SP
ai
li
M
ff!
li! <4
#v
i
fill
lie
ftil
I
II
ISI*
■".I
1 K|!
i
li
I
De Jaarvergadering.
De Volkeren der aarde.
JBismenlanad,
!*!&atseHjk Wfeuws.
Sommelsdijk.
Hliddelharnis, 26 Juni. De gemeenteraad heeft
het kohier van den hoofdelijken omslag voor dit
jaar vastgesteld tot een bedrag van 10,815,
verdeeld in 25 klassen, waarvan de hoogste
799,78 bedraagt. Het gemiddeld belastbaar
inkomen bedraagt 490,000.
Dirksland. Heden Donderdag stond voor de
Arr. Rechtbank te Rotterdam terecht J. B., oud
50 jaar, kleermaker alhier.
Ilellevoetsluis. De collecte voor den gewa-
penden diengt alhier gehouden, bracht 21,80|op.
Oude-Tonge. De collecte voor den gewapen-
den dienst der Nederlanden heeft in deze ge
meente opgebracht eene som van 15,95.
Ridderkerk.
Bare
Teru
ytiÜiÉttk
r
r.y
Jl|
1?
i I
1 i i!
't
liki
iljnliu
I'M
Vil.!'
l'ijifjji
Deze werd geopend en geleid door Prof. Dr.
A. Kuyper. Na het zingen van Ps. 68: 10 en 8
en het lezen van een gedeelte van Genesis 13,
wees hij op drieërlei scheiding. De Schrift leert
duidelijk, zeide Spr. èn in Gen. 13, èn in Gal.
2 410, dat broeders, die niet saam kunnen
wonen, omdat zij door langer bijeenblijven el
kaar zouden krenken en verbitteren, uiteen
moeten gaan, ofschoon in het bewustzijn, dat
allen in den diepsten grond toch door één dienst
der liefde en des mededoogens vereenigd zijn.
Helaas, ook op onze erve brak zulk een broe
dertwist uit. En dus dient door ons dezelfde
regel toegepast te worden.
Evenzeer is die scheiding noodig tusschen
de dienstknechten Gods en hen, die voor Belial
ijveren, naar het gebod, vervat in 2 Cor. 614-16.
De berg Sion en de berg Basan, schoon op
ééne aarde staande, gaan toch reeds hier be
neden uiteen.
Maar, opdat wij ons bij het trekken der scheids
lijnen toch niet verheffen zouden, gewaagt de
H. Schrift ook nog van een andere scheiding,
eenmaal in het gericht door Christus te maken.
Deze zal onze scheiding op menig punt van de
lijn kruisen. Zie dus ieder voor zichzelven toe.
Onder de van ons gewekenen zullen er zijn,
die in eeuwige heerlijkheid opgenomen worden.
En och, dat niemand onzer in den grooten
oordeelsdag werd buitengesloten.
Na het voorlezen der pretentielijst en het
goedkeuren, zoowel van de notulen der vorige
vergadering als van het Jaarverslag over 1885.
met het rapport der Commissie tot onderzoek
van de rekening over 1885, ging men over tot
de benoemingen.
Dat er een plaatsvervanger-Directeur moet
worden gekozen, zeide de Voorzitter, en dat er
dus een benoeming meer dan gewoonlijk moet
plaats hebben, heeft een voor ons hart droevige
reden. Br. Esser nl. werd van ons opgeroepen.
O, wat missen wij veel aan hem. Hoezeer lichtte
hij in zijn eigen persoon ons bedoelen toe
Wat kon hij in stad en dorp moedig getuigen.
Wat een ernst bezielde hem. Neen, hij keek
niet op het loover in de kroon, als hij een
boom aanschouwde, maar had zijn aandacht
gevestigd op den aard der wortels. Ach, zoo
telkens neemt God geliefde medehelpers van
ons weg. Stemme het ons tot ernst, eerst voor
ons zeiven, maar ook zóó, dat we den Heere
meer bidden, dat Hij onzen kring voor veel
droevige verliezen spare, en arbeiders uitstoote,
die weten Wien zij toebehooren.
