Met een kluitje in het riet. Gemengd lieuws. Op de tentoonstelling van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw te Gorinchem, zijn 0. m. bekroond: Plaatselijk Nieuws. Stellendam. Op 16 en 17 September a. s. zal het vergelijkend examen, naar de betrekking van Hoofd der Openbare School alhier, plaats hebben. Den Bommel. Door den Raad dezer gemeente is in zijne vergadering van 2 Sept. jl. de be- grooting van inkomsten en uitgaven, dienst 1887, vastgesteld en wel in ontvang en uitgaaf tot een bedrag van 13997.80. Goedereede. Bij de op 6 dezer gehouden aanbesteding van de overstorting der zinkstuk- ken, ten Oosten van de Kop van Dam A, aan de Oostzijde van de Haven van Goedereede, is het minst ingeschreven door T. J. Smits, te Dordrecht, voor ƒ4646.terwijl de heer F. de Baat, te Sliedrecht, minste inschrijver wasvoor den Bazaltmuur langs de aanlegplaats der haven te Stellendam. Ouddorp. De gemeente rekening over 1835 bedroeg Oud-Beierland, 11 Sept. In de heden gehou- dene raadsvergadering is tot onderwijzeres a/d. lste openb, school benoemd mej. J. M. Laban, thans te Hoogvliet. Mijnsheereuland, 10 Sept. Als een bizon- derheid meldt men ons, dat een tuinier aan den Blaakschendijk, onder deze gemeente, deze week een Savoijekool verkocht, die niet minder dan 8| Kilogram woog. Bolnes, 10 Sept. De Heer A. Mulder, Cand. tot den H. dienst, heeft het beroep naar de Chr. ger. gemeente alhier aangenomen. Spijfeenisse, 8 Sept. Heden namiddag ont dekte H. Rietdijk, van zijn werk huiswaarts keerende, dat gedurende de afwezigheid van hem en zijn gezin, zijne woning door ongenoode gasten was bezocht geworden, die eenig geld, een horlogie en andere voorwerpen hadden medegenomen. Aan de ijverige pogingen der politie mocht het weldra gelukken, de daders, een paar knapen van 14 en 11 jaren op te sporen, en het gestolene, dat door hen op verschillende plaatsen was verstopt, in beslag te nemen. B. C. Scherpenisse, 5 Sept. Wie met het leven in ons, vooral des Zondags, zoo stil en rustig dorpje bekend is, zou, wanneer hij daar heden was binnengekomen, zeker vreemd hebben op- Bi ui Reeds aanstonds na zijn zegepralenden intocht inj Sofia, maakte Alexander het allen duidelyk, dat hij niet gekomen was om te blijven, maar om weldra weer te vertrekken. De houding van Rusland, blijkende uit het vermelde antwoord van den Czaar op des vorsten ootmoedig telegram, maakte dat noodig. Hij had slechts te kiezen tus- schen aftreding en bezetting van Bulgarije door Rusland. Steun der groote mogendheden ontbrak. En dus noopte alles tot heengaan. Rusland dwaalt echter, zoo sprak de vorst, als het in mij de oorzaak ziet der min aangename verhouding tot Bulgarije. De dag kan komen, dat Rusland mg terugroept. In elk geval zal ik steeds Bul garije trouw blijven. Wel trachtten nog velen hem te bewegen niet heen te gaan, doch de vorst weigerde beslist hieraan gevolg te geven. Zoo verliet hij dan zijn rijk, waarover hij zeven jaren onder veel moeite en bezwaren had geheerscht, dat hij met eer en dap perheid had verdedigd. Rusland wil het zoo. Het verlangt een Bulgarije, dat allereerst met Rusland rekent en Alexander gaat heen, omdat men in hem niet in allen deele den man vond, die Rusland naar de oogen zag. Hartelijk was het afscheid, dat het Bulgaarsche volk nam van zijn zijn vorst, die langs den Donau en voorts over Oostenrijk Duitschland weder opzocht. Thans geniet hij in zijn vaderland