I
11
k"'l
Uit de Pers.
Ingezonden.
Plaatselijk Mieuws.
C
WM
r
nk
"i-3
r
M I
w
i M
m
'•-! '4
:ifi
DE CRISIS.
De loopende geruchten bevestigen steeds meer
de meening, dat het ministerie Heemskerk aan
zal blijven, maar de ministers van Finantiën en
Waterstaat zullen worden vervangen.
PROVINCIALE STATEN.
De 11e Mei brengt alom beweging in het land.
Van verschillende streken komen reeds de be
richten in van gehouden vergaderingen en reeds
tal van namen zijn gepubliceerd van hen, die voor
de komende verkiezingen in aanmerking komen
of reeds candidaat zijn gesteld. Allerwege schijnt
men, meer dan vroeger het geval was, te be
grepen, dat er ook van de verkiezingen voor de
Prov. Staten, o, zooveel afhangt. De antirevolu
tionairen vooral beginnen in te zien, dat zij maar
al te lang tegenover deze verkiezingen eene
te flauwe gedragslijn gevolgd hebben. Er
hangt toch zooveel ook voor de Provincie van
af, welke beginselen in de Staten worden verte
genwoordigd en door wie de provinciale en ge
meentelijke belangen worden behartigd.
Wie de wetten maken mag wel in 't oog
worden gehouden, maar niet minder wie ze
uitvoeren of de uitvoering beheerschen. En bo
vendien, het kan niet genoeg herhaald worden,
dat van het gehalte der Provinciale Staten
tevens ook dat der Eerste Kamer afhangt, die
op dit oogenblik, waarop de zon der liberalen
min of meer ten ondergang neigt, voor hen nog
het hechtste bolwerk is. Ook de Prov. Staten
moeten dus omgezet vroeg of laat, zoo mogelijk
reeds bij de komende verkiezing.
Die van antirevolutionaire bloede zijn op ons
eiland, mogen dus ook wel wakker worden.
Zeker, er geschiedt niets zonder Gods wil, en
als Hij het niet wil, zullen we ook niet over
winnen.
Doch deze vaststaande waarheid mag geen
ingang verleetien aan eene afkeurenswaardige
lauwe en laffe houding tegenover wat op elk
gebied eens christens hooge roeping is. Hij is
altijd geroepen tot getuigen en ook het invullen
Van een stembriefje, het gaan naar het dorps
huis moet en kan een getuigenis zijn tegen de
macht, die op elk terrein des levens de onver
anderlijke beginselen van recht en gerechtigheid,
die in Gods Woord zijn neergelegd, wederstaat.
Daarbij moet dikwijls veel wegvallen, veel ver
loochend. Doch wat ook hier het zwaarste is,
moet het zwaarste wegen. Dit geldt zoowel
voor de kiezers als voor hen op wie de keuze
valt.
Geen verschansing gezocht achter zooveel
vreeze, het besef van eigen kleine krachten,
want, dien God op een post stelt, dien geeft Hij
er ook kracht toe. En wat nu de Prov. Staten
betreft, het behoeven lang allen geen meesters
in de Rechten te zijn, die daar voor het grootste
gedeelte, althans voor ons district, de landbou
wende bevolking vertegenwoordigen. Een goede
boer met een vast beginsel en een helder hoofd
is daar evenzeer, indien nog niet beter, op zijn
plaats. Ook dat is veel te veel vergeten.
Wij weten evenwel niet voor welke keuze
de vergadering, op 80 April te Middelharnis
te houden, ons zal plaatsen. Wij sporen zoo-
velen onze beginselen belijden, en die ook in
de practijk wenschen te steunen, ten zeerste aan,
tot die vergadering trouw op te komen. Het is
vooral gewenscht, dat uit iedere gemeente van
ons eiland althans een paar mannen van goeden
wille zich aldaar laten zien. Slechts door een
drachtige samenwerking kan er onder Gods on-
misbaren zegen iets goeds uit geboren worden.
Wij weten dat voor de openvallende plaatsen
door de periodieke aftreding van de heeren:
Mr. P. C. A. M. van Weel en Mr. G. J. Goekoop,
de verkiezing zal plaats hebben op 11 Mei,
terwijl wij vernamen dat die voor de plaats,
opengevallen door het overlijden van den heer
Mr. D. van Weel, zal plaats hebben op 8 Juni.