Gekozen werden nuals bestuurslid, de afge
treden heer G. H, L. Baron van Boetzelaer te
de Bildt, en voor een tweeden plaatsvervanger
van bestuursleden, de heer C. M. E. van Löben
Seis te Utrecht.
Vervolgens kwam het rapport aan de orde,
over het vragen van den effectus civilis aan de
hooge Regeering, dat is over het vragen van
wettelijke erkenning en bekrachtiging van de
wetenschappelijke graden, door de V. U. uit
gereikt.
Prof. Jhr. Mr. A. E. de Savornin Lokman, die
namens de juridische faculteit rapporteerde,
zoowel als Prof. J. Woltjer, die voor de litera
rische faculteit sprak, achtte den tijd nog niet
gekomen, om bedoeld verzoek bij de Eegeering
te doen. De juridische faculteit heeft nog niet
genoeg professoren, :is dus nog incompleet, en
zij biedt ook nog geen waarborg door de vruchten,
die zij afwierp. Voor de literarische faculteit
is er aan graaderkenniug niet zoo dringende
behoefte, wijl deze alleen bevoegdheid zoude
geven om aan overheidsscholen aangesteld te
worden; iets dat de studenten der V. wellicht
niet begeeren. Prof. Fabius wil deze kwestie, als
zijnde van politieken aard, in de Tweede Kamer
besproken hebben. Ook zoude de Voorzitter er
den Redacteur van De Standaard en den Voor
zitter van het Centraal-Comité wel eens over
kunnen spreken, dacht hij. De Vereeniging voor
H. O. had er minder mede te maken.
Dit werd echter betwist door de H.H. Hovy,
Prof. Hoedemaker en Prof. Kuyper. Zij oor
deelden, dat de Vereeniging bepaald stappen mag
en moet doen tot verkrijging van graaderkenning,
al is het nu niet dadelijk. Wèl is Prof. K. het
daarin met Prof F. eens, dat ook in de Tweede
Kamer naar een gelegenheid moet gezocht wor
den, om de zaak daar ter sprake te brengen.
Hij begrijpt niet, waarom dit langzamerhand
niet zoude kunnen. Pi of. Hoedemaker wilde,
dat de Vereeniging in deze toonen zoude, dat
het haar met al de faculteiten (niet alleen met
de theologische) te doen is om in de Vrije
Universiteit de eere Gods te verhoogen. Hij
zoude nog dezen zelfden dag, als teeken van
moed en hope, den grondslag willen gelegd
zien van de medische faculteit.
Eindelijk sprak Prof. de Hartog nog over
het Hospitium, hetwelk dringend uitbreiding
behoeft. Vele jongelieden willen daar gaarne
samenwonen en werken. Doch er is te weinig
ruimte. Een ander perceel er bij aantrekken,
gaat moeielijk. Onlangs kwam er één van de
aangrenzende huizen in veiling, maar de prijs
liep veel te hoog dan dat er denken aan was,
om het te koopen. Wellicht is het dus beter,
dat er een tweede Hospitium ingericht wordt.
Maarop het thans bestaande drukt nog
50.000 schuld. Die dient toch eerst afgelost.
Voor drie jongelieden was er nog plaats
gevonden, door verbouwing van een tuinhuis,
achter den tuin van het Hospitium, doch er zijn
er veel meer, die opneming zoeken.
Is er alzoo wel wat te klagen, Prof. de Hartog
wilde niet anders klagen dan over eigen ontrouw.
De Heere gaf reeds veel goeds en liefelijks, verre
boven bidden en verwachten. De inkomsten
over het le halfjaar '86 beliepen tot 23 Juni
reeds ƒ2500, tegen ƒ1345 in het le halfjaar 1885.