Hessen, in het ouderlijk paleis, de trouwens hoog noodige rust. Hij ging niet heen zonder begeerd te zijn. Of echter nu ook voor Bulgarije en het Oosten rust zal aanbreken na en uit al het gebeurde, is een andere vraag. In het vorstendom zelf zijn drie partyen: een anti-Russische, een Russische en een midden party. Hoe zullen deze zich onderling houden De nationale vergadering komt dezer dagen bijeen. Zij moet, ter vervanging van het door vorst Alexander ingesteld regentschap, een vorst kiezen. De door Rusland gewenschte man is denkelijk een hertog van Oldenburg, thans in Russischen dienst en een ijverig dienaar van den Czaar. Ook noemt men een Deenschen prins. Zal echter het volk, dat kiezen moet, de stemmen op hem vereenigenOp feilen par- tjjstryd is zeker veel kans, al is thans nog alles onberekenbaar. Duitschland, dat er o. a. met het oog op Frankrijk, alle belang bij heeft Rusland te vriend te houden, heeft wijselijk geweigerd voor Enge land de kastanjes uit het vuur te halen. Ook is er blykbaar iets op gevonden, waardoor Oostenrijk er toe kwam de Russen stillekens te laten begaan. In Engeland echter is men toornig en verbitterd, en lucht dit op allerlei wijzen. En nu moge al niet aanstonds een uitbarsting volgen, zeker is dat vroeg of laat deze wortel der bitterheid opwaarts spruiten en veel verder ven zal. Engeland staat onder een Tory-kabinet zelden met Rusland op goeden voet. Er was reeds een en ander, dat tot verwijdering aan leiding gaf. Nu komt bij de Rumelische ge schiedenis nog, dat ook in Britsch-Indië een opstand schijnt te dreigen, wier leiders verkla ren op hulp der Russen te rekenen, 't Zal, juist of niet, de spanning slechts vermeerderen. In 't kort, er is een tijdperk gesloten, maar tevens een geopend, dat voor het Oosten en voor heel de wereld van het uiterst gewicht kan worden. Rusland heeft op 't Balkan-schier eiland vasten voet. Engeland ziet den Russen scherp op de vingers. Turkije is machteloos; de Balkanstaten willen elk voor zich steeds de Turksche erfenis smaldeelen. Men ziet de brand stof ligt overal. Üit het Oosterdeel van 't Euro- peesch gebouw stijgt altijd rook op. Zware bezoekingen treffen verschillende deelen der aarde. Een groote aarbeving heeft zich doen gevoelen van Griekenland af, door Zuid-Europa en Noord-Afrika, tot in de Vereenigde Staten van Nooid-Amerika. In het eerste zoowel als in het laatste land zijn velen omgekomen of gewond en is ontzettende schade aangericht, gelijk elders door storm. In Zuid-Europa blijft de cholera heerschen en breidt zich uit. God spare Nederland voor deze bezoeking! Prof. J. H. Gunning tegenover de gereformeerde belijders. III. Wij wenschen ditmaal nog duidelijker aan te too- nen, dat Prof. G. door in zake de kerkregeering op inwendige bevinding te bouwen en van den loop der omstandigheden uit te gaan, in strijd komt met Gods Woord. De Heere Jezus, die als de oppermachtige Koning Zijner Kerk, tot uitvoering van Zijn wil kerkelijke dienaren of ambtsdragers aanstelt, heeft aan die dienaren gegeven de sleutelen van het koninkrijk der hemelenwaardoor aan de geloovigen het hemel rijk wordt <?