I 11 k"'l Uit de Pers. Ingezonden. Plaatselijk Mieuws. C WM r nk "i-3 r M I w i M m '•-! '4 :ifi DE CRISIS. De loopende geruchten bevestigen steeds meer de meening, dat het ministerie Heemskerk aan zal blijven, maar de ministers van Finantiën en Waterstaat zullen worden vervangen. PROVINCIALE STATEN. De 11e Mei brengt alom beweging in het land. Van verschillende streken komen reeds de be richten in van gehouden vergaderingen en reeds tal van namen zijn gepubliceerd van hen, die voor de komende verkiezingen in aanmerking komen of reeds candidaat zijn gesteld. Allerwege schijnt men, meer dan vroeger het geval was, te be grepen, dat er ook van de verkiezingen voor de Prov. Staten, o, zooveel afhangt. De antirevolu tionairen vooral beginnen in te zien, dat zij maar al te lang tegenover deze verkiezingen eene te flauwe gedragslijn gevolgd hebben. Er hangt toch zooveel ook voor de Provincie van af, welke beginselen in de Staten worden verte genwoordigd en door wie de provinciale en ge meentelijke belangen worden behartigd. Wie de wetten maken mag wel in 't oog worden gehouden, maar niet minder wie ze uitvoeren of de uitvoering beheerschen. En bo vendien, het kan niet genoeg herhaald worden, dat van het gehalte der Provinciale Staten tevens ook dat der Eerste Kamer afhangt, die op dit oogenblik, waarop de zon der liberalen min of meer ten ondergang neigt, voor hen nog het hechtste bolwerk is. Ook de Prov. Staten moeten dus omgezet vroeg of laat, zoo mogelijk reeds bij de komende verkiezing. Die van antirevolutionaire bloede zijn op ons eiland, mogen dus ook wel wakker worden. Zeker, er geschiedt niets zonder Gods wil, en als Hij het niet wil, zullen we ook niet over winnen. Doch deze vaststaande waarheid mag geen ingang verleetien aan eene afkeurenswaardige lauwe en laffe houding tegenover wat op elk gebied eens christens hooge roeping is. Hij is altijd geroepen tot getuigen en ook het invullen Van een stembriefje, het gaan naar het dorps huis moet en kan een getuigenis zijn tegen de macht, die op elk terrein des levens de onver anderlijke beginselen van recht en gerechtigheid, die in Gods Woord zijn neergelegd, wederstaat. Daarbij moet dikwijls veel wegvallen, veel ver loochend. Doch wat ook hier het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Dit geldt zoowel voor de kiezers als voor hen op wie de keuze valt. Geen verschansing gezocht achter zooveel vreeze, het besef van eigen kleine krachten, want, dien God op een post stelt, dien geeft Hij er ook kracht toe. En wat nu de Prov. Staten betreft, het behoeven lang allen geen meesters in de Rechten te zijn, die daar voor het grootste gedeelte, althans voor ons district, de landbou wende bevolking vertegenwoordigen. Een goede boer met een vast beginsel en een helder hoofd is daar evenzeer, indien nog niet beter, op zijn plaats. Ook dat is veel te veel vergeten. Wij weten evenwel niet voor welke keuze de vergadering, op 80 April te Middelharnis te houden, ons zal plaatsen. Wij sporen zoo- velen onze beginselen belijden, en die ook in de practijk wenschen te steunen, ten zeerste aan, tot die vergadering trouw op te komen. Het is vooral gewenscht, dat uit iedere gemeente van ons eiland althans een paar mannen van goeden wille zich aldaar laten zien. Slechts door een drachtige samenwerking kan er onder Gods on- misbaren zegen iets goeds uit geboren worden. Wij weten dat voor de openvallende plaatsen door de periodieke aftreding van de heeren: Mr. P. C. A. M. van Weel en Mr. G. J. Goekoop, de verkiezing zal plaats hebben op 11 Mei, terwijl wij vernamen dat die voor de plaats, opengevallen door het overlijden van den heer Mr. D. van Weel, zal plaats hebben op 8 Juni. Waarom deze verkiezingen niet gelijktijdig ge