Ook andere voorrechten konden vermeld worden.
Eén student betrad reeds als herder en leeraar
den kansel, één deed gisteren met grooten lof
candidaatsexamen in de letteren, en één, die
gereed was voor het theol. candidaatsexamen, en
daarvoor veel had gezwoegd en opgeofferd, hij
werd wel van hier weggenomen, maar hij ging
heen in zaligen vrede.
Aangezien de tijd tot vergaderen bijna ver
streken was, moest de verdere behandeling der
Hospitium-aangelegenheden worden uitgesteld
tot een volgend jaar.
Dr. van Goor van Bunschoten stelde voor,
te collecteeren voor deze inrichting, hetgeen
gereedelijk werd ingewilligd. Trouwens het
plan daartoe bestond reeds. En de collecte, bij
het verlaten der zaal gehouden, bracht op
302.55. Dit bedrag zal ten goede komen
aan het Studiefonds.
Als plaats van samenkomst in 1887 is Over-
ijsels hoofdstad genoemd.
Na dankgebed ging de Vergadering uiteen.
Zij was druk bezocht. Er waren tusschen de
130 en 150 leden tegenwoordig.
Over de meetingdes namiddags gehouden,
hopen wij in het volgend nummer nog eenig
verslag te doen.
Mochten door het bovenstaande maar velen
opgewekt worden, om toch de Vereeniging
voor H. O. met hartelijke toewijding, met
gebed en gaven te gaan steunen, hetzij dan
bij aanvang of toeneming.
De prinsen uitgeleid.
Wanneer wij ditmaal met Frankrijk aanvan
gen, dan is 't helaas, om te wijzen op een nieuwe
zegepraal, door het radicalisme behaald. Den
prinsen, althans den meest gevaarlijk geachten,
is het grondgebied der republiek ontzegd. Het
hoofd der Orleansen, de graaf van Parijs, en de
pretendenten der Bonapartisten, prins Jerome en
prins Victor, hebben Frankrijk moeten ruimen.
De andere afstammelingen van vroegere Fransche
vorsten mogen nog blijven, zoolang men hen
duldt.
Na de Kamer is ook de Senaat het heillooze
spoor opgegaan, ondanks-de ernstige waarschu
wing van den ouden Jules Simon, een goed re
publikein, maar die ten krachtigste tegen het
drijven der radicalen en den wensch der regeering,
om de prinsen uit te leiden, protesteerde, 't Mocht
niet baten. Vrees voor een kabinetscrisis of wel
voor een botsing met de Kamer, bewoog den Se
naat, die anders zeker niet had toegegeven, het
radicalisme ter wille te zijn. De verbanningswet
werd, zij 't ook met kleine meerderheid, aange
nomen.
De prinsen, wien geen uitstel werd vergund,
hebben zich gehaast naar Engeland of naar
Zwitserland te vertrekken. De graaf van Parijs
ging blijkbaar niet heen, zonder begeerd te zijn.
Duizenden kwamen van hem afscheid nemen,
waaronder vele volksvertegenwoordigers, tien
duizenden deden hem uitgeleide onder de kreten
„Leve de koning!" Even hartelijk was de ont
vangst in Engeland, waar de burgemeester van
Dover den graaf en de zijnen namens Engeland
welkom heette.
De graaf, bij zijn vertrek uit Frankrijk, heeft
een manifest uitgevaardigd, waarin hij protesteert,
in naam des rechts, tegen het geweld, dat jegens
hem wordt gepleegd, en zijn gehechtheid aan
het vaderland betuigt, welks wetten hij nooit
heeft overtreden en waaraan men hem ontrukt
op het oogenblik, dat hij een nieuwen band
tusschen Frankrijk en een bevriend volk vormde.
De verbanning is, zegt hij, de wraak voor de
3 500,000 stemmen van den 4den October, en
meu wil Frankrijk scheiden van het hoofd van
het geslacht, dat de nationale eenheid tot stand
heeft gebracht.
