Cjemengci Nieuws.
Plaatselijk Nieuws.
In Frankrijk is men, ook na de laatste uitin
gen van vorst Bismarck, die zeide dat men
nooit zeker is wat van Frankrijk te wachten,
vrij kalm gebleven, en acht het hoofdzaak dat
de kanselier verklaarde: Duitschland zal Frank
rijk niet aanvallen. De verwerping der leger-
wet kan tevens het bewustzijn doen ontstaan
dat, gelijk de tegenstanders zeggen, het drei
gend gevaar nog zoo groot niet is.
Over het algemeen valt in de woelige be
trekkingen der mogendheden zekere verbetering,
in den algemeenen toestand zekere ontspanning
op te merken.
De verhouding tusschen Duitschland en Rus
land is, gelijk vorst Bismarck nog pas ver
klaarde, goed. Die tusschen Oostenrijk en Rus
land begint, volgens verschillende berichten, te
beteren. Dit laatste is, naar men weet, van het
hoogste belang voor de oplossing van het nog
steeds hangend Oostersch vraagstuk.
Nog steeds hangend en dat, terwijl ook elders in
't Oosten de lucht weer betrekt De Porte wil dat
de regenten in Bulgarije zullen afdanken, en
vindt daarbij denkelijk steun bij verschillende
mogendheden.
De vraag is echter wat de regenten zelf
doen zullen. Op Cadix moet de opstand reeds
zijn uitgebroken.
Arbeidersbewegingen, werkstaking enz. ver-
toonen zich, bij het gebrek aan werk in Enge
land, België en Amerika. In 't kort, overal is
in liet nieuwe jaar leven en beweging merkbaar,
vooral nu ook de Parlementen hun zittingen
weer openen. H.
Een staaltje van „irenische" tactiek.
Onlangs kwam er in de 's Gravenhaagsche
Kerkbode een beschouwing voor over het Am-
sterdamsch kerkelijk conflict, die zoo eenzijdig
en partijdig mogelijk was.
Alle schuld werd in dat artikel ten laste van
de vervolgde kerkeraadsleden gebracht, terwijl
het door gemoedelijken toon trachte mee te
slepen.
Toen de heer Keuchenius echter tegen die
smaad- en lastertaal wilde opkomen, en den
anoniemen schrijver wilde uitnoodigen zijn naam
te noemen, en in publiek mondeling debat te
treden, werd hem plaats geweigerd door de
redactie. Daarna wendde hij zich tot de Bood
schapper.
Wij achten het nuttig de brieven van den
heer Keuchenius in ruimen kring te helpen
verspreiden.
Zij luiden aldus
Geachte Redactie!
„Daar de Kerkbode ook ten doel heeft de
gemeente voor te lichten" vroeg en verkreeg
de schrijver van het „ingezonden" stuk op de
tweede bladzijde eene plaats hiervoor in uw
nommer van 18 dezer.
Het opstel strekt tot verdediging van het
vonnis der Synode tegen 75 leden van den
Algemeenen Kerkeraad der Nederlandsche Her
vormde Gemeente te Amsterdam, waaronder vijf
harer meest geëerde en hoogst verdienstelijke
leeraars, op 1 dezer geveld.
Het houdt tegelijk eene zeer scherpe ver
oordeeling in van allen, die daardoor getroffen
zijn en van degenen, die voor hen partij zouden
willen kiezen.
Den eersten wordt niet minder ten laste ge
legd dan dat zij „door en door onwaar" zijn;
dat zij „het plan beraamd en in beginsel uit
gevoerd hadden om de Hervormde kerk te doen
uiteenspattendat zij „langs revolutionairen
weg de gemeente" wilden „losmaken uit het
kerkverband en toch hun recht op de goederen
der kerk behouden" en „het geld meênemen
dat met hun bedrijf „het geloof of de prediking
van Gods Woord" niets te maken hadden; dat
zij de kerk, onder schending „hunner heilige
belofte," pogen „te verwoesten" en „door on
wettige en onchristelijke middelen hun doel
willen bereiken dat zij wegens hunnen „strijd
met de eenvoudigste begrippen van eerlijkheid
en goede trouw" ontzet zijn.