schieden, begrijpen wij niet. Zou het soms kun nen zijn, om een kansje over te houden, als de liberalen op 11 Mei niet slagen? In eene Rede van Prof. Dr. Ph. J. Hoede- maker, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit, onder den titel Kerk en School in het licht ver schenen, bespreekt deze het verband tusschen het kerkelijk conflict en de Vrije Universiteit. Met verontwaardiging verwerpt hij de meening, als zou de geheele kerkelijke beweging op touw zijn gezet ten behoeve van de V. U. Haren candidaten, zegt men, moet een weg tot de Kerk gebaand en daarom moet deze afgebroken. Op haar rust een schuld van 80 000 en daarom moeten de sleutels veroverd der kerkelijke kassen. Het eerste weerlegt de Hoogleeraar met de veron derstelling, dat toch daarom de geheele Kerk niet behoefde in beweging gebracht, aangezien één Kootwijk genoeg is om de kwestie voor heel de Kerk uit te maken. Voorts ware het geenszins verstandig, om al wat tegen de Vrije Universiteit is, op te roepen, om dien weg, gesteld dat het dezen op moest, wat de Hoogleeraar nooit toegeeft, te versperren. Bovendien zouden er wel 10 Koot wijken te vinden zijn, als er straks een tiental candidaten arriveerden, die hun geheele opleiding aan de Vrije Universiteit zullen genoten hebben. En wat de schuld betreft bovengenoemd, de Hoogleeraar moet constateeren, dat de Vrije Universiteit waarlijk in goeden doen is en er volstrekt nog geen vrees behoeft te bestaan voor een eventueel bankroet. Wat is dan wel het verband, dat beide de beweging in de Kerk en de Vrije Universiteit verbindt? Een zelfde beginsel, het gereformeerd beginsel nl., neêrgelegd in het slot van het Onze Vader"Zijns is het Konink rijk en de kracht en de heerlijkheid. Koning Jezus moet op elk gebied des levens, Kerk, School, Maatschappij en Staat alle eer gegeven en het kwade, dat zich op dat verschillend gebied tegen Hem om Zijn Woord kant, in den wortel aangetast. Dit geeft een strijd, zelfs met hen, die hetzelfde bedoelenmaar in plaats van het kwaad in den wortel te zoeken, hier en daar naar een dooden tak of verdorde bladeren omzien, om daaraan genezing te willen brengen. In het schriftwoord, dat de Hoogleeraar ten grondslag legde voor zijne redeligt het eenig ware beginsel, het levensbeginsel der Vrije Universiteit en der kerkelijke beweging aangegeven: „of maakt den boom goed en zijne vrucht goed of maakt den boom kwaad en zijne vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom gekend. Slechts noode bedwingen wij ons, om niet het een en ander uit genoemde rede over te nemen der lezing ovèrwaardig. Moge zij medewerken om velen, die tot heden, om welke reden dan ook, van verre staan, de oogen te openen en bevorderlijk zijn tot meerder waardeering der gereformeerden en der Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag. In de Heraut van Zondag 25 April bespreekt Dr. F. L. Rutgers de d»or de Synode ontworpen modus vivendi JuVen viertal punten, waarin o.a. wordt t° hennen gegeven, dat het door de Synode voorgestelde geene andere vrucht zou kunnen 'nebbenals het aangenomen werd, dan dat de moderne richting officieel als rechthebbende in de Kerk wordt erkend. Nu, dat kunnen de gereformeerden nooit toegeven en zelfs geen enkel ernstig irenische zal dit doen. Al de arbeid der Synode van vele weken zal dus wel weêr verloren zijn en alleen het voorgestelde van gereformeerde zijde zal inderdaad blijken het eenig uitvoerbare te zijn, nl.een geleidelijk uiteengaan der verschillende richtingen met eene onderlinge schikking omtrent de goederen. Wil men dat laatste niet, welnuook goed. Het koninkrijk Gods is niet: gebouwen en goederen en staatstractementen, maar gerechtigheid, vrede en blijdschap door den Heiligen Geest. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Kootwijk. Couranten, boekjes, brieven en gesprekken hebben ons verkondigd, dat in de eerste dagen van het jaar 1886 in de Nederl. Herv. Kerk eene beroering is ontstaan. Den verderen loop daarvan slaan wij met belangstelling gade. On der de namen der gemeenten, waarop wij zijn gewezen, neemt het kleine, schier vergeten Kootwijk eene bescheiden plaats in. Wij willen met onze lezers er heen gaan, om de zaken aldaar van naderbij te bezien. De vraag doet zich alsdan van zelve voor bij den weetgierigen lezer: waar ligt ergens in Nederland die plaats? Wij willen trachten die met u te vinden en nemen daartoe het liefst Barneveld als uitgangs punt van onze onderzoekingsreize. Aan andere gidsen zij het toevertrouwd u er heen te lei den, hetzij over Garderen, of Otterloo of Ede, mits gij mijne waarschuwing voor lief wilt aannemen, dat gij alsdan gelegenheid zult heb ben, om met mannenmoed, maar ook met breed gezoolde schoenen de kunst in beoefening te brengen, om, even als ganzen of zwanen, op zand te trappen. Wij voegen daarbij gemak kelijk de voorspelling dat gij bij uwe tehuis komst van deze wandeling wel den uitroep zult doen„ik wensch geen stap terug te treên op die afgelegde baan. Wij gaan dan uit Bar neveld en laten het kasteel van „Jan van Schaf- felaar" aan onze linkerhand, om slechts een karrespoor te volgen dat ons straks in de hei zal brengen. Bij aanvang verlustigt zich ons oog in bos- schen, akkermaalshout en goed bebouwde gronden. Nog één uur gaans bevinden wij ons tusschen zoovele buurtschappen, als: Kootwijkerbroek, Garderbroek, Stroe, Hartskamp enz. Ginds bjj die woning ziet gij een uitgestrekt stuk grond, waarvan eenmaal verteld isop dezen grond moeten wij een kerkgebouw en pastorie zien staan, om te voorzien in de geestelijke behoef ten dezer buurtschappen, welke gezamenlijk eene aanzienlijke gemeente zouden uitmaken. Tot hiertoe is het slechts bij wenschen geble ven, zoowel van Garderen als van Kootwijk. Wij richten thans onze schreden naar de barre heide, die van tijd tot tijd wordt afgewisseld door mul zand, om, afgemat van onzen loop, op gindschen zandberg een rustplaats te nemen. Van daar wijs ik u op een torenspits, die zich uit het geboomte verheft. Dicht bij dezen berg heb ik op een ruwen winteravond gedwaald, en zou mijne dwaling met den dood hebben geboet, ware het niet, dat ik uit die woning daar een lamplicht had opgemerkt. Sinds dien tijd heb ik mij een compas aangeschaft, waarbij ik veel baat heb gevonden. Hoe nader wij bij dit dorp komen, hoe meer gij geneigd zult zijn de vraag te doenhoe is het mogelijk dat hier nog inen- schen mogen, of kunnen, ja willen wonen? In naburige plaatsen beschrijft men u dit dorp al gemeen met het oude versje Kootwiek is een darp Met zeven huusen en een kark, De boeren komen er uut Met pochels op der huud. Midden in het dorpje vinden wij een vier kanten lap grond, aldaar den brink genoemd. Aan dezen brink grenzen acht of negen hui zen waaronder gij te vergeefs zult zoeken naar bakkerij, vleeschhouwerjj of apotheek. Het kerkgebouw, annex torentje, plus een waterput van circa 40 voet diep, staan op dien brink. Eene dichterlijke verklaring van dat bouwvallig torentje, als een vinger die u ten hemel wijst, wordt u daar ten kwade geduid, omdat men daarbij meent, dat gij de lengte van hun toren gelijk stelt aan de lengte van uw vinger. In dat torentje hangt zelfs een klok, prijkende met het jaartal 800. De taal der in- inwoners kunt gij ter nauwernood verstaan. Men spreekt daar van een kranke, dat hij is „podderig" of „gorrig." Het eerste beteekent: dat schikt nog al; het tweede: hij is ernstig ziek. Het gaat hun even als Epliraïm ten tijde van Jephta bij de uitspraak van de klank