SP ai li M ff! li! <4 #v i fill lie ftil I II ISI* ■".I 1 K|! i li I De Jaarvergadering. De Volkeren der aarde. JBismenlanad, !*!&atseHjk Wfeuws. Sommelsdijk. Hliddelharnis, 26 Juni. De gemeenteraad heeft het kohier van den hoofdelijken omslag voor dit jaar vastgesteld tot een bedrag van 10,815, verdeeld in 25 klassen, waarvan de hoogste 799,78 bedraagt. Het gemiddeld belastbaar inkomen bedraagt 490,000. Dirksland. Heden Donderdag stond voor de Arr. Rechtbank te Rotterdam terecht J. B., oud 50 jaar, kleermaker alhier. Ilellevoetsluis. De collecte voor den gewa- penden diengt alhier gehouden, bracht 21,80|op. Oude-Tonge. De collecte voor den gewapen- den dienst der Nederlanden heeft in deze ge meente opgebracht eene som van 15,95. Ridderkerk. Bare Teru ytiÜiÉttk r r.y Jl| 1? i I 1 i i! 't liki iljnliu I'M Vil.!' l'ijifjji Deze werd geopend en geleid door Prof. Dr. A. Kuyper. Na het zingen van Ps. 68: 10 en 8 en het lezen van een gedeelte van Genesis 13, wees hij op drieërlei scheiding. De Schrift leert duidelijk, zeide Spr. èn in Gen. 13, èn in Gal. 2 410, dat broeders, die niet saam kunnen wonen, omdat zij door langer bijeenblijven el kaar zouden krenken en verbitteren, uiteen moeten gaan, ofschoon in het bewustzijn, dat allen in den diepsten grond toch door één dienst der liefde en des mededoogens vereenigd zijn. Helaas, ook op onze erve brak zulk een broe dertwist uit. En dus dient door ons dezelfde regel toegepast te worden. Evenzeer is die scheiding noodig tusschen de dienstknechten Gods en hen, die voor Belial ijveren, naar het gebod, vervat in 2 Cor. 614-16. De berg Sion en de berg Basan, schoon op ééne aarde staande, gaan toch reeds hier be neden uiteen. Maar, opdat wij ons bij het trekken der scheids lijnen toch niet verheffen zouden, gewaagt de H. Schrift ook nog van een andere scheiding, eenmaal in het gericht door Christus te maken. Deze zal onze scheiding op menig punt van de lijn kruisen. Zie dus ieder voor zichzelven toe. Onder de van ons gewekenen zullen er zijn, die in eeuwige heerlijkheid opgenomen worden. En och, dat niemand onzer in den grooten oordeelsdag werd buitengesloten. Na het voorlezen der pretentielijst en het goedkeuren, zoowel van de notulen der vorige vergadering als van het Jaarverslag over 1885. met het rapport der Commissie tot onderzoek van de rekening over 1885, ging men over tot de benoemingen. Dat er een plaatsvervanger-Directeur moet worden gekozen, zeide de Voorzitter, en dat er dus een benoeming meer dan gewoonlijk moet plaats hebben, heeft een voor ons hart droevige reden. Br. Esser nl. werd van ons opgeroepen. O, wat missen wij veel aan hem. Hoezeer lichtte hij in zijn eigen persoon ons bedoelen toe Wat kon hij in stad en dorp moedig getuigen. Wat een ernst bezielde hem. Neen, hij keek niet op het loover in de kroon, als hij een boom aanschouwde, maar had zijn aandacht gevestigd op den aard der wortels. Ach, zoo telkens neemt God geliefde medehelpers van ons weg. Stemme het ons tot ernst, eerst voor ons zeiven, maar ook zóó, dat we den Heere meer bidden, dat Hij onzen kring voor veel droevige verliezen spare, en arbeiders uitstoote, die weten Wien zij toebehooren. Gekozen werden nuals bestuurslid, de afge treden heer G. H, L. Baron van Boetzelaer te de Bildt, en voor een tweeden plaatsvervanger van bestuursleden, de heer C. M. E. van Löben Seis te Utrecht. Vervolgens kwam het rapport aan de orde, over het vragen van den effectus civilis aan de hooge Regeering, dat is over het vragen van wettelijke erkenning en bekrachtiging van de wetenschappelijke graden, door de V. U. uit gereikt. Prof. Jhr. Mr. A. E. de Savornin Lokman, die namens de juridische faculteit rapporteerde, zoowel als Prof. J. Woltjer, die