Prof. J. H. Gunning tegenover de gereformeerde belijders. V. Gemengd Nieuws. Plaatselijk Nieuws. Sommelsdijk. Door den heer Commissaris des Konings in deze Provincie zijn de heeren A. C. Mijs en A. P. van Dorsser herbenoemd tot leden van het College van Zetters binnen deze Gemeente en zulks met ingang van primo Januari 1887. Middelharnis. Naar wij vernemen, is de heer G. G. Gijben te Monster, uitgenoodigdom namens De Unie „Een school met den Bijbel" alhier eene spreekbeurt te vervullen. Stellendam. Tot predikant alhier is beroe pen ds. A. Guldenarm. Goedereede. De Gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1887 is door den Gemeenteraad in ontvang en uitgaaf op 9875.26£ vastgesteld. De kosten van het onderwijs zijn geraamd op 3695. Oude-Tonge Het aantal leerlingen op de openbare lagere school alhier, bedroeg over de afgeloopen maand 444 dat der Schooltijden Den Bommel, 30 Sept. 1886. Tengevolge der periodieke aftreding van de Heeren A. Mijs en D. Troost als zetters dezer gemeente, zijn als zoodanig benoemd de Heeren A. Mijs en H. Rosmolen. Ouddorp. Uit deze Gemeente zijn van 1 Januari 1886 tot 4 October 1886naar Noord-America vertrokken 47 mannelijke en 43 vrouwelijke, te zamen 90 personen. Zierikzee, 4 Oct. Gisteren middag 2 uur ontstond alhier door eene onbekende oorzaak brand, bij den heer Kooman. De brand open baarde zich het eerst in eene strooklamp, en was zoo hevig dat binnen weinige minuten drie strooklampen in het wagenhuis een prooi der vlammen waren. Ouwerkerk, 4 Oct. De predikant van onze gemeente, ds. Krom, wekte gisteren morgen de aandoening van zijn talrijk gehoor op, door de herinnering aan het overlijden van den door alle dorpelingen beminden heer Ds. Cor- stius, vroeger predikant alhier, gestorven te Amsterdam. Ierseke 4 Oct. Gistermorgen ontstond alhier brand in den hulpstal van het circus Cohen op de kermis. Spoedig aangebrachte hulp voorkwam, door den stal omver te halen, dat de vlammen zich aan de nabijstaande huizen en het circus mededeelden. De brand veroorzaakte natuurlijk heel wat opschudding, en de menschen (het was onder kerktijd) verlieten de kerken. De schade wordt berekend op 200. Stavenisse. Door het Rijkstelegraafkantoor met vereenvoudigden dienst alhier zijn in het 3e kwartaal dezes jaars verhandeld 212 berichten, nl. 115 verzonden en 97 ontvangen, wat over 1886 tot dusverre maakt een totaal van 364 verzonden en 334 ontvangen. Ridderkerk. Strijen. De gemeenterekening over 1885 is van heeren Gedeputeerde Staten goedgekeurd terugontvangen; zij bedraagt in ontvangst 30628,51s, in uitgaven 28103,19s, alzoo batig slot van 2525,32. jongsten opstand. De regeering wil de hoofden gestreng straffen, doch van verschillende zijden wordt op genade voor hen aangedrongen. Nog altijd houden de berichten over cholera, aardbeving en storm aande eerste mindert echter, Gode zij dank. De ellende, door al deze bezoekingen verwekt, stemt tot weemoed en nadenken. H. Te recht merkte nog kortelings de heer C. J. Broers, van Voorschoten, in het Doetinchemsch Week blad op, dat „waar de Kerkorde en de door haar in het leven geroepen besturen tot zonden verleiden en de zonde handhaven, onderwerping aan haar geen onderwerping is aan een oordeel Gods, die, naar des apostels woord, niemand tot zonde verzoekt Ging echter de leer van Prof. G. door, dan zoude God de Heere ons werkelijk tot het kwade verlok ken; ja dan zoude het meê