«/sloten, terwijl het voor de ongeloovigen /^gesloten wordt; alzoo, dat hetgeen zij binden op de aarde, in de hemelen gebonden is, en wat zij ont binden op de aarde, ook in de hemelen ontbonden is. De priesters in Gods kerk op aarde zijn er om aan de verontreiniging en vervalsching van het heiligdom paal en perk te stellen. Gewis, zij doen dat in de eerste plaats door de prediking. Wie het Woord van God recht snijdt op den kansel, zegt gedurig den rechtvaardigen aan, dat het hun wel zal gaan en den goddeloozen, dat het hun kwalijk zal gaan. (Jes. 3 10 en 11. Joh. 3 36). Dat evenwel de macht der kerk verder reikt en hare opzieners zich niet alleen mogen bepalen tot de verkondiging van het Woord, dit volgt uit veel Schriftuurplaatsen. In Matth. 18:17, bij voorbeeld, wordt geleerd, dat „wie der gemeente geen gehoor geeft," als een heiden en tollenaar moet behandeld worden. In gelijken geest vermaant de Apostel Paulus (Rom. 1617): „Ik bidde u, broeders neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aan richten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt en wijkt af van dezelven". In 1 Cor. 5 wordt het „eten" met afgodendie naars, gierigaards, lasteraars en anderen nadrukke lijk verboden. Ja de Apostel voegt er bij„Doet gij deze boozen uit ulieden weg". In 2 Thess. 3 14 heet het wederomIndien iemand ons woord, door dezen brief geschreven, niet gehoorzaam is, teekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde. In Titus 3:10 luidt het bevel: Verwerpt een ketterschen mensch na de eerste en tweede ver maning". En om niet meer te noemen in 2 Joh. 10 vinden wij gelijk gebod„Indien iemand tot ulieden komt, en deze leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot hem niet: „zijt gegroet" Te leven naar deze voorschriften in de kerk, is het eenige, dat de gereformeerde belijders beoogen. Het zijn geen regels van eigen vinding, die zij willen invoeren, maar het is de hooge opdracht van den souverein Heilige, waarnaar zij zich begeeren te gedragen. Al hun ijver is er uitsluitend op gericht, dat Jezus Christus, die in 1816 in het Herv. Kerkgenoot schap als onttroond is, weder als Koning in Zijne Kerk worde uitgeroepen, en als zoodanig zich kan betoonen. De H. Geest, vertrouwen wij, werkt dien ijver in de harten. Hij overtuigt de Herv. broederen allengs meer en meer, dat zij eigenlijk vastgeketend zitten achter hooge reglementaire muren, achter menschelijke ge boden, die wel een schijn hebben van God te dienen, maar die bij Hem niet in eenige waarde zijn, en alleen tot opheffing van menschelijke wijs heid en glorie, en derhalve tot verzadiging van het zondige vleesch. Door die reglementaire wallen wordt de vrije christelijke wandel naar Gods Woord belemmerd, ja tegengehouden. Alzoo moeten vele Christenen datgene, wat zij in huis en in hun verder particulier leven als waar heid belijden, weer verloochenen en op zijde stel len, zoodra zij kerkelijke zaken behandelen. Dit brengt een verderfelijke onoprechtheid en tweeslachtigheid in hun gemoedsbestaan te weeg, een karaktervervalschingdie wel bij den eenen broeder veel stuitender in het oog loopt dan bij den anderen, maar die dan toch in ieders hart in meerdere of mindere mate postvat. Zulk een tweespalt doet gestadig afbreuk aan het geestelijk leven; bant den vrede van God uit de ziel en verbittert tegen den naaste. Met een onergerlijke consciëntie voor God te wandelen en nooit of nergens met bewustheid iets te ondernemenhetwelk kennelijk tegen Gods wil en welbehagen indruischt, is en zal altijd blijven een van de onschatbaarste voorrechten van een oprecht belijder van 's Heeren Naam. Niet een iegelijk die roept „Heere Heere," maar wie doet naar den wil des Allerhoogstenhetzij hij