Doch Frankrijk zal zich niet vergissen bij de
beoordeeling van de oorzaken en de bewerkers
der rampen, waaronder het lijdt. Het zal weder
inzien, dat alleen de traditioneele monarchie met
haar liberaal beginsel en haar instellingen het
land redding kan brengen, De monarchie alleen
kan de voorstanders der wanorde machteloos
maken, de vrijheid in staatkunde en godsdienst
verzekeren en de algemeene welvaart herstellen.
Zij alleen kan aan het democratische Fransche
volk een krachtige regeering schenken, met
gelijke rechten voor allen en staande boven de
partijen, waarvan de hechtheid voor Europa een
waarborg zal wezen voor een duui'zamen vrede.
„Met Gods hulp en bijstand aldus eindigt
de graaf zij n stuk hoop ik deze taak te vervullen.
De republiek is bevreesd. Door mij te treffen,
heeft zij mij aangewezen. Ik stel vertrouwen
in Frankrijk en zal gereed zijn, wanneer het
beslissende oogenblik is gekomen."
Zoo wordt dan al aanstonds duidelijk, hoe
Jules Simon gelijk had, toen hij zeide: deze wet
zal de prinsen slechts verheffen. De graaf van
Parijs verklaart zich nu openlijk tot pretendent,
en daarbij de eenige kandidaat der konings-
gezinden is de oude Bourbonsche tak is uit
gestorven zal al wat een koning wenscht
zich om hem scharen. Hij wordt nu veel gevaar
lijker voor de republiek die hem uitwierp dan
voor de republiek, die hem als rustig burger
duldde. Een uitwerping gegrond niet op feiten,
maar op wat wellicht kon geschieden. Drie
maanden geleden achtte het ministerie de prinsen
niet gevaarlijk, thans zijn zij het plotseling.
Dat het huwelijk van een ürleansche prinses met
een Portugeeschen prins, de feestelijkheid hierbij
voorgevallen er oorzaak van is wie gelooft
het? We staan hier voor een drijven der radicalen,
waardoor, gelijk Simon opmerkte, de republiek
haar vrees verraadt. Dat spreekt de graaf van
Parijs reeds openlijk in zijn manifest uit, en ouder
dien indruk zullen duizenden er den maatregel
en heel de republiek beschouwen.
Dat eindelijk Simon's waarschuwing tegen
den onmin met het buitenland, die deze maat
regel kan verwekken, niet ijdel is, zal de toe
komst wellicht leeren. Reeds veroordeelt heel
de buitenlandsche pers eenstemmig de verban
ning en zal natuurlijk bij de hoven, met de
Orleansen verwant, de stemming niet anders
zijn, of liever bij al wat monarchie heet of monar
chaal gezind is. Binnenslands vertoonen zich
reeds min gewenschte gevolgen. Zoo heeft de
gezant der republiek te Weenen, wegens het
gebeurde, ontslag genomen en moet die te
Berlijn van plan wezen eveneens te doen.
Of het ministerie dan ook veel wil hebben
zal van een daad als deze, geboren uit zekere
vrees, maar uit een andere dan die opgegeven
werd, mag wel betwijfeld worden. Immers een
eerste vrucht van de prinsenwet zal zijn, of is
reeds, nieuwe verdeeldheid onder de republi
keinen, van welke een deel de wet even sterk
veroordeelt, als een ander deel haar toe
juicht. Daarbij is verbittering gewekt onder de
anti-republikeinen. En eindelijk viert het ra
dicalisme een zegepraal.
Voor wie gelooft dat Thiers gelijk had, toen
hij zei: „De republiek kan alleen bestaan als zij
conservatief is," wordt haar toekomst donker.
Zij schuift meer en meer links af. En dit is te
meer te betreuren, daar haast niet is in te zien,
hoe een andere regeeringsvorm dan de veelhoof
dige, althans op het oogenblik, in Frankrijk
mogelijk zijn zou.