in stand houden van het kwade zelfs vrucht van het geloof zijn. Die leer staat vierkant tegen die van de gerefor meerden over. Hetzelfde bevestigt Prof. G. op blz. 9 ook nog in dier voege, dat hij het „stelsel der gereformeer den" om Jezus' wille zegt te „haten," terwijl hij op blz. 32 herhaalt, wat hij het vorige jaar schreef, n.l.: „Met kalme verzekerdheid wagen wij deze proef: indien in den kerkelijken strijdkreet, door dr. K (uyper) aangeheven; of in zijn naklank, zooals wij dien allerwegen hooren in den lande; de stem des Ko- nings is, die als de goede Herder de schapen Zijner kudde vergadert, zoo kennen wij Zijne stem niet en behooren niet tot Zijne schapen." In deze woorden lezen wij een nieuw bewijs, dat Prof. G. zijn kerkelijk gedrag vooral door inwendige ervaringen wil laten beheerschen. Hij vangt de stem des Konings blijkbaar niet op uit hetgeen „de hei lige mannen Gods, door den Heiligen Geest gedreven zijnde," naar Zijn wil hebben te boek gesteld, want dan zoude hij over de uitlegging van die Schrift handelen. Maar hij doet het voorkomen, als ware er voor zijn leven een apart richtsnoer, een nieuwe maatstaf, een particuliere toetssteen gegeven. En zoo al niet voor hem alleendan toch voor de ver gadering van geloovigen, te midden van welke hij verkeert. Geen wonder dan ook, dat hij, „als nood zakelijke voorwaarde" voor reorganisatie der Ge meente, bekeering der harten eischt (om alzoo dien maatstaf te leeren kennen). Men zal mogelijk vragenmaar eischt gij, gere formeerde belijders, dan ook geen bekeering der hartenl En daarop geven wij met heel onze ziel ten antwoord: ja, gewisseiijk. Alle kerkbouw, alle reformatie, die niet ontkiemt uit wat de H. Geest zaaide en bedauwde, en die geen verband houdt met de overige, talrijke functien van het christelijk leven, moet als onnut, vormelijk geknutsel worden afgewezen. Maar nogtans doen wij dien eisch in een geheel anderen en kerkelijk meer beperkten zin. Prof. G. schijnt het kerkherstel alleen te begeeren en te verwachten als vrucht van een schier alge- meene bekeering van de leden der Herv. Kerk. Hij wil, dat ten minste de groote meerderheid hunner zulk een christelijke, geestelijke majesteit rondom zich zal verspreiden, dat de verstoorders van het kerkelijk leven beschaamd wegloopen. Dit toch alleen kan de beteekenis wezen van het zeggen, „dat dadelijke maatregelen van tucht be hooren gesteund te zijn door eene Gemeentedie genoegzaam uit den geloove leeftdat de tucht moet erkend worden door hen, wie zij geldt, en dat de Heere zelf aan onze Herv. Kerk de groote vraag stelt, of die Kerk de „gereformeerdheid" J) door de kracht des Woords uit zich zal kunnen verwijderen. Wij, belijders der gereformeerde waarheid, zijn daarentegen van oordeel, dat de waarachtige be keering van vele zielen door den H. Geest met de zuivering van het kerkelijk leven moet samen vallen. Het christelijk leven is in al zijn vertakkingen één leven. Het kan niet in stukken gebroken worden, om dan te zeggen nu zal het zich eerst eens op dit en later weer op een ander veld uiten. Één ding doe ik, zeide de apostel Paulus, en alle christenen, die na hem op den duur het rechte vertrouwen aan hunne omgeving inboezemden, waren mannen uit één stuk. Daarom achten wij het gansch ongerijmdon zielkundig en onbijbelsch om te zeggenlaat er eerst maar eens wat meer vrome menschen komen laat eerst eens allerwegen het gerucht