Waarom deze verkiezingen niet gelijktijdig ge
schieden, begrijpen wij niet. Zou het soms kun
nen zijn, om een kansje over te houden, als de
liberalen op 11 Mei niet slagen?
In eene Rede van Prof. Dr. Ph. J. Hoede-
maker, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit,
onder den titel Kerk en School in het licht ver
schenen, bespreekt deze het verband tusschen
het kerkelijk conflict en de Vrije Universiteit.
Met verontwaardiging verwerpt hij de meening,
als zou de geheele kerkelijke beweging op touw
zijn gezet ten behoeve van de V. U. Haren
candidaten, zegt men, moet een weg tot de Kerk
gebaand en daarom moet deze afgebroken. Op
haar rust een schuld van 80 000 en daarom
moeten de sleutels veroverd der kerkelijke kassen.
Het eerste weerlegt de Hoogleeraar met de veron
derstelling, dat toch daarom de geheele Kerk niet
behoefde in beweging gebracht, aangezien één
Kootwijk genoeg is om de kwestie voor heel de
Kerk uit te maken. Voorts ware het geenszins
verstandig, om al wat tegen de Vrije Universiteit
is, op te roepen, om dien weg, gesteld dat het
dezen op moest, wat de Hoogleeraar nooit toegeeft,
te versperren. Bovendien zouden er wel 10 Koot
wijken te vinden zijn, als er straks een tiental
candidaten arriveerden, die hun geheele opleiding
aan de Vrije Universiteit zullen genoten hebben.
En wat de schuld betreft bovengenoemd, de
Hoogleeraar moet constateeren, dat de Vrije
Universiteit waarlijk in goeden doen is en er
volstrekt nog geen vrees behoeft te bestaan voor
een eventueel bankroet. Wat is dan wel het
verband, dat beide de beweging in de Kerk en de
Vrije Universiteit verbindt? Een zelfde beginsel,
het gereformeerd beginsel nl., neêrgelegd in het
slot van het Onze Vader"Zijns is het Konink
rijk en de kracht en de heerlijkheid. Koning
Jezus moet op elk gebied des levens, Kerk,
School, Maatschappij en Staat alle eer gegeven
en het kwade, dat zich op dat verschillend gebied
tegen Hem om Zijn Woord kant, in den wortel
aangetast. Dit geeft een strijd, zelfs met hen,
die hetzelfde bedoelenmaar in plaats van het
kwaad in den wortel te zoeken, hier en daar naar
een dooden tak of verdorde bladeren omzien, om
daaraan genezing te willen brengen. In het
schriftwoord, dat de Hoogleeraar ten grondslag
legde voor zijne redeligt het eenig ware
beginsel, het levensbeginsel der Vrije Universiteit
en der kerkelijke beweging aangegeven: „of
maakt den boom goed en zijne vrucht goed of
maakt den boom kwaad en zijne vrucht kwaad;
want uit de vrucht wordt de boom gekend.
Slechts noode bedwingen wij ons, om niet het
een en ander uit genoemde rede over te nemen
der lezing ovèrwaardig. Moge zij medewerken
om velen, die tot heden, om welke reden dan
ook, van verre staan, de oogen te openen en
bevorderlijk zijn tot meerder waardeering der
gereformeerden en der Vrije Universiteit op
gereformeerden grondslag.
In de Heraut van Zondag 25 April bespreekt
Dr. F. L. Rutgers de d»or de Synode ontworpen
modus vivendi JuVen viertal punten, waarin o.a.
wordt t° hennen gegeven, dat het door de Synode
voorgestelde geene andere vrucht zou kunnen
'nebbenals het aangenomen werd, dan dat de
moderne richting officieel als rechthebbende in
de Kerk wordt erkend. Nu, dat kunnen de
gereformeerden nooit toegeven en zelfs geen
enkel ernstig irenische zal dit doen. Al de arbeid
der Synode van vele weken zal dus wel weêr
verloren zijn en alleen het voorgestelde van
gereformeerde zijde zal inderdaad blijken het
eenig uitvoerbare te zijn, nl.een geleidelijk
uiteengaan der verschillende richtingen met eene
onderlinge schikking omtrent de goederen. Wil
men dat laatste niet, welnuook goed. Het
koninkrijk Gods is niet: gebouwen en goederen
en staatstractementen, maar gerechtigheid, vrede
en blijdschap door den Heiligen Geest.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Kootwijk.