voor de litera rische faculteit sprak, achtte den tijd nog niet gekomen, om bedoeld verzoek bij de Eegeering te doen. De juridische faculteit heeft nog niet genoeg professoren, :is dus nog incompleet, en zij biedt ook nog geen waarborg door de vruchten, die zij afwierp. Voor de literarische faculteit is er aan graaderkenniug niet zoo dringende behoefte, wijl deze alleen bevoegdheid zoude geven om aan overheidsscholen aangesteld te worden; iets dat de studenten der V. wellicht niet begeeren. Prof. Fabius wil deze kwestie, als zijnde van politieken aard, in de Tweede Kamer besproken hebben. Ook zoude de Voorzitter er den Redacteur van De Standaard en den Voor zitter van het Centraal-Comité wel eens over kunnen spreken, dacht hij. De Vereeniging voor H. O. had er minder mede te maken. Dit werd echter betwist door de H.H. Hovy, Prof. Hoedemaker en Prof. Kuyper. Zij oor deelden, dat de Vereeniging bepaald stappen mag en moet doen tot verkrijging van graaderkenning, al is het nu niet dadelijk. Wèl is Prof. K. het daarin met Prof F. eens, dat ook in de Tweede Kamer naar een gelegenheid moet gezocht wor den, om de zaak daar ter sprake te brengen. Hij begrijpt niet, waarom dit langzamerhand niet zoude kunnen. Pi of. Hoedemaker wilde, dat de Vereeniging in deze toonen zoude, dat het haar met al de faculteiten (niet alleen met de theologische) te doen is om in de Vrije Universiteit de eere Gods te verhoogen. Hij zoude nog dezen zelfden dag, als teeken van moed en hope, den grondslag willen gelegd zien van de medische faculteit. Eindelijk sprak Prof. de Hartog nog over het Hospitium, hetwelk dringend uitbreiding behoeft. Vele jongelieden willen daar gaarne samenwonen en werken. Doch er is te weinig ruimte. Een ander perceel er bij aantrekken, gaat moeielijk. Onlangs kwam er één van de aangrenzende huizen in veiling, maar de prijs liep veel te hoog dan dat er denken aan was, om het te koopen. Wellicht is het dus beter, dat er een tweede Hospitium ingericht wordt. Maarop het thans bestaande drukt nog 50.000 schuld. Die dient toch eerst afgelost. Voor drie jongelieden was er nog plaats gevonden, door verbouwing van een tuinhuis, achter den tuin van het Hospitium, doch er zijn er veel meer, die opneming zoeken. Is er alzoo wel wat te klagen, Prof. de Hartog wilde niet anders klagen dan over eigen ontrouw. De Heere gaf reeds veel goeds en liefelijks, verre boven bidden en verwachten. De inkomsten over het le halfjaar '86 beliepen tot 23 Juni reeds ƒ2500, tegen ƒ1345 in het le halfjaar 1885. Ook andere voorrechten konden vermeld worden. Eén student betrad reeds als herder en leeraar den kansel, één deed gisteren met grooten lof candidaatsexamen in de letteren, en één, die gereed was voor het theol. candidaatsexamen, en daarvoor veel had gezwoegd en opgeofferd, hij werd wel van hier weggenomen, maar hij ging heen in zaligen vrede. Aangezien de tijd tot vergaderen bijna ver streken was, moest de verdere behandeling der Hospitium-aangelegenheden worden uitgesteld tot een volgend jaar. Dr. van Goor van Bunschoten stelde voor, te collecteeren voor deze inrichting, hetgeen gereedelijk werd ingewilligd. Trouwens het plan daartoe bestond reeds. En de collecte, bij het verlaten der zaal gehouden, bracht op 302.55. Dit bedrag zal ten goede komen aan het Studiefonds. Als plaats van samenkomst in 1887 is Over- ijsels hoofdstad genoemd. Na dankgebed ging de Vergadering uiteen. Zij was druk bezocht. Er waren tusschen de 130 en 150 leden tegenwoordig. Over de meetingdes namiddags gehouden, hopen wij in het volgend nummer nog eenig verslag te doen. Mochten door het bovenstaande maar velen opgewekt worden, om toch de Vereeniging voor H. O. met hartelijke toewijding, met gebed en