uitgaan, dat er stroomen volks worden wedergeboren en bekeerd ten eeuwigen leven. En alsdan, wanneer die stroom naar ons geestelijk gezicht genoegzaam gewassen is, zullen wij mee van wal steken en de kerk gaan herbouwen. Zulk een redeneering bewijst o. i. eenvoudig, dat men buiten de zichtbare kerk leeft, dat men zich boven den steun, dien zij den christen behoort te bieden, verheft, en meent aan een zelfgekozen vrien- denkring genoeg te hebben. Nu geven wij gaarne toe, dat de bekeering eener kerk veel langzamer toegaat dan die van den enkelen mensch. Als Jezus den verloren zondaar oproept om Hem te volgen, heeft hij eenvoudig alles te ver laten, en Zijne stem te gehoorzamen. Wat kennelijk tegen Gods wil is, zal hij terstond afschaffen. Maar in de kerk, waar men zich als college beweegt, is men ook van anderen afhankelijk. Doch niettemin blijft de plicht en de drang gel den voor elk eerlijk christen, om in zulke colleges rusteloos zijne stem te verheffen tegen al datgene wat de werking van Gods Woord ondermijnt. Het gevolg zal dan zijn dat het allengs tot daden van verweer komt. En zie, dit streven noemt Prof. G. een „hatelijk stelsel," en „het aanheffen van een strijdkreet". Wat daar nu evenwel hatelijks, of krijg lustigs in is, kunnen wij met geen mogelijkheid inzien. Prof. G. hoort er de stem van Jezus niet in. Eilieve waarom niet Is kerkzuivering dan niet Zijn hoog bevel Keurde Hij dan in de gemeente van Efeze niet goed, dat zij de kwaden niet konden dragen Een drie- a viertal weken geleden. 3) Daarmede bedoelt Prof. G. het naar zijne raeening overdreven gereformeerde. En rekende Hij het daarentegen de gemeente van Pergamus niet als een groote zonde aan, dat zij leden had, die de leering van Balaam en van de Nicolaïten hielden. Neen waarlijk, de gereformeerde belijders nemen den sleutel van den ban niet in handen uit onverdraagzaamheid of uit „eigenmachtige rechter lijkheid" (blz. 21 en 31), maar zij willen dat ge daan hebben door de opzieners der gemeente, op last van Christus hun Heere. Hetzelfde wenschte ook de Apostel Paulus, als hij schreef (Gal. 5 12). „Och of zij ook afgesne den werden, die u onrustig maken!" Het spreekt van zelf dat deze afsnijding eerst na her haalde waarschuwing en vermaning behoort te ge schieden, maar als dat niet helpt, mag men toch eindelijk voor het droevig uiterste, de uitbanning, niet terugdeinzen. Prof. G. kan waarlijk niet aan de gereformeerden •verwijten, dat zij geen geduld en verdraagzaamheid getoond hebben. Deze op zichzelf goede eigenschap pen kregen echter lange jaren en hebben nog op tal van plaatsen het aanzien van zondige lauwheid en door God verboden toegeeflijkheid. Maar nu zij dan eindelijk eens in enkele gemeen ten tot stremming van het handtastelijk verkeerde zijn overgegaan, houden wij vol, dat zij daar al vele jaren het recht toe hadden niet alleen, maar dat dit werk een reeds lang verzuimde plicht is. Een treurige plicht, gewis, maar niettemin door God opgelegd. Doch waarom niet liever nog wat gewacht, tot de groote meerderheid wat beter overtuigd is, zal Prof. G. ons tegenvoeren. Men zou dan zonder ru moer de organisatie wat kunnen verbeteren. Waarom Wel, omdat woorden alleen geen eerbied afdwingen op den duur, als zij niet vergezeld gaan door daden. Het is ook zeer de vraag, of de groote kerkelijke meerderheid, over het geheele land genomen, wel ooit tot de leer der gereformeerde vaderen