Couranten, boekjes, brieven en gesprekken
hebben ons verkondigd, dat in de eerste dagen
van het jaar 1886 in de Nederl. Herv. Kerk
eene beroering is ontstaan. Den verderen loop
daarvan slaan wij met belangstelling gade. On
der de namen der gemeenten, waarop wij zijn
gewezen, neemt het kleine, schier vergeten
Kootwijk eene bescheiden plaats in. Wij willen
met onze lezers er heen gaan, om de zaken
aldaar van naderbij te bezien. De vraag doet
zich alsdan van zelve voor bij den weetgierigen
lezer: waar ligt ergens in Nederland die plaats?
Wij willen trachten die met u te vinden en
nemen daartoe het liefst Barneveld als uitgangs
punt van onze onderzoekingsreize. Aan andere
gidsen zij het toevertrouwd u er heen te lei
den, hetzij over Garderen, of Otterloo of Ede,
mits gij mijne waarschuwing voor lief wilt
aannemen, dat gij alsdan gelegenheid zult heb
ben, om met mannenmoed, maar ook met breed
gezoolde schoenen de kunst in beoefening te
brengen, om, even als ganzen of zwanen, op
zand te trappen. Wij voegen daarbij gemak
kelijk de voorspelling dat gij bij uwe tehuis
komst van deze wandeling wel den uitroep
zult doen„ik wensch geen stap terug te treên
op die afgelegde baan. Wij gaan dan uit Bar
neveld en laten het kasteel van „Jan van Schaf-
felaar" aan onze linkerhand, om slechts een
karrespoor te volgen dat ons straks in de hei
zal brengen.
Bij aanvang verlustigt zich ons oog in bos-
schen, akkermaalshout en goed bebouwde gronden.
Nog één uur gaans bevinden wij ons tusschen
zoovele buurtschappen, als: Kootwijkerbroek,
Garderbroek, Stroe, Hartskamp enz. Ginds bjj
die woning ziet gij een uitgestrekt stuk grond,
waarvan eenmaal verteld isop dezen grond
moeten wij een kerkgebouw en pastorie zien
staan, om te voorzien in de geestelijke behoef
ten dezer buurtschappen, welke gezamenlijk
eene aanzienlijke gemeente zouden uitmaken.
Tot hiertoe is het slechts bij wenschen geble
ven, zoowel van Garderen als van Kootwijk.
Wij richten thans onze schreden naar de barre
heide, die van tijd tot tijd wordt afgewisseld
door mul zand, om, afgemat van onzen loop,
op gindschen zandberg een rustplaats te nemen.
Van daar wijs ik u op een torenspits, die zich
uit het geboomte verheft. Dicht bij dezen berg
heb ik op een ruwen winteravond gedwaald, en
zou mijne dwaling met den dood hebben geboet,
ware het niet, dat ik uit die woning daar een
lamplicht had opgemerkt. Sinds dien tijd heb
ik mij een compas aangeschaft, waarbij ik veel
baat heb gevonden. Hoe nader wij bij dit dorp
komen, hoe meer gij geneigd zult zijn de vraag
te doenhoe is het mogelijk dat hier nog inen-
schen mogen, of kunnen, ja willen wonen? In
naburige plaatsen beschrijft men u dit dorp al
gemeen met het oude versje
Kootwiek is een darp
Met zeven huusen en een kark,
De boeren komen er uut
Met pochels op der huud.
Midden in het dorpje vinden wij een vier
kanten lap grond, aldaar den brink genoemd.
Aan dezen brink grenzen acht of negen hui
zen waaronder gij te vergeefs zult zoeken
naar bakkerij, vleeschhouwerjj of apotheek.
Het kerkgebouw, annex torentje, plus een
waterput van circa 40 voet diep, staan op dien
brink. Eene dichterlijke verklaring van dat
bouwvallig torentje, als een vinger die u ten
hemel wijst, wordt u daar ten kwade geduid,
omdat men daarbij meent, dat gij de lengte
van hun toren gelijk stelt aan de lengte van
uw vinger. In dat torentje hangt zelfs een klok,
prijkende met het jaartal 800. De taal der in-
inwoners kunt gij ter nauwernood verstaan.
Men spreekt daar van een kranke, dat hij is
„podderig" of „gorrig." Het eerste beteekent:
dat schikt nog al; het tweede: hij is ernstig
ziek. Het gaat hun even als Epliraïm ten tijde
van Jephta bij de uitspraak van de klank sch.