Van de laatsten wordt beweerd, dat zij, zon
digende tegen Gods Woord en de uitspraken
van het geweten, het doen voorkomen, alsof
hier eene vervolging om het geloof plaats had
en zij zulks overal verbreiden, „om de eenvou
dige gemeenteleden op te ruijen tegen de Be
sturen en langs dien weg tot revolutie en alzoo
tot hun doel te komenden ondergang der
Ned. Herv. Kerk.''
Ik zoude meenen, dat wie zulke zware be
schuldigingen tegen duizenden zijner mede-
Christenen durft uitspreken, den moed behoort
te bebben ook zijnen naam te openbaren.
Daarom noodig ik den schrijver hierbij uit
zulks alsnog te doen.
Gaarne verklaar ik mij bereid alsdan de ver
dediging der door hem belasterden op mij te
nemen en hetzij schriftelijk, hetzij in eene door
hem en zijne vrienden bestuurde openbare ver
gadering, het bewijs te leveren, dat zijne voor
stelling valsch, het vonnis der Kerkelijke Be
sturen onrechtvaardig en hun eisch, dat de
Gemeenteleden hunne tot de slooping der Kerk
leidende reglementen zullen eerbiedigen, met
alle kerkbegrip en de eer van Gods Woord
onvereenigbaar is.
Voorloopig zij de betuiging genoeg, dat ik
geheel deel in de beschouwingen, vervat in het
Manifest van onzen eerwaardigen land- en stad
genoot, den heer Jhr. Mr. Elout van Soeter
woude en even als hij, eerbied en gehoorzaam
heid wensch te weigeren aan Kerkelijke Besturen,
die met de hier bedoelde uitspraak van de
Synode zouden kunnen vrede nemen.
Beleefdelijk verzoek ik Uwe Redactie dat ook
aan dit schrijven eene plaats in het eerstvolgend
nommer van Uw blad worde ingeruimd.
Met hoogachting heb ik de eer te zijn
Uw dv. dr.,
L. W. C. Keuchenius.
's-Graveuhage, 20 Dec. 1886.
Aan
den Heer Redacteur van
de Boodschapper.
Hoog Geachte Redacteur!
Vergun mij ook in uw blad eene plaats te
vragen voor den hierbij gaanden brief, door mij
gericht aan de Redactie van: „de 's Gravenhaag
sche Kerkbode naar aanleiding van het in zijn
nommer van 18 dezer opgenomen schrijven van
eenen onbekende betreffende het gedrag en de
drijfveeren der 75 Kerkeraadsleden, die bij Sy
nodaal vonnis uit hunne kerkelijke bedieningen
van leeraar, ouderling en diaken bij de Neder
landsche Hervormde Gemeente te Amsterdam
ontzet zijn.
Ik stel er prijs op dat die brief in den wijdst
mogelijken kring verspreid worde, opdat het
schrijven in„de 's Gravenhaagsche Kerkbode
geen schade doe aan het schoon en waardig
woord van den heer Elout van Soeterwoude
tot de Hervormde Gemeenten in Neuerland.
Gaarne hadde ik in dien brief iets meer ge
zegd tot aanprijzing van het voorbeeld van dien
eerbiedwaardigen grijsaard, oudvriend en mede
strijder van den heer Groen van Prinsterer,
maar vooral tot wederlegging van de beschul
digingen des schrijvers zelvsn.