zal terug- keeren. Daartoe is de Herv. kerk veel te lang ver wereldlijkt. Een groot gedeelte van de leden heeft zich het lidmaatschap niet onwaardig gemaakt, door dien zij eerst belijdenis deden, en daarna een tegen gestelde leer dreven. Neen, zij deden in het geheel geen belijdenis op de wijze, zooals de gereformeerde kerk dat bedoelt. De poort werd vrijelijk voor ieder opengezet. De omtuining rondom hef kerkelijk erf viel omlaag en onder de schapen mengde zich een stroom van bokken en wolven. Is het nu aan te nemen of te verwachten, dat God de Heere na korter of langer tijd die bokken en wolven van natuur zal veranderen, omdat de herders, die de grenzen hadden moeten bewaken en de deuren op ziju tijd hadden moeten sluiten, hunne taak on volvoerd hebben gelaten? Zoo ziet men dus, dat wij ook wel met Prof. G. bekeering der harten eischen, als onmisbaar noodig bij kerkherstel, maar niet van de groote massa, aangezien die massa niet meer een kerkelijke maar een genootschappelijke, verwereldlijkte massa gewor den is. In het genootschap vloeide de kerk uit, behalve dat deel, hetwelk wij Chr. Geref. kerk noemen. En overmits nu elke valsche vermenging alleen door ontbinding in zijn deelen is te herstellen, wil het er bij ons nooit in, dat de Herv. kerkdeelen red baar zijn, zoolang zij niet aan de windselen van het synodaal-genootschappelijk organisme zijn ontrukt. Daar komt nu nog bij, dat die organisatie de meeste ambtsdragers gedurig tot zondigen ver plicht. Er is alzoo een dubbele drangreden, zoowel voor het tegenwoordige als voor het toekomstig belang der nog levende kerkdeelen, om de hand aan den ploeg te slaan, om splitsing te maken tusschen kerk en genootschap, en den verroesten tuchtsleutel der kerk, na indooping in de zalfolie des H. Geestes, weder met ijver te hanteeren. Wordt vervolgd. De Haagsche Rechtbank heeft den predikant Vlug, beklaagd van het beletten van eene gods dienstoefening te Leiderdorpvrijgesproken. Aanstaanden Maandag wordt een aanvang gemaakt met de slooping van de bouwvallen van het Kurhaus. Op de Kwelderlanden van Groningen zijn door den hoogen vloed meer dan 100 schapen en vele hazen verdronken. Als een staaltje van de ruwheid of beter gezegd onmenschelijkheid van de Zigeuners, die zich in de laatste dagen weer hier en daar in ons land willen ophouden, meldt men aan de N. R. Ct. het volgende Om een voorbeeld te geven van de ruwheid of beter gezegd de onmenschelijkheid van die Zigeuners, diene het volgendeTe Putten, nabij onze grenzen, viel uit een der wagens een kind en werd over een beentje overreden, en wat deden nu de onmenschen? Het kind werd op genomen, en in een zak gestopt, en (mijn pen weigert haast het te beschrijven)tegen een boom doodgeslagen! Vervolgens nam men het deerlijk verminkte lijkje er uit en wierp het voor de beren „Van menschen kan men zoo iets niet ver wachten, wel van wilden, en het is dan licht te begrijpen, waarom door de Rijkspolitie alles in het werk gesteld wordt om die Zigeuners bende met de beren en wat zij verder meevoeren, uit ons land verwijderd te houden." Aan het spoorwegstation te Leeuwarden had Zaterdagnamiddag, omstreeks 8 uur weder een ernstig ongeluk plaats. De Heer F. A. Postuma, expediteur, wilde zich van het perron af over de rails heen naar den op het punt van vertrek staaüden trein naar Zwolle begeven, toen hij door een op die rails rangeerende locomotief van den even te