn
geworden, elkaar gedood. Men vond de arme
dieren 's morgens in den stal komende, dood
over elkaar liggende. Bijna zou een derde, ook
bet slachtoffer geworden zijn, daar van de ge-
doode dieren een den poot tusscben de kettingen
van het derde had, dat nog intijds kon gered
worden.
1) Kiesrechthervorming.
Plaatselijk üïietiws.
Sommelsdijk, 1 Febr. 1887. Tengevolge van
het eervol ontslag als lid van bet Burgerlijk
Armbestuur alhier aan den heer A. D. Mijs op
diens verzoek verleend, is door den Raad dezer
Gemeente in zijne vergadering van 28 Jan. in
diens plaats benoemd de heer M. de Gast.
Bij Provinciaal Blad van Zuid-Holland,
No. 8 van dit jaar, noodigen HH. Gedeputeerde
Staten dier provincie de bewoners van meer
genoemde provincie, die elders in 's Rijks directe
belastingen zijn aangeslagen, uit, om daarvau
voor April a.s. aan hun College te doen blijken
door overlegging van het aanslagbiljet of een
uittreksel uit de kohieren der Rijks directe be
lastingen, ten einde daarop worde gelet bij het
opmaken der lijst van de hoogst aangeslagenen
verkiesbaar tot afgevaardigden der Eerste Kamer
van de Staten Generaal.
Het aantal schoolgaande kinderen bedroeg
in deze Gemeente in de afgeloopen maand 387,
het aantal schooltijden in bet geheel 15475.
Hiervan werden verzuimd:
wegens ziekte1052
godsdienstplichten 55
weer en wegen11
veldarbeid69
overigen arbeid562
overige redenen 441
Totaal 2190
of 14,1 percent.
Ter secretarie dezer gemeente is van af
heden gedurende dertig dagen ter visie gelegd,
eene opgave der uitkomsten van de meting en
schatting van eigendommen, gelegen binnen,
deze Gemeente over het jaar 1886.
Middelkarnis, 1 Febr. Heden morgen had
het zoontje van H. J. alhier, terwijl bij zich
naar de Chr. Weeshuisschool begaf, het ongeluk
te vallen, met dat gevolg, dat hij zijn been brak.
De politieagent P. Pajie, van Sommelsdijk, daar
juist bij tegenwoordig, zette den ongelukkige
op een kruiwagen, waarna hij naar zijn ouders
werd vervoerd, om direct geneeskundige hulp
in te roepen.
Goedereede. Op 1 Maart a.s., des voormid
dags ten 1H ure, zal de loting voor de Natio
nale Militie voor deze Gemeente te Dirksland
plaats hebben.
Herkingen. Het aantal in deze Gemeente
ingeschreven voor de lichting der Nationale
Militie voor 1887, bedraagt 5.
Bruinisse. De afdeeling der Ned. Zending
vereniging te Br. vierde Vrijdag 11. haarjaar-
feest. Als feestredenaar trad in het kerkgebouw
der Ned. Herv. gem. ds. Karres op, naar aan
leiding van Rom. 2 17--25. En hoewel deze
tekst ook naar sprekers meening tot feestrede
niet bijzonder geschikt was, wilde hij dien den
zendingsvrienden nochtans voorhouden om hun
den geest te schetsen, dien eiken vriend der
zending moet bezielen, zal hij waarlijk op dien
naam mogen aanspraak maken. Zijn even be
zielde als bezielende rede werd van begin tot
eind met de grootste aandacht gevolgd. Niemand
kwam onschuldig uit. En, vroeg spr.„als eens
een der tot Christus bekeerden van de Sand-
wicbs-eilanden hier kwam. wat zou hij dan wel
zeggen moeten van zoovelen, die mee hebben
bijgedragen, om ook onder hen het Evangelie
te brengen?"
Ja, wat zouden ze zeggen, als ze 't zagen, dat
veler hunner, die anderen het Evangelie trach
ten te brengen, hun eigen kinderen een onder
wijs en eene opvoeding doen geven, waaruit
het Evangelie als het zoutend zout van alle
onderwijs geweerd wordt?
Tot nog toe werd ds. Groeneveld ver
hinderd zijn afscheid te preeken. De ingevallen
vorst maakte verhuizen tot op heden onmogelijk.
De toestand der kerke- en armenkas der
Chr. Geref. gem. alhier is als volgt: ontvangst
voor de kerk ruim 1600.uitgaaf ruim
1500.—, batig slot 65.Voor de armen
werd ontvangen ruim 700.uitgegeven ruim
500.blijft over 200.zoodat in 't ge
heel de voorwaar niet geringe som van pl. m.
2400.werd bijeengebracht. Neemt men
daarbij in aanmerking, dat de Gemeente slechts
uit ongeveer 50 huisgezinnen of 240 leden be
staat, dan blijkt ook hier weer, dat de Koning
der Kerk, onze Heere Jezus Christus, en Die
dat Koningschap aan geen ander geeft, niet
beschaamt degenen, die het ook in dezen met
Hem wagen.
Den Bommel. Het aantal kinderen boven
de zes en beneden de twaalf jaren, welke de
openbare scholen alhier op 1 Jan. jl. bezochten,
bedroeg 167, terwijl door 3 kinderen uit andere
gemeente van deze scholen gebruik maakten.
17 Jan. 1887. Door den raad dezer Ge
meente is aan Z. M. den Koning ter goed
keuring voorgedragen een besluit tot het heffen
van leges op huwelijksvoltrekkingen.
Bij goedkeuring zal deze heffing bedragen,
wanneer een huwelijk op Maandag, Dinsdag,
Woensdag, Donderdag of Vrijdag wordt vol
trokken 15.en wanneer men de voltrek
king op Zaterdag des namiddags verlangd 5.
Ivostelooze gelegenheid zal alzoo op Zaterdag
des voormiddags worden gegeven.
Oude Tonge. Ook in deze Gemeente zal de
70ste jaardag van onzen geëerbiedigden koning
feestelijk worden herdacht.
Twee feestcommissien zijn benoemdde armen
dezer Gemeente zullen eene extra bedeeling
ontvangen, terwijl de schoolkinderen op eenige
versnaperingen zullen worden onthaald.
De loting, van de in het vorige jaar in-