De verklaring evenwel van de Redactie van
de 's Gravenhaagsche Kerkbode in haar eerste
nummer, dat zij zich niet wenschte te werpen
in den strijd der kerkelijke partijen" en dat zij,
ook bij opneming van ingezondene, het kerke
lijke leven rakende stukken, „mits onderteekend
of waarvan de schrijver aan de redactie bekend
is", hoopte te waken, dat „wisseling van ge
dachten bij verschil van meening nooit in on
heilige en persoonlijke polemiek ontaarde";
die verklaring, hoe ook wedersproken door den
inhoud en toon van het ingezonden anonyme
schrijven, maakte het mij tot plicht alle verdere
beschouwing en bewijsvoering voorloopig op te
schorten.
Ik onthoud mij daarvan ook thans, in de
verwachting dat de schrijver weldra zijnen naam
bekend make en mij de gelegenheid verschafte
van de door hem belasterden en gesmaden tegen
zijne aanvallen en die van anderen in het
openbaar te verdedigen.
Eene enkele opmerking blijve intusschen nu
niet achterwege.
De verschijning van het hier bedoelde anonyme
schrijven in het Kerkelijk Weekblad der Ned.
Hervormde gemeente te 's Gravenhage behoeft
geene bevreemding te wekken, nadat ten vorige
jare hier ter stede de kansel, geweigerd aan Dr.
A. Kuyper, den ijverigen verdediger van het
Koningschap van den Heere Jezus Christus en
van de onfeilbaarheid van zijn Woord, tot twee
malen toegankelijk gesteld werd voor een jeugdig
doch vermetel bestrijder van Israëls Geschiedenis.
Zij is het gevolg der toepassing en voortzetting
van hetzelfde beginsel. In de Hofstad, waar
Groen van Prinsterer geleefd en de hoogleeraar
Dr. J. H. Gunning gepredikt heeft, kenschetst
zij den toestand, waarin de Nederlandsche
Hervormde gemeente verkeert en het deel, 't welk
deze heeft aan de ontaarding en het bederf der
Nederlandsche Hervormde kerk.
Groen van Prinsterer noemde de Synode
dier kerk een „creatuur van het Gouvernement,
caesaropapistisch schepsel dat, tot handhaving
van de kerkleer geroepen, integendeel, de ver
kondiging van het ongeloof, tot in het nee
plus ultra van anti-christelijke ontwikkeling
handhaaft;'' en zoo zoude hij er thans
hebben kunnen bijvoegen de handhavers
van het geloof en de getrouwe belijders van
den Heer Jezus Christus met vertreding van
waarheid en recht, vervolgt, veroordeelt en straft.
Dr. J. H. Gunning Jr. heeft niet opgehouden
te verkondigen en het ook der Nederlandsche
Aristokratie toegeroepen„Alleen het geloof
in Jezus Christus kan ons redden."
In 1863 gevoelde hij „volkomen geeste
lijke gemeenschap met het Gereformeerde
volk", nu evenwel in de Ned. Hervormde Ge
meente te 's Gravenhage overal geweerd en
geschuwd. Zelf „in hart en nieren Gerefor
meerd" noemde hij de Gereformeerde Kerk,
met hare „levenvolle, in merg en been histori
sche, met hart en leven des Volks te zamen
gegroeide, volheerlijke Nederlandsch-Hervormde
Belijdenis", en met „hare oneindige diepte van
leven des harten die van oneindige hoogte
der ontwikkeling profeteert en noch rechts noch
links noch ergens een slagboom duldt", „het
heerlijkste dat op aarde gevonden en gedacht
worden kan."
De Synodale kerkregeling daarentegen en
de daaruit geborene toestanden en verhoudingen
verklaarde hij „vol zonde, vol onwaarheid en
ellendeDoor haar vergeleek hij het Hervormde
Kerkgenootschap, volgens Groen van Prinsterer
ontaard in een „wetenschappelijk disputeer-collegie
tusschen ethisch-irenischen en modernen'bij
eene min of meer ma^onnieke vennootschap".
Haar „opzettelijk en plechtig de gehoorzaam
heid op te zeggen" was niet meer noodig.