voren aangekomen Sneeker trein werd nedergeworpen en verpletterd. Algemeen is de deelneming in dit zoo treurig uiteinde van den man die, wegens zijne hulp vaardigheid en belangrijke diensten in onder scheidene betrekkingen te Leeuwarden, de alge- meene achting genoot. Op het eiland Schiermonnikoog zal een badhuis worden gebouwd, waarvan op 14 October reeds de aanbesteding zal geschieden. In de provincie Groningen leggen de landbouwers zich in den laatsten tijd niet alleen met zeer gunstig gevolg toe op de ver edeling van het paardenras, maar ook op het verbeteren van schapen en varkens. Dat men niet met de afstammelingen verlegen behoeft te zijn, blijkt 0. a. hieruit, dat onlangs, bij een openbare verkooping, 13 Engelsche rammen 631,50, 16 volbloed Cotswoldrammen 808, en 25 halfbloed Poland-China-varkens, van 15 weken oud, 390 hebben opgebracht. Het lijk, dat Vrijdag in de Vestinggracht van het fort Kraijenhoff, bij Nijmegen, gevonden werd, is door de familieleden herkend als W. H. van den Burgt, herkomstig uit 's Hertogen bosch. De ongelukkige had Donderdag j. 1. zijne woonplaats verlaten. Door de Rijksambtenaren aan het station te WijkMaastricht zijn bij visitatie aange haald 3 vaten, die aangegeven waren in te houden 5 a 600 liter camphine-olie, doch bij onderzoek bleken gedeeltelijk alcohol van ge middeld 85 pCt. te bevatten. De daarop val lende boete bedraagt tusschen 5000 a 6000. Te St. Anna-Parochie (Fr.) hebben de een den van den landbouwer G. J. Dijkstra in de laatste dagen, alzoo geheel buiten den gewonen tijd, een twintigtal eieren gelegd. Te Melick-Herkenbosch viel Woensdag een 3jarig kind van eene kar, met het ongelukkig gevolg dat het terstond dood bleef. Woensdagnacht ontstond brand in de schuur van den landbouwer J. R. te Vaals. De oogst, een varken en verscheidene kippen werden een prooi der vlammen. Niets was ver zekerd. De oorzaak is onbekend. Donderdagavond ontstond brand op de erve van M. Verbaaten, in de Lollestraat onder Oudenbosch. Drie groote stroomijten werden een prooi der vlammen. Alleen aan de brand weer is het te danken, dat huis en schuren behouden bleven. Alles was verzekerd. De oor zaak van den brand schrijft men toe aan kwaad willigheid. De Commissaris des Konings in deze Provincie, beschikkende op een request van het bestuur der Afdeeling „Overflakkee en Goe dereede" van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heeft goedgevonden, voor den tijd van 1 jaar, in te gaan met 30 Sept. 1886 in het ressort der Gemeenten Middelharnis en Sommelsdijk, de beschermende bepalingen der wet van 25 Mei 1880 (Staatsblad No. 89) op te heffen, voor zooveel de volgende vogels be treft; de bonte kraai, de roek, de kauw, de kerkkauw, torenkauw, torenka, de huismusch, de ringmusch boom-, berg- of veldmusch. De jongens kunnen dus hun hart ophalen aan het uithalen van de eieren en het verstoren of vernielen van de nesten dier vogels. 1 October 1886. Door Zijne Majesteit den Koning is benoemd tot Kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Sommelsdijk, de Heer A. J. de Graaff, Burgemeester dier Ge meente. 5 October 1886. Het aantal schoolgaande kinderen bedroeg in deze gemeente in de af- geloopen maand 388het aantal schooltijden in 't geheel 14356. Hiervan werden verzuimd: wegens ziekte183 godsdienstplichten 15 weer en wegen 1 veldarbeid4003 overigen arbeid 1935 overige redenen 210 Te zamen. 