Christelijk
W eekblad
voor de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Donderdag 24 Juni 1886.
lste Jaargang No. 17.
FEUILLETON.
IN HOC SIGN O VINCES
Het auteursrecht op den volledigen inhoud van dit blad wordt voorbehouden krachtens de Wet van 28 Juni 1881 Staatsblad no. 124).
UITGEVER
W. BOEKHOYEA,
Advertentiën en verdere Administratie aan
zenden aan Ds» J. F. DE KLERK, te Dirksland.
den Uitgever.
ADVERTENTIËN voor dit
blad worden door den Uitgever
W. BOEKHOVEN, tot den dag der uitgave
aangenomen. Driemaal opgegeven, worden
zij slechts tweemaal in rekening gebracht.
Bewijsnommers gratis en franco.
Weekkalender.
Juni—Juli.
Zon
Maan
Markten.
7.39
De Heere ziet het hart aan.
De Volkeren der aarde.
JföoiienlaiiiL
Eene Martelares zonder Martelaarskroon.
£v, V.:'.
yf. M-
}'-{\ >V ii^'5
i
Deze Courant verschijnt eiken Donderdagavond.
Abonnenentsprijs: per drie maanden 40 Cent franco per post.
Afzonderlijke nummers 4 Cent.
SOMMELSDIJK.
Advertentiën ÏO Cent per regel.
Binnenlandsche Advertentiën driemaal opgegeven, worden slechts
tweemaal berekend.
Advertentiën worden bij den Uitgever ingewacht tot den dag der Uitgave.
jffjy Alle stukken voor de Redactie bestemd, voorloopig franco toe te
op
onder
op
25 Vrijdag
3.39
8.28
0.15
Heenvliet
26 Zaterdag
3.40
8.24
0.50
Beusinchem
27 Zondag
3.41
8.24
1.3
p., v. en seh.m.
28 Maandag
3.42
8.24
1.31
29 Dinsdag
3.43
8.24
2.4
30 Woensd.
3.44
8.24
2.44
N. M.
onder
IJsselmonde pm.
1 Donderd.
3.44
8.24
Middelb.p.&v.m.
1 Sam. 16 7.
Saul, Israels eerste koning, is van den Heere
om zijne zonde verworpen. Schrikkelijk was
het oordeel, dat hij over zichzelven had doen
komen, dat oordeel, dat op het gebergte van
Gilboa werd voltrokken. Het verhoogen komt
niet uit het oosten, noch uit het westen, maar
God is Rechter, zoo staat als met gloeiend
schrift boven de levensgeschiedenis van Saul,
zooals boven die van zoo velen, die hardnekkig
den God van Israël wederstaan. We hadden
het niet gedacht van den veelbelovenden jeug
digen koning! Doch er zijn er meer, er zijn
zoovelen die, schoon aanvankelijk niet onge
voelig voor teedere, godsdienstige indrukken,
voor tijd en eeuwigheid verloren gingen, omdat
zjj geen vast steunpunt hadden, niet in een
ander hart, want ook dat verkreeg Saul, maar
in een nieuw, hart dat aan alle uitgangen des
levens ook een nieuwe richting geeft.
Samuel ontvangt den goddelijken lastnaar
Bethlehem te gaan met zijn gevulde oliekruik,
om die, naar oud gebruik, uit te storten over
het hoofd van den man, dien de Heere tot den
troon, straks door Saul's verwerping openge
vallen, roepen wilde.
In Isai's kring aangezeten, komt eerst Eliab
aan, schoon van aangezicht, en van kloeke
gestalte. Zal deze voor den Heere Zijn gezalfde
zijn? Neen. Abinadab? Neen. Samma? Ook deze
niet. Over den bijna vergeten, niet eens mee-
getelden jongsten zoon van Isai, over Davids
hoofd moest de zalfolie worden uitgestort. Ja
Isai! Samuel! die wellicht verwonderd deze
dingen aanschouwt, het is niet zooals de menscb
ziet, want de mensch ziet wat voor oogen is»
God ziet het hart aan. Op David rustte het
oog van Gods genade.
Wat anderen bij hem naar het uitwendige
mochten voor hebben, hij bezat een hart waarin
het zaad der ware godsvrucht reeds vroeg was
ontkiemd. In zijn hart gloorde een sprank
van heilig vuur, dat hem reeds in de jonge
lingsjaren tot een dichter maakte, wiens liederen
weerklank vinden in het hart der gemeente
Gods van alle eeuwen.