Voim en Geest. Brief aan een vriend over
onze kerkelijke toestanden. 's Gravenhage, M. J.
Visser, 1863.
Reeds dikwerf had hij, gelijk velen het „met
de daad en openlijk gedaan."
„Men hechte" zoo raadde Dr J. H Gunning Jr.
aan anderen, „toch niet te veel gewicht aan
de kerkregeling; men ga rustig zijns weegs
en schuive haar daarbij, telkens als het noodig is,
zonder bitterheid op zijde.
De Kerkeraadsleden van Amsterdam zijn niet
eens zoo ver gegaan. Binnen den kring hunner
bevoegdheid hebben zij alleen de reglementen
gewijzigd, waarvan hun de zamenstelling was
vrijgelaten. Overtuigd dat slechts het geloof in
Jezus Christus ons en de Kerk redden kan, heb
ben zij, voor zoo ver hunne macht reikte, alleen
gepoogd te verhinderen dat zij, die zulk geloof
versmaaden, als leden der Nederlandsche Her
vormde Kerk toetraden en alzoo in staat gesteld
wierden door hunnen invloed tot hare slooping
mede te werken.
Men kent het lot, dat de 75 getrouwe belijders
des Heeren getroffen heeft. Wie het voor God
verantwoorden durft, bestempele vrij hunne daad
met de namen van revolutie, socialisme en roof.
De edele vriend van Groen van Prinsterer,
de man, die altijd met dezen eenstemmig dacht
en werkte, oordeelt op 81 jarigen leeftijd er
anders over. In plaats van zijne broeders, die
de eer zijns Heeren ook tegenover kerkelijke
macht, heerschzucht en willekeur hebben ge
handhaafd, te verguizen, wenscht hij in hunne
smaadheid te deelen.
De wereldgebeurtenissen endeoordeelen Gods,
over Kerk en Staat gekomen, bevestigen dage
lijks de juistheid der inzichten van Groen van
Prinsterer op staatkundig zoo wel als op ker
kelijk gebied Zijn vroegere medestrijder ziet
hierdoor ook het zegel gedrukt op hetgene hij
in gelijken geest arbeidde. Wie, die vaderland
en kerk lief heeft, zoude nog schromen den
heer Elout van Soeterwoude na te volgen en
met hem het onheilig juk der aan de Neder
landsche Gereformeerde Kerk vijandige Synode
af te schudden?
Met de meeste hoogachting heb ik de eer
mij te noemen.
's Gravenhage, Uwen d. d. en Vriend,
28 December 1886. L. W. C. Keuchenius.
Men meldt uit Woubrugge aan het Leidsche
Dagblad; Toen het Woensdag 5 dezer zoo erg
sneeuwde, bevond zich een kruideniers- en
manufacturiersjongen, met een wagentje met
deksel er op, onder de hevige sneeuwbui. Goede
raad was duur. De jongen deed zijn schoenen
uit en zette die omgekeerd onder den wagen,
waaronder tevens een hond was aangespannen,
deed het deksel van den wagen open en kroop
daarin, doch bij ongeluk sloeg het deksel op
slot, en daar lag het ventje. Door gebrek aan
lucht zou hij zeker gestikt zijn, ware het niet
dat de Woubrugsche schipper, die uit Leiden
kwam, argwaan kreeg. De wagen werd geopend,
men vond den kleinen kruidenier en verloste
hem. De jongen kwam gelukkig bij en is weder
gezond als te voren.
Even buiten Doetinchem is Dinsdagavond
een man, die op de rails lag, door den stoom
tram overreden.
Te Breda is op ruim 9 O-jarigen leeftijd
overleden Petrus Sweep, die met 20 jongelieden
uit den Beek in den slag van Waterloo tegen
Napoleon streed; van die 20 was hij lang de
eenig overgeblevene, niettegenstaande hij zijn
later leven in ontbering doorbracht.
