Donderdag 15 Juli 1886.
lste Jaargang No. 20.
Christelijk
W eekblad
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Blanden.
FEUILLETON.
IN HOC SIGN O VINCES
Het auteursrecht op den volledigen «inhoud van dit blad wordt voorbehouden krachtens de Wet van 28 Juni 1881 Staatsblad no. 124).
UITGEVER
W. BOEKHOVEN,
ffigr Alle stukken voor de Redactie bestemd, voorloopig franco toe te
Advertentiën en verdere Administratie aan
zenden aan Ds. J. F. DE KLERK, te Dirksland.
den Uitgever.
ADVERTENTIEN voor dit
blad worden door den Uitgever
W. BOEKHOVEN, tot den dag der uitgave
aangenomen. Driemaal opgegeven, worden
zij slechts tweemaal in rekening gebracht.
Bewijsnommers gratis en franco.
Weekkalender.
Juli.
Zon
Maan
Markten.
Uit de heiden wereld.
Deze Courant verschijnt eiken Donderdagavond.
Abonnenentsprijs: per drie maanden 40 Cent franco per post.
Afzonderlijke nummers 4 Cent.
SOMMELSDIJK.
Advertentiën 10 Cent per regel.
Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven, worden slechts
tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot den dag der Uitgave.
16 Vrijdag
17 Zaterdag
18 Zondag
19 Maandag
20 Dinsdag
21 Woensd.
22 Donderd.
op
3.59
onder
8.13
V. M.
3 28
4.—
8.12
op
8.43
4.2
8.11
9.12
4.3
8.9
9.37
4.5
8.8
9.58
4.6
8.7
10.19
4.7
8.6
10.40
Oostburg veem.
Een afgodsfeest in een christelijke stad.
Omtrent de heidenwereld heerscben we
zagen 't nog onlangs onder de Christenen
nog altijd vrij wat dwaze begrippen. Een daarvan
is, dat men te veel afgaat op de nu een.maal
gebruikelijke uitdrukking „arme, blinde heide
nen." Zeker bevat die waarheid, maar niet altijd
in den zin, dien men er vaak aan hecht.
Men zou de heidenwereld niet ongepast kunnen
verdeelen in een beschaafde en een onbeschaafde.
Tot de eerste behooren b. v. de Boeddhisten van
Japan, tot de laatste de negers van den Congo.
De beschaafde heidenwereld nu, die daarbij
meer en meer van Westersche beschaving over
neemt, gelijkt in menig opzicht vrij wel op
onze maatschappij. Zij heeft haar maatschappe
lijke instellingen, haar geleerden, haar schrijvers,
bare nieuwsbladen, ja, zelfs hare vereenigingen
ter bestrijding van het Christendom, waarvan
zij niets weten wil. Zelfs zijn eenige jaren geleden
Brahminen in Europa verschenen, om op een
vergadering van ongeloovigen hun instemming
met de „moderne" denkbeelden te betuigen.
De eeredienst van het meer beschaafde hei-
densche volk is dan ook geheel met bepaald
ceremonieel, naar vaste vormen ingericht. Wan
neer volken, als de Chineezen, zich in den
vreemde begeven, gelijk o. a. verhuizing naar
de Vereenigde Staten geschiedt, brengen ze
ook dan hun goden en bouwen te midden der
Christelijke omgeving bun heidensche tempels.
Zoo is het o. a. ook in New-York, waar nu
reeds twee jaren een Chineesche afgodstempel
staat.
De tempel was reeds te klein geworden en
daarom is onlangs een nieuw gebouw toegewijd
aan den dienst van den God Joss, want de
Chineezen verklaren dat zij klaarlijk overtuigd
zijn, hoe hunne gebeden tot Joss verhoord zijn
geworden; en de welvaart der aanbidders is
toegenomen. Het kiezen van eene plaats voor
den nieuwen tempel was opgedragen aan eene
commissiedie tevens voor een geschikt gebouw
moest zorgen. Alles moest echt Chineesch zijn,
en een altaar voor de offeranden werd er in
geplaatst. De gereedschappen en versieringen
kwamen nit China. Leon Zoo, een gewezen pries
ter van Thau, werd als tijdelijk priester aange
steld.
Het geloof in Thau is de oudste der Chinee
sche godsdiensten. De bloeitijd van het Thau-
isme viel samen met het optreden van Yu Hui
Ceen, vele eeuwen vóór Christus. Het is later
overschaduwd door het Boeddhisme.