Hoor hen slechts praten van „sjapen sjeeren"
in plaats van schapen scheren. Aan hunne
kerk zijn zij verknocht hun tot eere. Op
den dag des Heeren komen zij getrouw ter
kerke, op voorwaarde de waarheid te zullen
hooren. Van kindsbeen af worden zij geleerd in de
kennis der waarheid, die naar de godzaligheid
is. Getuige hunne Bijbelkennis en de liefde i/oF
het catechetisch onderwijs. j£ij le"cn bijzonder
eenvoudig. De dominé ia daar de vraagbaak
recht verstandig van de menschen. Voor een
zesiig of zeventig jaren was echter hunne ver
trouweling niet bijzonder op de hoogte van den
tijd. Ja, hij wist hun te vertellen, wat er al
zoo wat in de wereld voorviel, omdat hij eiken
dag de oprechte Haarlemmer Courant lasmaar
altijd een jaar ten achter dus oud nieuws;
van daar dan ook de oorzaak dat hij nog op
den preekstoel bad voor de Franschen, toen zij
reeds drie maanden uit ons land verdreven waren;
vandaar, dat hij op een Hemelvaartsdag, in den
tuin arbeidende, door een der ouderlingen werd
gewaarschuwd: Dominé, de menschen staan ge
reed om ter kerke te gaan, de klok zal straks
luiden. De dominé ging naar zijn preêken-plankje
en nu ik wil geen dominé's plagen,
Yeel is sinds het emeritaat van dien prediker
veranderd. Een nieuwe pastorie, idem school
gebouw, driemaal in de week een bakkersknecht
uit Barneveld met oud brood; driemaal in
de week een postbode, zonder voortaan voor
eiken brief 2| cent extra te moeten betalen
enz., dat alles bij elkander maakt nu het aardsche
leventje aldaar zoo wat dragelijker. Van dat
leventje echter wenscht tot hiertoe geen predi
kant te willen genieten, de vacature bestaat
ruim 18 jaren. Dit verwondert ons nu althans
niet.
Onze Hervormde kerk telt bijna 300 vacante
plaatsen. Het kleine schier vergeten Kootwijk
biedt 800 gulden tractement aan, waarvan 666
van het Rijk en de restja, zie maar dat
gij het krijgt. De arbeider, en dan nog op zulk
een arbeidsveld, is toch waarlijk zijn karig loontje
waard.
Voor een dertigtal jaren, bij overvloed van
proponenten, zou men op Kootwijk, Vrouwen
polder, Poederogen, Polsbroek en zoovele andere
broeken storm hebben geloopen, en nu is 't
anders bevonden. In dien tijd van overvloed
aan candidaten, moest Kootwijk evenwel vaak
gebrek lijden. Menige kerkbeurt moest onver
vuld blijven door de vele vacaturen aan den
ring Harderwijk eigen. Het drie of vier uren
stapvoets rijden naar de vacante plaats, zooals
Heerde, belette den predikant op dien Zondag
in eigen gemeente op te treden. Men wist hierin
hulp te verschaffen. Onder goedkeuring van den
predikant, werd een oefenaar opgezocht uit eene
andere gemeeete, om, in eenvoudigheid des har
ten, over de heilswaarheden met de hoorders
te spreken.
Dit gerucht bereikte nauwelijks het oor van
een der heeren uit het Classikaal Bestuur of
flap, daar valt een bom in Kootwjjk. Wederom
teleurstelling bij het gehoorzamen aan het ge
bod „deze oefeningen zijn u verboden te hou
den in uw kerkgebouw, volgens Synodaal Re
glement." Wat nu voor het vervolg.
Wordt vervolgd.
Sommelsdijli, 21 April 1886. In de verga
dering van 20 April 1886 van Ingelanden der
Polders het Oudeland enz., onder Sommelsdijk,
is tot gezworen dier Polders gekozen de heer
H. Schilperoord met 496 stemmenuitgebracht
werden 597 stemmen.
24 April. Heden werden de kinderen,
die aan de mazelen hebben geleden en nog
lijden, in deze gemeente aardig verrast door den
heer de Gast alhier, die ieder kind op enkele
paascheieren tracteerde. Geen wonder dat ouders
zoowel als kinderen deze verrassing op hoogen
prijs stelden.
25 April. De aflevering van de bij de
Nationale Militie voor de lichting van dit jaar
intelijven manschappen uit deze gemeente, zal
geschieden te Dordrecht, op Vrijdag 7 Mei a. s.,
des voormiddags ten 8 ure.