In de suikerfabriek der firma Daverveldt,
Benck en Comp.te Oudenbosch, is een werk
man die werkzaam was aan de turbine, tusschen
den suikerbreker geraakt. Hij werd zwaar ge
kwetst te voorschijn gehaald. Zijn toestand is
hopeloos.
Bij gelegenheid, dat Woensdag j. 1. te
Sittard een weduwnaar met eene weduwe in den
echt was verbonden, werd 's avonds, voor het
huis waar de bruiloft werd gevierd, een oor-
verdoovende ketelmuziek uitgevoerd door een
honderdtal jongens, die met stokken op ijzeren
platen en ketels sloegen, met bellen rinkelden
en op koehorens bliezen. Eene dergelijke uit
voering geschiedde dienzelfden avond, door om-
streei^SOO personen, in het gehucht Overhoven
bij Sittard, alwaar een 66-jarig weduwnaar met
een 26-jarig meisje dien dag was gehuwd.
Zulk een ketelserenade is in Sittard en om
streken nog steeds gebruikelijk wanneer éen of
beide partijen van een bruidspaar voor de tweede
maal in het huwelijk treden. Men moet echter
zulk eene uitvoering geenszins als eene belee-
diging aanmerken, maar integendeel als een
huidebewijs, hetwelk veelal (zooals ook in bo
vengenoemde gevallen) op uitnoodiging van de
pas gehuwden geschiedt.
Na afloop van de vreemdsoortige serenade
worden de executanten alsdan op kosten van
het bruidspaar flink op bier onthaald.
Aangaande den medegedeelden manslag
te Zwartenberg bij Ter Apel wordt ons nader
het volgende bericht. De verslagene was een
Duitscher, kleermaker van beroep, en woonde
bij een geacht man te Zwartenberg, met wiens
zoon hij, door drank verhit, een vechtpartij
begon, waarin hij het onderspit dolf. Hij heeft
echter nog vier dagen daarna geleefd, zoodat
de geneesheeren moeten uitmaken of hij wer
kelijk tengevolge van dat gevecht is gestorven.
De dader is, naar men zegt, gevlucht, alvo
rens de justitie onderzoek kon komen doen.
Bij het aanhouden van een strooper B.
v. V., uit Amerongen, in het Zuijlensteinsche
bosch bij Leersum, had tusschen dezen en de
veldwachters Yan Beekhuis en Van Amerongen
een ernstige schermutseling plaats. Ten laatste
overmande men den strooper, doch niet dan
nadat hij een paar wonden had gekregen.
Te Nijmegen is een „Te Huis en Loge
ment voor vrouwelijke dienstboden" aan de
Smidstraat geopend. In dit „Te Huis" hebben
eiken avond dienstboden, die hun uitgangs
avondje hebben, vrijen toegang, terwijl anderen,
die buiten betrekking geraakt zijn en bij geen
verwanten of bekenden eene passende huisves
ting kunnen vinden, daarin tegen eene geringe
vergoeding verblijf kuunen houden.
In Friesland zijn de kunstwegen in vele
gemeenten zóo glad, dat zij per schaats bereden
worden. Voor de voerlieden is het hoogst moeie-
lijk om de paarden op de beenen te houden.
De hoefsmeden hebben het druk met het be
slaan van paarden. De postboden te voet heb
ben het zwaar te verantwoorden, vooral wan
neer zij beladen zijn met postpakketten!
Te Tilburg ontstond Woensdagmiddag
een felle brand in de bakkerij van den Heer
L. van der Pas, terwijl ook de aangrenzende
schilderswinkel van den Heer P. D. werd aan
getast. De brand heeft zich gelukkig tot deze
beide perceelen bepaald. De oorzaak is onbekend.
Alles was verzekerd.
Sommelsdijk, 14 Jan. 1886. Het aantal in
geschrevenen voor de Nationale Militie, lichting
1887, bedraagt voor deze Gemeente 30.