De commissie voor de tempelstichting wist
geen betere plaats te vinden dan de derde ver
dieping van een groot gebouw in Chattamstraat,
en Chineesche timmerlui en schilders werden te
werk gezet om het tot een huis voor Joss in te
richten. Op Vrijdag den 4den Dec. had de op
richting van diens beeld plaats. Chineesche
kooplieden en anderen wedijverden onderling,
in den vorm van versierselen, de rijkste offeran
den aan Joss te brengen. Om twaalf uur werd
het afgodsbeeld uit het oude gebouw in het
nieuwe overgebrachtwaarbij de Chineesche
Consul en Le Fong Gwing, voorzitter der
Chineesche gemeente, en een twintigtal Chi
neesche kooplieden in lange zijden kleederen,
tegenwoordig waren. Wierook en Sandelhout
werd gebrand, roode waskaarsen werden ontsto
ken. De priester en het volk knielden en baden
om de gunst om Joss van zijn oude naar zijn
nieuwe plaats te mogen overbrengen.
Het gebed daartoe gebruikt, luidt: „O, ge
nadige Joss, wij, uw dienaren, hebben heden
ten dage ootmoediglijk een nieuw heiligdom
toebereid, waar gij en de uwen kunt eten en
drinken in vrede en waar uwe tejrenwoor-
digheid niet ontwijd zal worden door de gemeene
taal van vreemde duivels. Wij noodigen u daarom
uit om nu dan ook uwe schreden derwaarts te
richten, in gezelschap van uwe ootmoedige die
naren." En om Joss daartoe aan te moedigen,
plengde men rijstwijn en brandde men op nieuw
wierook en Joss-hout tot voorbereiding tot den
tocht.
Zes Chineesche muziekanten speelden zonder
linge tonen. Kostbaar rood flanel werd neerge
legd op den vloer en op de trappen tot aan de
straat. Twee Chineesche kooplieden, dienstdoende
als tijdelijke priesters, namen Joss op en de
Consul ging voorop, door China-Town, naar het
nieuwe gebouw. Een vijftig of zestig gewijde
Chineezen volgden in een lange rij, allen in
lange zijden mantels. Daarna volgden de dra
gers van kandelaars, lantaarns, bloemen, gebra
den jonge varkens, vruchten, suikerwerk, koeken
en een eindelooze verscheidenheid van Oostersche
weelde-artikelen. Toen men aan het nieuwe ge
bouw gekomen was, werd weder rood flanel op
de trappen en den vloer uitgespreid, waarop
het volk voorop naar binnen ging. Bij het
inkomen van Joss knielden allen neer en Leon
riep met luider stem
„Welkom, o gij groote Geest, die de lotge
vallen regelt van alle menschen. Welkom in het
huis, door de handen uwer ootmoedige dienaars
nieuw ingericht. Wij buigen voor u, wij buigen
voor u."
Deze laatste woorden werden door alle Chi
neezen knielende herhaald. De Consul Wang
Ta Yin ging voor tot den troon, of liever den
ronden zetel, waarop hij eerbiedig ter zijde ging
staan om Joss plaats te geven.
Toen het beeld neergezet werd, knielde de
gansche vergaderingterwijl de priester, het
gewone gebed, uit de Tau, op neuriende wijze
opzei, hetwelk ongeveer een half uur duurde.
Hierop werden reusachtige kandelaars aange
stoken en begonnen de offeranden. De eerste
begroeting van den afgod op zijn nieuwen troon
werd gedaan door den Chineeschen Consul, welke
drie verbazend groote Joss-stokken van sandel
hout en welriekend reukwerk ontstakwaardoor
het vertrek vervuld werd met bijzondere Ooster
sche geuren, waarna hij driemalen voor den
afgod nederboog.
Nu begon de priester met zijne offeranden
van vleesch en vruchten. Minstens vijftien ge
braden jonge varkens werden geofferd, waarvan
een minstens honderd en zestig ponden woog.
Bovendien lagen er hoopen van gebraden kui
kens en lammeren enz. De plechtigheden ein
digden niet voor Zaterdagmorgen.
We hebben dit verhaal hier gegeven, omdat
het meer dan menig Zendingsbericht ons een
blik doet slaan in het godsdienstig leven van
Eene Martelares zonder Martelaarskroon
DOOR
E. A—GLYPHOS.
Vervolgd)
Met dezen brief zond hij haar een exemplaar van
Plutarcho's levensbeschrijving, het eenige bock, dat
uit Olympia's kostbare bibliotheek uit de vlammen
gered was. Ook de oude vriend haars vaders Cello
Curione schreef haar met warme belangstelling:
„Wij willen ons buigen onder de machtige hand
Gods en Zijne gerichten aanbidden, al begrijpen
wij ze ook niet. Hij heeft u zijne gestrengheid doen
gevoelen, terwijl Hij u uit uw vaderland verdreef
en Zijne goedheid, door dat Hij u uit de vlammen
redde. Lof en dank zij Hem, die u, nadat Hij u
door lijden en droefheid des te inniger met elkander
heeft verbonden, nog altijd vereenigt in het offer
van een dankbaar, geloovig hart.''