zich beweegt in de fabriek of op het kantoor, in huis of school, in het werk of in de kerk, die zal zalig worden. De reglementen in de Herv. Kerk echter snijden, gelijk wij zeiden, den pas van zulk een vrij chris telijk verkeer ten eenenmale af. Zij bevorderen wat het waarachtig zieleleven smoort en onder drukt en zij verbieden strengelijk datgene wat het Christendom kan steunen en in kracht en invloed verhoogen. Van dat alles overtuigt de H. Geest velen onzer broederen met toenemende klaarheid. Maar hoe doet Hij dat? Door afzonderlijke ingevingen, door tooverkrach- tige zielswerkingen, door geheimvolle ervaringen? Het heeft er niets van. Neen, het is den H. Geest er steeds om te doen, aan Gods Woord, de afgewerkte Schrift, een ruimer plaats te bereiden in ons hart, en onzen wil, door ontplooiing van de heerlijkheid van die Schrift, met haar inhoud te vereenigen. Wordt vervolgd.) Weldra komt de Tweede Kamer weder bijeen. Zal zij ons de grondwetsherziening geven, die, zoo heette het in de liberale bladen, en verkie zingsmanifesten, met het grootste gemak en de grootste snelheid zou tot stand komen, als maar een liberale meerderheid werd afgevaardigd. Laat ons er niet op rekenen. De liberale meerderheid is gekomen. Maar de liberale meerderheid deed tot dusver niets. Zij liet het bewind in handen van den Minister, die door niemand vertrouwd, niet één lid der Kamer zijn aanhanger kan noemen, die de begin selloosheid heeft gemaakt tot zijn beginsel, en die met dat al vaster in het zadel zit dan ooit. Zóó vast, dat hij de voldoening heeft gesmaakt, zijne onmisbaarheid te hooren betoogen, door meer dan een kamerlid, dat hem vroeger op het heftigst had bestreden en hem ook nu, o, zoo gaarne, door een ander vervangen zag. Het eerlijke Handelsblad zelfs heeft zich in het onvermijdelijke geschikt. De liberale meerderheid durft het bewind niet aan. Geen wonder ook. Op nieuw toch blijkt, hoe waar het is, wat onzer zijds altijd is beweerd, dat het eenige punt, waar omtrent de liberalen eensgezind zijn, dit is, dat Christus moet geweerd uit den Staat, liefst ook uit de Kerk en het leven. Tegenover de anti-revolutionair of een Roomsch- Katholiek, was, bij de verkiezingen, iedere candidaat, die de meeste kans van slagen had, alléén daarom de candidaat der liberalen. Van Houten en Roëll, Heldt en Buteux, allen waren even gewenscht, allen waren liberaal. De liberale meerderheid kwam uit de stembus. Maar wat nu met die meerderheid is aan te van gen, weet men niet. Het gaat licht, zelfs nu nog na de jarenlange ondervinding die achter ons ligt, het volk te doen gelooven, dat het woord liberaal, nog iets meer is dan een ledig woord. Niet moeilijker valt het een liberale meerderheid samen te stellen, als men begint met Van Houten en eindigt met Buteux. Maar als nu uit die liberale meerderheid een bewind moet worden samengesteld, dan blijkt de onmogelijkheid daarvan, omdat de liberale heer Van Houten lijnrecht staat tegenover de liberale heer Buteux, en er tusschen die twee uitersten haast evenveel schakeeringen zijn als personen. Dan is men maar dankbaar dat de gekste Minister, wiens plaats men zoo gaarne innam, nog wel wat blijven wil en zich niet onhandelbaar toont. Dan vervaardigt men op de troonrede een kun stig antwoord, dat moet doen gelooven aan een eenstemmigheid, die niet bestaat. Eerst, zoo heet het regeling der kies bevoegdheid. Dan grondwetsherziening. Over die regeling