sch. Hoor hen slechts praten van „sjapen sjeeren" in plaats van schapen scheren. Aan hunne kerk zijn zij verknocht hun tot eere. Op den dag des Heeren komen zij getrouw ter kerke, op voorwaarde de waarheid te zullen hooren. Van kindsbeen af worden zij geleerd in de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is. Getuige hunne Bijbelkennis en de liefde i/oF het catechetisch onderwijs. j£ij le"cn bijzonder eenvoudig. De dominé ia daar de vraagbaak recht verstandig van de menschen. Voor een zesiig of zeventig jaren was echter hunne ver trouweling niet bijzonder op de hoogte van den tijd. Ja, hij wist hun te vertellen, wat er al zoo wat in de wereld voorviel, omdat hij eiken dag de oprechte Haarlemmer Courant lasmaar altijd een jaar ten achter dus oud nieuws; van daar dan ook de oorzaak dat hij nog op den preekstoel bad voor de Franschen, toen zij reeds drie maanden uit ons land verdreven waren; vandaar, dat hij op een Hemelvaartsdag, in den tuin arbeidende, door een der ouderlingen werd gewaarschuwd: Dominé, de menschen staan ge reed om ter kerke te gaan, de klok zal straks luiden. De dominé ging naar zijn preêken-plankje en nu ik wil geen dominé's plagen, Yeel is sinds het emeritaat van dien prediker veranderd. Een nieuwe pastorie, idem school gebouw, driemaal in de week een bakkersknecht uit Barneveld met oud brood; driemaal in de week een postbode, zonder voortaan voor eiken brief 2| cent extra te moeten betalen enz., dat alles bij elkander maakt nu het aardsche leventje aldaar zoo wat dragelijker. Van dat leventje echter wenscht tot hiertoe geen predi kant te willen genieten, de vacature bestaat ruim 18 jaren. Dit verwondert ons nu althans niet. Onze Hervormde kerk telt bijna 300 vacante plaatsen. Het kleine schier vergeten Kootwijk biedt 800 gulden tractement aan, waarvan 666 van het Rijk en de restja, zie maar dat gij het krijgt. De arbeider, en dan nog op zulk een arbeidsveld, is toch waarlijk zijn karig loontje waard. Voor een dertigtal jaren, bij overvloed van proponenten, zou men op Kootwijk, Vrouwen polder, Poederogen, Polsbroek en zoovele andere broeken storm hebben geloopen, en nu is 't anders bevonden. In dien tijd van overvloed aan candidaten, moest Kootwijk evenwel vaak gebrek lijden. Menige kerkbeurt moest onver vuld blijven door de vele vacaturen aan den ring Harderwijk eigen. Het drie of vier uren stapvoets rijden naar de vacante plaats, zooals Heerde, belette den predikant op dien Zondag in eigen gemeente op te treden. Men wist hierin hulp te verschaffen. Onder goedkeuring van den predikant, werd een oefenaar opgezocht uit eene andere gemeeete, om, in eenvoudigheid des har ten, over de heilswaarheden met de hoorders te spreken. Dit gerucht bereikte nauwelijks het oor van een der heeren uit het Classikaal Bestuur of flap, daar valt een bom in Kootwjjk. Wederom teleurstelling bij het gehoorzamen aan het ge bod „deze oefeningen zijn u verboden te hou den in uw kerkgebouw, volgens Synodaal Re glement." Wat nu voor het vervolg. Wordt vervolgd. Sommelsdijli, 21 April 1886. In de verga dering van 20 April 1886 van Ingelanden der Polders het Oudeland enz., onder Sommelsdijk, is tot gezworen dier Polders gekozen de heer H. Schilperoord met 496 stemmenuitgebracht werden 597 stemmen. 24 April. Heden werden de kinderen, die aan de mazelen hebben geleden en nog lijden, in deze gemeente aardig verrast door den heer de Gast alhier, die ieder kind op enkele paascheieren tracteerde. Geen wonder dat ouders zoowel als kinderen deze verrassing op hoogen prijs stelden. 