Over wat verder te vermelden valt, kunnen we
kort zijn.
In Engeland is thans het Parlement ontbon
den, opdat bij nieuwe verkiezingen kunne blijken,
hoe het land over Gladstone's Iersche wetten
denkt. Alle partijen spannen thans hun krach
ten in, zenden hun redenaars uit, maken mani
festen openbaar, met het oog op den naderenden
verkiezingsstrijd.
Gladstone de onvermoeibare grijsaard
is met jongelingskracht en vuur ten strijde ge-
toogen, om alleerst in Schotland, en voorts in
Engeland, voor de home-rule wet te pleiten. Met
geestdrift wordt hij ontvangen. Wellicht zal hij,
na iets te hebben toegegeven, nog den steun der
radicalen winnen. Die der oud-liberalen zeker
niet. Deze, evenals de Torieskomen met kracht
tegen Gladstone's plannen op, en de verkiezingen
zullen leeren aan wie de zege blijft. De Ieren
begrijpen dat het voor hen is ,.nu of' nooit" doen
al wat zij kunnen, en worden krachtig gesteund
door de broederen in Amerika
Ten slotte zij vermeld, dat met den veelbe
sproken Delagoa-baai-spoorwegdie de Zuid-
Afrikaansche Republiek moet verbinden met de
Zee, thans een begin is gemaakt, op last van
Portugal, dat genoemde baai bezit.
Gelijk men weet, slaagde de leening, die de
republiek indertijd ten onzent voor dien spoor
weg sluiten wou, niet. Moge nu, als Portugal het
zijne doet, ook het verdere niet uitblijven, en
Nederland de kans niet ontgaan van handelsge
meenschap en hechte schikkingen met de br e-
deren in Afrika, 't Ware voor beider Staten goed.
H.
Herstemmingen.
Wat op den oogenblik, dat wij dit schrij
ven op staatkundig gebied de gemoederen
nog in beweging houdt, is de uitslag van
de gehouden herstemmingen, die 11. Dinsdag
in sommige districten gehouden zijn, voorname
lijk die in de districten Goes en Leiden. Over
de districten Zuidhorn en Haarlemmermeer is
men minder in spanning. Voor Zuidhorn zal
de liberale heer Oremers wel gekozen zijn. Voor
Haarlemmermeer de Roomsch-Katholiek Reekers.
In Goes en Leiden stond het anders. In Goes
kwamen twee liberalen en twee antirevolutionai
ren in herstemming, waaronder niemand minder
dan de bekende heer Lobman. Wat voordeeltje,
als de liberalen ook daar eens slaagden! In
Leiden stonden twee liberalen tegenover een anti
revolutionair en een Roomsch-Katholiek. Ook
daar dus twee kansen. Voor Leiden is echter
de kans niet zoo groot voor de liberalen als
voor Goes. In laatstgenoemd district trachtten
de liberalen partij te trekken van de meer of
mindere spanning onder de Roomsch-Katholie-
ken, die vroeger onze beide candidaten steunden,
doch nu bij eerste stemming met een eigen can-
didaat aankwamen, die evenwel toen is uitge
vallen. Deze uitslag wordt voornamelijk geweten
aan Dr. Schaapman. Daarover verstoord, zou
het wel eens kunnen gebeuren, dat de Katholie
ken thuis bleven of onpolitiek genoeg waren om
de liberalen te steunen. Dit alles was koorn
op de molen van de liberalen. Genoeg. Zij, die
zoo hard schreeuwden over een monsterverbond
hebben nu zelf al hun best gedaan, om de ver
stoorde Katholieken daar op hun hand te krijgen.
Zoo weet men dan nu wat er van al dat roepen
aan is. Slagen de liberalen, dan zullen zij er de
Roomschen hartelijk dankbaar voor zijn. Och,
dat veler oogen nu eens opengingenHoevele
eenvoudige luiden hebben zich misschien op 15
Juni reeds door dat geroep laten misleiden. Zij
zullen er later spijt van hebben.