Stellendam. Het kohier van den Hoofde-
lijken Omslag is door den Gemeenteraad vast
gesteld op een bedrag van 2165.
Door den Gemeenteraad is het kohier der
Hondenbelasting vastgesteld op 58. Op het
kohier komen 35 aanslagen voor.
Er komen in den laatsten tijd alhier geene
nieuwe gevallen van mazelen voor. Een door
die ziekte aangetast kindje is er aan bezweken.
GOedereede. De aflevering der manschappen
dezer lichting zal plaats hebben te Dordrecht
in de pontonniers-kazerne, op Vrijdag den 7 Mei
aanstaande.
Ridderkerk. Het ter visie liggend kohier
der Inkomsten Belasting over 1886 geeft aan
de volgende bijzonderheden.
Totaal belastbaar inkomen 271.790,44;
heffing 4.2% bedrag van hetkohier/11.415.21
totaal aangeslageuen 500,hoogste inkomen
ƒ13000,aanslag 504,—laagste inkomen
500,laagste aanslag f 0.86.
In deze gemeente is afgemaakt een vreem
de, onbeheerde hond, waarna door den veearts
werd geconstateerd, dat hij verdacht moest
worden als geleden te hebben aan hondsdolheid.
Dientengevolge is door den Burgemeester
toegepast de wet op de hondsdolheid, zoodat
alsnu gedurende vier maanden alle honden bin
nen deze gemeente moeten worden vastgehou
den of voorzien zijn van een muilkorf, volgens
die wet voorgeschreven.
De inlijving voor de Nationale Militie
I is voor deze gemeente bepaald op den 7 Mei
J a. s.: aantal te lever»" manschappen be
draagt 20; het laatst ogeroepen nummer is 41.
Vergadering van den Gemeenteraad van Ridderkerk
van 21 April 1886.
Voorzitter: de Burgemeester L. Kruijff Lz.
Alle leden tegenwoordig.
Aan de orde is de installatie van het nieuwe lid de
heer B. Plaisier.
Door genoemden heer worden afgelegd de eeden, voor
geschreven bij art. 83 der grondwet en 39 der gemeentewet.
Na toepasselijke woorden van den voorzitter en den
heer Plaisier, neemt Z.Ed. zitting. De notulen der vorige
vergadering worden daarna gelezen en goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede: le een beschikking van Ge
deputeerde Staten en Z. M. den koning, houdende afwij
zing van het verzoek van den Gemeenteraad om eene
subsidie voor de gewone kosten van het Lager Onderwijs,
volgens artikel 19 der wet.
De heer Smit deelt daarop mede, dat hij naar aanleiding
der behandeling van het teekenonderwijs heeft verzocht,
dat die subsidie vooralsnog niet zou worden verleend
en geeft alsnu in overweging te onderzoeken, of die
zaak daarop invloed heeft gehad bij Gedeputeerde Staten
2e. Bericht van Gedeputeerde Staten dat de gemeente
over 1884, wegens te veel genoten 30 °/0 onderwijskos
ten, moet terugbetalen eene som van f 196.275. Aange
nomen voor notificatie.
3e. De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van het
kohier der Inkomsten Belasting voor 1886. Aangenomen
voor notificatie.
4e. De goedkeuring door Gedeputeerde Staten van
het raadsbesluit tot het verinenen eener toelage voor de
verpleging van een doofstom kind van C. de Jong.
Aangenomen voor notificatie.
5e. Het Proc. Verbaal van opname der boeken en kas
van den Gemeenteontvanger. Aangenomen voor notificatie.
6e. Eenige reclames ter zake de Inkomsten Belasting.
Gesteld in handen der commissie tot advies.
7e. Dat de leverantie van de grint voor de wegen is
gegund aan J. van Breugel voor f 1.30 per stère. Aan
genomen voor notificatie.
Aan de orde is: wijziging van het eerste lid van art. 1
der Verordering van politie op de haven, thans luidende:
„Geene schepen van meerdere diepgang, dan de daartoe
„aan den mond der haven geplaatste peilschaal aanwijst,
„mogen de haven binnenloopen."
Met het oog dat in den laatsten tijd zoo dikwijls sche
pen aan den grond zitten, stellen Burgemeester en Wet
houders voor, die zinsnede te lezen„Het is verboden
„de haven in- of uittevaren met vaartuigen van grooter
„diepgang dan 1.35 Meter (4.5 voet) zonder vergunning
,van den havenmeester."