gaven te gaan steunen, hetzij dan bij aanvang of toeneming. De prinsen uitgeleid. Wanneer wij ditmaal met Frankrijk aanvan gen, dan is 't helaas, om te wijzen op een nieuwe zegepraal, door het radicalisme behaald. Den prinsen, althans den meest gevaarlijk geachten, is het grondgebied der republiek ontzegd. Het hoofd der Orleansen, de graaf van Parijs, en de pretendenten der Bonapartisten, prins Jerome en prins Victor, hebben Frankrijk moeten ruimen. De andere afstammelingen van vroegere Fransche vorsten mogen nog blijven, zoolang men hen duldt. Na de Kamer is ook de Senaat het heillooze spoor opgegaan, ondanks-de ernstige waarschu wing van den ouden Jules Simon, een goed re publikein, maar die ten krachtigste tegen het drijven der radicalen en den wensch der regeering, om de prinsen uit te leiden, protesteerde, 't Mocht niet baten. Vrees voor een kabinetscrisis of wel voor een botsing met de Kamer, bewoog den Se naat, die anders zeker niet had toegegeven, het radicalisme ter wille te zijn. De verbanningswet werd, zij 't ook met kleine meerderheid, aange nomen. De prinsen, wien geen uitstel werd vergund, hebben zich gehaast naar Engeland of naar Zwitserland te vertrekken. De graaf van Parijs ging blijkbaar niet heen, zonder begeerd te zijn. Duizenden kwamen van hem afscheid nemen, waaronder vele volksvertegenwoordigers, tien duizenden deden hem uitgeleide onder de kreten „Leve de koning!" Even hartelijk was de ont vangst in Engeland, waar de burgemeester van Dover den graaf en de zijnen namens Engeland welkom heette. De graaf, bij zijn vertrek uit Frankrijk, heeft een manifest uitgevaardigd, waarin hij protesteert, in naam des rechts, tegen het geweld, dat jegens hem wordt gepleegd, en zijn gehechtheid aan het vaderland betuigt, welks wetten hij nooit heeft overtreden en waaraan men hem ontrukt op het oogenblik, dat hij een nieuwen band tusschen Frankrijk en een bevriend volk vormde. De verbanning is, zegt hij, de wraak voor de 3 500,000 stemmen van den 4den October, en meu wil Frankrijk scheiden van het hoofd van het geslacht, dat de nationale eenheid tot stand heeft gebracht. Doch Frankrijk zal zich niet vergissen bij de beoordeeling van de oorzaken en de bewerkers der rampen, waaronder het lijdt. Het zal weder inzien, dat alleen de traditioneele monarchie met haar liberaal beginsel en haar instellingen het land redding kan brengen, De monarchie alleen kan de voorstanders der wanorde machteloos maken, de vrijheid in staatkunde en godsdienst verzekeren en de algemeene welvaart herstellen. Zij alleen kan aan het democratische Fransche volk een krachtige regeering schenken, met gelijke rechten voor allen en staande boven de partijen, waarvan de hechtheid voor Europa een waarborg zal wezen voor een duui'zamen vrede. „Met Gods hulp en bijstand aldus eindigt de graaf zij n stuk hoop ik deze taak te vervullen. De republiek is bevreesd. Door mij te treffen, heeft zij mij aangewezen. Ik stel vertrouwen in Frankrijk en zal gereed zijn, wanneer het beslissende oogenblik is gekomen." Zoo wordt dan al aanstonds duidelijk, hoe Jules Simon gelijk had, toen hij zeide: deze wet zal de prinsen slechts verheffen. De graaf van Parijs verklaart zich nu openlijk tot pretendent, en daarbij de eenige kandidaat der konings- gezinden is de oude Bourbonsche tak is uit gestorven zal al wat een koning wenscht zich om hem scharen. Hij wordt nu veel gevaar lijker voor de republiek die hem uitwierp dan voor de republiek, die hem als rustig burger duldde. Een uitwerping gegrond niet op feiten, maar op wat wellicht kon geschieden. Drie maanden geleden achtte het ministerie de prinsen niet gevaarlijk, thans zijn zij het plotseling. Dat het huwelijk van een ürleansche prinses met