der kiesbevoegdheid wordt men het wel nooit eens. Dat weet men wel. Maar dat wil men ook niet. Men wil niet komen tot de grondwetsherziening. Men durft ook die niet aan, want dan zou aan het licht komen, hoe zeer men ook op dat punt de natie met voorgespiegelde eensgezindheid heeft misleid. Men durft dat natuurlijk niet zeggen. De schijn moet gered. En zoo is dan het goede volk voor de zoo- veelste maal bij de neus geleid en blijft het vader land rustig voortgaan op den weg die voert ten verderve. L. Afdeeling C. Akkerbouw. Witte Wintertarwe, geteeld op klei- of zavel gronden. Ie prijs P. Breesnee te Oud-Beierland. Witte Engelsche tarwe, geteeld op klei- of zavelgronden. Ie prijs P. Breesnee te Oud- Beierland 2e prijs M. van der Poel te Abben- broek. Wintergerst. Ie prijs M. van der Poel te Abbenbroek; 2e prijs P. Breesnee te Oud- Beierland. Zomergerst. Ie prijs M. van der Poel te Abbenbroek. Spelt. Ie prijs M. van der Poel te Abben broek. Lange haver, geteeld op klei- of zavelgron den. Ie prijs M. van der Poel te Abbenbroek. 2e prijs P. Breesnee te Oud-Beierland. Kleine groene of blauwe erwten. Bestuurs- prijs P. Breesnee te Oud-Beierland. Onderafdeeling X V\ Handelsgewassen. Aardappelen voor huiselijk gebruik, niet op zand geteeld. Ie prijs P. Breesnee te Oud- Beierland. Bleekroode Zeeuwsche uien. 2e prijs P. Breesnee te Oud-Beierland. Paarde- of Koepeen, geteeld op kleigrond. Ie prijs P. Breesnee te Oud-Beierland. Te Wijk, bij Heusden, sloeg den vorigen Dinsdag de bliksem in den toren der Herv. Kerk en richtte nogal vernieling aan, zonder evenwel brand te veroorzaken. Te Harlingen is plotseling overleden Mr. S. Wybenga, het oudste lid der Tweede Kamer, advocaat te Sneek. Sedert 1855 had de heer Wybenga onafgebroken zitting in de Tweede Kamer voor het district Sneek. De hoogleeraar dr. C. A. Pekelharing, te Utrecht, is door de Regeering belast met een speciaal onderzoek naar de beri-beri op Atjeh. In 't midden van Oct. a. s. vertrekt hij naar Indië. Te Amsterdam viel een jongentje op de Rozengracht in het water, en dadelijk dreef het naar het midden. Zonder zich te bedenken, sprong een knaap van 12 jaar het kind na en greep het, waarop anderen te hulp en de kleine gered werd. De heer Dieperink Langereis, hoofd der Christelijke School tc Baambrugge, is langs te- legrafischen weg beroepen tot predikant by de Gereformeerde gemeente te Paterson, in Noord- Amerika. Door den trein, tusschen Castricum en Heilo, is een meisje van 12 jaar overreden en onmiddellijk gedood. Op de rails van den Kruisweg te Haarlem vond men verleden week een 50-jarig man liggen. Door een paar beambten van den ge vaarlijken weg verwijderd, moesten twee agenten van politie eenige oogenblikken later denzelfden man uit den Schootersingel redden en mochten zij het bewustzijn weder opwekken. De onge lukkige werd naar het gasthuis overgebracht. De persoon te Maartendie voor eenige dagen, tengevolge van de hitte, bewusteloos neerviel, is aan de gevolgen bezweken. Te Amerongen is de 14-jarige zoon van Jac. Hendriks, bij het baden in den Rijn, ver dronken. De vrouw van V. G. te Zevenbergen, die onlangs tengevolge van een steenworp aan het hoofd werd gekwetst, is thans aan de gevolgen daarvan overleden. Met de haringvisscherij is het tot heden te Sckeveningen treurig gesteld. Wel wordt de haring in groote hoeveelheid door bomschuiten en loggers aangebracht, maar de prijzen van de pekelharing