Rusland, het spook der Tories, aan het twisten
te raken over het bezetten van vaste punten in
de wateren van Corea en over de Afghaansche
grensregeling. De zaak van Batoeui heeft na
tuurlijk op nieuw kwaad bloed gezet, en de
conservatieve bladen verheugen zich reeds, met
het oog op dit al, dat hun partij weer aan 't
roer komt. De staatkunde evenwel is niet altijd
het meest hartverheffende, en een „krachtige"
staatkunde is soms de grootste ellende voor de
wereld. Laat ons hopen, dat Lord Salisbury,
even als een jaar geleden, zijn kracht betoone
door een vredige oplossing te zoeken van be
staande geschillen, 't Ware zeker zijn grootste
eer
Met het oog op de spanning, als zij ten minste
dien naam verdient, welke thans tusschen Enge
land en Rusland weer is ontstaan, is 't evenzeer
opmerkelijk, hoe Rusland zich beijvert, den Drie-
keizersbond zijn kracht te doen behouden, door
de vriendschap met Duitschland naar vermogen
te bewaren.
De gewone ontmoeting der keizers van Duitsch
land en van Oostenrijk vindt ook dit jaar weer
plaats. Evenzoo die van beider kanseliers. Doch
daarna zal vorst Bismarck een bezoek van den
Russischen minister Von Giers ontvangen, en
terecht acht men dit in Duitschland een feit van
gewicht. Evenzoo is van Russische zijde alles
gedaan om den kwaden indruk weg te nemen, in
Duitschland wellicht veroorzaakt, door hetgeen de
Russische vertegenwoordiger, volgens Fransche
bladen, gesproken had hij de onthulling van
het standbeeld voor den Franschen generaal
Chany, uit den Fransch-Duitschen oorlog wel
bekend. Alles bewijst, dat men zorgt, met
Duitschland bevriend te blijven.
Ook met het oog op het Oosten is dat ge-
wenscht. Elk weet, dat de vrede daar vroeg
of laat toch weer wordt gestoord. Op 't oogen-
blik vertoonen zich in Servië weer bedenke
lijke teekenen, er heerscht wanorde in Macedo
nië, terwijl volgens sommigen, Rusland plannen
schijnt te hebben van wijde strekking. Hoe
't zij, nu in Engeland de Tories aan 't roer
komen, is het mogelijk, dat er een poos lang
weer allerlei kwade tijdingen opduiken, afkom
stig soms van hen, die gaarne dit of dat zagen
geschieden.
Moge het bij geruchten blijven en God ons
werelddeel bewaren voor verschrikkingen, als
't er reeds zoo vele heeft geleden.
H.
hei JBiamcnland.
knecht.
Pr0s °ve'-nze groote blijdschap kunnen wij ver-
vank bedr?at de heer Mr' L' W* C" Keuchenius,
district Amersfoort reeds bij eerste
5lng tot lid der Tweede Kamer gekozen is,
en zulks, ondanks de tegenwerking van Room-
sche zijde. Met 1255 stemmen van de 2507
uitgebrachte geldige stemmen, kwam zijn naam
uit de stembus. Moge God dezen dapperen
strijder nog lange jaren verwaardigen, mede te
getuigen in het Parlement, tot eer van Zijn
Naam en tot bevordering van recht en waar
heid in ons Vaderland en Indië.
De behandeling der adressen van antwoord,
door de beide Kamers op de Troonrede van
14 Juli j.l. in te zenden, liep de vorige week
ten einde.
De Eerste Kamer kwam reeds op 15 Juli met
dat werk gereed. Haar antwoord bevat slechts
een korte echo op de rede zelve. Bij de derde
paragraaf van dat antwoord, stelde de beer
Jhr. Mr. Elout van Soeterwoude een amende
ment voor, waardoor, ware het aangenomen,
voor den Koning de wensch zoude zijn uitge
sproken, dat de behandeling der Grondwetsont
werpen, met eerbiediging voor ieders rechtentot
heil des Vaderlands mocht strekken. De heer
Elout hield bij deze gelegenheid weer een hoogst
ernstige rede, waarin hij de twee hoofdrichtingen
van ons volk schetste, De liberale partij teekende
hij aan de hand van een liberaal schrijver van
dezen tijd, en daartegenover wees hij op de kracht
van onze richting, als schuilende in een feit, een
persoon, de openbaring van den Christusals
voortvloeiende uit de verbreiding van het Evan
gelie en de werking van het geloof. Nu moest
er, meende hij, gezocht naar middelen, om den
strijd tusschen die twee richtingen te temperen,
door n.l. aan de Kerk die vrijheden te verleenen,
welke bestaanbaar zijn met de uitoefening van
het Staatsgezag.