een Portugeeschen prins, de feestelijkheid hierbij voorgevallen er oorzaak van is wie gelooft het? We staan hier voor een drijven der radicalen, waardoor, gelijk Simon opmerkte, de republiek haar vrees verraadt. Dat spreekt de graaf van Parijs reeds openlijk in zijn manifest uit, en ouder dien indruk zullen duizenden er den maatregel en heel de republiek beschouwen. Dat eindelijk Simon's waarschuwing tegen den onmin met het buitenland, die deze maat regel kan verwekken, niet ijdel is, zal de toe komst wellicht leeren. Reeds veroordeelt heel de buitenlandsche pers eenstemmig de verban ning en zal natuurlijk bij de hoven, met de Orleansen verwant, de stemming niet anders zijn, of liever bij al wat monarchie heet of monar chaal gezind is. Binnenslands vertoonen zich reeds min gewenschte gevolgen. Zoo heeft de gezant der republiek te Weenen, wegens het gebeurde, ontslag genomen en moet die te Berlijn van plan wezen eveneens te doen. Of het ministerie dan ook veel wil hebben zal van een daad als deze, geboren uit zekere vrees, maar uit een andere dan die opgegeven werd, mag wel betwijfeld worden. Immers een eerste vrucht van de prinsenwet zal zijn, of is reeds, nieuwe verdeeldheid onder de republi keinen, van welke een deel de wet even sterk veroordeelt, als een ander deel haar toe juicht. Daarbij is verbittering gewekt onder de anti-republikeinen. En eindelijk viert het ra dicalisme een zegepraal. Voor wie gelooft dat Thiers gelijk had, toen hij zei: „De republiek kan alleen bestaan als zij conservatief is," wordt haar toekomst donker. Zij schuift meer en meer links af. En dit is te meer te betreuren, daar haast niet is in te zien, hoe een andere regeeringsvorm dan de veelhoof dige, althans op het oogenblik, in Frankrijk mogelijk zijn zou. Over wat verder te vermelden valt, kunnen we kort zijn. In Engeland is thans het Parlement ontbon den, opdat bij nieuwe verkiezingen kunne blijken, hoe het land over Gladstone's Iersche wetten denkt. Alle partijen spannen thans hun krach ten in, zenden hun redenaars uit, maken mani festen openbaar, met het oog op den naderenden verkiezingsstrijd. Gladstone de onvermoeibare grijsaard is met jongelingskracht en vuur ten strijde ge- toogen, om alleerst in Schotland, en voorts in Engeland, voor de home-rule wet te pleiten. Met geestdrift wordt hij ontvangen. Wellicht zal hij, na iets te hebben toegegeven, nog den steun der radicalen winnen. Die der oud-liberalen zeker niet. Deze, evenals de Torieskomen met kracht tegen Gladstone's plannen op, en de verkiezingen zullen leeren aan wie de zege blijft. De Ieren begrijpen dat het voor hen is ,.nu of' nooit" doen al wat zij kunnen, en worden krachtig gesteund door de broederen in Amerika Ten slotte zij vermeld, dat met den veelbe sproken Delagoa-baai-spoorwegdie de Zuid- Afrikaansche Republiek moet verbinden met de Zee, thans een begin is gemaakt, op last van Portugal, dat genoemde baai bezit. Gelijk men weet, slaagde de leening, die de republiek indertijd ten onzent voor dien spoor weg sluiten wou, niet. Moge nu, als Portugal het zijne doet, ook het verdere niet uitblijven, en Nederland de kans niet ontgaan van handelsge meenschap en hechte schikkingen met de br e- deren in Afrika, 't Ware voor beider Staten goed. H. Herstemmingen. Wat op den oogenblik, dat wij dit schrij ven op staatkundig gebied de gemoederen nog in beweging houdt, is de uitslag van de gehouden herstemmingen, die 11. Dinsdag in sommige districten gehouden zijn, voorname lijk die in de districten Goes en Leiden. Over de districten Zuidhorn en Haarlemmermeer is men minder in spanning. Voor Zuidhorn zal de liberale heer Oremers wel gekozen zijn. Voor Haarlemmermeer de Roomsch-Katholiek Reekers. In Goes en