Openbare Vergadering van den Raad der Gemeente
Sommelsdijk op Vrijdag, 25 Juni 1880, des namiddags
ten 7 ure.
Tegenwoordig: de H.H. A. J. de Graaft, Voorzitter,
C. Joppe Gz., Jb. Breesnee, A. C. Mijs, M. Faasse Thz.,
A. P. van Dorsser en IC. de Graait, leden van den Raad.
Afwezig: de Heer J. B. Mijs.
1. De Notulen der vorige vergadering worden gelezen,
goedgekeurd en gete' kend.
2. Brengt de Voorzitter ter tafel de ingekomen stukken,
alsJ
a. Een schrijven van den Heer B. Verschuur, Rijks
ambtenaar te Middelharnis, d.d. 31 Mei 1886, waarin hij
afschrijving vraagt voor het 2/3 gedeelte van zijn aan
slag in den noordelijken Omslag dienst 1886, wegens
vertrek naar Middelharnis met Mei jl. Wordt met alge
meene stemmen besloten op zijn verzoek gunstig te
beschikken,
b. Idem van den Ileer J. G. Godefroij alhier, d.d. 25
Juni 1886, verzoekende, daar hij de volgende maand deze
Gemeente verlaat, voor een half jaar afschrijving van
zijn aanslag in den lloofdelijken Omslag; wordt met
algemeene stemmen besloten, aangezien hij de Gemeente
nog niet heeft verlaten, en hij geen bepaalden tijd van
vertrek aangeeft, aan Burgemeester en Wethouders over
te laten de afschrijving te regelen in overeenstemming
met zijn vertrek.
c. Idem van II. H. Regenten van het Burgerlijk Arm
bestuur alhier, d.d. 17 Juni jl., daarbij zendende de
rekening van dat Bestuur, dienst 1885. De Voorzitter
benoemt eene Commissie, tot onderzoek van deze reke
ning; de commissie bestaat uit de Heeren: IC. de Graalï
M. Faasse Thz. en J. B. Mijs; de heeren K. de Graai!
en M. Faasse Thz. nemen deze benoeming aan, zullende
den Heer J. B. Mijs kennis worden gegeven van die
benoeming.
3. Doet de Voorzitter voorlezing van een verslag van
Burgemeeeter en Wethouders, gericht aan den Raad,
uitvoerig beschrijvende den toestand van de bestrating,
van den Oostdijk, Gorcumstraat en mestkaai in deze
Gemeente en deelt mede, dat deze bestrating de geraamde
post, welke de Raad in zijne Openbare Vergadering van
19 Éebruari 1886 op de Begrooting heeft uitgetrokken
is overschreden, en mitsdien eene af- en overschrijving
noodzakelijk is en wel van Hoofdstuk XI art.: 1 volg n. 125
afteschrijven eene som van f 282,48 en dit bedrag over-
teschrijven op Hoofdstuk II art.: 1 volg n 65 der dienst
van 1886. Wordt besloten die af- en overschrijving te
verleenen.
4. Deelt de Voorzitter mede, dat hij het Hoofd der
School alhier verzocht heeft, zijn gevoelen uit te drukken
over het verleenen van belooningen en eereblijken aan
leerlingen, dat deze hieraan voldaan heeft bij een uit
voerig verslag, waarvan de Voorzitter voorlezing doet;
hierna besluit de Raad, overeenkomstig het gevoelen van
het Hoofd der School, voortaan geen belooningen en
eereblijken meer uit te reiken.
Daar niemand het woord meer verlangt, en niets meer
te behandelen is, sluit de Voorzitter de vergadering.
26 Juni 1886. Door H.H. Gedeputeerde
Staten der Provincie Zuid-Hollaud is bepaald,
dat de afzonderlijke jachten op waterwild voor
dit jaar in deze Provincie zijn geopend op Maan
dag, 26 Juli a.s.