6347 of 44,2 pCt, D. V. zal de heer Gijben optreden op Dinsdag e. k., 's avonds half zeven, in het Zondagsschoolgebouw op den dijk. In het belang der zaak is het te hopen, dat velen dien avond komen luisteren naar wat de bekende strijder voor de Gereformeerde begin selen ten beste zal geven. Men is hier allerwege druk bezig met het rooijen en verschepen van suikerbieten. De uit komsten van dit product zijn over het algemeen zeer onbevredigend. Ook van uit deze Gemeente zal binnen kort een gezin naar Noord-Amerika vertrekken. per leerling 27 dus geheel aantal School tijden 11988. Hiervan werden verzuimd: Wegens ziekte 735 Godsdienstplichten 35 Weer en wegen 35 Veldarbeid 4384 Overige arbeid 486 Overige redenen 162 Samen 5802 of 49% Door Z. M. den Koning is tot le Luitenant van het 12e Battaillon Rustende Schutterij in Zuid-Holland benoemd, de Heer A. J. Heester mans, thans 2e Luitenant. Tegen 15 October maken weder twee gezin nen zich gereed om ook daarheen te trekken; alsdan zullen ook mede reizen: Jacob Verdoorn en Pieter Aleman, beiden geboren te Ouddorp, welke bijna drie maanden in hunne geboorteplaats hebben doorgebracht, na ruim twintig jaar in America te zijn ge weest. Zij wonen te Passaic, waar ze, naar het schijnt, goeden vooruitgang hebben gemaakt. Alleen aan de ijverige pogingen van de brand weer van Zierikzee, gelukte het omstreeks 4 uur den brand meester te worden, en het woonhuis te behouden Z.E. vertelde aan zijne hoordersdat wijlen de heer Corstius aan de kerk, de armen, en de bewaarschool, door hem gesticht, elk 2000 heeft bemaakt. Aandoenlijk was het, om te zien, hoe ouden van dagen en mannen van middelbaren leef tijd die den heer Corstius gekend hebben tranen storttenbij het hooren van de treffende woorden van den heer Kromen bij het terug denken aan de goedheid van den overledenen die een zegen was voor armen en nooddruf- tigen en een waar vriend voor allen die hem kenden. Volgens den van wege het K. N. Meteo rologisch Instituut te Utrecht alhier geplaatsten regenmeter is er alhier gevallen in Juli 52,6 m.M. regen Augustus 50 September 28,4 totaal 131 m.M. regen, wat voor den polder Stavenisse, groot circa 689,8 H.A. maakt 903638 MJ 9036380 H.L. water. Door den heer C. L. Dorst alhier, can- didaat in de medicijnen aan de Leidsche Hooge- school, is dezer dagen met gunstig gevolg het doctoraal examen afgelegd- Vergadering van den Gemeenteraad. Woensdag 29 September. Voorzitter de Burgemeester. Allen tegenwoordig. De Notulen der vorige vergadering gelezen, goedge keurd en geteekend. Medegedeeld de goedkeuring door Gedeputeerde Staten der raadsbesluiten van den 13 dezer tot af- en over schrijving in de Gemeentebegrooting voor 1886. Aan de orde is het adres van den heer P. J. Emck, hoofd der openbare school dezer gemeente, aan den Pruimendijk, verzoekende dat hel den Raad moge behagen, hem volgens art. 28 all. 5 der onderwijswet, over te plaatsen als hoofd der vacant zijnde school op het Dorp. Met 12 van de 13 stemmen (1 blanco), wordt zonder discussie besloten aan dat verzoek te voldoen, tegen een nader te bepalen tijdstip, met het oog op de vacature, hierdoor ontstaande aan de school aan den Pruimendijk. Hierna werd de vergadering gesloten. Ter vervanging van den heer P. de Jongste, die zijn ontslag als zoodanig beeft genomen, is tot zetter der directe belastingen benoemd, den heer J, Troost.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 2