Leiden stond het anders. In Goes kwamen twee liberalen en twee antirevolutionai ren in herstemming, waaronder niemand minder dan de bekende heer Lobman. Wat voordeeltje, als de liberalen ook daar eens slaagden! In Leiden stonden twee liberalen tegenover een anti revolutionair en een Roomsch-Katholiek. Ook daar dus twee kansen. Voor Leiden is echter de kans niet zoo groot voor de liberalen als voor Goes. In laatstgenoemd district trachtten de liberalen partij te trekken van de meer of mindere spanning onder de Roomsch-Katholie- ken, die vroeger onze beide candidaten steunden, doch nu bij eerste stemming met een eigen can- didaat aankwamen, die evenwel toen is uitge vallen. Deze uitslag wordt voornamelijk geweten aan Dr. Schaapman. Daarover verstoord, zou het wel eens kunnen gebeuren, dat de Katholie ken thuis bleven of onpolitiek genoeg waren om de liberalen te steunen. Dit alles was koorn op de molen van de liberalen. Genoeg. Zij, die zoo hard schreeuwden over een monsterverbond hebben nu zelf al hun best gedaan, om de ver stoorde Katholieken daar op hun hand te krijgen. Zoo weet men dan nu wat er van al dat roepen aan is. Slagen de liberalen, dan zullen zij er de Roomschen hartelijk dankbaar voor zijn. Och, dat veler oogen nu eens opengingenHoevele eenvoudige luiden hebben zich misschien op 15 Juni reeds door dat geroep laten misleiden. Zij zullen er later spijt van hebben. Openbare Vergadering van den Raad der Gemeente Sommelsdijk op Vrijdag, 25 Juni 1880, des namiddags ten 7 ure. Tegenwoordig: de H.H. A. J. de Graaft, Voorzitter, C. Joppe Gz., Jb. Breesnee, A. C. Mijs, M. Faasse Thz., A. P. van Dorsser en IC. de Graait, leden van den Raad. Afwezig: de Heer J. B. Mijs. 1. De Notulen der vorige vergadering worden gelezen, goedgekeurd en gete' kend. 2. Brengt de Voorzitter ter tafel de ingekomen stukken, alsJ a. Een schrijven van den Heer B. Verschuur, Rijks ambtenaar te Middelharnis, d.d. 31 Mei 1886, waarin hij afschrijving vraagt voor het 2/3 gedeelte van zijn aan slag in den noordelijken Omslag dienst 1886, wegens vertrek naar Middelharnis met Mei jl. Wordt met alge meene stemmen besloten op zijn verzoek gunstig te beschikken, b. Idem van den Ileer J. G. Godefroij alhier, d.d. 25 Juni 1886, verzoekende, daar hij de volgende maand deze Gemeente verlaat, voor een half jaar afschrijving van zijn aanslag in den lloofdelijken Omslag; wordt met algemeene stemmen besloten, aangezien hij de Gemeente nog niet heeft verlaten, en hij geen bepaalden tijd van vertrek aangeeft, aan Burgemeester en Wethouders over te laten de afschrijving te regelen in overeenstemming met zijn vertrek. c. Idem van II. H. Regenten van het Burgerlijk Arm bestuur alhier, d.d. 17 Juni jl., daarbij zendende de rekening van dat Bestuur, dienst 1885. De Voorzitter benoemt eene Commissie, tot onderzoek van deze reke ning; de commissie bestaat uit de Heeren: IC. de Graalï M. Faasse Thz. en J. B. Mijs; de heeren K. de Graai! en M. Faasse Thz. nemen deze benoeming aan, zullende den Heer J. B. Mijs kennis worden gegeven van die benoeming. 3. Doet de Voorzitter voorlezing van een verslag van Burgemeeeter en Wethouders, gericht aan den Raad, uitvoerig beschrijvende den toestand van de bestrating, van den Oostdijk, Gorcumstraat en mestkaai in deze Gemeente en deelt mede, dat deze bestrating de geraamde post, welke de Raad in zijne Openbare Vergadering van 19 Éebruari 1886 op de Begrooting heeft uitgetrokken is overschreden, en mitsdien eene af- en overschrijving noodzakelijk is en wel van Hoofdstuk XI art.: 1 volg n. 125 afteschrijven eene som van f 282,48 en dit bedrag over- teschrijven op Hoofdstuk II art.: 1 volg n 65 der dienst van 1886. Wordt besloten die af- en overschrijving te verleenen. 