Na discussie hierover, waarbij wordt besproken de
toestand der haven en verbetering door middel van
baggermachines, wordt besloten: de voorgestelde wijziging
aan te houden en intusschen het gewone jaarlijksche
baggeren te doen verrichten en een onderzoek in te
stellen, naar hetgeen kan worden verricht tot eene meer
afdoende uitdieping.
Door Burgemeester en Wethouders wordt ingevolge
art. 182 der gemeentewet, uitgebracht het jaarlijksch
verslag van den toestand der gemeente.
Na lezing van eenige gedeelten daaruit, wordt het
verslag gedeponeerd voor de leden.
Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat eene
nieuwe krankzinnige ten laste der gemeente is gekomen,
waarop bij de begrooting niet is gerekend en verzoeken
zij crediet voor de kosten. Behoudens goedkeuring van
Gedeputeerde Staten wordt daartoe besloten.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
Scherpenisse, 19 April. Een ruim 70-jarige
grijsaard heeft heden morgen door ophanging
een einde aan zijn leven gemaakt. Wat de reden
van deze daad moge zijn, is niet bekend.
Heenvliet. 23 April 1886. Door prachtig weêr
begunstigd, werd de marktdag op heden alhier
veel drukker bezocht dan de vorige week.
Er werden aangevoerd 97 stuks rundvee,
28 biggen en 1 geit. Handel zeer slap.
24 April. Geen advertentie bracht het
lezend publiek op de hoogte, dat in deze ge
meente heden A. Berkhout en J. Brederland
hun 25-jarige echtvereeniging zouden vieren met
hunne vijf kinderen, waarvan de oudste dit jaar
dienstplichtig is, en hoewel hun tafel heden
middag ook wel geen gebrek aankondigdege
leek het op verre na geen feestmaal.
Nu jaadvertentie en feestmaal, 't is waar,
kan men van geen daglooner verwachtendie
op een eerlijke wijze door de wereld wil, en
toch bij deze feestvierenden had men dat
gaarne gezien, omdat de man meer dan twintig
jaren achtereen als werkzamen arbeider op den
Huize de Oliphant is gekend.
St. Maartensdijk, 20 April. Heden is door
het Bestuur van het Waterschap St. Maartensdijk
aanbesteed het maken eener nieuwe zeesluis
met annexe werken aan den polder Slabbecoorne.
Er werd ingeschreven door H. M. van Bezooijen,
voor 1640.-
te Scberpenis
A. van Bezoc
ƒ1221.— J
D. Hartog
Aan D. Hart
werk gegund.
De Begroot'
22 Api
bestaande uit
gezel, naar Nl
Gemee
Verge
Voorzitter: E.l
•1. Vaststelliri
2. Af- en ov
3. Benoemir.J
van één lid v.
zing van drie lé
4. Ingekomej
Aanwezig de
de leden Pluggd
wezig de Heer
De notulen
Plugge goedgek|
op eene vraag
f 5000 voor ka^
leen kunnen kr
De Voorz. ste
kohier v. d. H.
De Heeren Plujj
zwaar tegen, iel
hebben. Vroege
kohier twee r;
dit niet meer;
tegen, met een
bezwaren gema
wezen op het
en op den tijdi
en gaven de vl
beste weten ha|
der leden en
vastgesteld.
Daarna werd
begrooting dier
vordering plaatj
begrooting die ij
Rijk van het v
wijskosten) goa
Tot leden
Heeren P. Ga.
zal voor beide
en ook voor
Eindelijk we
Pisuisse, waars
gevolge van z
moet nemen aq
tal vacaturen
en A. D. Brinl
naar Helder er
Toen boveng
had niemand
midden te brei
25 Api
zoontje vai
ouderlijke
makkers te
weldra het
van het gev
verdronk,
ongerust te
gingen aan
bleef vrucht
Eerst dei]
lijkje van
voor vele or,
kinderen
gaan.
St. Annal
behoeftigen
extra bedeel
Deze bel
A. J. Beere
namens onz
De Gasembi
Heiuenoc
worden 8
De p
nog steeds
niet verkoo
De wé
de rivier
't Is een li
's Grave
is toegelah
Door de
kohier van
tot een bei
minder da
vereischte
looning wej
de vacatur
aan ieder
boven de v
is ook nu
over 1886
vergoed als
bij beschikt
Handel en
concessie is
Garde c. s
aangevraag
W aard, en
aan 't Bui
goedgekeui
Done
door eene
college vai
en hoofdin