Het amendement werd echter verworpen met
26 tegen 7 stemmen.
In de Tweede Kamer duurden de debatten vrij
wat langer. Zij was er drie dagen mede bezig.
Met uitzondering van den heer Schaepman,
verklaarden alle sprekers der rechterzijde, zich
tegen de algemeene strekking van het adres van
antwoord. In dat adres zijn de toestand in onze
koloniën en de quaestie van het kiesrecht op den
voorgrond geschoven. Maar de gesprekken daar
over, moesten in het debat wijken voor ver
nieuwde beschouwingen over de jongste politieke
gebeurtenissen.
Vooral de heer de Savornin Lohman voerde
het woord. Hij zag in het adres een uiting van
liberale gevoelens. Dat echter daargelaten, ont
wikkelde hij vijf grieven tegen de ontbinding der
Tweede Kamer, n.l. 1°. gemis aan strijd tusschen
de Kamer en de Regeering2°. dat het motief
voor de Kamerontbinding onjuist moest heeten,
omdat er van werkstaking gesproken is, en de
rechterzijde alleen rechtsgelijkheid voor de christe
lijke bevolking eischte; 3°. dat het der Regeering
maar alleen te doen scheen om de Kamer van
het doode punt af te brengen, zonder de natie te
bepalen bij de zedelijke zijde van den strijd;
4 dat 's Konings naam in den strijd is gemengd,
door in de sluitingsrede te gewagen van de
weigering eener partij om 's Konings voorstellen
naar eigen verdiensten te beoordeelenen 5°. dat
de Regeering de verbreking der onderlinge ver
houdingen van de Staatsorganen in de hand heeft
gewerkt. Ten slotte sprak hij de wenschelijkheid
uit, dat dit Bewind zoo spoedig mogelijk zoude
aftreden.
Bij de behandeling der paragrafen werden
verschillende amendementen voorgesteld en
verworpen.
Zoo wees de Kamer een amendement van den
heer Schaepman af, strekkende om in 3 (Grond
wetsherziening) alleen te bepalen, dat de Kamer
tot de behandeling dier zaak zoude overgaan,
zonder dat men zich bond aan de herziening
zelve.
Bij art. 4, (kiesrechtregeling), stelde de heer
Schaepman voor, om een grootere mate van
vrijheid te lezen, in plaats van een groote mate.
(T. w. de vrijheid, die den gewonen wetgever
zoude gelaten worden bij de toekomstige rege
ling van het kiesrecht.)
De heer Borgesius betoogde, dat de bedoeling
der paragraaf was, volkomen vrijheid te geven
aan den gewonen wetgever, en het voorloopig
kiesreglement te doen aansluiten aan het nieuwe
stelsel.
Minister Heemskerk verklaarde namens de
Regeering bereid te zijn tot gemeen overleg, om
te geraken tot uitbreiding van het kiesrecht,
maar dat de Regeering nooit medewerken zoude
tot zulk eene kiesrechtherziening, die de deur
voor het algemeen stemrecht zoude openzetten.
De Regeering zoude dan eerder aftreden.
De heer Borgesius verklaarde zich tevreden
over de toezeggingen der Regeering, maar de
heer Heldt verklaarde zich tegen de regeling van
het kiesrecht, zoolang het niet op algemeenheid
was gebaseerd.
Voorts zij nog vermeld, dat de HH. Kielstra,
W. v. Dedem en J. Schimmelpenninck v. d.
Oije in den aanvang der debatten (over 2)
aandrongen op verbetering van het Indisch
leger en op verbetering van den Indischen soldaat.