Door den binnenvader en moeder van het
Weeshuis alhier, is als zoodanig ontslag uit die
betrekking verzocht, hetwelk hun eervol is
gegeven.
Wederom ontving de Kerkeraad der
Hervormde gemeente alhier bericht, dat de heer
Ds. Wildeboer te Benthuizen, voor de beroeping
naar deze gemeente bedankte.
Tot binnenvader en moeder in het Wees
huis dezer gemeente, met ingang van 15 Juli a.s.,
zijn benoemd, R. van den Ende en echtgenoote,
thans woonachtig te Renkum.
Beklaagde had namelijk op 19 en 24 Mei 1.1.
bij de Heeren Gebr. Hollen te Sommelsdijk, op
naam van den Heer Jb. van Es te Dirksland,
eene hoeveelheid laken en keper gehaald, ter
waarde van circa 24,zonder dat genoemde
Heer van Es hem daartoe had gemachtigd.
Beklaagde kon zich door zijn ziekte niet meer
herinneren, of alles geschied was als hem ten
laste werd gelegd.
Eisch 6 maanden gev. eenz.
23 Juni. Een stoker der Marine, die
gisteren de kermis te Oudenhoorn bezocht, is
met een gebroken been na hier overgebracht.
Gepasseerd jaar had een dergelijk ongeluk plaats.
Het laatste is aan een ongeluk toe te schrijven.
Heden middag vielen een paar jongens
in de haven te water; door de spoedige hulp
van den heer J. B. werden zij gered en met
hun nat pak naar huis gestuurd.
Bij de herstemming voor twee leden
van den raad, heeft men het weder niet verder
gebracht dan de vorige keer. Van de 131 kie
zers kwamen er 71 op. De uitslag der her
stemming was: herstemming tusschen de heeren
J. S. v. Veen en J. de Neef en tusschen J.
Haas en J. de Neef.
27 Juni. Heden arriveerde Z. M. Nau
tilus van zijne oefeningstochten in de Noordzee.
29 Juni. De liefhebberij voor de velo
cipede begint te dezer plaatse aanmerkelijk te
vermeerderen. Heden morgen vertrokken dan
ook van hier de heeren Smit en Koning naar
den Haag, welke tocht zij met overvaren mede
in 3| uur zouden afleggen.
Vergadering van den gemeenteraad 21 Juni 1886.
Voorzitter de Burgemeester L. KruijfT Lz.
Aanwezig 10 leden; afwezig de beide wethouders en
de heer Smit.
Notulen der vorige vergadering gelezen, goedgekeurd
en geteekend.
De Voorzitter zegt: „dat hij deze eerste vergadering
na zijn 25 jarige ambtsvervulling op 21 Mei niet kan
openen, zonder, al is het met een kort woord, waar hij
zooveel heeft te zeggen, zijne diepe gevoeligheid te be
tuigen, voor alles wat hij bij zijn 25 jarig jubilê heeft
genoten."
i
V
„Ik zal I
het mij nl
het niet el
„Dankbl
Aan del
schrijving I
Zonder 1
dracht val
2e. Gel
om de opl
kerveer el
het Dorp I
hij gehad!
De Bul
inlichting I
gevolgen I
wegen ml
Tot veil
zaak te I
uit de Hel
Burgemee I
3e. N
commissi I
wordt toil
rooster tel
gerlijk lil
J. Zwart I
B. PlaisiJ
Hierna I
D
wapend
bracht
O
Halem,
den ou<
hij eer' B
de rust
B
alhier
292,61
der dor
landsch
heer E
om me
te Was|
lowna
deelen
gelykeil
schattii
opbrenJ
en ooll
huiswaï
provincj
geluk,
francs
raakter
maakte
merker
vond 1
Dit we
die mi
jongetj:
gemei
mag
No. 1
alle 1
Del
heer
alle i
in ne