Dat hart zag God aan. Bij de wereld gaat het
menigmaal naar wat iemand uitwendig is, bij
God alleen naar wat iemand inwendig is. De
mensch ziet aan wat voor oogen is. Hoe laten
wij ons menigmaal door den schijn verleiden. De
wereld ziet op schoonheid, op rijkdom, op ver
stand, op beschaving en wellevendheid. Ach, wij
weten niet wat wereld van ongerechtigheid daar
schuilen kan achter de fijnste vormen, onder de
schoonste kleederen. De wereld ziet op goede
werken, op braafheid, deugdzaamheid. De naam
christenen zien op kerkgaan, op bidden, wel
dadigheid doen en het is goed, maar, weten wij
't welbuiten verband met het hart, heeft dat
alles geen waarde. God de Heere ziet ook de
inwendige beginselen, roerselen en drijfveeren
van dat hart. En daarom is voor Hem nog
dikwijls blinkende zonde, waar men bij de
wereld misschien om geprezen wordt. Hoe zal er
ware godsvrucht voortkomen uit een hart, dat
nog niet gansch veranderd werd en vernieuwd.
Die op deugden roemt zonder inwendige bekee
ring, hij stelt zich tevreden met de vruchten,
niet aan den boom gegroeid, maar, op zijn
schoonst, kunstmatig aan de twijgen gebonden.
O, ziet de Heere God alleen naar het hart,
naar wat men inwendig werd, dan valle alle
roem op uitwendig vertoon van deugd en gods
dienstigheid weg en worde met stillen ernst door
ons Davids bede herhaald Schep mij een nieuw
hart, o Heere, en vernieuw in het binnenste van
mij een vasten geest. Want
„Wat is het schoonst versiersel dat men
[op aarde draagt?
Geen glans van pracht en schoonheid, een
[hart dat God behaagt!"
D. K.
Wat ditmaal van het wereldtooneel te ver
melden valt, is niet bijzonder veel. Dit nu be
hoeft niemand te rouwen, want veel nieuws en
veel goeds gaan hier zelden saam.
Op Pinkster 't is of men juist de Chris
telijke feesten wil ontwijden is het congres
der Socialisten c. s. te Brussel gehouden. De
werklieden-partij was er sterk vertegenwoordigd.
De genomen besluiten waren als te verwach
ten viel. Een algemeene werkstaking zal plaats
vinden, zoodra 't maar uitvoerbaar is, en reeds
bij gelegenheid van het aanstaande Belgische
volksfeest, indien ook dan, gelijk nu, de groote
betooging der partij wordt verboden. Voorts
wil men streven naar Algemeen Stemrecht, doch
langs wettigen weg.
Eenige dagen 11a deze vergadering, die rustig
verliep, brak weer een bedenkelijke beweging,
een groote werkstaking uit in Henegouwen;
gelukkig echter duurde zij slechts kort.
Een in de laatste dagen ontstaan geschil
tusschen Engeland en Frankrijk over de Nieuw-
Hebriden, schijnt ook reeds zijn einde nabij,
wijl Frankrijk ophelderingen heeft gegeven, over
't geen op die eilanden is geschied, en beslist
ontkent plan te hebben, hen in bezit te nemen.
In Engeland zijn thans alle partijen en partij
leiders in de weer, met het oog op de snel
naderende verkiezingen. Gladstone is weer zelf
ten strijde naar Schotland getogen. Chamberlain,
Hartington, lord Derby en heel de Tory-partij
willen van Gladstone's wetten niet weten, „Voor
of tegen home-rulezelfregeering voor Ierland",
dat is de strijdleus, en de uitslag der verkiezingen,
zal toonen, in wat zin het volk beslist.
H.
Met enkele cijfers konden wij in ons voor
gaand nummer nog iets melden van den uit
slag der gehouden verkiezingen op 15 Juni 1.1.
't Is niet te ontkennen dat wij antirevolutio-
ren de nederlaag leden. Waarom ons leedwe
zen daarover verheeld. Wij hadden het anders
gewild, gewenscht, gewacht ook. Doch nu het
niet mocht zijn naar onzen wensch, zwijgen
wij dan ook. Dat hebben wij altijd voor, als
wij gelooven mogen in een God, die alles be
stuurt naar den raad van Zjjn wil, dat wij in
de teleurstellingen des levens, die toch vele zijn,
op elk gebied, gemakkelijker kunnen berusten.
Hij alleen weet wat goed is. En zijne wegen
schijnen vaak 0, zoo wonderlijk, zoo tegenstrij
dig, zoo tegennatuurlijk zelfs menigmalen, en
toch in de uitkomst zoo aanbiddenswaardig.
Zoo kan het in het eind ook in deze blijken
te zijn. Is de antirevolutionaire partij in de
DOOR
E. A—GLYPHOS.
Vervolg.)