De Minister van Koloniën erkende den zorge-
lijken toestand onzer Indische bezittingen, maar
hoopte dien met goede middelen te kunnen ver
beteren.
Tot uitbreiding der legerformatie is besloten.
De voeding van den Indischen soldaat achten
de autoriteiten voldoende.
Alles wordt gedaan tot fnuiking van de beri-
beri-ziekte, die niet ontstaat uit onvoldoende
voeding.
Ten slotte werd het geheele adres van ant
woord aangenomen met 45 tegen 30 stemmen.
Het luidt aldus
„Sire
1. De Tweede Kamer der Staten-Generaal
waardeert het hoogelijk, dat deze zitting weder
om door Uwe Majesteit mocht worden geopend.
2. Erkentelijk voor de mededeelingen, in
Uwer Majesteits rede vervat, mag zij niet ver
helen, dat naar hare meening nevens de licht
zijden in 's lands toestand ook schaduwzijden
zijn waar te nemen, en met name in Nederlandsch-
Indië meer dan ééne aangelegenheid bijzondere
zorg vereischt,
3. Aan de behandeling der aangekondigde
wetsontwerpen, in het bijzonder aan de herziening
der Grondwet, hoopt zij hare beste krachten te
wijden.
4. Onder de belangrijke voorschriften der
hoogste Staatswet, waarvan wijziging raadzaam,
behooren die betreffende het kiesrecht. Naar de
overtuiging der Kamer zal 's land belang het best
gediend worden, wanneer aan den gewonen wet
gever bij de toekomstige regeling van dat on
derwerp eene groote mate van vrijheid wordt
toegekend, en aan de gewijzigde Grondwet voor-
loopige bepalingen worden toegevoegd, strek
kende om de kiesbevoegdheid reeds dadelijk uit
te breiden buiten den kring, door de tegenwoor
dige Grondwet afgebakend.
5. Mogen de werkzaamheden van Uwe Majesteit
en van de Staten-Generaal, onder Hoogeren
zegen, het welzijn van het Vaderland bevorderen."
Vermoedelijk zullen in den loop van deze
week nog eenige wetsontwerpen van onderge
schikt belang worden afgedaan, waaronder ook
is genoemd een ontwerp tot wijziging van de
Gestichtenwet, en zal daarna de Tweede Kamer
tot nadere samenroeping uiteengaan.
«alproer te Agissterdam.
Den 2Ósten Juli is de hoofdstad het tooneel ge
weest van een oproer, dat een krachtig optreden
van het gezag eindelijk onvermijdelijk heeft gemaakt
en dat door de militaire macht met geweld is onder
drukt.
Minstens twintig dooden en een veel grooter aan
tal gewonden zijn de slachtoffers geweest van het
roekeloos bedrijf, waartoe het volk zich door de
sociaal-democratische aanvoerders heeft laten ver
leiden.
Wat men van deze onzinnige poging, om de maat
schappij te gronde te richten, zich heeft voorgesteld,
is moeilijk te begrijpen. Voor een ieder toch, die
er toe aanspoorde of er aan deel nam, kan het geen
oogenblik onzeker zijn geweest, dat een ongeordende
hoop, zonder aanvoerders, zonder samenhang en
zonder wapenen, het met geen mogelijkheid kon
opnemen tegen de macht, die de wettige overheid
nog altijd ontwikkelen kan en ook ontwikkelt, wan
neer de handhaving van het gezag ernstig wordt
bedreigd.
Zwaar is dan ook de schuld, welke zij op
zich hebben geladen, die dag aan dag in geschrift
bij geschrift en op de eene meeting vóór, de andere
na, het volk hebben opgeruid en tot gewelddadige
buitensporigheden aangezet.
Die opruiers, en onder hen in de eerste plaats
Domela Nieuwenhuis, zijn het zich volkomen bewust,
dat een oproer voor het tegenwoordige tot niets
anders kè,n leiden, dan dat het in het bloed hunner
misleide volgelingen wordt gesmoord, en voor hunne
rekening is dan ook zonder eenigen twijfel, het bloed
dat thans te Amsterdam is vergoten. Zij mogen
hunne opruiende taal zóó inkleeden, dat zij blijven
buiten bereik der strafwet; zij mogen zorgen,
gelijk zij steeds weten te doen, dat zij er niet bij
zijn, als het op vechten gaat het oordeel van
den rechtvaardigen GodWien zij den oorlog
hebben verklaard, ontgaan ze niet.