25 April. De aflevering van de bij de Nationale Militie voor de lichting van dit jaar intelijven manschappen uit deze gemeente, zal geschieden te Dordrecht, op Vrijdag 7 Mei a. s., des voormiddags ten 8 ure. Stellendam. Het kohier van den Hoofde- lijken Omslag is door den Gemeenteraad vast gesteld op een bedrag van 2165. Door den Gemeenteraad is het kohier der Hondenbelasting vastgesteld op 58. Op het kohier komen 35 aanslagen voor. Er komen in den laatsten tijd alhier geene nieuwe gevallen van mazelen voor. Een door die ziekte aangetast kindje is er aan bezweken. GOedereede. De aflevering der manschappen dezer lichting zal plaats hebben te Dordrecht in de pontonniers-kazerne, op Vrijdag den 7 Mei aanstaande. Ridderkerk. Het ter visie liggend kohier der Inkomsten Belasting over 1886 geeft aan de volgende bijzonderheden. Totaal belastbaar inkomen 271.790,44; heffing 4.2% bedrag van hetkohier/11.415.21 totaal aangeslageuen 500,hoogste inkomen ƒ13000,aanslag 504,—laagste inkomen 500,laagste aanslag f 0.86. In deze gemeente is afgemaakt een vreem de, onbeheerde hond, waarna door den veearts werd geconstateerd, dat hij verdacht moest worden als geleden te hebben aan hondsdolheid. Dientengevolge is door den Burgemeester toegepast de wet op de hondsdolheid, zoodat alsnu gedurende vier maanden alle honden bin nen deze gemeente moeten worden vastgehou den of voorzien zijn van een muilkorf, volgens die wet voorgeschreven. De inlijving voor de Nationale Militie I is voor deze gemeente bepaald op den 7 Mei J a. s.: aantal te lever»" manschappen be draagt 20; het laatst ogeroepen nummer is 41. Vergadering van den Gemeenteraad van Ridderkerk van 21 April 1886. Voorzitter: de Burgemeester L. Kruijff Lz. Alle leden tegenwoordig. Aan de orde is de installatie van het nieuwe lid de heer B. Plaisier. Door genoemden heer worden afgelegd de eeden, voor geschreven bij art. 83 der grondwet en 39 der gemeentewet. Na toepasselijke woorden van den voorzitter en den heer Plaisier, neemt Z.Ed. zitting. De notulen der vorige vergadering worden daarna gelezen en goedgekeurd. De voorzitter deelt mede: le een beschikking van Ge deputeerde Staten en Z. M. den koning, houdende afwij zing van het verzoek van den Gemeenteraad om eene subsidie voor de gewone kosten van het Lager Onderwijs, volgens artikel 19 der wet. De heer Smit deelt daarop mede, dat hij naar aanleiding der behandeling van het teekenonderwijs heeft verzocht, dat die subsidie vooralsnog niet zou worden verleend en geeft alsnu in overweging te onderzoeken, of die zaak daarop invloed heeft gehad bij Gedeputeerde Staten 2e. Bericht van Gedeputeerde Staten dat de gemeente over 1884, wegens te veel genoten 30 °/0 onderwijskos ten, moet terugbetalen eene som van f 196.275. Aange nomen voor notificatie. 3e. De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het kohier der Inkomsten Belasting voor 1886. Aangenomen voor notificatie. 4e. De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het raadsbesluit tot het verinenen eener toelage voor de verpleging van een doofstom kind van C. de Jong. Aangenomen voor notificatie. 5e. Het Proc. Verbaal van opname der boeken en kas van den Gemeenteontvanger. Aangenomen voor notificatie. 6e. Eenige reclames ter zake de Inkomsten Belasting. Gesteld in handen der commissie tot advies. 7e. Dat de leverantie van de grint voor de wegen is gegund aan J. van Breugel voor f 1.30 per stère. Aan genomen voor notificatie. Aan de orde is: wijziging van het eerste lid van art. 1 der Verordering van politie op de haven, thans luidende: „Geene schepen van meerdere diepgang, dan de daartoe „aan den mond der haven geplaatste peilschaal aanwijst, „mogen de haven binnenloopen." Met het oog dat in den laatsten tijd zoo dikwijls sche pen aan den grond zitten, stellen Burgemeester en Wet houders voor, die zinsnede te lezen„Het is verboden „de haven in- of uittevaren met vaartuigen van grooter „diepgang