Welk eene vreugde was dit voor de teedere
Olympia, die van deze haar zoo verrassende en
verblijdende gebeurtenis niets wist en zoo spaarzaam
mogelijk had huisgehouden, om toch wat te kunnen
uitzuinigen tot ondersteuning harer moeder en
zusters. Grunthlers inkomsten waren niet groot, zij
hadden weinig meer, dan hetgeen noodig was, om
in de dagelijksche behoeften te voorzien. Dit blijkt
onder anderen daaruit, dat zij, toen Johannes Sinapi
haar verzocht, zijne dochter in haar huis op te
nemen, hem schrijven moest, dat dit meisje haar
eigen beddegoed mocht medebrengen, omdat zij
niets over had en de middelen miste, om wat aan
te schaffen. Wanneer zij brieven aan hare bloed
verwanten schreef, zag; zij zich genoodzaakt, dit
kort en zeer omzichtig te doen, uit vrees, dat ze
anders argwaan zouden opwekken en de haren in
gevaar zouden brengen; want zij had de treurige
tijding ontvangen, dat de Hervormden in Italië
erg vervolgd werden, vooral ook in Ferrara. In
Schweinfurt vervloog haar leven een tijdlang rustig
en in vrede. De bezigheden voor haar huishouden,
het bezoeken en verplegen van armen en kranken
in het stadje, wier lot zij en haar man zich met
oprechte christelijke liefde aantrokken, en zooveel
in hun vermogen stond zochten te verlichten, het
onderwijzen van den kleinen Emilio en Theodora,
de dochter van Sinapi, legden bijna geheel beslag
op haren tijd. Maar er bleven nog genoeg oogen-
blikken over voor hare geliefkoosde Bijbelstudiën
en vooral des avonds was het vaste gewoonte zich
om Gods Woord te scharen en dit in eene huise
lijke godsdienstoefening te lezen, te overpeinzen
en te bespreken, elkander te stichten met psalmen
en geestelijke liederen, waarvan Olympia er zelve
verscheidene vervaardigd had. Ja, wanneer haar
zoo begaafde en begenadigde geest in stille oogen-
blikken verzonken was in de overpeinzing der on
eindige en gadelooze ontferming Gods in Christus,
werd de Geest des Heeren vaardig over haar en
zij kon den ingeschapen trek geen weerstand bieden;
dan moest hare vlugge hand in hoogere heilige
taal de verhevene gedachten aan het papier toe
vertrouwen en in heerlijke pofisie vertolken. Maar
dit rustig, kalme, vreedzame leven was eene on
heilspellende stilte, die in het leven der kindei en
Gods gewoonlijk geweldige stormen voorafgaat.
Karei V, niet ten onrechte wel eens genaamd
„Charles qui triche" (die valsch speelt), had na
zijn' zegepraal over de Protestantsche vorsten een
soort voorloopigen geloofsvrede tot stand gebracht,
tot de bepalingen van het Trentsche concilie van
kracht zouden zijn. Hij hoopte de zaken in der
minne te schikken en tevens de macht van den
paus te kortwieken. Ook hield hij, tegen de be
palingen in, de gevangen vorsten opgesloten. Dq
Interum verwekte overal tegenstand, vooral te
Maagdenburg, zoodat de keizer den rijksban over
de stad uitsprak en zijnen bondgenoot Maurits van
Saksen belastte, de stad te belegeren. Deze echter,
beducht voor Kareis toenemende macht en ver
toornd over de gevangenschap zijns schoonvaders
Philips van Hessen, rukte wel tegen Maagdenburg
op, maar in plaats van de stad met kracht te be
legeren, verbond hij zich met Hendrik II, koning
van Frankrijk, die het op Lotharingen gemunt had
en daardoor ondanks zich zeiven de Protestanten
in Duitschland hielp. Zoodoende verzoend met de
Protestantsche vorsten, trok Maurits tegen Karei
op, die zich te Insprück bevond en ternauwernood
door eene nachtelijke vlucht zijne vrijheid redde.
De onderhandelingen leidden tot het verdrag van
Passau, 1552, waarbij den Protestanten godsdienst
vrijheid en het bezit hunner goederen gewaarborgd
werd. Eerst 3 jaar later werd dit verdrag door den Gods
dienstvrede van Augsburg bekrachtigd en kregen
de Protestanten vrijheid van geloof en gelijke rechten
met de Katholieken.
De markgraaf van Brandenburg had evenwel ge
weigerd, het verdrag van Passau te erkennen en
bezette Schweinfurt, waar hij door de verbondene
vorsten werd belegerd.
Dat was een treurige toestand voor de ongeluk
kige bewoners, die niet het minste belang bij dien
twist hadden en nu evenzeer van de zoogenaamde
vrienden als van de vijanden leden. De markgraaf
wees elke onderhandeling van de hand en zijne
ruwe soldaten drongen de huizen binnen en persten
den stedelingen geld af, voorgevende, dat zij hen
beschermden tegen de vijanden. Maar dit was nog
niet alles; door het samenstroomen van zooveel
volks brak de pest in de stad uit en werd tot over
maat van smart nog door hongersnood gevolgd.
Wordt vervolgd.