Voor den rechtvaardigen God zullen zij echter
niet alléén staan.
Naast hen zullen staan zeer velen, die thans met
diepe verontwaardiging, geen woorden genoeg kun
nen vinden, om het schandelijk bedrijf der sociaal
democratische woordvoerders naar verdienste te
brandmerken.
Zeker de liberalen zijn in hunne verontwaar
diging zeer oprecht, en er bestaat geen vrees dat de
heeren Gleichman of de Beaufort, zelfs niet dat de
heer van Houten ooit met de roode vlag in de hand
zich op een barricade zal stellen tot een mikpunt
voor de kogels der soldaten.
Maar dat neemt niet weg, dat de sociaal-demo
craten de wettige kinderen zijn der liberalen, en
dat zij niets anders doen, dan ten hunnen bate in
practijk brengen, wat de liberalen hun hebben ge
leerd.
De liberalen zijn het, die het gezag der men-
schelijke rede hebben gesteld in de plaats van het
Goddelijk gezag, van de Openbaring die het
ondermijnen van dat Goddelijk gezag, tot dat het
ten laatste in het geheel niet meer als gezag werd
erkend, luide hebben toegejuicht, die, zooveel
in hun vermogen is de Ghristelijke school, alléén
omdat daar dat gezag wordt erkend, achteruitzetten
en bemoeilijken.
De liberalen zijn het, die het openbaar onder
wijs hebben toevertrouwd aan onderwijzers, die
leven, niet bij het Woord van God, maar bij
dat van den Godloochenenden Multatuli, gelijk dit
in de Kamer van liberale zijde met zoovele woor
den is toegegeven.
Zij zijn het, die op allerlei wijze ingang zoeken
te verschaffen aan de nieuwerwetsche leeringen, vol
gens welke de mensch niets meer is dan een dier,
evenals het dier, tot een sterven zonder voortbe
staan, bestemd.
Zij zijn het, die de hoogere bestemming des
menschen voor een leven na dit leven, meer en
meer hebben zoeken te maken tot een ijdel droom
beeld, en de geopenbaarde godsdienst met hare
ontzaggelijke werkelijkheid hebben verlaagd tot
een zekere onbestemde aandoening, gezet om b. v.
bij verkiezingen dienst te doen, als bewijs, dat
men is niet ongodsdienstig, maar overigens zonder
eenigen vat op het werkelijke leven.
Dat alles hebben de sociaal-democraten gretig
aangenomen.
Domela Nieuwenhuis is een gewezen moderne
dominé, Frowein een gewezen leeraar aan een
Rijksburgerschool. --
Zij en hunne vrienden willen eenvoudig voor zich
in toepassing brengen, wat de liberalen in toepassing
brengen op hünne manier.
Zij zijn eenes geesteskinderen, gelijk het nog
dezer dagen door één hunner, die eerlijk genoeg is,
om te zeggen waar het op staat, door den hoog
leeraar Cort van der Linden, in een geschrift van
zijne hand, met zoovele woorden wordt erkend.
De liberalen past het dus in het minste niet,
zich boos te maken op de sociaal-democraten, zelfs
niet waar deze naar straatsteenen grijpen.
Heeft niet de liberale woordvoerder Levy, de
vader der „Liberale Unie" de man, die zich
verplicht acht bij elke gelegenheid, als de vertolker
van de liberale inzichten op te treden, het luide
verkondigd, dat een mogelijk wettige zegepraal van
anti-revolutionaire beginselen moest worden gefnuikt,
des noods met geweld?
Wat de liberalen past, zou zijn, hulp te zoeken bij
ons, anti-revolutionairen.