Zoo hadden zij dan na hunnen langen en pijn
lijken zwerftocht te Heidelberg eene woonstede
gevonden. Er zal wel niemand onder onze lezers
zijn, die bij dezen naam niet onmiddellijk denkt
aan .het bij uitstek beroemde leerboekje, dat naar
deze .stad den naam Heidelbergschen Cathechismus
draagt, en nog altijd zoo onberekenbaar veel zegen
sticht, niet alleen in ons vaderland, maar ook in
andere landen, waar de Hervormde leer volgens de
grondstellingen van den grooten Calvijn is doorge
drongen. Toen Grunthler en Olympia te Heidel-
berg woonden, bestond het boekje nog niet. Onge
veer io jaren later, den igden Januari 1563 ver
scheen het in het licht. Het was op last van den
keurvorst Frederik III door twee beroemde hoog
leeraren in de theologie, Zacharius Ursinus en
Caspar Olevianus, opgesteld. Ook de genoemde
keurvorst was nog niet aan het bestuur, in 1557
volgde hij zijn vader Johan II op, maar werd eerst
twee jaren later als zoodanig op den rijksdag te
Augsburg erkend. Heidelburg ligt paradijsachtig
schoon aan den Oostelijken rand der Bovenrijnsche
laagvlakte, en overtreft daarin bijna alle andere
Duitsche steden. De omgeving is eene landstreek
■overvloeiende van het heerlijkste ooft, van graan
en wijn. Aan den kronkelenden Neckaren den voet van
den Geisberg en den meer dan 1700 voet hoogen
Kaiserstuhl verheft zich deze oude hoofdstad der
Keur-Palts, die meer dan 5 eeuwen ook residentie
der paltsgraven en keurvorsten was, zoo stadig,
dat zij onvergetelijke, onuitwischbare indrukken
achterlaat bij ieder, wien het vergund was, daar
ooit zijne schreden te richten. Het residentieslot
schitterde in den tijd, waarin wij met onze gedach
ten verplaatst zijn, nog in al zijnen onvergetelijken
glans.
Reeds in de 13de eeuw was men op de helling
van den Jettenbühel met den bouw begonnen en
in verschillende tijdperken werd deze steeds prach
tiger voortgezet; maar in 1764 werd het slot door
het vuur des hemels in de asch gelegd en alleen
de slotkerk en de ridderzaal bleven gespaard.
Vier-en-veertig jaar vroeger had de keurvorst
zijne residentie naar Mannheim verlegd en zoo
werd het slot niet herbouwd en vormt thans nog
omringd door de prachtigste kastanjebosschen de
schoonste ruïnen van geheel Duitschland. In den
slotkelder wordt den reiziger het beroemde Heidel-
berger wijnvat vertoond, dat niet minder dan
280.000 flesschen kan bevatten. De nog zeer be
roemde hoogeschool is in 1386 gesticht en viert
dus in den loop dezes jaars haar honderdste lus
trum. Voor Grunthler en Olympia opende zich
dus in alle oprichten eene schoone toekomst; maar
het kostte hun veel moeite en zorg, om het be-
noodigde geld voor eene gepaste inrichting hunner
woning bijeen te krijgen. Hunne vrienden deden
echter hun best en verzamelden zelfs Bijdragen
voor eene nieuwe bibliotheek, die voor Olympia
eene levensbehoefte was. De beroemdste boekhande
laars te Bazel beijverden zich, haar de kostbaarste
boekwerken te vereeren. Maar bij dit alles moeten
wij ons toch niet voorstellen, dat nu onze beproefden
in welgestelde omstandigheden leefden; Olympia,
die door alles zoo geschokt en verzwakt was, dat
zij noodzakelijk eene dienstmaagd houden moest,
kon ternauwernood voor deze het betrekkelijk
kleine loon betalen. En toch vond zij in dezen
gedrukten en hehoeftigen toestand nog altijd gelegen
heid, om het lijden van anderen te verlichten.
Vooral stond hart en huis open voor hare betreurens
waardige lotgenooten, die het bloedbad van Schwein-
furt ontkomen waren, en wat zij kon, deed zij
met raad en daad, zooals de Christelijke liefde het
eischte. Duitschland verkeerde door de onzalige
godsdiensttwisten en burgeroorlogen in den be-
jammerenswaardigsten toestand en lag in al zijne
deelen verwoest; het was haar aangenomen vader
land, en daarom wekte dit alles het diepste mede
lijden bij haar op. Maar niet minder jammerde zij
over haar eigen vaderland, over Italië en Ferrara,
waar eene woedende en bloedige vervolging de
Hervorming te vuur en te zwaard uitroeide, en
diegenen versloeg en verstrooide, die God wilden
dienen naar de inspraak des gewetens volgens het
zuivere Woord Gods. In verborgen plooien der
harten en afgezonderde rotskloven der Alpen bleef
echter het goede zaad leven, om later te ontkiemen
en wij hebben vroeger reeds opgemerkt, hoe in
onzen tijd, dus na driehonderd jaren, het licht lang
zaam in de duisternis begint te schijnen.
Wordt vervolgd.