en de bokking zijn en blijven laag. Op de buitenlandsche markten kost het moeite zelfs tegen die lage prijzen de haring en de bokking te slijten. Voor eene lading, die naar de middelprijzen van gelukkige jaren rekende, eene waarde van ongeveer 2000 zou vertegenwoordigen, wordt niet meer dan 500 a f 600 besomd. Volgens de Tijdkomt het in den laat- sten tijd herhaaldelijk voor, dat soldaten te Amsterdam door de bewoners van den Jordaan worden gescholden voor moordenaars en zelfs blootstaan aan mishandeling. Te Aalten is de zoogenaamde „Ark", waarin zes huisgezinnen woonden, met inboedels en al afgebrand. Een paar runderen kwamen in de vlammen om. De oorzaak van den brand is onbekend. Te Maastricht heeft een bind van vijf jaar een kan met kokende koffie over het lijf ge kregen. Het werd zóó ernstig gebrand, dat het aan de bekomen brandwonden is overleden. Het hooger beroep in de zaak van Domela Nieuwenhuis zal den 16 dezer voor het Hof te 's Gravenhage behandeld worden. Sommelsdijk, 13 Sept. 1886. In een huis gezin alhier zijn man en vrouw beiden door de typhus aangetast. De Raad dezer gemeente heeft zich bij het volgende adres tot Z. M. den Koning ge wend, ter verkrijging eener tijdelijke subsidie, ter gemoetkoming in de kosten van het Lager Onderwijs alhier. Aan Zijne Majesteit den Koning. Geeft eerbiedig te kennen De Raad der gemeente Den Bommel, pro vincie Zuid-Holland, dat hij zich na rijp beraad onbekwaam acht, om zelf uit eigen middelen in de kosten van het Lager Onderwijs in de Gemeente te voorzien. Dat de gronden, waarop dit oordeel steunt, in de hier bijgevoegde nota zijn neergelegd; welke, naar de Raad zich durft vleien, ook by Owe Majesteit de overtuiging zal vestigen, dat de gemeente ook, en vooral in verhouding tot de kosten van haar Lager Onderwijs, zoo buiten gewoon zwaar belast is, dat zij met de haar ten dienste staande middelen onmogelijk aan hare verplichtingen kan voldoen. Redenen, waarom de Raad de vrijheid neemt zich tot Uwe Majesteit te wenden, met het eer biedig verzoek, dat het Uwe Majesteit moge behagen, naar aanleiding van art. 49 der wet van 17 Aug. 1878 Staatsblad no. 127) aan de gemeente Den Bommel een subsidie uit 's Rijks kas in de kosten van het Lager Onder wijs te verleenen tot een bedrag van vijftien honderd gulden. in ontvangst 17705.52 in uitgaaf 14611.25s goed slot 3094,265 terwijl die van het algemeen armbestuur in 1885 bedroeg in ontvangst 1215,16s in uitgaaf 1215.165 Saldo nihil. 16 Sept. Morgen Vrijdag, vertrekken uit deze gemeente met het s.s. Leerdam naar N. Ame rika weder verscheidene personen, als: Corn. Haamsteman met vrouw en 7 kinderen, Jacob Westhoeve met vrouw en 6 kinderen. Johannes Admirand met vrouw en 4 kinderen, terwijl door de slapte der werkzaamheden voor 3 a 4 maanden George Tanis, huisschilder, Adrianus Boelaars, metselaar, en Jacob Pijl, timmerman alhier, die reis zullen medemaken, om te zien hoe de toestand aan gindsche zijde des Oceaans is geschapen. voor 43, Lem II< De 1 In ander I ingenl Hel bestol Ik 'I nis ml hij ge Veil opgei'I stelt, I Bijbel Heil zoo v l dat cl hand!I onder I den 1 lezen I kenneI den jl opheliB Niel is gel zooge I voudi: I lensw I Heil Metl lieve, I In I aftrek I Gel en Cl Gel Buur en J de 1 Tim» Ovl tia I Hent On 36 j.l Gel di]k, I Brui: j. en Gel A. A Fun. Ov Hart Leeif dijk van Ge van Pelt 0\ van hanr 42 j.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 2