Heeft niet zelfs het Handelsblad moeten erkennen,
dat de zoogenaamde „Willemstraters," de bewoners
van dat gedeelte van Amsterdam, waar sinds jaar
en dag wordt vastgehouden aan Gods Woord, geen
gemeenzame zaak hebben gemaakt met de oproer
lingen, en alléén onder het geheele publiek, de
politie de behulpzame hand hebben geboden?
Maar dat zullen de liberalen niet doen.
De vijandschap, die de wereld koestert tegen den
in het vleesch verschenen Christus, gaat alle andere
vijandschap, zelfs die tegen den verstoorder der
openbare orde, te boven. L.
Vit de Pers.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant toonde
zich nog al gebelgd, dat de Regeering heeft
goedgevonden het binnenlandsch tarief der
telegrammen te verhoogen. Voor groote tele
grammen scheelt die prijs verhoogingal gauw 50 j0.
Het blad acht dit een groot nadeel voor den
handel en voor de dagbladcorrespondentie.
Particulieren kunnen wat telegrammen uit
zuinigen, maar voor den handel gaat dat niet.
En dan is het hoogst onaangenaam thans zoo
veel meer te moeten betalen, dan hetgeen waar
aan men nu eenmaal gewoon was, en waarop
men rekende. Waarvoor was dit noodig, vraagt
de N. Rott. Courant Het is waar, de exploitatie
kosten van de telegraphie worden door de in
komsten niet gedekt. Doch zij vormt immers
tegenwoordig ééne afdeeling aan het Departement
met de posterijen, waarop veel wordt overge
houden. De bate rechts kon daarom het ver
lies links wel vergoeden. En het is niet noodig,
dat er op dezen tak van dienst, die geheel in
het algemeen belang bestaat, wordt overge
houden. De redactie hoopt daarom, dat de
Volksvertegenwoordiging zich met deze zaak
zal bemoeien, en op verlaging der tarieven
aandringen.
In het buitenland bestaat er een afzonderlijk,
verminderd tarief voor de dagbladpers. Dit zou,
meent zij, ook in Nederland wel kunnen inge
voerd worden.
Correspondentie.
Feuilleton, ingezonden en andere stukken, moeten
wegens plaatsgebrek blijven overstaan tot vol
gend No.
Gemengd Nieuws,
Dicht bij Jutfaas is een jongetje van omstreeks
zes jaar bij het spelen in den Vaartschen Rijn
gevallen. De zoon van een ingezetene dier ge
meente snelde onmiddellijk toe en had het geluk
het jongetje behouden aan wal te brengen,
Te Rouveen is de 14-jarige zoon van den
molenaar A, Mulder uit den molen met het
hoofd op den steenen vloer gestort en vier dagen
daarna aau de gevolgen overleden.
Te Vreeswijk is het tien-jarig zoontje
van L. W. uit Vianen, in de rivier de Lek
verdronken. Het knaapje wilde zwemmen, doch
verdween in de diepte.
Te Hedel zijn twee jongens, die aan het
baden waren verdronken.
Te Belfeld (Limburg) is Zaterdag avond,
17 Juli, de rijksambtenaar C. door een personen
trein overreden. Hij is terstond aan de gevolgen
bezweken.
De heer van Aken uit Rotterdam heeft
Dinsdag 20 Juli, te Bazel in Zwitserland, den
prijs voor het schermen behaald.
In den nacht van Maandag op Dinsdag
20 Juli sloeg de bliksem in de boerderij van
den landbouwer K. Brouwer en stak deze in
brand. Niets bleef gespaard; huis en schuur
werden een prooi der vlammen, en de inboedel
was niet verzekerd. De bewoners konden zich
nog tijdig redden.
Te Zevenbergen werd de boerenhofstede
van J. van Rozendaal door den bliksem ge
troffen ook deze brandde met het huisraad enz.
tot den grond toe af.
Te Groningen hebben de voornaamste
tabaksfabrikanten de prijzen van hun fabrikaat
met 5 Ct. per KG. verlaagd.
De graftomben en gedenkteekenen in de
groote (Herv.) kerk te Bergen-op-Zoom zullen
voor rekening van het Rijk hersteld worden.