dan 1.35 Meter (4.5 voet) zonder vergunning ,van den havenmeester." Na discussie hierover, waarbij wordt besproken de toestand der haven en verbetering door middel van baggermachines, wordt besloten: de voorgestelde wijziging aan te houden en intusschen het gewone jaarlijksche baggeren te doen verrichten en een onderzoek in te stellen, naar hetgeen kan worden verricht tot eene meer afdoende uitdieping. Door Burgemeester en Wethouders wordt ingevolge art. 182 der gemeentewet, uitgebracht het jaarlijksch verslag van den toestand der gemeente. Na lezing van eenige gedeelten daaruit, wordt het verslag gedeponeerd voor de leden. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat eene nieuwe krankzinnige ten laste der gemeente is gekomen, waarop bij de begrooting niet is gerekend en verzoeken zij crediet voor de kosten. Behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten wordt daartoe besloten. Hierna wordt de vergadering gesloten. Scherpenisse, 19 April. Een ruim 70-jarige grijsaard heeft heden morgen door ophanging een einde aan zijn leven gemaakt. Wat de reden van deze daad moge zijn, is niet bekend. Heenvliet. 23 April 1886. Door prachtig weêr begunstigd, werd de marktdag op heden alhier veel drukker bezocht dan de vorige week. Er werden aangevoerd 97 stuks rundvee, 28 biggen en 1 geit. Handel zeer slap. 24 April. Geen advertentie bracht het lezend publiek op de hoogte, dat in deze ge meente heden A. Berkhout en J. Brederland hun 25-jarige echtvereeniging zouden vieren met hunne vijf kinderen, waarvan de oudste dit jaar dienstplichtig is, en hoewel hun tafel heden middag ook wel geen gebrek aankondigdege leek het op verre na geen feestmaal. Nu jaadvertentie en feestmaal, 't is waar, kan men van geen daglooner verwachtendie op een eerlijke wijze door de wereld wil, en toch bij deze feestvierenden had men dat gaarne gezien, omdat de man meer dan twintig jaren achtereen als werkzamen arbeider op den Huize de Oliphant is gekend. St. Maartensdijk, 20 April. Heden is door het Bestuur van het Waterschap St. Maartensdijk aanbesteed het maken eener nieuwe zeesluis met annexe werken aan den polder Slabbecoorne. Er werd ingeschreven door H. M. van Bezooijen, voor 1640.- te Scberpenis A. van Bezoc ƒ1221.— J D. Hartog Aan D. Hart werk gegund. De Begroot' 22 Api bestaande uit gezel, naar Nl Gemee Verge Voorzitter: E.l •1. Vaststelliri 2. Af- en ov 3. Benoemir.J van één lid v. zing van drie lé 4. Ingekomej Aanwezig de de leden Pluggd wezig de Heer De notulen Plugge goedgek| op eene vraag f 5000 voor ka^ leen kunnen kr De Voorz. ste kohier v. d. H. De Heeren Plujj zwaar tegen, iel hebben. Vroege kohier twee r; dit niet meer; tegen, met een bezwaren gema wezen op het en op den tijdi en gaven de vl beste weten ha| der leden en vastgesteld. Daarna werd begrooting dier vordering plaatj begrooting die ij Rijk van het v wijskosten) goa Tot leden Heeren P. Ga. zal voor beide en ook voor Eindelijk we Pisuisse, waars gevolge van z moet nemen aq tal vacaturen en A. D. Brinl naar Helder er Toen boveng had niemand midden te brei 25 Api zoontje vai ouderlijke makkers te weldra het van het gev verdronk, ongerust te gingen aan bleef vrucht Eerst dei] lijkje van voor vele or, kinderen gaan. St. Annal behoeftigen extra bedeel Deze bel A. J. Beere namens onz De Gasembi Heiuenoc worden 8 De p nog steeds niet verkoo De wé de rivier 't Is een li 's Grave is toegelah Door de kohier van tot een bei minder da vereischte looning wej de vacatur aan ieder boven de v is ook nu over 1886 vergoed als bij beschikt Handel en concessie is Garde c. s aangevraag W aard, en aan 't Bui goedgekeui Done door eene college vai en hoofdin

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1886 | | pagina 2