4. Deelt de Voorzitter mede, dat hij het Hoofd der School alhier verzocht heeft, zijn gevoelen uit te drukken over het verleenen van belooningen en eereblijken aan leerlingen, dat deze hieraan voldaan heeft bij een uit voerig verslag, waarvan de Voorzitter voorlezing doet; hierna besluit de Raad, overeenkomstig het gevoelen van het Hoofd der School, voortaan geen belooningen en eereblijken meer uit te reiken. Daar niemand het woord meer verlangt, en niets meer te behandelen is, sluit de Voorzitter de vergadering. 26 Juni 1886. Door H.H. Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Hollaud is bepaald, dat de afzonderlijke jachten op waterwild voor dit jaar in deze Provincie zijn geopend op Maan dag, 26 Juli a.s. Door den binnenvader en moeder van het Weeshuis alhier, is als zoodanig ontslag uit die betrekking verzocht, hetwelk hun eervol is gegeven. Wederom ontving de Kerkeraad der Hervormde gemeente alhier bericht, dat de heer Ds. Wildeboer te Benthuizen, voor de beroeping naar deze gemeente bedankte. Tot binnenvader en moeder in het Wees huis dezer gemeente, met ingang van 15 Juli a.s., zijn benoemd, R. van den Ende en echtgenoote, thans woonachtig te Renkum. Beklaagde had namelijk op 19 en 24 Mei 1.1. bij de Heeren Gebr. Hollen te Sommelsdijk, op naam van den Heer Jb. van Es te Dirksland, eene hoeveelheid laken en keper gehaald, ter waarde van circa 24,zonder dat genoemde Heer van Es hem daartoe had gemachtigd. Beklaagde kon zich door zijn ziekte niet meer herinneren, of alles geschied was als hem ten laste werd gelegd. Eisch 6 maanden gev. eenz. 23 Juni. Een stoker der Marine, die gisteren de kermis te Oudenhoorn bezocht, is met een gebroken been na hier overgebracht. Gepasseerd jaar had een dergelijk ongeluk plaats. Het laatste is aan een ongeluk toe te schrijven. Heden middag vielen een paar jongens in de haven te water; door de spoedige hulp van den heer J. B. werden zij gered en met hun nat pak naar huis gestuurd. Bij de herstemming voor twee leden van den raad, heeft men het weder niet verder gebracht dan de vorige keer. Van de 131 kie zers kwamen er 71 op. De uitslag der her stemming was: herstemming tusschen de heeren J. S. v. Veen en J. de Neef en tusschen J. Haas en J. de Neef. 27 Juni. Heden arriveerde Z. M. Nau tilus van zijne oefeningstochten in de Noordzee. 29 Juni. De liefhebberij voor de velo cipede begint te dezer plaatse aanmerkelijk te vermeerderen. Heden morgen vertrokken dan ook van hier de heeren Smit en Koning naar den Haag, welke tocht zij met overvaren mede in 3| uur zouden afleggen. Vergadering van den gemeenteraad 21 Juni 1886. Voorzitter de Burgemeester L. KruijfT Lz. Aanwezig 10 leden; afwezig de beide wethouders en de heer Smit. Notulen der vorige vergadering gelezen, goedgekeurd en geteekend. De Voorzitter zegt: „dat hij deze eerste vergadering na zijn 25 jarige ambtsvervulling op 21 Mei niet kan openen, zonder, al is het met een kort woord, waar hij zooveel heeft te zeggen, zijne diepe gevoeligheid te be tuigen, voor alles wat hij bij zijn 25 jarig jubilê heeft genoten." i V „Ik zal I het mij nl het niet el „Dankbl Aan del schrijving I Zonder 1 dracht val 2e. Gel om de opl kerveer el het Dorp I hij gehad! De Bul inlichting I gevolgen I wegen ml Tot veil zaak te I uit de Hel Burgemee I 3e. N commissi I wordt toil rooster tel gerlijk lil J. Zwart I B. PlaisiJ Hierna I D wapend bracht O Halem, den ou< hij eer' B de rust B alhier 292,61 der dor landsch heer E om me te Was| lowna deelen gelykeil schattii opbrenJ en ooll huiswaï provincj geluk, francs raakter maakte merker vond 1 Dit we die mi jongetj: gemei mag No. 1 alle 1 Del heer alle i in ne

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 2