Tijdens het hevig onweder is Woensdag
nacht ongeveer 1 uur een Marker botter om
geslagen, waarbij de schipper met zijn knecht
om het leven kwamen. Zij waren aan debotvangst.
Te Resteren sloeg een wagen met hooi,
bjj het afrijden van den dijk om. V"an drie
kinderen, die boven op den wagen zaten, is
een gedood, een zwaar gewond aan de schouders,
en werd een in een sloot geworpen. Het laatste
kreeg geen letsel.
Op den Rijn bij Ingen (gem. Lienden)
viel Donderdag avond het 8 jarig zoontje van
de Wed. van W. van een schip. De kleine
werd dadelijk door den stroom weggevoerd. Aan
redden viel niet te denken.
Te Amsterdam is een werkman, die van
den steiger der Roomsche kerk gevallen was,
aan de gevolgen der bekomen verwondingen
overleden.
Boven Zwolle ontlastte zich in den nacht
van Donderdag op Vrijdag een hevig onweder.
De bliksem is ingeslagen in een molen van de
firma Van Laer, zonder evenwel veel schade
te veroorzaken.
Te Kampen ontstond brand in de woning
van C. Koridon. De vlam sloeg al uit het dak,
toen K. een sedert eenige jaren ziekelijk man,
zoo spoedig mogelijk naar de buren vervoerd
werd.
Te Valkenswaard ontstond door onbekende
oorzaak brand bij den landbouwer J. S. In
weinige oogenblikken lag het geheele gebouw
in asch. Van den inboedel, het vee en den
oogst kon niets gered worden. Alles was ver
zekerd.
Minister Heemskerk heeft verklaard, dat
eene grondwetsherziening, welke de deur voor
algemeen stemrecht openzet, voor deze regeering
onaannemelijk is.
Door wijlen pastoor P. H. L. Hendriksen
te Etten (N. Brab.) is 20,000 vermaakt tot
oprichting en instandhouding van eene Zuster
school.
Plaatselijk Hieuwt
Sommelsdijk.
Openbare Vergadering van den Raad der Ge
meente Sommelsdijk, op Vrijdag 23 Juli 1886,
des namiddags ten 7 ure,
Tegenwoordig de Heeren: A. J. de Graaff, voorzitter,
O. Joppe Gz., Jb. Breesnee, J. B. Mijs, A. P. van Dorsser,
M. Faasse Thz. en K. de Graaff.
Afwezig de Heer: A. C. Mijs.
I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen,
goedgekeurd en geteekend.
II. Komt in hehandeling de vaststelling der Rekening
van het Burgerlijk Armbestuur alhier over 1885. Inge
volge art. '24 der Gein. Wet verlaat de Heer van Dorsser
de vergadering. De Commissie van onderzoek doet ver
slag van hare bevinding, waarna genoemde rekening
wordt goedgekeurd en definitief vastgesteld.
De Heer van Dorsser komt weder ter vergadering.
III. Biedt de voorzitter de Rekening der Gemeente
over 1885 aan. Deze Rekening wordt goedgekeurd en
voorloopig vastgesteld en wel in ontvang op f 22007,09
en in uitgaaf op 20863,56, sluitende alzoo met een
batig saldo van f 1143,53; en zal genoemde rekening,
gedurende 14 dagen, voor ieder ingezetene ter inzage liggen.
IV. Eene missive van den Schuttersraad van het 12e
Bataljon Rustende Schutterij in deze Provincie, dd. 12 Juli
1886, No. 135, ter begeleiding der begrooting van dat
Bataljon over 1887, benevgns de daarbij behoorende
memorie van toelichting. De voorzitter doet voorlezing
der posten, op die begrooting voorkomende, waarna die
begrooting in haar geheel voorloopig vastgesteld wordt
op f 168,69®.
De vergadering wordt gesloten.
24 Juli 1886. In de vergadering van den
Raad dezer Gemeente van gisteren werd de
Gemeente-Rekening over 1885 aangeboden, welke
sluit met een batig saldo van 1143.53.
De kosten voor onderwijs bedragen 8067,821;
voor werken en inrichtingen tot openbaren dienst
bestemd 2389 en voor de openbare veiligheid
en de brandweer 1438.90,