Op 31 Jan. 1886 bedroeg dit getal 31, doch
door het overlijden van een ingeschrevene is
dit met 1 verminderd.
De loop der bevolking in deze Gemeente
over 1886 is als volgt: bevolking op 31 Dec.
1885: 1369 m. en 1363 v., totaal 2732 zielen;
geboren over 1886: 44 m. en 36 v., totaal 80;
vestiging in de Gemeente 47 m. en 67 v.,
totaal 114. Sterfte over dat jaar: 39 m. en 30 v.,
totaal 60 en vertrek uit de Gemeente 60 m.
en 87 v., totaal 147, alzoo is de vermindering
90 m. en 117 v. en de vermeerdering 91 m.
en 103 v., dus de bevolking op 31 Dec. 1886
is 1370 m. en 1349 v., totaal 2719 zielen,
zoodat de bevolking dezer Gemeente in het
afgeloopen jaar eene vermindering van 13 zielen
onderging.
Stellendam. Het aantal kinderen boven 6
tot beneden 12 jaren, welke de Openbare School
bezochten, bedroeg op 1 Jan. j.l. 162. Door
78 werd kosteloos onderwijs genoten.
Het vaartuig van Schipper G. van Es, dat
in de nabijheid dezer haven gezonken was, is
na vele vruchtelooze pogingen in de afgeloopen
week teruggevouden.
Goedereede. Op 1 Jan. j.l. bedroeg het aan
tal kinderen van 6 tot 12-jarigen leeftijd, welke
de school bezochten, 149.
Zuid-Beierland, 11 Jan. 1887.
ra. v. totaal.
Werkelijke bevolking op 31 Dec.'85 957 930 1887
Geboren 39 m. 39 v.
Ingekomen 63 m. 74 v.
102 m. 113 v.
Overleden 29 m. 31 v.
Vertrokken 46 m. 53 v.
75 m. 84 v.
Vermeerderd met 27 29 56
Werkelijke bevolking op 31 Dec.'86 984 959 1943
Onecht geboren 1 m. 1 v.
Elders 2 m.
2 tweeling geboorten.
13 huwelijken.
1 echtscheiding.
3 levenloos aangegeven.
1 elders overleden.
Bruinisse, 10 Jan. Het Rijkstelegraafkan
toor alhier heeft in het afgeloopen jaar 2897
telegrammen verzonden, 4300 ontvangen en
3 opgenomen en verder geseind, totaal 7200.
Het hulpkantoor der posterijen heeft ontvan
gen 19587 brieven, 5667 briefkaarten en 37507
drukwerken. Behandeld werden 554 aangetee-
kende brieven en 1671 postwissels. In de Rijks
postspaarbank hadden 227 inlagen en 17 terug
betalingen plaats.
Verzonden werden 520 postpakketten en
ontvangen 1208.
De verkoop van postzegels, briefkaarten en
formulieren bedroeg 1704,93.
Het tijdstip, waarop de herijk der maten
en gewichten in dit jaar zal plaats hebben, is
door de Gedeputeerde Staten van Zeeland bepaald
voor Bruinisse op 21 en 22 Maart a. s.
De nieuwjaarscollecte alhier heeft opge
bracht 481.50, welk bedrag door eene com
missie, onder presidium van den heer Bur
gemeester, geconstitueerd, gelijkmatig onder
diegenen, die daarvoor volgens haar oordeel
in aanmerking komen, werd verdeeld.
Tholen, 8 Jan. Bij de heden alhier plaats
gehad hebbende inschrijving voor de levering
van Superphosphaat, 14 pCt. bevattende, in
water oplosbaar, ten behoeve van de vereeni-
ging Landbouwbelang Tholen, zijn de navol
gende inschrijvingen ingekomen
M. van de Volle, Vosmeer 4.
P. Rombout, 3.65
Binnenveld Schellen, Rotterdam 3.45
M. H. Salomonson, 3.39
aan welken laatste de levering is gegund.